Dianne Reeves op het openingsconcert van het Blue Note Records Festival (13-23/07/2006), Concertzaal de Bijloke, Gent, 13/07 (BNRF 2006 flickr set)
D70, ISO800, 70-200mm @ 170mm 1/40s f/2.8
Dianne Reeves op het openingsconcert van het Blue Note Records Festival (13-23/07/2006), Concertzaal de Bijloke, Gent, 13/07 (BNRF 2006 flickr set)
D70, ISO800, 70-200mm @ 170mm 1/40s f/2.8
Zo heb ik vandaag mijn lidmaatschap van de Fnac naar de (ondertussen niet meer zo) nieuwe versie overgedragen. 10% korting deze eerste dag, dus naast een aantal andere noodzakelijkheden (ik heb nu de ganse Buffy-serie op DVD), ben ik aan de upgrade van de uitrusting begonnen voor BNRF.
Bring it on!
Waarom het mij verbaasde, ik weet het niet, want tenslotte werden concerten en andere optredens reeds door hele generaties fotomensen op analoge wijze vastgelegd. (Deze post is in wezen dan ook redelijk belachelijk te noemen.) Maar goed, de foto’s die ik heb kunnen maken op ParkJazz met de Leica zijn –tot mijn verbazing dus– mijn verwachtingen overstegen.
Tot nog toe zag ik de Leica niet meteen als een kandidaat voor concertfotografie, en wel om drie redenen: (1) geen spotmeting (2) (kleuren)film op hoge ISO geeft vervelende korrel, en op z/w film moet ik te lang wachten (3) 90mm is mijn grootste tele –dat kan toch niet genoeg zijn.
Geen spotmeting: waarom ik daarmee in zat, is mij ondertussen een raadsel. Met de D70 doe ik helemaal geen meting, ik stel gewoon in op ongeveer 1/60s – ISO500 – f/2,8. De rest kan ik aanpakken met de grote exposure latitude van het digitale negatief. Blijkt dat mijn geliefde Fuji Superia een vergelijkbare wide latitude heeft.
De korrel: ik heb met 200, 800 en 1600 ISO kleurenfilm gewerkt –allemaal Fuji Superia. Op 1600 ISO vind ik de korrel niet mooi meer. 800 is zeer goed te doen, wat zeg ik, ik heb er geen enkel probleem mee om met de 800 te werken. De 1600 gebruik ik niet meer. Als ik dan toch een hogere ISO moet hebben, dan gebruik ik wel z/w (alweer Fuji: Neopan) en wacht ik wel op de ontwikkeling (getuige daarvan de 6 of zo onontwikkelde filmpjes die sinds vorig jaar ongeduldig in de kast liggen te wachten).
De tele: tsja, mijn analoge beelden zijn onmiskenbaar anders dan mijn digitale –los van scherpte en toestanden. Ze zijn klassieker, met veel ruimte rond het onderwerp (ik ga nogal graag dicht met de D70), maar ik denk dat beide systemen complementair zijn. En dat is de manier waarop ik ze ook ga gebruiken, van nu af aan.
(Note to Tessa: gelieve over de volgende zin heen te lezen.) Ik zal de filmpjes + ontwikkeling maar budgettair beginnen in te plannen voor BNRF zeker?
(Binnenkort post ik een selectie van de foto’s.)
Betreffende onderstaande post, en meer bepaald de categorie die ik eraan heb vastgehangen: ik ben niet meteen van plan om (opnieuw) een photoblog te beginnen. Wel ga ik terug een beetje meer ‘een fotopost plegen’; ttz een verdere selectie van foto’s die ook op mijn flickr account komen. Frequenter dan een PAW (Picture A Week), maar ook niet meteen een PAD (Picture A Day), al zal het in het beginnen wel eerder naar PAD neigen.
Nu we het toch over fotografie hebben, mijn RSS lezer bevatte de volgende informatie:
Today, even the lowest price new car on the market is far more reliable than my trusty old Volvo. What this means is that the average young person today has no need to be knowledgeable about how to fix their car, hence limited need to use hand tools, so those skill required to build a cabinet and assemble a crossover are rare.
What these straight-A kids wanted was for me to set the terms of their success for them. They wanted me to set up the hoop so they could jump through it for me. They wanted to be told how they could be certain of success.
Veel leesgenot. (Had ik al gezegd dat Mike Johnston iemand was om in de gaten te houden?)
Goed zo. Wij zijn ermee weg, naar ParkJazz. Prettige zondag allemaal!
50mm sucks. Het is te groot, het is te klein. Op mijn Nikon is het de 75mm die ik nooit nodig heb: te groot voor dichtbij, te ver voor close-ups; en wegens de 50mm rechte lijnen biedt het mij niet het gewenste perspectief. Op mijn Leica is het te saai, want ik moet te ver staan om er genoeg op gevuld te krijgen, en als ik dichtbij wil dan moet ik op 70mm afstand blijven, want dichter wil hij niet focussen. Ik wil af van die optiek.
Mijn 17-35 op Nikon is een barslechte lens. Chromatisch en andere aberraties zijn haar deel, en hoewel het de lens is waarmee ik mijn digitale SLR tocht ben begonnen, heeft ze in bijna een jaar geen deel meer van mijn equipement uitgemaakt. Wijd op de huidige 1,4x digitaal werkt niet voor mij. De 10,5mm fisheye wil ik nog wel graag op mijn toestel vijzen, maar alles tussen dat en de 70-200 heeft voor mij geen nut. De vijftig mag dan nog full time als body cap dienen, echt gebruikt wordt hij daarom niet. Digitaal is voor tele. En voor snelle resultaten. Crop factor sucks. Veel meer dan vijftig millimeter.
Zondag, op ParkJazz, zal mijn standaard uitrusting bestaan uit de D70 + 70-200 (op ISO500), en de Leica met 50 en 90mm. Net zoals Perre zal ik een twee-, drietal films meehebben, de Fuji Superia 800 (of 1600) en de Fujij Neopan 1600; en misschien de Kodak T400CN. De Neopan heeft zijn degelijkheid al lang bewezen; de T400CN ook, maar daarvan ligt de gevoeligheid te laag (lees: onbruikbaar op BNRF); de echte test zal de Superia 800 zijn. Als ik daar behoorlijke resultaten mee krijg, dan zou ik wel eens op BNRF de helft digitaal, en de helft analoog durven werken. Het voordeel van T400CN en Superia is dat ik ze bij het lab kan binnengeven, en de volgende dag reeds ontwikkeld terugkrijg; bij de Neopan moet ik of een paar dagen wachten –en dat gedul heb ik niet– of zelf ontwikkelen. Ik heb nog een tiental rolletjes van BNF en Middelheim van vorig jaar liggen, die op ontwikkeling wachten. Niet alleen tijdgebrek, maar voornamelijk ‘nut’ is daartoe de reden. Eenmaal ontwikkeld, kan ik met de negatieven niets aanvangen: geen doka om af te drukken, geen scanner om te digitalizeren.
Waarom is er geen labo-service voor z/w als die voor de C41 (kleur en T400CN)?
Op de Leica M lenspagina kan u het volgende lezen:
Leica M lenses now optimized for ditgital use.
The Leice M lenses will be equipped with a new code on the bayonet ring in future to enable the planned digital Leica M camera to recognize the lens type. All lenses leaving the factory from July 1st, 2006 onwards can still be fully used with the current analog cameras as well as classic models built after 1954. Lenses in the current range as well as many earlier models can be retrofitted at the cost of the owner to benefit from the image optimization in the camera. The lenses are compatible with the planned digital M camera even without retrofitting, except that the additional features cannot be used.
75 EUR per lens kost die retrofitting. In de bijbehorende folder stelt Leica Camera AG: The launch of the digital Leica rangefinder camera is planned for the second half of 2006.
Fotokina in september brengt dus de digitale M van Leica; de Panasonic DMC-L1 met de Leica FourThirds D-lens (beide reeds getoond op PMA); en de nieuwe zaken van Nikon (D80? D3X? D3H?). Ik ben benieuwd.
Even terug naar die digitale vergroters. Meteen na die post heb ik domweg op Google de termen digital enlarger ingegeven, en meteen kwam ik met een hoop zaken terug, waarbij vooral de DeVere 504 DS Digital Enlarger opviel [01 02].
Recent kreeg ik echter een mailtje van Opa Pettson, waarin hij me verwees naar een discussie op flickr. Daar had ene Jason “pyro” Putt het over waiting for price of digital negitive transperant lcd’s to come down in price
, en daarbij zelf refereerde naar Müllersohn, een Duits bedrijf dat een digitale vergroter verkoopt. De L1200 bestaat eigenlijk uit een Durst vergroter met een speciale Digitale ‘kop’ met een resolutie van 7,7 MP, die zowel Z/W als kleur aankan.
Langs de andere kant lees je dan bij Pietel hoe tevreden hij is van zijn (digitale) laboprints, en hoe zijn digital workflow verschoven is van Digital Asset Management en RAW bewerking, naar afwerking voor print en kleurprofielen
.
Fascinerend allemaal, en het maakt het er lang niet makkelijker op. Vooral de amateur die het grotendeels zelf wil doen heeft het lastig te ontdekken welke richting de beste is om uit te gaan. Fotoprinters of vergroters? Een strijd die nog niet eens echt begonnen is.
De mannen van het Lumineuze Landschap hebben een vergelijkende test uitgevoerd tussen film en digitaal. Ze hebben zeer verscheiden camera’s getest, van kleinbeeld (canon) over middenformaat (Hasselblad, Mamiya) tot technische camera (Linhof), met Velvia (diafilm) en digital backs.
Interessant om lezen, een beetje technisch soms, maar eigenlijk ben ik niet overtuigd van het nut van zo’n vergelijking. Oh ja, digitale ‘film’ wordt steeds beter, en zelf vinden ze digitaal onderhand net zo goed of beter zelfs dan de ingescande diafilm. Maar wat schiet ik daarmee op, tenzij ik mijn huis volhang met digitale fotokaders. Bovendien volstaan onderhand wel zowat alle digitale camera’s om foto’s te maken voor digitale weergave (pakweg flickr toestanden).
De échte foto zit (grotendeels) in de afdruk. Het enige wat mij momenteel interesseert is hoe ik mijn foto’s kan afdrukken in een goede (hoge?) kwaliteit op A4 en A3 formaat. En of digital backs daarvoor net zo goed kunnen zorgen als prints van filmnegatieven.
Bestaat er geen manier om digitaal te ‘printen’ op fotopapier? Door projectie bijvoorbeeld? Zijn er betaalbare digitale vergroters op de markt?