Het 42e kunstwerk

Wie Gent zegt, kan al een tijdje niet meer om de TRACK hype heen. Gisteren kreeg ik een mailtje van de Antwerpse Prophets, die in opdracht van Toerisme Vlaanderen/Gent en SMAK het gedoe nog wat meer gaan promoten in het buitenland. De reclamecampagne die ze daarvoor hadden opgezet, viel bij de opdrachtgevers blijkbaar zo in de smaak, dat het is toegevoegd als 42e kunstwerk van TRACK.

Het concept heet crowd track, en wie op die pagina zijn naam ingeeft, kan die beluisteren als beiaardmuziek (vanaf nu mag u mij aldus aanspreken). Elke letter wordt omgezet in een beiaardklank. Wie dat wenst kan zijn naam vervolgens ook toevoegen aan crowd track om “deel uit te maken van een crowdsourced muziekstuk. Met deze namen gaat stadscomponiste An Pierlé deze zomer aan de slag. Ze componeert een muziekstuk en speelt het live op de beiaard, tijdens het slotweekend van Track in september. We maken er ook een visuele partituur van.”

Dat klinkt allemaal zeer intrigerend, en eigenlijk had ik wel wat meer willen weten over de methodologie erachter: heeft men het alfabet gewoon getransponeerd naar een chromatische toonladder? Of gebruikt men enkel stamtonen, met de alteraties voor de diacritische tekens? Of werden de tonen willekeurig uitgekozen?

Het blijft natuurlijk gewoon leuk om te doen, en het is een uitstekende kans om deel uit te maken van een kunstwerk. Al moet u nog even (tot 15 september) wachten op het resultaat.

Crowd Track Gent: an interactive musical artwork.

Godiva

Normaal gezien zat ik nu in Brussel, ergens in de fabriek van Godiva waar ik met vier andere bloggers zou worden rondgeleid. De chocolade workshop is al afgewerkt, en zo meteen begint de privérondleiding in het –voor het publiek gesloten– Chocoloademuseum van Brussel. Achteraf is er een persconferentie bij Godiva Sablon, met Axelle Red, dankuwel alstublieft.

In plaats daarvan lig ik hier mijn virussen, bacillen en andere bacteriën tot mijzelf te houden. Want zeg nu zelf, ik kan juffrouw Red –zeg maar Axelle, hoor ik haar al in mijn oor fluisteren– toch moeilijk met de Mexicaanse griep opzadelen. Zelfs als die griep een banalere luchtweginfectie zou blijken.

Een fantastisch schilderij van Lady Godiva door John Collier

Ach, ik zal mij nog even aan Lady Godiva zelf vergapen dan. In de versie van John Collier als dat mag, met evenzeer van dat weelderig mooi rood haar.

Het schilderij hangt in the Herbert Art Gallery and Museum, Coventry, achter glas en met een luxueus kader errond.

olympisch

Grmpf. Ik had geen zin. It’s that time of the month/season, waarin de aften weer welig tieren, en dat wisselvallig seizoen doet er niet meteen goed aan. (Het heeft er precies van weg dat het in Seattle nog erger is dan in Gent, wat betreft de seizoenen, zo kon ik vergelijken aan de hand van het weekendverslag van het thuisfront.)

Maar goed, enig gegrom en gemompel verder begaven we ons toch te voet naar de andere kant van de stad, omgeving Belltown, vlakbij de Space Needle en een aantal andere attracties, om door het Olympic Sculpture Park te wandelen. Inclusief beachfront alwaar ik met genoegen langs de oever plaatsnam, tot de golven van een Noors cruiseschip bijna mijzelf en mijn apparatuur onder water zette –terwijl Tessa en Henri even gingen kuieren in het aangrenzende Myrtle Edwards Park.

we're in Seattle, baby

Edoch, we gingen (ook) om naar de sculpturen te kijken. (Voor de duidelijkheid: de bijhorende beschrijvingen etc. staan onder de foto.)

we're in Seattle, baby

Stinger van Tony Smith. Ik heb de pancarte niet gelezen, dus ik weet niet waar het over gaat, maar het is minimalistische kunst, zegt wikipedia.

we're in Seattle, baby

Seattle Cloud Cover, Teresita Fernández: onmogelijk om goed op foto vast te leggen, maar dat ‘afdak’ was doorzichtig, en in het (plexi- ?) glas waren wolken gebrand. Leuke gimmick, maar omdat –zoals u op de foto kan zien– de brandende zon in de namiddag van rechts komt, mist dat afdakje zijn doel een beetje, gezien het geen schaduw werpt op de mensen die eronder staan. Enfin, als dat de bedoeling mocht geweest zijn natuurlijk.

we're in Seattle, baby

Wake, Richard Serra. Ook al minimalistisch, maar dit vond ik wel heel mooi. Zeer aangenaam om tussen te wandelen, en te fotograferen. Erg rustgevend.

we're in Seattle, baby

Perre’s Ventaglio III, Beverly Pepper. Mega cool, in Henri-speak. Hier heb ik de pancarte wel gelezen, en het is de bedoeling dat de gaten opvallen, en de reflecterende delen opgaan in de omgeving. Wijs! Wikipedia is wat karig met informatie, maar ze heeft ook een eigen website.

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

Tessa en Henri zitten in één van de Eye Benches I, II, III van Louise Bourgeois. Grappig, er stond nog een ander werk, Father and Son, waar Tessa een foto van mij en Henri heeft getrokken –maar dat filmpje moet eerst nog ontwikkeld worden.

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

Eagle, Alexander Calder. Ik houd vooral van zijn (gigantische) mobielen, maar ook dit werk was heel fotogeniek.

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

Split, Roxy Paine. Hij heeft iets gelijkaardigs staan in New York, maar ik houd wel van die glanzende objecten die bijna volledig in hun omgeving lijken op te gaan.

Een geslaagd uitje (met dank aan mijn doktertje) om mij zacht tot deelname te dwingen. Al moet het gezegd dat de terugreis met de bus mogelijks erger was dan de voetreis er naar toe. Maar dat is stof voor een andere post.