Tijdens een redactievergadering van Het Project werd geopperd dat er toch wel iemand naar het concert van Campbell & Lanegan zou moeten gaan. Verschrikkelijk hip en uniek en zonder twijfel steengoed. Gelijk Damien Rice, maar dan niet zo commercieel. Een fotopas bleek tot de mogelijkheden te behoren, en binnen de kortste keren had ik niet alleen Damien Rice (wie?) in huis gehaald, maar had –een niet nader genoemd– iemand mij de CD van Campbell & Lanegan als download ter beschikking gesteld. Hooguit een week later was ik met de muziek van beide ‘groepen’ goed bekend.
Voor het IFPI belt, ik ben de persoon niet wiens collectie voornamelijk uit gedownload materiaal bestaat. De zowat 1.500 CDs in mijn verzameling zijn stuk voor stuk op legale manier verkregen. Wel ben ik er zeer voor te vinden om dergelijke downloads –zeker wat betreft muziek die niet binnen mijn normale hoorbereik ligt– aan te wenden als trial software. Vind ik het goed, dan koop ik het achteraf aan, en in het andere geval worden de bestanden onherroepelijk gewist. Ik ga deze week nog de Ballad of the Broken Seas (zo heet de CD) in huis halen.
Het concert was al een tijdje uitverkocht, en dat had mede te maken met de uniciteit van het gebeuren. Campbell en Lanegan hadden elk hun partij afzonderlijk ingezongen, waarna de delen werden bijeen gemixed. Ze hadden elkaar voor het album amper ontmoet, het grootste deel van de communicatie was via e-mail verlopen.
Die afstand was ook duidelijk merkbaar tijdens het concert. Campbell en Lanegan leken elk wel hun eigen ding te doen, en hun verschijning was gerust buitenwerelds te noemen. Niet door de manier waarop ze gekleed waren, maar des te meer door de manier waarop ze zich gedroegen. De ene leek voor de andere niet te bestaan –Lanegan kwam op het podium zonder enige blijk van herkenning naar Campbell, om er te zingen en vervolgens met stroeve tred weer af te treden. Campbell hield zich bezig met een heleboel parafernalia: een jas, een tamboerijn, een cello, partituren, en een vreemdsoortige soundbox die ze gedurende twee seconden aanraakte waarna het publiek haar laaiend enthousiast toeschreeuwde. Waanzinnig.
Het optreden klonk binnen de verwachtingen van wat er op de CD te beluisteren valt. Zeer herkenbaar, evenwel met minder vuur dan op die CD. Lanegan heeft ook live de sterkste stem van het duo, maar live is de ondersteuning door Campbell minder overtuigend. Van enige dynamiek tussen beiden was op het podium dus weinig sprake.
Campbell ging bovendien een paar keer compleet de mist in. “I thought we were doing another song“, verontschuldigde zich toen ze de verkeerde partituur had gezongen. Waarop ze het volgende liedje liet stilleggen omdat ze vergeten was waar ze moest invallen. “I had a day off yesterday, and I think I’m still half asleep.” Het publiek nam het gelukkig met de nodige humor op, en brulde haar bemoedigend toe.
Het einde van het concert paste perfect in dat bevreemdende prentje. Na een –zeer geslaagd– encore verlieten de muzikanten het podium, de lichten gingen aan, en dat was dat. Het publiek bleef achter met een gevoel van “is er iets gebeurd?” en “wat heb ik gemist?”, maar dat is natuurlijk ook een manier om cult te kweken.
Vermelden we nog even de support act van William Elliott Whitmore, die met bijzonder weinig moeite het publiek op zijn hand kreeg. Hij bracht zeer gemoedelijk en vrijblijvend zijn country geïnspireerde songs, zichzelf begeleidend op banjo, gitaar, een Maes pils en een fles Jack Daniels. “You guys are so lucky to have such good beer in Belgium. Your worst beer is probably still better than our best.” De whisky ging onrustwekkend vlot het keelgat binnen, en toen de fles met het publiek werd gedeeld (!) werd al gauw duidelijk dat het niet om appelsap ging. Hij vroeg de fles nog één keer terug, maar bij het voorlaatste liedje stuurde hij ze terug het publiek in: “Just so you know I don’t expect to get it back this time. I’m happy to be sharing this with y’all.” Zijn liedjes waren zeer typisch met een hoog gehalte “ruwe bolster, blanke pit”. Een goede opwarmer.
Isobel Campbell & Mark Lanegan (support act William Elliot Whitmore), gezien op 27 januari 2007 in de Concertzaal van de Vooruit