voorsmaakje

’t Zijn allebehalve de beste foto’s, maar vindt u ook niet dat Bert Ostijn nogal wat gelijkenissen vertoont met Roger Daltrey?

Absynthe Minded

Bert Ostijn van Absynthe Minded, gisteren vrijdag (02/03) in de Concertzaal van de Vooruit.

Absynthe Minded

Odilo Girod van Coparck, gisteren vrijdag (02/03) in de Concertzaal van de Vooruit.

tools (dooddoener)

Goed, het prijsverschil tussen al die lenzen moet ergens zitten, maar laat ik niemand meer horen zeggen dat goede tools geen beter (technisch) fotograaf van u maken. De verschillen tussen de foto’s die ik met drie verschillende lenzen heb gemaakt, zijn torenhoog en mijlenbreed (om het met Tonke Dragt te zeggen).

De foto’s met groothoek zoom volstaan absoluut niet. Digitaal (op websites en toestanden) zijn ze zeker bruikbaar, maar ik zou er geen prints van durven maken. De VR zit er zeker voor iets tussen, bij de 70-200mm, maar het verschil tussen de 50mm en de 18-35 zoom vind ik veelbetekenend. Nee, u kan de schuld niet op het diafragma steken; het detail en de resolutie van de groothoek zoom is nul komma niks in vergelijking met de 50mm.

Lesje geleerd, en ik ga op zoek naar de fabrikant die mij een deftige groothoek kan aanbieden (zowel Nikon als Canon dus), en als er dan nog beeldstabilisatie bijkan, ben ik helemaal tevreden.

jazz is vrolijk

Zondag ging het er vrolijk aan toe, tijdens het concert van Phil Abraham en Benoit Vanderstraeten. Abraham had dan ook meteen de toon gezet door Tuur te vragen of hij soms —alstubelieft— geen microfoon kon missen, want dat hij wel degelijk van plan was om te zingen.

Zingen bij Tuur wordt echter als even grote ketterij beschouwd als drummen, dus zelfs al had Tuur een microfoon gehad, dan nog zou hij die niet uit handen hebben gegeven. Abraham maakte evenwel van de nood een deugd, want bij Opatuur is het klein genoeg (en het publiek stil genoeg) om de onversterkte stem tot het laatste tafeltje duidelijk te laten weerklinken.

Abraham & Vanderstraeten (i) Abraham & Vanderstraeten (i) Abraham & Vanderstraeten (i)

Normalement gaat het van do-re-mi-fa-sol-la-si, maar ik draai dat soms om gelijk in ons volgende lied: isla los afim erod.” En nadat het nummer wordt ingezet, en de toehoorders van bij de eerste zanglijn naast hun stoel liggen van het lachen, verzoekt hij Vanderstraeten nog even te wachten. “Ah, attends, il y a le si bemol qu’il ne connaissent pas encore. Donc,” richt hij zich tot ons, “die si bémol wordt dan lemob is, en pareillement voor de fa bécarre, etc.”

De muziek die ze brachten zat vol dergelijke spielerei en knipogen. Abraham pretendeerde de beginnoten van een van stukken niet meer te kennen, en ging er samen met Vanderstraeten naar op zoek; Me and Ms Jones werd in 3/4 ipv 4/4 maat gespeeld (“mais on ne peut pas faire ça“, riep Abraham verbouwereerd uit toen Vanderstraeten dat voorstelde); en ik heb nog nooit zo’n funky Miles Davis gehoord. Allemaal zonder kitsch en zonder het James Last-gevoel op te wekken. U hebt weer wat gemist.

Jef Neve Trio (iii)Dinsdag (gisterenavond) speelde Jef Neve voor een <a href="grotendeels uitverkochte theaterzaal in de Vooruit. Het trio liet even op zich wachten: drummer Teun Verbruggen spendeerde (twee uur) langer dan voorzien op de Brusselse ring, waardoor het publiek tot 20u15 aan de ingang diende te wachten tot de soundcheck afgelopen was. Verschrikkelijk vervelend op het moment zelf (het was er ook snikheet in onze winterjassen), maar achteraf verontschuldigden zowel de Vooruit als Neve zelf zich uitgebreid bij het publiek. Neve was trouwens weer zijn uiterst beminnelijke zelf, die het succes niet naar zijn hoofd laat stijgen. Hij is dolenthousiast omdat er zoveel mensen zijn, laat dat ook duidelijk blijken, en bedankt het publiek herhaaldelijke keren uitvoerig. Smijt er nog wat one-liners tussen (“hebt zoiets in uw keuken”, grijnst hij na een lange drumsolo), voeg er wat gewriemel aan de piano bij, en de toehoorders dragen hem op handen.

Het concert opende met Don’t blame me, een nieuwe compositie (“Teun en Piet hebben het nog niet eens gehoord”), en sluit af met Lacrimosa, dat Neve gecomponeerd had voor het Festival van Vlaanderen. Daartussen krijgen we de muziek van Nobody is illegal, maar ook het tweede album van het Jef Neve Trio komt uitgebreid aan bod. Voor Lacrimosa, dat tijdens het festival was opgevoerd met Capilla Flamenca, had Neve zich gebaseerd op polyfonische muziek. De invloed van klassiek is overigens nooit ver weg in zijn composities.

Een van de hoogtepunten was de minstens vijf minuten durende drumsolo van Teun Verbruggen. Het is maar uiterst zelden dat we dergelijk gevarieerde en boeiende drumsolo’s te horen krijgen! Het viel daarenboven ook op hoe goed de groep op elkaar is ingespeeld. Er wordt voortdurend gelachen en uitgedaagd, aangetrokken en afgestoten, en iedereen krijgt de ruimte om zijn thema’s uit te werken. Dit was een zeer geslaagd concert; de theaterzaal zat dan ook terecht afgeladen vol.

Nu zondag, 4 februari, is het de beurt aan Toine Thys (sax) en Fabian Fiorini (piano) bij Opatuur. Fiorini heeft onlangs nog een zeer goed concert gespeeld met Pierre Vaiana op sax, maar het contrast tussen de klassieke Fiorini en de eclectischer Thys voorspelt ons boeiende muziek. Gentblogt mag opnieuw 5 vrijkaarten weggeven voor dit concert.

(Deze bespreking werd eerder op Gentblogt gepubliceerd.)

Isobel Campbell & Mark Lanegan in de Vooruit

Tijdens een redactievergadering van Het Project werd geopperd dat er toch wel iemand naar het concert van Campbell & Lanegan zou moeten gaan. Verschrikkelijk hip en uniek en zonder twijfel steengoed. Gelijk Damien Rice, maar dan niet zo commercieel. Een fotopas bleek tot de mogelijkheden te behoren, en binnen de kortste keren had ik niet alleen Damien Rice (wie?) in huis gehaald, maar had –een niet nader genoemd– iemand mij de CD van Campbell & Lanegan als download ter beschikking gesteld. Hooguit een week later was ik met de muziek van beide ‘groepen’ goed bekend.

Voor het IFPI belt, ik ben de persoon niet wiens collectie voornamelijk uit gedownload materiaal bestaat. De zowat 1.500 CDs in mijn verzameling zijn stuk voor stuk op legale manier verkregen. Wel ben ik er zeer voor te vinden om dergelijke downloads –zeker wat betreft muziek die niet binnen mijn normale hoorbereik ligt– aan te wenden als trial software. Vind ik het goed, dan koop ik het achteraf aan, en in het andere geval worden de bestanden onherroepelijk gewist. Ik ga deze week nog de Ballad of the Broken Seas (zo heet de CD) in huis halen.

Het concert was al een tijdje uitverkocht, en dat had mede te maken met de uniciteit van het gebeuren. Campbell en Lanegan hadden elk hun partij afzonderlijk ingezongen, waarna de delen werden bijeen gemixed. Ze hadden elkaar voor het album amper ontmoet, het grootste deel van de communicatie was via e-mail verlopen.

Isobel Campbell & Mark Lanegan (x) Isobel Campbell & Mark Lanegan (vi) Isobel Campbell & Mark Lanegan (viii)

Die afstand was ook duidelijk merkbaar tijdens het concert. Campbell en Lanegan leken elk wel hun eigen ding te doen, en hun verschijning was gerust buitenwerelds te noemen. Niet door de manier waarop ze gekleed waren, maar des te meer door de manier waarop ze zich gedroegen. De ene leek voor de andere niet te bestaan –Lanegan kwam op het podium zonder enige blijk van herkenning naar Campbell, om er te zingen en vervolgens met stroeve tred weer af te treden. Campbell hield zich bezig met een heleboel parafernalia: een jas, een tamboerijn, een cello, partituren, en een vreemdsoortige soundbox die ze gedurende twee seconden aanraakte waarna het publiek haar laaiend enthousiast toeschreeuwde. Waanzinnig.

Het optreden klonk binnen de verwachtingen van wat er op de CD te beluisteren valt. Zeer herkenbaar, evenwel met minder vuur dan op die CD. Lanegan heeft ook live de sterkste stem van het duo, maar live is de ondersteuning door Campbell minder overtuigend. Van enige dynamiek tussen beiden was op het podium dus weinig sprake.

Campbell ging bovendien een paar keer compleet de mist in. “I thought we were doing another song“, verontschuldigde zich toen ze de verkeerde partituur had gezongen. Waarop ze het volgende liedje liet stilleggen omdat ze vergeten was waar ze moest invallen. “I had a day off yesterday, and I think I’m still half asleep.” Het publiek nam het gelukkig met de nodige humor op, en brulde haar bemoedigend toe.

Het einde van het concert paste perfect in dat bevreemdende prentje. Na een –zeer geslaagd– encore verlieten de muzikanten het podium, de lichten gingen aan, en dat was dat. Het publiek bleef achter met een gevoel van “is er iets gebeurd?” en “wat heb ik gemist?”, maar dat is natuurlijk ook een manier om cult te kweken.

William Elliott Whitmore (iii) William Elliott Whitmore (iv) William Elliott Whitmore (ii)

Vermelden we nog even de support act van William Elliott Whitmore, die met bijzonder weinig moeite het publiek op zijn hand kreeg. Hij bracht zeer gemoedelijk en vrijblijvend zijn country geïnspireerde songs, zichzelf begeleidend op banjo, gitaar, een Maes pils en een fles Jack Daniels. “You guys are so lucky to have such good beer in Belgium. Your worst beer is probably still better than our best.” De whisky ging onrustwekkend vlot het keelgat binnen, en toen de fles met het publiek werd gedeeld (!) werd al gauw duidelijk dat het niet om appelsap ging. Hij vroeg de fles nog één keer terug, maar bij het voorlaatste liedje stuurde hij ze terug het publiek in: “Just so you know I don’t expect to get it back this time. I’m happy to be sharing this with y’all.” Zijn liedjes waren zeer typisch met een hoog gehalte “ruwe bolster, blanke pit”. Een goede opwarmer.

Isobel Campbell & Mark Lanegan (support act William Elliot Whitmore), gezien op 27 januari 2007 in de Concertzaal van de Vooruit

oud nieuws

Donderdag, 4 januari.

Persoon X: “Iemand zou naar dat concert van Isobel Campbell & Mark Lanegan moeten gaan. Dat is dus wel neig goed hé.”

Ikke: “Ahja? Is daar een fotopas voor, en is dat ook goed qua wijze van ‘naar toe gaan’?”

Persoon X: “Bah ja gij. Dan moet ge gewoon XXXXXXX contacteren, en die zorgt dat het in orde komt.”

Ikke: “Uhuh. Enne, wat voor muziek is dat?”

Persoon Y: “Ewel, dat is juist Damien Rice, maar dan minder commercieel.”

Ikke (die nog nooit van Damien Rice heeft gehoord): “Ah ja? Wow! Dat is wel wijs dan!”

Woensdag, 10 januari

13u15

Geen commentaar.

21u30

Tessa: “En hebt ge dat allemaal (01 02 03 04 05 06 07 08 09 10) vandaag gekocht of zo?”

Ikke: “Neuh, natuurlijk niet. Dat zijn allemaal oude CDs, die ik gewoon op mijn iPod wil zetten.” (Kijkt als de onschuld zelve.)

het licht

Het licht, zaterdag tijdens Cyclophonics was blauw. Het is het soort licht dat de projectie van de “internationale Vlaamse duinencross in Koksijde” (live en gratis in de Vooruit) niet stoorde, maar de muzikanten toch ook voor het publiek zichtbaar maakte. Voor de fotografen was het echter eigenlijk niet werkbaar.

Soms ook wel plezierig, zo’n paar fotografen die langs de zijlijn tegen elkaar dezelfde klaagzang afsteken. “De krant kan dat blauw niet drukken!” of “het zijn gewoon allemaal blauwe uitgewassen kleurenvlakken”. Zoiets schept een band, en zelfs onder dat schijnbaar gezaag is het toch maar weer leuk werken.

Cyclophonics (iv) Cyclophonics (ii) Cyclophonics (i)

Enfin, dit maar om een reden te geven waarom de foto’s zijn zoals ze eruit zien. Getrokken op 1600 ISO –op de gekleurde heb ik Noise Ninja losgelaten, in z/w vond ik de korrel wel wat hebben.