Aldo Ciccolini! In Gent! Ik kende de 79-jarige pianist vooral van zijn Satie vertolkingen (en meer bepaald deze CD), dus die mogelijkheid kon ik niet laten schieten. Bovendien zou hij Rachmaninov’s tweede pianoconerto brengen. F-ck die opkomende migraine!
Op naar de Bijloke. Waar het allemaal begon met een enthousiast applaus voor Yannick Nézet-Séguin, die het Vlaams Radio Orkest met veel schwung dirigeerde. En zonder veel omhaal van wal stak met, errh, hmm, err… Wacht eens, dit is geen Rachmaninov, al was het maar omdat er geen piano meespeelde. En al evenmin Tchaikovsky (tweede deel van het concert); ik ken de Pathétique wel niet zo goed, maar wel goed genoeg om te weten dat dit het niet was.
Het klonk een beetje als een soundtrack uit de jaren ’50-’60-’70 (om maar eens een ruime marge te nemen), met duidelijk merkbare invloeden van Bernard Hermann. Hmm, onderbrak ik mijzelf, straks is dit echt Tchaikovsky, en dan sta ik hier echt wel voor piet snot. Als iemand mijn gedachten zou kunnen lezen, tenminste.
Groot was mijn verbazing (en die van nog een aantal andere mensen, die het programmaboekje evenmin hadden doorgenomen), toen aan het einde van het (relatief) korte stukje, een man, op slechts een paar zitjes van mij verwijderd, rechtveerde, en al applaudiserend naar het orkest stapte. Alwaar de dirigent geestdrifitig zijn hand schudde, en de man een eerbiedige buiging naar het publiek maakte. We hadden net een nieuwe compositie van Frédéric Devreese gehoord, bijgewoond door de componist zelve. Aha.
Daarna tijd voor maestro Ciccolini (op Steinway –dit was tenslotte het Steinway festival) en Rachmaninov. Ik heb het tweede pianoconcerto minstens een keer of vijftig gehoord (nog nooit eerder live opgevoerd), meestal in de uitvoering van Vladimir Ashkenazy (Amazon FR –ik zie net dat er een versie is met Hélène Grimaud). Maar welk een details heb ik nu ontdekt: de pizzicato’s, de baslijnen, de opbouw van de pianomelodieën (zelfs al werd de piano soms iets te veel overstemd door de rest van het orkest). Het pianowerk van Ciccolini was –hoewel ongelooflijk snel in de finale– zeer geprononceerd. Waanzinnig goed.
Na de pauze: Tchaikovsky. Ik ben niet zo’n fan van Tchaikovsky (en al helemaal niet van de Pathétique), al kan ik zijn Vioolconcerto zeer smaken. Bovendien vond ik dit stuk een beetje misgeprogrammeerd tov de andere werken die avond: Tchaikovsky had beter gepast tussen Devreese en Rachmaninov in. Na het geweld en de emotionele rollercoaster die het tweede pianoconcerto is, kwam de Pathétique maar heel makjes en bijna slaapverwekkend over. terwijl het dat helemaal niet is.
Zeer goed uitgevoerd, dat wel, maar in de shaduw van zijn voorganger, én mijn migraine begon nu toch wel serieus van zich te laten horen, waardoor dit deel van het concert een beetje aan mij voorbij gegaan is (dus nog een geluk dat Rachmaninov eerder kwam –ik had het niet willen ‘missen’).
Volgende week: Il Fondamento brengt de Passionskantate van Johann Wilhelm Hertel.