een dagje kliniek

Het gaat allemaal goed, begin ik dit maar, voor u zich zorgen zou maken. Tessa zal het daar niet mee eens zijn, maar zij is dan ook dokter, en enige vorm van beroepseigen verontrustmaking is haar in deze materie niet vreemd. Zaterdag, de dag waarop Tessa vanuit Venetië terugkeerde, dropten de schoonouders mijn zoon –veel te laat natuurlijk– terug bij mij af. “Hij hoest nogal erg hé”, gaf mijn schoonmoeder ter afscheid nog mee. Het blijft relatief natuurlijk, maar toen ik even in de keuken stond af te wassen, en Henri zich onderwijl met zijn lego voor de haard had genesteld, kwam ik nieuwsgierig naar de woonkamer terug, op zoek naar het hondje –een basset, zo meende ik– dat zich bij ons had binnengewerkt. Ook na herhaaldelijk toedienen van hoestsiroop, bleef dat hondje al te regelmatig zijn opwachting maken.

Toen Tessa thuis kwam lag Henri al te slapen, en pas de volgende ochtend kwam, vergezeld van een lichte paniek, die professionele bezorgdheid opzetten. “We moeten daarmee naar spoed”, was de eerste reactie, die ik –geheel onbekend met de medische wetenschappen– in eerste instantie toch lichtjes overdreven vond. Tijdens de nacht was de hoest evenwel overgegaan in een gepiep, dat reeds licht hoorbaar was tijdens de ademhaling, maar oorverdovend de oorschelp penetreerde bij het beluisteren van de luchtbeweging aan de rug van de patiënt. De pediater van wacht werd gebeld, ventolin in huis gehaald –tiens, wierp ik op, weet ge dat die ventolin voor doping wordt gebruikt– en het puffen aangeleerd. De spoed werd alsnog uitgesteld, maar Henri bracht de nacht door in het Grote Bed™ waar hij zijn ouders niet alleen mijn zijn gewroetel uit hun slaap hield, maar tevens met zijn net niet in apneu overgaande gepiep, een ademhaling met evenveel gepruttel als van een slecht afgestelde diesel die niettemin weigert stil te vallen.

Vanochtend werd een collega gebeld, en nadat ik een dik uur de Gentse ring befietst had, ging het gezin UZ-waarts voor de onvermijdelijke controle. Van NO-meting naar longfunktie, van RX naar allergietest: 50-60% peakflow waarde en een onmiskenbaar astmatische grafiek waren onverbiddelijk. Henri hangt aan de aerosol, heeft een novolizer met cortisone, en moet voorlopig even inspanningen vermijden.

De trompet komt alsnog niet in gevaar. “Wij moeten er met de juiste medicatie voor kunnen zorgen dat hij alles gewoon normaal kan uitvoeren”, beantwoordde de arts bemoedigend mijn vraag. Voorlopig werd er met een ‘lichte’ medicatie gestart (met hoge dosis) –omdat hij geen voorgeschiedenis heeft– maar als het niet betert, moet de behandeling worden verzwaard met medrol. Zover is het nog lang niet, fluister ik mijzelf toe, met diezelfde medische onwetendheid als een paar dagen geleden.

een strak plan

Gemakkelijkheidshalve kon ik stellen dat ik de Gamma-verhalen van Henk in gedachten had –een echte man is geen watje– maar eigenlijk kon ik gewoon niet nog een dag laten voorbij gaan zonder looptraining. Na mijn val van zaterdag vertrok ik dus zondagochtend voor wat normaal mijn wekelijkse loophoogtepunt is: de halve marathon. Drie volle seconden heb ik bij het wakker worden overwogen om toch maar van mijn plan af te zien, en van mijn gewoonlijke 100 crunches kwam ik maar tot 79, maar toch was de lokroep van de Watersportbaan groter dan de paar ‘ongemakjes’.

Van de eosine in de badkamer ging het naar het ontbijtbuffet van het Sint-Pietersinstituut –dat men net aan het wegruimen was. Omdat Henri zo zot is van Star Wars gingen wij getweeën achteraf naar F.A.C.T.S., en van daaruit naar een heel gezellig verjaardagsfeestje dat we moesten verlaten om in Kinepolis naar een Junior Eurosongfilm te gaan kijken. En toen waren we thuis en was het acht uur. En mocht ge mij bijeenvegen. Mijn hoofd bonkte, mijn maag protesteerde, en de rechterkant van mijn lichaam prikte en tintelde van boven tot onder. De steriele vodjes die ik tussen mijn geschaafde huid en mijn onderbroek had gefoefeld waren in mijn huid gegroeid en dienden met lauw water voorzichtig te worden losgeweekt, om vervolgens door verse te worden vervangen. Die op hun beurt gedurende de nachtrust zouden ingroeien en dan vanochtend onder de douche werden losgeweekt. Ik heb het gevoel dat dit nog wel een tijdje kan doorgaan.

Geen kat die er iets van ziet, maar stoer dat ik mij voel, maat.

alles over seks!

it all about sex, baby…tenminste, dat beweren de mannen en vrouwen van Sensoa toch –in een bui die mogelijks gekleurd is door Woody Allen. Ik neem even over uit hun persbericht:

Sensoa lanceert allesoverseks.be, een unieke site in Vlaanderen die digitaal antwoorden formuleert op vragen rond relaties en seksualiteit van 15- tot 25-jarigen. Die groep zit nog met een pak vragen en is op zoek naar betrouwbare informatie over seksualiteit en relaties op het internet, wat niet evident is. Allesoverseks.be beantwoordt aan die behoefte. Vanop de openingspagina word je uitgenodigd om een vraag in te tikken of op trefwoord te zoeken. Een speciaal ontwikkelde database met 2.000 vragen en antwoorden zorgt voor een onmiddellijk resultaat. Net die vraaggestuurde aanpak maakt de site innovatief en uniek voor Vlaanderen. Naast de site liet Sensoa een spraakmakende promotiecampagne ontwikkelen. Die countert op ludieke manier de “onwetendheid” van sommigen met de site als antwoordbaak voor hun vragen. De site past in de Praat over seks-aanpak die Sensoa met zijn campagne in 2005 startte.

Wij gingen even kijken, en kregen meteen dé Joepie-vraag uit de jaren 80 gesuggereerd: Kan ik zwanger worden als ik sperma inslik? (Het antwoord is nee, insgevallend u hier terecht kwam na een panische google-zoektocht.)

Ga vooral zelf eens op de site kijken, u vindt er 2.000 vragen én antwoorden (o.a. via een woordwolk), een forum, en de mogelijkheid om een hoogstpersoonlijke vraag te stellen indien u het antwoord daarop alsnog niet op de site vond.

krabben als het jeukt

…al mag dat niet van de dokter. Toch niet van de mijne. Maar sinds zaterdag(avond), nadat ik mijn gemillimetreerde coupe nog eens erm…gemillimetreerd heb, heb ik nu toch jeuk op mijn rug. (Misschien ben ik allergisch aan mijn eigen haar.) En ik voel zowat bobbels precies. Van de onderkant van mijn rug tot in mijn nek. En mijn spieren zijn nog stram –ook al van zaterdag— dus krabben is een beetje marteling, maar dat komt goed uit, want ik mag eigenlijk toch niet krabben. Van mijn dokter.

Ik ga mijn zinnen even verzetten. Koffie drinken. Foto’s bewerken. Boeken lezen. Film bekijken. Anders word ik zot.

een kwestie van hoffelijkheid?

Wij zijn hier ten huize notoire niet-rokers“, schrijft pharailde. Ook alhier, weet u ondertussen, komt geen rook binnen, tenzij ik de haard met nat hout heb aangestoken en vergeten ben het raampje af te sluiten. Onze reis naar Seattle was een weldaad voor de longen van mijn doktertje: sigaretten en andere rookwaren zijn er zo goed als verbannen, wie wil roken doet dat best thuis, of in een duidelijk daartoe voorbehouden omgeving. Openbare ruimtes (dus ook festivals), drank- en eetgelegenheden, bushaltes en dergelijke meer, zijn allemaal bij wet rookvrij gemaakt. Een ware –vergeef mij de woordspeling– verademing!

Ook hier tracht men steeds verantwoordelijker met lucht om te springen. Op Gent Jazz bijvoorbeeld, mag er niet gerookt worden in de concerttent. Dat verbod hangt aan zowat elke tentpaal, maar toch lapt de nictoneverslaafde dat –zonder een moment begrip of vertwijfeling– aan zijn laars. De organisatie treedt zo goed of niet op tijdens het tweede deel van het festival, want het is dweilen met de kraan open. Jazz in ’t Park is nog zo’n gemoedelijk festival. Iedereen kruipt bijeen in een tent, waar het gros van de mensen de vlam aan de pijp houdt, waardoor men nog moeilijker ademt dan in de meest doorrookte jazzclub.

Nochtans is –strikt genomen– roken in die omgeving waarschijnlijk verboden. Ook roken op de perrons is –om gelijkaardige reden– bij wet verboden sinds 1 januari 2004.

Maar inderdaad, de Belgische mentaliteit is er grotendeels één van egocentrisme en eigengelijk. Het wordt hoogtijd dat er een algemeen rookverbod komt (en al zeker) in de horeca, dan kunnen we tenminste zonder ademnood opnieuw een kroegconcert meemaken.

pillendokter

“Ik heb zo wreed last van krampen”, verklaarde ik onaangekondigd toen ik op een ochtend wakker werd.

Tessa keek veelbetekenend richting toilet.

“Nee, niet dat soort,” verzuchtte ik, “maar spierkrampen. Ik ben vannacht zeker drie keer wakker geworden omdat mijn onderbeen verkrampte toen ik me uitrekte in mijn slaap.”

Ze knikt zwijgzaam, zoals een dokter dat hoort te doen wanneer die een anamnese afneemt. Ik neem het op als een aanmoediging en ga door.

“Ik heb daar nog wel last van gehad, maar het neemt precies toe sinds we hier zijn. Misschien omdat we dat stappen op al die heuvels niet gewoon zijn?” Zal ik gewoon zelf de diagnose stellen, schiet het even door me heen, maar die idiote gedachte verdwijnt al even gauw als ze bij me opgekomen was. “En ook omdat ik niet gewoon ben om te lopen in dit heuvelachtig gebied.” Ik leg een extra nadruk op lopen, om duidelijk te maken dat ik mijn tweedagelijkse runs bedoel, en niet langer het gewone wandelen van en naar de verschillende plaatsen waar ik met Henri boodschappen doe.

“Magnesiumtekort”, klinkt het oordeel. “We zullen volgend weekend eens kijken wat ze allemaal hebben in de Wallgreens.”

we're in Seattle, baby

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Heidosmat-Rolleinar 1, Fuji Reala, 100ASA)

Op onze ontbijttafel staat nu dus een doosje magnesiumpillen, waaraan ik zelf een doos vitaminecomplex heb toegevoegd. Nu nog pillen voor de gewrichten (glucosamine + chondroitine), een omega-3 concentrate (visolie), en ik kan elke ochtend een écht Amerikaans ontbijt naar binnen werken.

Die magnesiumpillen hebben echter wel het beoogde effect –al neem ik ze niet elke dag– maar met die vitaminen ben ik gestopt –ik heb de indruk dat ze de opstoot van mijn aften verergerden. En dan mis ik liever die overdosis vitamines in mijn dieet. “Allez, ge moet zien wat ge hier allemaal levendig vers klaarmaakt, elke dag”, verantwoordt de dokter mijn keuze. “Ge hebt die vitaminepillen voor niets nodig.” Die dokters weten ook álles.

migraine

Allez, mijn eerste migraine in Het Buitenland. Vanochtend in bed gebleven, vanmiddag toch om boodschappen gegaan, nu weer onder zeil. Henri heeft vandaag wat minder les (enkel een beetje rekenen vanuit mijn bed vanochtend), dat hij dan maar als een voorschot op woensdag moet beschouwen.

Nu mag het toch echt wel lente worden, want de zomertemperaturen van zaterdag en zondag bleken voorlopig geheel uitzonderlijk.

anaal

Evita is heerlijke wc-lectuur. Vandaag ging er alweer een nieuwe wereld voor mij open.

Een huisdokter ziet twee soorten mensen tijdens zijn raadplegingen: zij die binnen komen en zonder boe of ba zeggen wat er scheelt, en mensen die het wel willen vertellen maar dat via allerlei omwegen doen. Tot de eerste categorie behoren vooral vrouwen. Wij zijn intieme onderzoeken gewoon van bij de gynaecoloog en zijn door zwangerschappen en bevallingen meer vertrouwd met anale aandoeningen dan mannen. [Evita, maart 2008, p. 110]

Dus zó worden kinderen geboren?!
(Ik was er nochtans bij, toen Henri geboren werd. Het zal de emotie van het moment geweest zijn waardoor ik mij vergist heb.)

nog ziek

De madam heeft het mij goed doorgegeven, vrees ik (ze steekt het gewoontegetrouw op de zoon natuurlijk, die arme jongen). Terwijl zij weer vrolijk en gezwind (lees: totaal afgemat maar dat stijfkoppig negerend tot ze wéér stuikt) aan het werk blijft, lig ik thuis zelfverklaard te zieltogen. Geef toe, ik heb er een passende dag voor uitgekozen, met die alles omringende storm.

Alles heb ik al geprobeerd ondertussen, van citroensap met warm water, citroensap met hete thee, tot Henri’s favoriete warme melk met chocoladesnippers en honing –tot ik mij bij de eerst teug herinnerde dat ik helemaal geen honing lust. Nog geen wasabi nee (u weet wie u bent).

Vanavond staat Eugene Chadbourne op het programma (die donderdag nog eens terugkomt met The Germans, maar dan ben ik thuis). Het begint maar om 22u, dus tegen dan zal ik wel al uit mijn bed geraakt zijn, hoop ik. Als avondmaal bak ik wel een ei voor de kroost, en dan ga ik morgen wel bij de slager langs en om groenten.

(Ik heb hoofdpijn ook, en vaak is dat de voorbode van een uitstekend concert. En voor 4 euro kunt ge niet bekocht worden.)

draaiingskes

Vannacht heb ik iets redelijk transcendentaals meegemaakt. Minstens twee keer –voor zover ik het heb geregistreerd– ben ik wakker geworden… om flauw te vallen. Serieus. Stel u voor, ge ligt heerlijk te slapen. Plots wordt ge wakker, draait alles rond u heen, voelt ge u wreed licht worden, en… klik: daar valt ge geheel weg.

En nee, het was geen droom. Het is nog eens gebeurd, en toen ik vanochtend opstond, viel ik meteen in bed terug.

“Och, ’t is iets viraals”, zei doktoor Tessa nonchalant. En toen ze mijn gezicht zag blokte ze meteen af: “nee, ge kunt daar niets tegen doen. En niet meer met de auto rijden!” (Ik moest vanochtend iets dringends gaan afleveren.)

Dank u, dokter. Dat is dan 500 frank zeker?

Ze loopt zelf al een paar maand ziek (“maar nee, ’t is mijn allergie”), waardoor de gezondheid hier stilletjesaan in een vicieuze cirkel valt. Voornamelijk beperkt het zich tussen haar en Henri, maar ze hebben blijkbaar besloten mij mee te sleuren in hun loop.