en toen was het gedaan

Het BNRFestival werd gisteren afgesloten met het te verwachten fenomenale concert van Costello. Fenomenaal, met hopen schwung en rock en beweging, en massa’s volk te been. Enig minpuntje was een niet zo gesmaakte versie van I want you, een te verwaarlozen dissonante in een meer dan twee uur durend grandioos concert.

Maar toen was het gedaan, al werd er onder de fotografen weer druk afgesproken voor de volgende gelegeheden: Middelheim komt eraan, en Jazz in ’t Park en de Flemish Jazz Meeting. Ondertussen is er tijd voor de Gentse Feesten, en kan u ons straks terugvinden op het terras van het Jong Jazz Talent.

Hebt u nog te goed van mij: een korte nabeschouwing van het BNRFestival, en aantal foto’s. Elke dag één, vanaf zaterdag of zondag, voor even zoveel dagen als het festival zelf heeft geduurd. De ongeduldigen kunnen zich wenden tot de BNRF 2007 flickr set.

BNRF – jazz!

Eindelijk! Eindelijk nog eens jazz op het BNRFestival. En wat voor jazz. Van het Jeroen Van Herzeele Project naar drummer boy Rashied Ali via blazers Archie Shepp en Roswell Rudd tot het San Francisco Jazz Collective, het was puur genieten, tijdens dit Coltrane tribute.

(Ik was half van plan een bespreking te schrijven, maar ik voel dat de inspiratie even zoek is.)

De vermoeidheid begint stilletjesaan toe te slaan (getuige daarvan de flauwe binnenrijmen). Nog één dagje, en dan struinen we wat rond op de Gentse Feesten. Misschien ga ik nog wel eens een avondje foto’s maken aan een of ander podium aldaar. Waar zijn die perspassen ergens?

eenheid door verscheidenheid

Het BNRFestival leek gisteren wel een beknopte samenvatting van zowat alles wat er op de Gentse Feesten is te horen. Het begon met de ‘echte’ jazz van Chroma, die evenwel al gauw evolueerde naar pop. Want Chroma bracht een hele resem ‘featuring’ artiesten mee, zo kondigde Henk Rijckaert aan. De groep speelde eigenlijk al in gewijzigde bezetting, met Quartier ipv Schumacher op vibrafoon en marimba, en met Kummert ipv Badenhorst op klarinet –geen nood, u krijgt ze in augustus nog te horen tijdens Jazz in ’t Park. (En niet dat we te klagen hebben over Quartier of Kummert hoor.) Maar dan kwamen daar ook nog eens Peter Schneider (percussie), Tuur Florizoone (accordeon) én Geike Arnaert (zang) op het podium. Laatstvernoemde kampte met licht vestimentaire problemen waar we *ahem* zeer discreet naast keken. Arnaert had dan ook een spectaculair mooi kleed/topje aan, met een open rug (en een niet meteen volledig gesloten zijkant).

Tijdens het volgende concert leek het wel even Polé Polé op het BNRFestival –al had ik even daarvoor Richard Bona eerder met Jaco Pastorius vergeleken. Maar bon, er zat sfeer in de keet, en al werd het concert meermaals onderbroken om aan kleine technische mankementjes te verhelpen, de sfeer kon niet stuk. Uitmuntend.

Cristina Branco bracht fado –dat hadden we dit jaar nog niet gehad. Na twee opeenvolgende jaren Mariza –en vorig jaar zelfs Madredeus– was dit een erm… interessante afwisseling. Een beetje te melancholisch naar mijn zin, maar perfecte luistermuziek. Ideaal om bij te werken. Of te lezen. En u mag zelf kiezen wat ik heb gedaan.

Spanning alom: zou Willy DeVille de fouten van Sly herhalen? The Mink DeVille Band startte alvast zonder de zanger –en wij hielden ons hart vast– maar kijk, de intro was nog niet goed voorbij, of daar stond Willy al op de planken. Had ik het woord ambiance al gebruikt? En sfeer? De tent ging compleet uit de bol.

Dit was zonder enige twijfel de meest verscheiden, en mogelijks daarom ook de meest geslaagde dag van het tweede deel van het BNRFestival.

het ‘oeps’ moment

De verwachtingen waar hoog gespannen, voor het optreden van Sly and The Family Stone. Het is waarschijnlijk niet overdreven om te stellen dat het gros van het publiek gisteren naar het BNRFestival was afgezakt om Sly van dichtbij te kunnen bewonderen. Niet alleen het publiek overigens, want ook de pers was deze keer in groten getale naar de frontstage getrokken.

Kortom, iedereen was er, behalve Sly zelf. Het afsluitende optreden was zoals elke avond voorzien om 23u, maar op dat moment zat Sly nog rustig in zijn hotelkamer. Hij was –zo werd ons meegedeeld– ervan overtuigd dat zijn optreden pas om 00u zou beginnen. Iets voor middernacht begon de band te spelen, maar het zou nog tot dik kwart na twaalf duren eer Sly zijn gezicht vertoonde. De tent barstte spontaan in boegeroep uit.

Het antwoord van Sly was een niet mis te verstane ‘kiss my ass‘ (hij wees daarbij het lichaamsdeel in kwestie nadrukkelijk aan –ik heb dat hier ergens op foto), al trachtte hij daarna wat goodwil te verkrijgen door zijn ‘familie’ voor te stellen.

Nog geen half uur later verliet hij evenwel het podium: “I need a short break“. Om te pissen, een pint te drinken, of een extra lijntje te snuiven, wie weet, maar met hem verliet ook het grootste deel van de massa de tent. “Slecht”, was het meest gehoorde woord op mijn terugweg. Ik kan er nog wel wat bedenken, maar ik denk dat u de teneur wel door hebt.

Jammer voor het volk, maar ook voor de organisatie van het festival, bij wie gisterenavond ongetwijfeld grote stresspieken op te tekenen waren. Wat Sly zelf betreft kunnen we verder kort zijn: good riddance.

boeken 2007 Q2

Hm. Ik was 2007 niet meteen spetterend gestart, wat betreft literatuur. Dit laatste kwartaal heb toch iets van de ‘schade’ ingehaald, maar het niveau van de boeken die ik heb gelezen, is niet bepaald hoog te noemen. Moordlijst van Denise Danks is ronduit slecht te noemen. Dan hoor ik u al zuchten: “maar Bruno, het is gewoon een thriller”, en dan repliceer ik: “nee, het is een slechte thriller”. Want Lee Child bijvoorbeeld, is ook pulp, maar dan wel goede pulp. En Ruth Rendell behoort tot diezelfde categorie van thrillers, maar dat is ook onvergelijkbaar beter. Al moet ik zeggen dat ik Chabrols verfilming, La demoiselle d’honneur, toch wel nog net dat ietsje beter is –tiens, zou die al uit zijn op DVD?

En goed kijk, we laten die thrillers voor wat ze zijn. Koubaa gaat met Nevski serieus de dieperik in. Het is nog goed dat hij er Gent herkenbaar bijsleurt, of ik had hem een nul gegeven. Dat pover sterretje krijgt hij er nu bij voor de moeite. Maar niet van harte. Japin is nog zo iemand die een onding heeft uitgebracht. Gelukkig telde het maar dik honderd bladzijden, want ik ben er niet zeker van dat ik het vod anders had uitgelezen. En nog één: de ‘Grote Europese Roman’, ofte: laten we eens moeilijk doen gelijk Saskia De Coster, en zien of we dan ook meer au sérieux worden genomen. Nee dus. En de knoert van Peeters bestaat uit drie keer zoveel bladzijden als het vod van Japin. En ik heb ze ook allemaal doorgenomen.

Maar goed, niettemin gaat de kwaliteit toch in stijgende lijn. Tirza –dat doet mij denken aan de hond van mijn groottante, die Mirza heette– krijgt al twee sterren, al is het maar omdat ik mij heel even, in een moment dat sneller voorbij was dan het orgasme van de gemiddelde man, liet denken dat Grunberg de verwrongheid van de maatschappij trachtte te vatten. Nah, toch niet. Maar ik zal die tweede ster maar laten staan zeker?

Met kop en schouders reeds, steekt Pleysiers De Latino’s uit voornoemde hoop. Niet dat zijn boek zo verschrikkelijk goed was, maar eigenlijk behandelt hij eenzelfde soort materie als Grunberg, alleen dan wel zonder daar nodeloos complex over te gaan doen.

Driemaal zo hoog staat Van Reybrouck, precies de enige van al die Nederlanstalige schrijvers die beseft wat schrijven inhoudt, en dat bovendien nog op een deftige manier aan het papier weet toe te vertrouwen.

En hoewel hij evenveel sterren werd toebedeeld als Van Reybrouck, valt eigenlijk geen van voornoemde schrijvers te vergelijken met Gaiman, die daar op eenzame hoogte moet achterblijven. In vergelijking verdient hij ruimschoots vier sterren, ware het niet dat hij nog beter werk heeft geschreven (American Gods bijvoorbeeld.) ’t Is vakantie, ’t is een sprookje, ’t is ideaal om op reis mee te nemen –en vertaald in ’t Nederlands ook (Ster).

  1. The Bridesmaid / Ruth Rendell / 1989 / **(*)
  2. Het gebied van Nevski / Bart Koubaa / 2007 / *
  3. De Latino’s / Leo Pleysier / 2007 / **(*)
  4. Grote Europese Roman / Koen Peeters / 2007 / *(*)
  5. De grote wereld / Arthur Japin / 2006 / *
  6. Slagschaduw / David Van Reybrouck / 2007 / ***
  7. Tirza / Arnon Grunberg / 2006 / **
  8. The Hard Way / Lee Child / 2006 / **
  9. Moordlijst / Denise Danks / Publicatiedatum / 0
  10. Stardust / Neil Gaiman / 1999 / ***

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

jef en piet

Dat doet er mij aan denken: ze hebben daar heel proper sanitair, op het BNRFestvial. En als ik zeg proper, dan bedoel ik wel degelijk proper. Over de vloer wordt (zeer) regelmatig een dweil geslaan, de brillen én de urinoirs worden afgekuist, er is genoeg en deftig wc-papier voorhanden, en ge kunt uw handen wassen met welriekende zeep.

De prijs is navenant (0,50 € voor een beurt), maar in dit geval wordt die met plezier betaald (denk ik toch, met mijn perskaart mag ik gratis binnen).

Mannen blijven evenwel pubers, vooral als het bier is dat het lichaam langs de pisbuis verlaat. “Jef,” zij hij tegen zijn maat met zwaar Antwerps accent, “’t is hier zo proper dat ze al een juffrouke hebben klaarstaan om straks uwen piet af te kuisen.”

spinnenbeet

Henri heeft een paar hoopjes bobbels op zijn lijf. Een normaal mens kijkt daar over, maar met een dokter in huis dient al gauw molluscum contagiosum te worden uitgesloten (het lijkt er niet op), en wordt een huidarts opgebeld.

Vanochtend ging hij met opa –bij wie hij twee nachten gaat logeren, zodat de dokter zieken kan genezen en de fotograaf zich aan de frontstage van BNRF in het stof kan wentelen– naar de specialist. “Dat zijn typische spinnenbeten, meneer. ’t Is door de koude dat er nu weer meer spinnen zijn.”

Een gedachte die de arachnofoob in mij niet meteen tot de gezelliger wist te rekenen. Vanzelfsprekend vind ik nu ook heelder groepen van die dingen op mijn lijf, en weet ik niet beter of ganse spinnenlegioenen gebruiken mijn lichaam bij nacht om er hun driloefeningen op te houden.

Voor wanneer is die hittegolf nu weer?

gisteren op het BNRF

“Kijk,” zeg ik tegen Henri die voor de eerste act met mij meegekomen is naar het BNRFestival, “ge hebt goede muziek en ge hebt slechte muziek.” Ik las even een pause dramatique in. “Dit is slechte muziek.”

Hij kijkt me vragend aan.

“Nee, je hebt gelijk,” herpak ik mij, “het is goede muziek, maar het is een slechte zangeres.”

Trijntje Oosterhuis heeft een flinterdunne stem, met een bereik dat laat vermoeden dat het niet eens een ganse toonladder beslaat. Ik heb medelijden met Burt Bacharach, wiens oeuvre ze gedurende het ganse concert door hetzelfde register haalt.

Op haar best neigt Oosterhuis naar Whitney Houston, en tijdens de Gentse Feesten zou ze op een aantal plaatsen waarschijnlijk niet verkeerd worden geprogrammeerd. Rond een uur of twee-drie, als de alcohol al rijkelijk heeft gevloeid en het publiek daardoor wat minder kritisch is geworden.

“We spelen dit liedje heel verschillend van het origineel”, zo kondigt ze Raindrops keep fallin’ on my head aan. En dan vergeet ze even de versies van Sacha Distel en Manic Street Preachers, en zingt ze het nummer gewoon wat trager.

Nee, vergeleken met Oosterhuis is Stacy Kent pure sex. Dat is lichtjes overdreven dus, tenzij u valt voor haar hoge Julie-Andrewsgehalte, maar ze had tenslotte ook Gainsbourg te bieden, “my hero tonight“.

For those of you in the audience who don’t speak French –which probably is everyone, except for that one guy. And he’s American“, besloot ze haar in rimpelloos Frans uitgevoerde nummer. Toen het gelach evenwel uitbleef had ze meteen door dat er iets moest zijn misgelopen, en ze verontschuldigde zich dan ook al snel: “I’m sorry, that just came out.” Het was haar vergeven, ze was –hoewel op veilig spelend– onderhoudend, en kwam heel professioneel maar daardoor weinig verrassend over.

Wel goed was dan weer e.s.t. De fotografen hadden ingewikkelde instructies meegekregen van presentator Wilfried Haesen. “Volgt u even, beste fotografen”, waarop hij uitlegde dat we pas vanaf het derde nummer “ons ding” mochten doen, “zonder flitslicht! En niet tijdens de stille passages.”

Het eerste nummer duurde 45 minuten.

Het tweede was relatief korter, en bovendien speelden ze een set van een dik anderhalf uur (ipv het toegestane uur en een kwartier).

Charlie Haden stond op exact dezelfde plaats als twee jaar geleden: helemaal achteraan, met zo min mogelijk licht op hem gericht. Toen was mij door een collega verteld dat hij dat opzettelijk doet om de fotografen te jennen. Ik heb snel mijn foto’s gemaakt, en was van plan om huiswaarts te gaan, maar ik kon mij maar moeilijk van het concert wegtrekken. Ik ben niet tot het einde gebleven, maar het concert was gewoon goed. Niet fenomenaal of fantastisch, maar goed. Het stond er, en het bleef overeind, in tegenstelling tot Haden zelf, die vanochtend aan een hernia werd geopereerd.

vrijaf

Gezien ik gisteren mijn foto’s van eergisteren reeds heb verwerkt, had ik vandaag een dagje vrijaf. Enfin, toch tot 17u, als het spektakel opnieuw van start gaat.

Tijd om –samen met Henri– de paspoorten af te halen, een soepje te slurpen, en koffie te kopen. Mijn voorkeur gaat heden ten dage uit naar de Mysore van de Mokabon, alwaar Henri een kinderijsje binnenlepelde en ik twee heerlijk straffe koffies (met slagroom) mocht drinken. De derde en vierde koffie vandaag overigens, na die bij het ontbijt, en die van het mobiel koffiekraam dat u normaal op de Kouter of op de rommelmarkt Bij Sint-Jacobs kunt aantreffen, maar dat vandaag ook aan het administratief centrum op het Wilsonplein had postgevat.

Vanochtend was het volop zon, dus trok Henri mij al gauw mee naar de speeltuin dieper in het Zuidpark, waar ik over zijn hete chocolademelk mocht waken terwijl hij zich met zijn leeftijdsgenootjes amuseerde. Ik wist dat ik een boek had moeten meebrengen. Och! dat doet er mij aan denken, ik moet dringen mijn boekenlijst aanvullen. Erm, eerst mijn brooddeeg neerslaan, en de was versteken. Ik ben zo meteen terug bij u.

de revolutie is roze

De revolutie is roze! Want onder mijn ramen bewegen zich de dichte drommen mensen die zich eerder vandaag langs de Elisabethlaan naar de arrivé begaven, maar zich nu tussen de korte stortvloeden door, langs de Albertlaan opnieuw naar het station spoeden, om aldus onbewust de koninklijke echtelieden opnieuw met elkaar te verbinden.

predictor
(foto Belga)

De revolutie is roze! Want zo alleen kan men verklaren dat hun leider zich gisteren met gepaste fierheid waagde te vertonen met een shirt in voornoemde kleur waarop reclame prijkt voor een zwangerschapstest.