Die confituur is ondertussen al twee-drie weken geleden klaargeraakt. Rhubarbe au miel d’acacia et au romarin, voorzien van verse rozemarijn ‘uit den eigen hof’, en al even verse rabarber van de vader van Els. (Niet vergeten een pot mee te geven aan Els.)
We zijn terug bij Mes Confitures van Christine Ferber. Ik ben geen fan van rabarber (behalve dan een rabarber crumble van Les Tartes de Françoise), en ook deze confituur kan mij niet bekoren. Edoch, eenieder die het genoegen heeft gehad –zonder enige uitzondering (als ik mijzelf even wegcijfer)– was bijzonder te spreken over de inhoud van het potje. De oogst was beperkt: 6 potjes (ik denk van 250ml), waarvan er eentje is gegaan naar Tessa’s ouders, eentje naar mijn moeder, en eentje zal gaan naar Els en Maarten.
Mijn schoonvader is niet meteen een fan te noemen van subtiele smaken en experimenten-uit-de-keuken. Hij is eerder een rechtoe-rechtaan man, die net zoals ik een goede gebakken paling en een geslaagde biefstuk-friet (saignant met pepersaus voor mij alstublieft-dankuwel) uitermate weet te waarderen. Niettemin was hij (mijn schoonvader dus) ten zeerste te spreken over de confituur (met de lepel in de pot).
Hm ja. Come to the point, bruno. Het recept. Vraagt wat tijd, deze keer.
De ingrediënten:
- 1,2kg rabarber, wat gekuist op zo’n kilo moet neerkomen. Niet veel kuisen aan: gewoon de uiteinden afsnijden (niet ‘pellen’!). En terwijl u ernaar benieuwd bent: ik heb geen flauw idee hoeveel rabarber ik had. Het voelde minstens een kilo aan. Denk ik.
- 600g suiker. Euh, ttz in mijn geval een half pak (125g) 3+1 suiker (3 x porties fruit voor 1 portie suiker), en een bodempje 2+1 suiker.
- 200g Acacia honing. Ewel, ik had nog 1/3 pot Meli honing staan.
- Het sap van twee kleine citroenen. Check.
- 10 brins van verse rozemarijn. Een brin is volgens mijn Larousse de poche (édition refondue van 1979):
[la] première pousse d’une graine, première tige flexible, petit bout
. Dus heb ik tien topjes van rozemarijntwijgjes genomen (2-3 cm).
Spoel de rabarber, verwijder de uiteinden. Split de rababer in de lengte, en snij vervolgens in bokskes. Doe de suiker, de rabarber, de honing en het sap van één citroen in een pot, die je een ganse nacht laat ’trekken’.
De volgende dag (bij mij: de volgende avond –opgelet, dat kan je niet riskeren bij dit warme weer) giet je deze bereiding door een tamis, om de siroop op te vangen. Breng de siroop aan de kook, en schuim af. Laat de siroop een beetje indikken (105°C volgens het recept, maar ik heb geen thermometer), en voeg dan de stukjes rabarber toe. Breng opnieuw aan de kook, en schuim af. Voeg het sap van de tweede citroenen toe, en de twijgjes rozemarijn. Laat nog een minuut of vijf goed doorkoken, en verdeel in potten.
Smakelijk!
zal met plezier potje in ontvangst nemen en bezorg je bij gelegenheid nog wel een portie rabarber zodat je je voorraad verder kan aanvullen…