Hoewel het niet de bedoeling was, ben ik gisteren naar een publiek toegankelijke generale repetitie getrokken in Parnassus op de Oude Houtlei. Onder de noemer Polyphonie vs Sufi traden er het Ensemble Rafik El Maai & Kamerkoor El Grillo op.
Het was niet de bedoeling, schrijf ik, want normaal gezien had er die avond gewoon een (betalend) concert moeten doorgaan, ware het niet dat om een of andere onbekende reden, De Centrale woensdag plots had besloten haar medewerking aan dit project stop te zetten. Geen nood, ondanks een behoorlijke lading stress werd besloten het concert alsnog te laten doorgaan, maar dan als generale repetitie, en zonder verdere medewerking van De Centrale. Vanavond treden beide groepen immers opnieuw op, maar dan in Anderlecht, in de Kerk O.L.V.Onbevlekt. Informatie vindt u via De Pianofabriek.
Rafik El Maai is een Marokkaan die zich enige jaren geleden in Brussel kwam vestigen. Hij treed o.a. op met zijn eigen ensemble, met qanoun, oud, tar en ney. Het belangrijkste instrument is echter Rafik El Maais stem, waarmee hij arabo-andalousische religieuze liederen brengt.
El Grillo is het Gentse Kamerkoor o.l.v. Inge Bollaert, dat ondertussen al tien jaar polyfonische muziek brengt, van Obrecht tot Tallis. U hebt er mij al eerder over bezig gehoord, o.a. over het concert dat ze brachten naar aanleiding van de Obrechtdag (2005).
Het was een goed concert. Niet meteen het beste, daarvoor was de samenwerking tussen beide groepen noch iets te weifelend, hoewel naarmate het concert vorderde dat samenspel meer en meer tot uiting kwam. Afzonderlijk stonden beide groepen heel sterk. De stem van Rafik El Maai is heel onschuldig, met een uitgebreide klankkleur. Heel standvastig ook, niettegenstaande de zanger een aantal keren blijk gaf van de uitlopers (of het begin) van een verkoudheid. Zeer fascinerende muziek.
El Grillo stond er (meestal) zoals het hoort en zoals we dat van hun stilaan gewoon zijn. Een koor moet het hebben van afwisseling, een spanningsopbouw die zich via dialoog en these-antithese naar een climax toewerkt. In de afzonderlijke stukken (o.a. Tallis en Gesualdo) kwamen ze zeer tot hun recht.
Moeilijker ging het wanneer het koor werd gebruikt als louter uniforme achtergrondmuziek voor het Marokkaanse ensemble. De diversiteit aan stemmen ging daarbij grotendeels verloren, en men zag ook dat de koorleden deze situatie wat onwenning waren. Ook de solo’s uit het koor in het anders zeer geslaagde samenspel met de arabo-andalousische muziek, kwamen minder sterk over dan bij hun normale koorzang.
Heel mooi werd het evenwel wanneer op een bepaald moment het koor bij die muziek werd betrokken als koor, dus niet als solisten of als eenheid maar net in die kracht van vraag en antwoord. Ook heel sterk was het moment waarop Rafik El Maai geïmproviseerd met sonore stem meezong met het koor tijdens (ik vermoed) het Cuncti simus concanentes uit het Llibre Vermell de Montserrat.
In elk geval een geslaagde avond, en ik zou zeer geïnteresseerd zijn om te zien of zo’n samenwerking verder kan worden uitgediept en gestructureerd. Volgens mij ligt daar nog prachtige muziek in het verschiet.