Terwijl wij rustig (zeer rustig) zitten te werken, is men ergens in Vlaanderen duidelijk uit op spektakel:
Zeg! Vertel eens hoe het zit met die kniebanden! […] telkens mijn Newsgator Ding! zegt voor volume12 verwacht ik blood & gore, maar nee 🙂
Wel, ik vrees u te moeten ontgoochelen. De banden, waarvan gisteren sprake, zijn wel degelijk de banden van mijn geliefde motor, en de knie stond voor kneeslider. In schoon verstaanbaar nederlands, wil dit zeggen dat, hoewel ik mijn motor plat genoeg heb gelegd om alle beschikbare omtrek van mijn banden te gebruiken, ik er nog steeds niet in ben geslaagd om het knietje aan de grond te zetten. Het heeft iets te maken met mijn zitpositie.
Een lotgenoot, met veel meer vakmanschap dan ikzelve op dat gebied, heeft een aantal rondjes achter mij aangereden, en wist me te vertellen dat ik wel ga verzitten, maar niet voldoende. “Ge moogt maar met een halve bil meer op uw zadel zitten, en gij zit er nog met driekwart op. Ik zal het u bij de volgende sessie eens met een beetje overdrijving tonen.” Waarop we er weer vandoor gingen, en hij half uit het zadel moeiteloos zijn knie tegen het asfalt aanduwde.
(In de foto hierboven ben ik die gele vlek met zonnebril, ergens midden linksachter.)
Het was een schitterende dag. Koud toen we vertrokken, rond 6u30, en geleidelijk aan liep de temperatuur op, tot de motorpakken net niet in zweet doordrenkt raakten.
Niemand heeft het circuit op verkeerde manier verlaten. Allez, bijna niemand, maar dan nog was de schade minimaal. Kostelijk, dat wel, maar minimaal: twee velgen om zeep. Iemand had, net in een zeer ruime S-bocht, ervoor geopteerd toch maar iemand anders langs binnen voorbij te gaan. Waardoor er moest uitgeweken worden, en het slachtoffer, dat nochtans ‘de juiste lijnen’ volgde, genoopt werd tot een ritje in het gras. Op zich niet zo erg, zolang je maar kalm blijft, maar (1) reed die jongen aan 180 en (2) wordt het grasveld net daar even onderbroken door een stuk asfalt. Wegens het niveauverschil tussen het grasveld en dat asfvalt, diende de motor tegen hoge snelheid twee rake klappen op te vangen. Zowel voor- als achtervelg toonden een angstvallig grote deuk.
Kon die mens dan niet afremmen? Niet op het gras. Als je op gras remt, ga je gegarandeerd onderuit. Het enige wat je kan doen is de koppeling intrekken, eventueel heel lichtjes de achterrem gebruiken, en je laten uitbollen. Aangenaam is anders, maar je behoedt je motor (en jezelf) voor veel grotere schade.
De ‘opleiding’ was georganiseerd voor Triumph, en er waren een aantal motoren meegeleverd, die we naar hartewens konden testen: een Thruxton (had ik al mee gereden), een Speed Triple, de nieuwe Sprint ST (ik heb zelf nog een ST gehad), en de nieuwe Daytona 650, die ik geprobeerd heb.
Hm. Nee, bedankt. Ik heb welgeteld één ronde met de 650 gereden. 650 staat overigens voor de longinhoud, de cc: zoals mijn Daytona 955i over 955cc beschikt (147pk), beschikt de Daytona 650 over 650cc (114pk). Niet zoveel minder op het eerste gezicht (mijn Sprint ST beschikte destijds over slechts 120pk en was ook een 955cc), maar wat een (wereld van) verschil. Dat trekt niet op (al zal dat wel meer te maken hebben met mij!!!).
De 650 telt 4 cilinders ipv 3, waardoor er sowieso al minder koppel beschikbaar is (= minder snel optrekken, om het simpel uit te drukken), en bovendien moet je die ook nog eens hoog in de toerentallen houden om het een beetje te laten vooruitgaan. Wat resulteert in een enorm nerveus rijgedrag. Nee, geef mij dan maar de mijne, waar ik aan 8.500 tpm meer koppel heb (100Nm) dan de 650 aan 11.500 tpm (68Nm). En zeggen dat ik zijn voorganger (de 600) nog had overwogen ter vervanging van mijn Sprint ST.
Maar het was weer goed, en de weg terug veel te vermoeiend. 200+ km van Folembray naar Gent, rond 18u vertrokken, rond 20u aangekomen.
Op naar de volgende!