FF2008: dag 5 (10/10)

De trein der traagheid, zo kon het dagje filmfestival gisteren wel omschreven worden. Bij het begin van de laatste film, O’Horten (Bent Hamer), was ik er even van overtuigd dat ik afstevende op een loungy film vol sfeerbeelden van Noorse sneeuwlandschappen en treinen –een schitterende begingeneriek– maar de film bleek ook andere dan treinbeelden te bevatten. Meer zelfs, veel treinen kwamen er niet echt meer in voor, na die generiek. O’Horten is een trage, absurde vertelling, die niets te bewijzen of leren heeft, maar waar u desgewenst veel uit kan halen (dat hoeft niet, dat hoeft niet, serieus). Bovendien krijgt het bonuspunten voor het einde, dat eerst leek te verzeilen in een cliché, maar daarna schitterend wordt opengetrokken. Geen film om als laatavondvertoning te bekijken, daarvoor is hij te traag, maar ik zou hem u zeker niet ontraden.

Ook in La ragazza del lago (Andrea Molaioli) ligt het tempo niet meteen hoog. Het is geen favoriete film geworden, daarvoor is het verhaal wat te dunnetjes, maar er zitten mooie momenten in. Geen blijver, maar een degelijke middelmaat voor wie van die weinig spanning bevattende thrillers houdt. Komt ooit nog wel op Canvas terecht.

Absoluut waardeloos, en dat is de eerste film op dit filmfestival die deze omschrijving verdient, is Mollycam (Aage Rais-Nordentoft). Deze film is een samenraapsel van de grootste YouTube zever en homemade pronofilmpjes die her en der op internet verspreid staan. U vindt overigens fragmenten terug op YouTube: mollycam90 (ik heb ze niet herbekeken). Op zijn best is het slechte porno, maar mijn gezelschap vond dat ik zelfs daarmee te vriendelijk was voor dit onding. Manipulatief tienertje leidt tienerbloot-geïnteresseerde politieman om de tuin, geeuw ik u even toe. Zelden zo’n brol gezien.

14 films dusver.

FF2008: dag 4 (09/10)

Veel goeds, gisteren op het Filmfestival, en daardoor voelen we ons geneigd wat kieskeuriger/strenger te zijn.

Stella (Sylvie Verheyde) is een prachtig stilleven, een beslissende momentopname in het jonge leven van een meisje dat haar studies in de middelbare school begint. Stella’s ouders hebben een café, waar het meisje op een nogal volkse (soms marginale) manier leeft. Als ze voor het eerst naar het middelbaar gaat, komt Stella tot het besef dat dit haar kans is op een ander leven. De portrettering in deze film is sober, al is het jammer van de manier waarop bepaalde clichés over de sociale context toch nog worden aangehaald en daardoor een beetje bevestigd lijken. Niettemin een geslaagde film van een veelbelovende cineaste.

Vicky Cristina Barcelona is een typische Woody Allen film. Het belangrijkste aan de film is het verhaal en de dialoog, en wel dermate dat de dialogen in het begin redelijk gekunsteld of gemaakt overkomen. Voor je het weet ben je echter geheel in de film en het verhaal ingewerkt, en onderga je het spervuur van spitsvondige verbaal wederwoord. Rebecca Hall (Vicky) en Scarlett Johansson (Cristina) doen ook niet meteen pijn aan de ogen natuurlijk. Savage Grace was al goed, maar dit is de voorlopige topper van het festival.

Al zal het behoorlijk moeilijk worden om een rangschikking te maken. Gisteren zag ik immers ook Caos Calmo van Antonio Luigi Grimaldi, met Nanni Moretti die ook heeft meegeschreven aan de bewerking van het boek van Sandro Veronesi (dat bij deze op mijn “te lezen” stapel terecht komt). Dit is een rustige (de calmo), gestaag voortvloeiende film, heel puur en delicaat. Niet te missen.

Toen ik de synopsis van de nieuwe Atom Egoyan, Adoration, onder ogen kreeg, kon ik niet wachten om de film te zien. Een leerling schrijft een opstel over een terrorist, waarbij hij pretendeert alsof zijn vader de terrorist in kwestie was. Fictie en realiteit lopen in elkaar over. Tot zover de veelbelovende synopsis van de synopsis, maar de essentie, of het ogenschijnlijk dilemma van dat verhaal eindigt al nog voor de eerste helft van de film voorbij is. De prent is grotendeels gevuld met filosofische beschouwingen over goed en slecht en vooroordelen, en de plot kent nog een interessante wending, maar het laatste beeld in de laatste scène is zo’n gigantisch cliché dat het meteen ook alle voordeel van de twijfel voor de rest van de film teniet doet. Een ontgoocheling.

FF2008: filmdrukte

Bij Het Project kunt u dagelijks terecht voor een FilmFestivalFlash, waarin de onvolprezen Patricia (aka nobutterfly) en ikzelf elkaar in tandem zullen aflossen. En geregeld worden er ook reeds heuse filmbesprekingen gepost. De oogst dusver, na drie dagen persvisies.

Dag 1 (06/10)

Transsiberian van Brad Anderson was een behoorlijke ontgoocheling. Geadverteerd als de nieuwe Hitchcock, én van de regisseur die ons het pareltje van The Machinist had bezorgd, hadden wij voor deze film hoge verwachtingen. Misschien iets té hoog, want de verwachtingen werden generlei ingelost. Hitchcock it ain’t, en dit omschrijven als een slechte Bondfilm is een belediging voor de Bondfilms. Zeer positief was de manier waarop met de Russische tongval werd omgesprongen, vele keren geloofwaardiger dan Eastern Promises van vorig jaar. Allez, het is geen sléchte film, maar ik heb niet het gevoel dat ik een stukje filmgeschiedenis had gemist als ik hem niet had gezien (i.t.t. The Machinist bijvoorbeeld).

Dag 2 (07/10)

Het lichtpunt van dag 2 was zonder enige twijfel Savage Grace van Tom Kalin. Lichtpunt is een ongelukkig gekozen term, want licht of luchtig of positief is deze film allerminst. Dit is een heel confronterende film, die taboes niet uit de weg gaat en desondanks de serene aanpak daarvan, u toch eerder ongemakkelijke filmmomenten zal bezorgen. Het meest beklemmende aan deze film ontdekte ik pas achteraf: Savage Grace is gebaseerd op feiten. Truth is tranger than fiction nietwaar, maar ik ga eerst nog wat research plegen alvorens ik u diets maak wat voor een manipulatieve bitch Barbara Daly Baekeland is. En als die familienaam u bekend in de oren klinkt: Barbara Daly Baekeland is de vrouw van de kleinzoon van Leo Baekeland, de Belg –de Gentenaar— die het bakeliet heeft uitgevonden. (Volgende week in de bioscoop.)

Met August (Austin Chick) kelderde het niveau al meteen de dieperik in. Deze film gaat over de dot-combubble, en ik kon mij gedurende de vertoning niet ontdoen van de impressie dat niemand in deze film zal geïnteresseerd zijn. En wel om de eenvoudige reden dat hij redelijk onbegrijpbaar is voor wie de periode zelf niet (van dichtbij) heeft meegemaakt. Holle frasen, onbegrijpelijke terminologie, veel beloftes en meer hot air dan in een montgolfier; jawel, zo herkennen wij de internethype op het einde van de jaren 90. En eerlijk? Ik heb niet de minste zin om die periode opnieuw te beleven.

The Visitor (Thomas McCarthy) was de officiële openingsfilm. Die is traditioneel een ietsje controversieel, maar totaal binnen de perken; de goede middelmaat ongeveer (alweer). The Visitor is een brave, stichtelijke film, die echter net dat beetje té naïef-utopisch is om echt goed te kunnen zijn. Schop de mensen nog eens een geweten, laat ze zien dat niet alles rooskleurig is in de wereld, en dat ze het eigenlijk heel erg goed hebben, en dan kunnen ze ’s avonds braaf naar huis gaan, om de les de volgende dag alweer te zijn vergeten. Niks ergs, maar niet meteen een film die u moet gezien hebben. Het verhaal is niet eens half slecht (alle naïveteit ten spijt), en een betere fotografie had gans de film meteen beter gemaakt.

Dag 3 (08/10)

Hola! Laat mij dit even herhalen: hola! Als Savage Grace al goed was, dan zitten we voor Rupert Wyatts The Escapist aan onze eerste verhaaltechnische hoogvlieger. Het verhaal werd doormidden gesneden en die twee verhaallijnen werden in de montage door elkaar verweven. Spannend én goed gestructureerd, gaat The Escapist over een ontsnapping uit een gevangenis. Het deel voorbereiding en het deel ontsnapping werden aldus in elkaar gevlochten, waardoor de (vertel)kwaliteit van beide helften van het verhaal hoger worden getild dan bij een normale (lineaire) vertelling. Met een zeer geslaagd einde, dat ik voor één keer niet van mijlenver heb zien aankomen –en ik ben normaal gezien de eerste om zo’n eindes door te hebben. Zien!

Ook de hoge verwachtingen die ik had voor Fien Troch –na haar bijna fenomenaal debuut– werden met Unspoken grotendeels ingelost. Deze film bevat zo mogelijk nog meer miserie, droefnis en depressie dan Een ander zijn geluk, en ook hier gaat het opnieuw over een kind dat aan zijn ouders werd ontrukt. De film draagt onmiskenbaar de Troch-stempel die herkenbaar blijft uit de vorige film, al mag u niet veronderstellen dat ze gewoon doorgaat op dezelfde manier. Zeer de moeite waard. (Komt in 2009 in de zalen.)

Ach, elke filmfestivaleditie moet zijn hoeveelheid Hollywoodnonsens hebben. Die hebben we deze keer al vroeg op het festival gevonden, met How to lose friends & alienate people (Robert B. Weide). Heel eenvoudig en snel verteld: The Devil Wears Prada, maar dan met een man in de hoofdrol.

Op naar dag 4!

strips 200809

Eén hele goede, en nog wat die de moeite waren. De hoofdvogel: Le goût du chlore. Is er iets waar Bastien Vivès zich mee moeit dat niet goed is? Wie is Bastien Vivès eigenlijk? Had ik tijd, ik zocht het op, maar het zal voor één van zijn volgende publicaties zijn. Le goût du chlore is een stil pareltje, zonder echte boodschap, maar gewoon een genot om aan uw ogen te zien voorbij glijden.

L’autoroute du soleil leest als een Franse actiefilm, weinig inhoud, een pak clichés, veel geweld, en redelijk rauw. Pulp, maar zeer verteerbaar. En het was al heel lang geleden dat ik nog eens een Storm gelezen had. Ook deze (dubbele) aflevering ontgoochelde niet. Ach, jeugdsentiment.

De rest was ok, maar te weinig verrassend om verder over uit te wijden. Al zit er schot in Seuls; in deze episode werden er een aantal nieuwe elementen geïntroduceerd. Ik kreeg er een beetje een deus-ex-machina gevoel bij, maar het beweegt. En dat is bijna altijd goed.

  1. Kenya, Tome 5 : Illusions / Léo, Rodolphe / 2008 / **
  2. Seuls, Tome 3 : Le clan du requin / Bruno Gazzotti, Fabien Vehlmann / 2008 / **
  3. Le goût du chlore / Bastien Vivès / 2008 / ***
  4. Uchronie(s), tome 1: New York / Ric Corbeyran, Djillali Defali / 2008 / *(*)
  5. Storm, tome 17/18: Les Chroniques de Pandarve / Don Lawrence, Martin Lodewijk / 2008 / ***
  6. Couleur de peau: miel, tome 2 / Jung / 2008 / **
  7. L’autoroute du soleil: Intégrale (Album) / Baru / 2008 / **

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(strips vorige maand)

cds 200809

Weinig nieuwe cds, maar gelukkig wel allemaal goede. En zelfs beter. En nog betere.

4 Faces in a Box is niet te missen voor wie fan is (was?) van Troissoeur. Lounge, beats, voice, easy, smooth, het zit er allemaal in, inclusief remixes door Daniel B. Als u weet wie dat is, dan is deze cd voor u.

Ook goed is Cinema Novo, al is dit trio nog veel beter live. Ik ben een fan, en veel meer hoef ik daar niet aan toe te voegen. Of misschien nog ter referentie: Tuur Florizoone is de man van de soundtrack voor Aanrijding in Moscou.

Tien, vijftien jaar geleden, was ik danig onder de indruk geweest van Jóhann Jóhannssons Fordlandia. Hij zet een fraai staaltje minimalisme neer, en het is aangenaam eens iets anders dan de gedoodverfde Wim Mertens of Michael Nyman of Bang on a Can te horen. Ik leg deze plaat graag op (hij ligt nu op), erm al werd hij nog niet echt uitgebracht, zie ik net op het persbericht. Euh, nog even wachten dus, en dan naar de winkel hollen!

De hoofdprijs is voor het Carlo Nardozza Quintet, met hun tweede album, Winterslag. Lees vooral mijn bespreking.

  1. Cinema Novo / Massot – Florizoone – Horbaczewski / 2008 / **(*)
  2. 4 Faces in a Box / The Tribe Band / 2008 / **
  3. Fordlandia / Jóhann Jóhannsson / 2008 / ***
  4. Winterslag / Carlo Nardozza Quintet / 2008 / ***(*)

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(cds vorige maand)

Winterslag – the Dozzy Suite

Als ge zo’n cds kunt beluisteren, dan weet een mens meteen weer wat hem zo aantrekt aan jazz. Wij volgen Carlo Nardozza sinds we hem als een langharige rijzige gestalte –een beetje dreigend misschien, maar dat vooroordeel verdwijnt alras– op zijn trompet hoorden blazen tijdens het Jong Jazztalent concours in 2005. De meeste groepen die aan de wedstrijd deelnemen, zijn nog stevig op zoek naar de juiste richting, maar Carlo Nardozza –en met hem zijn kwintet– stond daar heel doelbewust op het podium. Nardozza was toen reeds bezig met zijn Dozzy Suite, een verhaallijn waarin hij zijn jeugd en de culturele invloeden daarop een plaats tracht te geven.

De eerste cd van het CNQ –het Carlo Nardozza Quintet– was al meteen een voltreffer. Making Choices was niet alleen een toonbeeld van verscheidenheid, het leek ook alleen maar voltreffers te bevatten. Het ene na het andere nummer bevatte genoeg vanzelfsprekendheid om bekend in de oren te klinken, en vele van de melodietjes bleven geruime tijd ‘hangen’. Zelfs een nummer zoals Rubber Duck, waarop gitarist Melle Weijters redelijk het beest kan uithangen, bleef toegankelijk. Wie enkel de cd heeft gehoord, en het CNQ verder niet meer aan het werk heeft gezien, moet er behoorlijk van overtuigd geweest zijn dat ze met een –weliswaar heerlijke– eendagsvlieg te maken hadden. Een gevoel dat werd gevoed door een opvolger die behoorlijk lang op zich liet wachten.

Met Winterslag kan het CNQ meteen dergelijke vermoedens de kop indrukken. De muziek is zo mogelijk nog meer verscheiden dan op hun debuutplaat, gaande van een bijna klassiek stuk canon tot hitsige funk en met veel etnisch aandoende muziek. Die verscheidenheid staat echter een samenhang niet in de weg, daarbij geholpen door het verhaal dat Nardozza met zijn suite wil vertellen. De interculturaliteit en culturele integratie is groot in Winterslag, laat Nardozza optekenen. Al woonde hij er niet, hij bracht er een groot deel van zijn jeugd door –hij speelde er onder meer in de plaatselijke harmonie. Van al die invloeden vinden op Winterslag heel wat terug. De kracht van jazz, horen we ook van Nardozza, is dat het eindeloos blijft evolueren. Goede improvisatie vergt heel wat energie, maar het resultaat mag er dan ook zijn.

Drie bemerkingen bij deze cd. Ten eerste: als u maar één jazz cd koop dit jaar, laat het dan dat gerust deze zijn. Het CNQ is géén eendagsvlieg, maar toont met deze tweede cd dat niet alleen de jazz, maar ook deze groep evolueert. Ten tweede: als u de kans krijgt, ga deze groep ook live beluisteren. Ook de Dozzy Suite zelf blijft evolueren, en waar de cd misschien soms iets te afgewerkt kan klinken, komt veel van de spontaneïteit terug bij zo’n live-uitvoering. Ten derde: ik zal toch niet de enige zijn die het big band potentieel van deze Dozzy Suite heeft opgemerkt? En hebben we in België niet zo’n hoog kwalitatieve band?

Carlo Nardozza Quintet, Winterslag, o.a. te koop via Digiland Records, voor te beluisteren via hun MySpace. Aankoop sterk aangeraden.

non-info

Henri had vandaag geen school –niet door de staking, maar wegens een al eerder aangekondigde lokale studiedag (of zo). En Tessa ging van thuis werken, want ik moest nog weg. Een produktieve dag begint evenwel met een goed ontbijt, dus togen wij na mijn korte looptochtje (30 min.) naar Brasserie Nero. Ik ben de wentelteefjes met bosvruchten nogal genegen, maar Henri wou het verwenontbijt. Hij had het vorige week op de kaart ontdekt, en ik had hem gezegd dat zijn moeder daarvoor wel zou te vinden zijn, om dat met hem te delen. Bij dat verwenontbijt horen ook pannenkoeken, en het moet gezegd: die pannenkoeken –zo’n dikke Amerikaanse– zijn heerlijk.

Ondertussen zijn ook de persvisies van het Filmfestival begonnen. Dus ben ik in zeven haasten richting Zebrastraat gehold (geen openbaar vervoer vandaag, nietwaar) om mijn perspas af te halen, en de eerste film van het festival te bekijken (Transsiberian). Daarna een lunch in Vooruit, en dan was ik nog op tijd thuis voor een korte fietstocht (20 km, en Tessa dacht dat ik een half uurtje weg was). Vanzelfsprekend heb ik een paar bemerkingen, na zo’n eerste wat langere tocht, maar die zullen tot morgen moeten wachten. Ik moet eerst mijn brood nog bakken. Min of meer op tijd deze keer.

(Oh, en de post kwam ook langs, met eenzelfde aangetekende zending.)

koopkracht en basisbehoeften

Koopkracht is een verkeerd gekozen term, zo beslisten wij al enige tijd geleden. Het appelleert te veel aan die verfoeilijke vorm van consumerisme die de mensen in staat stelt de nieuwste flatscreens, gsms, spelletjesconsoles, en andere hypes aan te schaffen. Uw tv gaat drie jaar mee, en dan is hij verouderd; dat soort dingen. Ook wagens behoren daartoe.

Wij vermoeden dat met koopkracht veel eerder een basis levenskost wordt bedoeld, met op kop de nutsvoorzieningen (gas, water, elektriciteit, verwarmingsbrandstof) en voeding. Eén van de grootste vergissingen die in België ooit werd begaan, was de privatisering van die nutsvoorzieningen. Wat een uiteindelijk een basisbehoefte is, werd daardoor het onderwerp van winstbejag en de daarmee gepaard gaande economische schutsmiddelen.

Misschien moet één of andere grote politieke partij dat maar weer eens op tafel durven te smijten, dat zo’n basisbehoeften eigenlijk in handen van de staat zou moeten blijven/terugkomen. Net zoals het openbaar vervoer. Niemand hoeft een auto te hebben om kwalitatief leven te leiden. Verhoog gerust de taksen op autobrandstof, voer een taks in voor wie met de wagen de stad in wil –onder opschortende voorwaarde dat het openbaar vervoer verder wordt uitgebouwd natuurlijk.

Voorzie bijvoorbeeld ook een ‘gratis’ basishoeveelheid nutsvoorzieningen voor elk gezin (en dan heb ik het niet over die gratis 400 kWh aan elektriciteit die de regering ons in 2007 heeft ‘geschonken’) –we betalen meer dan genoeg belastingen. (Hoe die hoeveelheid wordt bepaald, daar gaat het nu even niet over.)

Ach, er is zoveel werk aan de winkel, en we zijn al een hele tijd zo verschrikkelijk verkeerd bezig. Het wordt dringend tijd dat de politiek terug naar het volk komt. Het echte volk, niet de middenklasse waartoe ook ik behoor. Het ganse volk, niet alleen de middenklasse waartoe ook ik behoor.

plezierig-plezant in de regen

Er is weinig zo plezant als lopen in de regen. Ik denk dat ik al (een paar keer) heb vermeld. Let wel, zoals de meeste mensen heb ik onder normale omstandigheden een rothekel aan regen, tenzij ik binnen in een knus warm huis de regendruppels op het vensterglas kan gadeslagen. Ik wens niet te wandelen in de regen, en evenmin te fietsen in de regen. Maar lopen…

Het is het equivalent van wat ge u romantischgewijs voorstelt van de knoestige zeeman die, eens met de grillen der elementen, met golvende baard de netten uit een ruwe zee in zijn rollende en stampende schip heist. De loper die de regen trotseert, is meer dan anders één met zijn baan en het weer en zijn lijf, dat tot op het vel doorwaterd is. (En al zeker als ge daarbij een plets maakt –wat mij gelukkig nog niet overkomen is.) Een heerlijk bad of een stomende douche achteraf lijkt de grootste luxe denkbaar.

Veel minder volk op de weg ook. Weinig lopers lijken mijn sentiment te delen, wandelaars blijven liever thuis, fietsers worden terug binnenshuis geblazen, en automobilisten rijden niet –of amper– waar ik loop. Veel tijd om te denken, en veel tijd om uw hoofd leeg te maken (zeker als ge 21 km loopt), en alleen maar warmte om naar uit te kijken. Zélfs als de chauffage nog steeds niet aan staat in uw huis.

films 200809

Soms sta ik echt wel weer versteld, niet alleen van de brol die op ons wordt losgelaten via zowel dvd als cinema als televisie, maar tevens van de idiotie waarmee ik die brol blijf uitzitten tot de eindtitels op het scherm verschijnen. Al moet ik er eerlijkheidshalve aan toevoegen dat ik bij al té schabouwelijke slechtheid, er tegelijkertijd ook wel eens een tijdschrift en/of de computer bij neem.

Sommige van die dingen zijn gewoon vreselijk, zoals de Ring of the Nibelungs, Wagner for dummies is te schoon een omschrijving; Snakes on a plane, dat gewoon clichés lijkt te verzamelen; en zelfs The Transporter, waar nog wel iets in zat, maar ik moest er toch naarstig naar op zoek om het te vinden.

Bij Nôkô furin: torareta onna (Bitter Sweet) weet een mens tenminste waar hij aan begint: het is cult, dus daar kijkt ge naar met een zekere ingesteldheid. Niettemin zat er een interessant verhaal achter over relaties en trouw en gevolgen, maar gôh ik zou zeker niet durven suggereren om u die film aan te schaffen.

Gelukkig waren daar nog The Jacket en Cashback. The Jacket, want dit was een onderhoudende en ietwat verrassende film zelfs, zonder al té veel overacting of typecasting. Maar het was vooral Cashback dat het niveau van dit lijstje omhoog kon halen. De film riep regelmatig herinneringen aan The Rachel Papers op (die zou ik graag nog eens terugzien) al vreesde ik –gezien de insomnia van het hoofdpersonage– ook voor een al te grote parallel met The Machinist. Het thema is ontegensprekelijk coming of age, en zowel het scenario als het acteerschap kunnen als geslaagd worden omschreven.

Volgende maand (deze maand dus) is het filmfestival, ik vestig al mijn hoop op een geslaagde oogst. Hou Het Project maar in de gaten!

  1. Ring of the Nibelungs / Uli Edel / 2004 / 2BE / *
  2. The Jacket / John Maybury / 2005 / 2BE / ***
  3. X2 / Bryan Singer / 2003 / 2BE / **(*)
  4. Storm / Måns Mårlind & Björn Stein / 2005 / DVD / **
  5. United 93 / Paul Greengrass / 2006 / VTM / **
  6. Snakes on a plane / David R. Ellis & Lex Halaby / 2006 / 2BE / *
  7. Oxygen / Richard Shepard / 1999 / 2BE / *
  8. Nôkô furin: torareta onna (Bitter Sweet) / Mitsuru Meike / 2004 / DVD / **
  9. Cashback / Sean Ellis / 2006 / DVD / ***
  10. The Transporter / Corey Yuen / 2002 / 2BE / *

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(films vorige maand)