Edvard

Skrik

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Edvard, dat was de naam die bij mij opkwam. Erm. Gesteld dat ik de objecten in ons huis een naam zou geven, natuurlijk. Enig idee vanwaar die associatie? (Bonuspunten als u het raadde zonder eerst door te klikken op de foto.)

waar moeit u zich eigenlijk mee?

De fietsen zijn besteld –meer daarover later. Om tot de fietsenwinkel te geraken, haalden wij noodgedwongen de auto van stal. Enfin, dat was het plan, een Hollandsche medemensch trachtte ons op andere gedachten te brengen, door zijn voertuig –u raadt het al– voor onze poort te parkeren.

’s Ochtends waren wij nog met de tram de binnenstad ingetrokken. Henri doet mee aan de leesjury (Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen) en vandaag was de eerste bijeenkomst. Twee boeken bracht hij mee naar huis, en hij heeft ze allebei ondertussen reeds uit –ik heb het gevoel dat het wat beneden zijn niveau zat. “Ge gaat zien,” zei ik nog tegen mijn doktertje toen we de huisdeur dichttrokken, “dat er straks enen voor onze poort gaat geparkeerd staan.”

Prijs dus. In het hotel konden ze ons niet verder helpen, maar de politie blijft uw vriend in deze materie. Tessa handelde de zaak af. “Weet ge, madam,” vertelde de vriendelijke diender nadat hij opnieuw had aangebeld toen de wagen getakeld was, “daarjuist kwam uwen overbuur ne keer horen.”

“Ah ja”, antwoordde Tessa, half nieuwsgierig.

“Ze wildigden weten hoe dat zat met die poorten, en dat niet iedereen hun poort als garage gebruikt. En als ze dat zei,” verklapte de agent, “wees ze nogal weinig subtiel naar ulder poort.”

“Och”, zei Tessa.

“Maar ik heb haar toch duidelijk gemaakt dat ze verkeerd was, want dat ik pertang gezien heb dat er nen auto in ulder garage staat, en ze was tons precies rap weg”, schaterde hij het uit. “Allez, nog een goe weekend hé madam.”

(Misschien is het familie van buurman?)

1-2-3 piano

it used to be a piano, baby it used to be a piano, baby

Zaterdag, klusdag. Met ons huis, kregen we er destijds ook een (buffet-)piano bij. Niet meer te stemmen, was het verdict, en ik tracht ze sindsdien buiten te werken. Met zeer onregelmatige tussenpozen gaan er stukjes af, maar hoe minder er overblijft, hoe moeilijker dat wordt. De toetsen werden reeds lang geleden in de haard opgebrand, de snaren werden er allemaal uitgeknipt, maar ik bleef met een aantal –veel ruimte in beslag nemende– uitstekels zitten. Twee ‘vleugels’, waartussen het toetsenbord was opgehangen, bleken iets te stevig verlijmd.

Vanochtend heb ik er met een kleine sloophamer aan gewerkt, en ondertussen blijft er enkel nog een torso over, met daarin twee gewichtiger ijzers, en een achttal balken van zo’n tien centimeter zijde. Moervast zit dat, of toch té vast opdat ik ze in stukken naar beneden zou kunnen dragen. Het geheel weegt nog steeds te zwaar, maar we zijn toch weer een stukje dichter bij ons doel.

water-lelie

it's nature, baby

(Canon EOS 5D, EF 16-35mm f/2.8 L II USM@16mm, f/2.8, 1/400s, 400 ASA)

Om een beetje in de sfeer te blijven, geef ik u er de voor de hand liggende literaire referentie bij. Gans de bundel van Frederik van Eeden, Van de Passielooze Lelie, staat trouwens online, klaar voor uw consumptie. Al kan het zijn dat de man nog net iets bekender is voor De Kleine Johannes.

(Ik en dat digitaal gedoe –voor andere dan concertfoto’s– ik weet niet of het ooit gaat goedkomen. Ik denk dat ik vanavond eens een filmpje in de camera ga laden en zien wat die lelie daarop geeft.)

thuis

Ons huis. Het staat er nog! Met dank aan reporter Huug, die ons vandaag het bewijs doorstuurde waar we nood aan hadden. Maar wat doen die lelijke –maar zonder twijfel veel efficiëntere– aluminium plooi-ijzers daar rond onze boom? En ook, wederom dank zij de onversaagde verslaggever, weten we nu meteen dat de schoonouders ons huis en onze kat effectief komen bezoeken. Want komt die wagen ons daar niet heel bekend voor?

we're in Seattle, baby

We hebben nog meer nieuws gekregen van onze reporter (hebt u zijn schaduw én zijn boodschappentas opgemerkt in de foto?), maar daar moet u nog een weekje op wachten. En dan krijgt u mogelijks zelfs een video te zien!

Het is hier wel heel leutig, maar we missen toch wel erg den omgang met de mensen thuis, de concerten, de persconferenties, de lunches, de zondagse jazz bij Tuur. Gelukkig is er nog de (interne) mailing lijst van Het Project en de berichtgeving op Gentblogt zelf. En Skype. Nieuwtjes (zoals het bovenstaande berichtje en het pakje van Els) zijn heel erg hartverwarmend. Wreed wijs!

double exposure

jammed

(Hasselblad 500c/m, Zeiss Sonnar CF 150mm f/4 T*, Fuji Reala, 100ASA)

Het transportmechanisme van mijn Hasselblad filmback geeft problemen. Eerst was er gewoon een soort geratel hoorbaar, alsof de filmspoel zich vanzelf op- of ontwond, maar bij de meest recente poging, liep het mechanisme vast. Dit was het resultaat (de rest is de moeite niet om te tonen).

ramptoerist

Eventjes een oeps-moment, een kwartiertje geleden: tram 4 graaide een overstekende auto mee.

allemaal trammetjes

Die groene auto rechts, dwars op de rijweg, draaide door de impact 180 (of zelfs 540) graden rond haar eigen as. Hopelijk is iedereen er gewoon met de schrik vanaf gekomen, al vrees ik dat er binnenkort sowieso een grote rekening in de bus van de autobestuurder zal glijden.

Maar zie, het is allemaal al opgekuist. Alleen die auto en een MUG staan er nog, en wat markeringen op de weg.

(Euh ja, ik zat thuis, en nee, ik had niks beters te doen.)

gij wil mij gewoon in u bedde parkeren (*)

Helemaal gepakt en gezakt stond ik, niet alleen de Canon (+ twee lenzen) en de Hasselblad (+ twee lenzen) en mijn statief, ik had bovendien zelfs aan filmpjes gedacht deze keer. Op de tijd dat ik mijn fototassen had gevuld en ze naar beneden had gedragen, een kwartier voor ik naar mijn afspraak zou vertrekken, was iemand erin geslaagd zijn wagen voor onze poort te plaatsen.

Mijn afspraak was in Antwerpen, een heuse fotoshoot met een niet meteen onbekende jazzmuzikant, waarvoor we zo’n twee uur hadden uit getrokken. Een uur voor een shoot, en dan een uurtje tijdens de soundcheck voor actiefoto’s.

De warmte straalde me van de motorkap van de wagen tegemoet, nog voor ik mijn hand erop legde, en mijn eerste impuls was dan ook op het hotel wat verder in de straat af te stappen. Ze zijn daar overigens veel klantvriendelijker –of moet ik zeggen: buurtvriendelijker– geworden. Meer dan eens wandelt de receptionist mee tot aan de poort om de wagen persoonlijk te monsteren, en ze hebben er ook een compositiefoto van een aantal garagepoorten in de straat om de mensen –voornamelijk Nederlanders, maar dat zijn ook mensen, heb ik mij laten vertellen– voor de neus te houden wanneer die vol overtuiging ontkennen dat ze hun wagen voor een poort hebben geparkeerd –wat ze dan vanzelfsprekend tóch hebben gedaan.

Kevin C. –hij had zo’n opspeldkaartje met een logo van Bekaert in zijn wagen laten liggen– bevond zich evenwel niet in het hotel.

“101, dringende politiehulp, hoe kan ik u helpen?” Een takelwagen zou helaas nog wel even op zich laten wachten (los van de minimale tijd dat zoiets vraagt, heeft de politie ook nog wel echt belangrijke dingen te doen), dus ben ik even het homokot in gelopen.

Het homokot is een sauna rechtover het hotel. Ik bedoel die omschrijving helemaal niet negatief overigens. De sauna staat in alle relevante gaypublicaties als hoogwaardig omschreven, zo blijkt aan een bericht aan de balie, en gezien ik mij niet geroepen voel om dat empirisch na te gaan, wil ik ze best op hun woord geloven. Ik heb nog nooit een voet in een sauna gezet, dus ik beschik niet meteen over vergelijkingsmateriaal.

Om de sauna binnen te gaan, stapt men een entree binnen, alwaar men kan kiezen tussen drie deuren. Ze zijn alle gesloten, maar één van die deuren heeft een bel. De wachttijd is uiterst beperkt, want ik had amper aangebeld of een elektronische zoemer klikte mij binnen. Een nieuwe wachtplaats, met een volgende gesloten deur en een loket met een geperforeerde triplex plaat waarachter zich een goed voorziene jongeman in ondergoed bevond. Heel proper allemaal, met stapels witte handdoeken en wel vier verschillende soorten condooms in de aanbieding. Van achter een met een zwaar gordijn afgesloten doorgang, die ik door de triplex plaat kon zien, klonk opzwepende muziek.

Moeizaam legde ik de jongeman mijn probleem voor. Na vier keer uitleggen, waarbij hij zijn oor olijk door de gaten in het plexiglas trachtte te wurmen, volgde een vriendelijk antwoord op mijn verzoek. “Ah ja. Maar zelfs als die gast hier zou zijn, dan kan ik u dat nog niet vertellen hé.”

Daar had ik alle begrip voor. Maar hij hoefde mij ook niet te zeggen of hij hier was. Maar stel –in het hypothetische geval– dat die persoon hier zou zijn, dan zou hij hem wel kunnen waarschuwen dat zijn wagen zal weggesleept worden. Hij keek mij koket aan, en even leek het erop of hij mij ging vragen wat te komen relaxen bij de sauna. Hij herpakte zich en knipoogde: “ik zal ne keer gaan horen.”

Helaas. Ook daar was Kevin niet te bespeuren. Niemand die zegt dat Kevin de bestuurder van de wagen was natuurlijk, vandaar dat ik ook de nummerplaat en het merk en kleur van de wagen op een papiertje had genoteerd.

Om half zeven zat ik eindelijk in de wagen naar Antwerpen. Om kwart na zeven was ik ter bestemming. Van een deftige fotoshoot was geen sprake meer, ik kon enkel nog foto’s nemen tijdens de soundcheck. En hoewel ik toegang had tot de backstage ben ik niet meteen de persoon die daar de muzikanten gaat lastig vallen tijdens de tien minuten die ze nog hebben voor hun optreden begint. Ik weet het, ik moet wat assertiever zijn op dat vlak.

Nog wat gebabbeld met Jos, en rond negen uur was ik al terug in Gent waar ik nog het grootste deel van het concert bij Tuur kon meepikken.

snapshot tuur

En nu maar hopen dat ik toch een minimum aan bruikbaar materiaal heb.

(*) Een citaat uit een soundtrack van een film die ik nog niet heb gezien.