Niets zo hartknellend als in andermans huis iets mispeuteren. Op twee dagen tijd is mij het angstzweet reeds even zoveel keer uitgebroken.
Op een mooie dikke dubbelgevouwen handdoek had ik een hete kan thee geplaatst, kwestie van de tafel waarop de pot kwam te staan, door de warmte niet zou beschadigd worden. Toen ik achteraf de lege theepot opnieuw de keuken in stuurde, werd ik met een witbevlekte tafel geconfronteerd.
Uh-huh.
Nadat ik het een halve dag met een servet had bedekt –uit het oog, uit het hart– besloot ik toch maar eens te onderzoeken hoe dat ding eventueel kan weggehaald worden (en hoeveel mij dat zou kosten). Eén iemand had alcohol op de tafel gegoten, en dat vervolgens in brand gestoken (et voilà, zegt de mens, maar ik vond dat zijn tafel er toch wat aangebrand uit zag), maar gelukkig wezen de meeste bronnen mij naar de truc met het strijkijzer. En weet u wat? Het werkt echt.
Dit is de tafel ná de vlek (nee, niet vóór; en nee, het is geen photoshop), en zo was ik dus van mijn palpitaties verlost. Dacht ik toch.
Vanavond maakte ik tomatensoep. Het groentenafval verdwijnt alhier in de insinkerator, zo’n vergruizelaar die onder de pompbak hangt. Tot nog toe heeft dit ding alles vergruisd wat we het hebben gevoed (al gooien we er bijvoorbeeld geen abrikoospitten in), maar toen ik het de afval van de twee preistengels te verorberen gaf, bleef het eten op onze maalder zijn maag liggen. De machine gromde nog wel, en het water kolkte nog wel, maar het volume daalde niet langer. Miljaar!
Gelukkig is er het internet. Via How to Fix a Clogged Garbage Disposer beantwoordde ik de vragen van de interactive Disposer Doctor troubleshooter. Waarna ik de afvoerbuizen mocht losdraaien, om daaruit de opgehoopte preivezels te verwijderen. Opgelost.
Nog goed dat ik zo’n handige Harry ben.
Ge moet zo luid niet lachen, daar in Mariakerke en Sint-Amandsberg. Ik kan u horen tot in Seattle.