uit het oog

Euh. Help. Ik ben de belastingsaangifte helemaal uit het oog verloren. Gelukkig is er de portaalsite van de Federale Overheidsdienst FINANCIEN, waar achter de link Uiterste datum indiening een PDFje verscholen gaat met de volgende tekst (dd 24 april 2006):

PERSMEDEDELING

Uiterste datum indiening aangifte personenbelasting aanslagjaar 2006

Vice Eerste Minister en Minister van Financiën Didier REYNDERS kondigt aan dat de uiterste indieningsdatum voor de belastingaangifte van de personenbelasting dit jaar op woensdag 19 juli wordt vastgelegd. Voor de mandatarissen die een aangifte via taxonweb doen, wordt de uiterste datum op 31 oktober 2006 bepaald.

*kuch* Ik moet mijn boekhouder maar eens contacteren, geloof ik.

confituur (iii): rabarber

rabarberconfituurDie confituur is ondertussen al twee-drie weken geleden klaargeraakt. Rhubarbe au miel d’acacia et au romarin, voorzien van verse rozemarijn ‘uit den eigen hof’, en al even verse rabarber van de vader van Els. (Niet vergeten een pot mee te geven aan Els.)

We zijn terug bij Mes Confitures van Christine Ferber. Ik ben geen fan van rabarber (behalve dan een rabarber crumble van Les Tartes de Françoise), en ook deze confituur kan mij niet bekoren. Edoch, eenieder die het genoegen heeft gehad –zonder enige uitzondering (als ik mijzelf even wegcijfer)– was bijzonder te spreken over de inhoud van het potje. De oogst was beperkt: 6 potjes (ik denk van 250ml), waarvan er eentje is gegaan naar Tessa’s ouders, eentje naar mijn moeder, en eentje zal gaan naar Els en Maarten.

Mijn schoonvader is niet meteen een fan te noemen van subtiele smaken en experimenten-uit-de-keuken. Hij is eerder een rechtoe-rechtaan man, die net zoals ik een goede gebakken paling en een geslaagde biefstuk-friet (saignant met pepersaus voor mij alstublieft-dankuwel) uitermate weet te waarderen. Niettemin was hij (mijn schoonvader dus) ten zeerste te spreken over de confituur (met de lepel in de pot).

Hm ja. Come to the point, bruno. Het recept. Vraagt wat tijd, deze keer.

De ingrediënten:

  • 1,2kg rabarber, wat gekuist op zo’n kilo moet neerkomen. Niet veel kuisen aan: gewoon de uiteinden afsnijden (niet ‘pellen’!). En terwijl u ernaar benieuwd bent: ik heb geen flauw idee hoeveel rabarber ik had. Het voelde minstens een kilo aan. Denk ik.
  • 600g suiker. Euh, ttz in mijn geval een half pak (125g) 3+1 suiker (3 x porties fruit voor 1 portie suiker), en een bodempje 2+1 suiker.
  • 200g Acacia honing. Ewel, ik had nog 1/3 pot Meli honing staan.
  • Het sap van twee kleine citroenen. Check.
  • 10 brins van verse rozemarijn. Een brin is volgens mijn Larousse de poche (édition refondue van 1979): [la] première pousse d’une graine, première tige flexible, petit bout. Dus heb ik tien topjes van rozemarijntwijgjes genomen (2-3 cm).

Spoel de rabarber, verwijder de uiteinden. Split de rababer in de lengte, en snij vervolgens in bokskes. Doe de suiker, de rabarber, de honing en het sap van één citroen in een pot, die je een ganse nacht laat ’trekken’.

De volgende dag (bij mij: de volgende avond –opgelet, dat kan je niet riskeren bij dit warme weer) giet je deze bereiding door een tamis, om de siroop op te vangen. Breng de siroop aan de kook, en schuim af. Laat de siroop een beetje indikken (105°C volgens het recept, maar ik heb geen thermometer), en voeg dan de stukjes rabarber toe. Breng opnieuw aan de kook, en schuim af. Voeg het sap van de tweede citroenen toe, en de twijgjes rozemarijn. Laat nog een minuut of vijf goed doorkoken, en verdeel in potten.

Smakelijk!

dorstlesser

Vermoeiend is dat, die hitte. Te warm om te slapen, te warm om te werken, te warm om te lezen, te warm om naar TV te kijken. Hoe hoger de temperatuur, hoe lager de activiteitsgraad. Eenmaal boven de dertig graden, voel ik mij zoals in een bad: loom, met soms net genoeg energie om een blad om te slaan en van een drankje te slurpen.

Een geschikte dorstlesser is koffie. Niet zozeer het warme spul, al gaat ook dat er vlotjes in, maar een ijsgekoelde variant.

Vul een hoog (hitte- of liever: temperatuurwisselbestendig) glas met ijsblokjes. Giet er een bodempje melk bij (naar smaak –liefhebbers van zoet kunnen er altijd suiker aan toevoegen, maar dat lest natuurlijk minder de dorst). Maak een goede, sterke koffie; zelf gebruik ik een mokka pot, waaruit je net één tas kan halen. Giet de hete koffie over de ijsblokken in het glas, en wacht even tot alle ijsblokjes gesmolten zijn (ondertussen kan je altijd een tweede pot zetten), goed roeren, én klaar.

Heerlijk verfrissend. (En het helpt mij ’s ochtends wakker te worden na weer een veel te korte nacht.)

aankondiging (bis)

(Kucht —opnieuw— bescheiden in de microfoon.)

Ik ga er echt geen gewoonte van maken, maar we zijn nog geen maand verder, of ik heb opnieuw een reden om mijn madam in de schijnwerpers te plaatsen. Vanavond in de brievenbus:

Hierbij hebben wij het genoegen u mee te delen dat de Raad van Bestuur op 26 juni 2006 beslist heeft om u met ingang van 1 oktober 2006 toe te laten tot de proefperiode van twaalf maanden als voltijds adjunct-kliniekhoofd bij de dienst hematologie van het departement medisch-technische diensten.

Er kom schot in de zaak, na 16 jaar medische studies. Adjunct-kliniekhoofd. Hm. Does that sound sexy or what?

parkjazz: de analoge test

Waarom het mij verbaasde, ik weet het niet, want tenslotte werden concerten en andere optredens reeds door hele generaties fotomensen op analoge wijze vastgelegd. (Deze post is in wezen dan ook redelijk belachelijk te noemen.) Maar goed, de foto’s die ik heb kunnen maken op ParkJazz met de Leica zijn –tot mijn verbazing dus– mijn verwachtingen overstegen.

Tot nog toe zag ik de Leica niet meteen als een kandidaat voor concertfotografie, en wel om drie redenen: (1) geen spotmeting (2) (kleuren)film op hoge ISO geeft vervelende korrel, en op z/w film moet ik te lang wachten (3) 90mm is mijn grootste tele –dat kan toch niet genoeg zijn.

Geen spotmeting: waarom ik daarmee in zat, is mij ondertussen een raadsel. Met de D70 doe ik helemaal geen meting, ik stel gewoon in op ongeveer 1/60s – ISO500 – f/2,8. De rest kan ik aanpakken met de grote exposure latitude van het digitale negatief. Blijkt dat mijn geliefde Fuji Superia een vergelijkbare wide latitude heeft.

De korrel: ik heb met 200, 800 en 1600 ISO kleurenfilm gewerkt –allemaal Fuji Superia. Op 1600 ISO vind ik de korrel niet mooi meer. 800 is zeer goed te doen, wat zeg ik, ik heb er geen enkel probleem mee om met de 800 te werken. De 1600 gebruik ik niet meer. Als ik dan toch een hogere ISO moet hebben, dan gebruik ik wel z/w (alweer Fuji: Neopan) en wacht ik wel op de ontwikkeling (getuige daarvan de 6 of zo onontwikkelde filmpjes die sinds vorig jaar ongeduldig in de kast liggen te wachten).

De tele: tsja, mijn analoge beelden zijn onmiskenbaar anders dan mijn digitale –los van scherpte en toestanden. Ze zijn klassieker, met veel ruimte rond het onderwerp (ik ga nogal graag dicht met de D70), maar ik denk dat beide systemen complementair zijn. En dat is de manier waarop ik ze ook ga gebruiken, van nu af aan.

(Note to Tessa: gelieve over de volgende zin heen te lezen.) Ik zal de filmpjes + ontwikkeling maar budgettair beginnen in te plannen voor BNRF zeker?

(Binnenkort post ik een selectie van de foto’s.)

0110

Allemaal schoon en wel, het 0110-initiatief. Maar zonder verdere ‘campagne’ of aandacht hebben die concerten maar weinig of geen nut. Pas op, een concert is altijd mooi meegenomen (zeker als het gratis is), maar of het iets aan de mentaliteit zal veranderen? Muzikanten tegen racisme! Concert voor verdraagzaamheid! Feest van de democratie! Preaching to the converted.

Het wordt tijd om het eens wat grootser te zien, met randinfo, media coverage, allemaal aan hetzelfde zeil trekken, ego’s opzij, en écht gaan voor dat goede doel. En voor het goede doel, voor verdraagzaamheid, en niet tegen extreem-rechts (hoezeer je daar ook tegen mag zijn). Een positieve boodschap uitdragen!

Laat er ons de politiekers buitenhouden. De verkiezingen zijn slechts het doel op korte termijn, maar niet de eindbestemming, mag ik hopen. Verdraagzaamheid, tolerantie, samen-leving! Tijd om het engagement van weleer van onder het stof te halen.