Smak! Ik morste net geen gloeiend hete koffie toen de stoel achter mij hardhandig tegen de mijne werd geschoven. Het is soms wat krapjes, in de gelegenheid waar het gebeurde, en wie daar niet vaak langskomt, verliest dat dan ook makkelijk uit het oog. Niets wat een korte verontschuldiging –uit beleefdheid– niet oplost.
In plaats van een –al dan niet gemeende– ‘sorry’ klopte de heer met zijn volle hand op mijn rug. En nog eens. Ik kon me net op tijd omdraaien om een volgende klap af te weren. De heer in kwestie liet luid zijn misbaar blijken: “Ik mag mijn jas toch wel aandoen zeker?”
“Natuurlijk meneer, maar misschien kan u dat dan in het gangpad doen? U hebt mij al twee keer geklopt ondertussen.”
“En ik zal nog wel een derde keer kloppen ook!”
Toegegeven, daar had ik even niet van terug. De heer in kwestie was de (volle) pensioengerechtigde leeftijd ver voorbij, ergens in de 70 schat ik –al ben ik slecht in leeftijden schatten. “Dat meent u toch niet, meneer?”
“Weet ge wat het probleem is,” concludeerde hij, “ge zijt gewoon niet verdraagzaam.” Met welk een woorden hij mijn stoel nog een flinke stamp gaf, en het keurige etablissement hoofschuddend verliet.