De krant staat vol nietszeggende getallen, van het gemiddelde vermogen van de Belg over het aantal Belgische werkzoekenden tot een armoedegrens die gestaag maar onoverkomelijk de grenzen van het fatsoen overschrijdt door inmiddels reeds de middenklasse op te zoeken. Als het zo blijft doorgaan, kan men de partij van hippies en yuppies weer terecht en doelgroep gericht als socialistisch omschrijven. Ach, vergeef mij die kwinkslag.
De dreiging van armoede is helaas een al te reëel probleem. Niet alleen is het ingegeven door tijden van crisis, de daaraan vasthangende toenemende werkloosheid en de –woekerwinstgevende en desondanks staatgedoogde– stijgende energiefactuur, neen, er is iets veel fundamentelers aan de orde (en al langer dan vandaag vanzelfsprekend). In 1932 schrijft filosoof en wiskundige Bertrand Russell een korte tekst getiteld In Praise of Idleness waarin hij een pleidooi houdt voor meer vrije tijd. Russell toont zich in dat opzicht een weinig utopisch-optimistisch omdat hij ervan uit gaat dat mens die vrije tijd als vanzelf zal opvullen met bezigheden die hem tot verlichting zullen brengen. Herinner u eenzelfde optimisme bij Kant, een 150 jaar eerder, in zijn Beantwortung der Frage: Was ist Aufklärung?.
Russell schrijft zijn opstel te midden van de Great Depression in de jaren 30 van de vorige eeuw, niet noodzakelijk onvergelijkbaar met de economische baisse waarin we ons momenteel bevinden. Hij laakt er onder meer de heersende overtuiging waarin enkel waarde wordt gehecht aan de economische voordelen van kennisverwerving en toename van macht over anderen. In Praise of Idleness wordt gepubliceerd met een aantal andere essays i, waaronder The Case for Socialism waarin hij uitlegt hoe socialisme –echt socialisme, niet de hedendaagse loftvariant– de maatschappij uit de economische hegemonie kan redden. “Socialisme is geen doctrine uitsluitend bestemd voor het proletariaat”, legt hij uit. “Door economische onzekerheid te voorkomen, kunnen we het geluk van allen, met uitzondering van een handvol allerrijksten, doen toenemen.” Dat geluk is vanzelfsprekend het Aristotelische geluk of eudaimonia, waarover we het eerder al hadden.
Economische onzekerheid leidt tot drang naar rijkdom, overproductie, overconsumptie, een steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk, en dus uiteindelijk tot meer onzekerheid. Men spreekt over een valse overvloed, die voortdurend een nieuwe economische crisis in de hand werkt. Eén van de manieren om uit die spiraal te komen, is door de mensen meer vrije tijd te bezorgen. Dat is perfect mogelijk in de tijd van moderne machinale productieprocessen, beargumenteerde Russell. Stop overproductie en geef de mensen meer vrije tijd zodat ze zich kunnen ontwikkelen, wars van enige economische dwang.
Ook Robert Louis Stevenson, de auteur van Treasure Island en het zeer tot de verbeelding sprekende Dr Jekyll and Mr Hyde, had het een halve eeuw eerder al over de voordelen van het luieren ii. “Luieren bestaat niet uit nietsdoen”, schrijft hij in An Apology For Idlers iii, “maar uit veel doen, echter buiten de door de heersende klasse geformuleerde dogma’s.”
Al hadden we het daarnet over armoede, en deze filosofen propageren net dat de mens over meer vrije tijd zou moeten beschikken –en dus minder economisch rendabel werk zou moeten verrichten. Om dat met elkaar te rijmen moeten we dieper ingaan op Russells The Case for Socialism en een aantal aanvullende marxistisch ideeën.
Stof voor een volgende keer. Ga en luier ondertussen –misschien vindt u wel tijd om de drie hierboven gebruikte teksten te lezen.
—
- In Praise of Idleness And Other Essays, Routledge Classics, 2004, ISBN 9780415325066
- Er bestaat niet meteen een goede vertaling voor idleness; het is zeker en vast geen luiheid of nietsdoen, maar luieren komt misschien nog het dichtst in de buurt.
- An Apology For Idlers van Robert Louis Stevenson verscheen voor het eerst in Cornhill Magazine, July 1877, Vol. XXXVI, pp. 80-86. Het is in boekvorm o.a. beschikbaar in de Penguin Great Ideas reeks.
Tom Hodgkinson schreef hier ook 2 boeken over: “How To Be Idle” (2005) en “How To Be Free ” (2006), waarin hij ook oproept om meer leuke dingen te doen, om te durven ontsnappen aan de dwang van altijd “nuttig” bezig te zijn. Ook soms met citaten van verstandige mensen die de boodschap ondersteunen. Al zou ik toch niet aanraden om al zijn tips zomaar op te volgen…
Inderdaad. Al doorgeklikt naar The Idler?