rookverbod

Moet er een algemeen rookverbod komen in heel Europa?

U kent ze allemaal. De rokers die vol overtuiging hebben verklaard nooit te roken als anderen er last van hebben, om vervolgens tijdens de maaltijd –of in het beste geval tussen twee gangen door– onverschillig een sigaret op te steken. U hebt het maar te zeggen hoor, ze doven de sigaret onmiddelijk. Maar het zou wel zonde zijn als ze niet eerst deze ene mogen oproken. (Die dingen zijn tenslotte duur.)

Of de horden die aan de ingang van het station een rookcordon opbouwen. Maar binnen roken ze heus niet. De tunnel naar het perron wordt echter niet langer als binnen beschouwd, en het perron zelf vanzelfsprekend al helemaal niet meer. Ik dacht dat het rookverbod voor het ganse station gold, inclusief de perrons? (En ja, daar stoort het ook.)

De cijfers over passief roken zijn ronduit schokkend. Elk kwartier sterft er iemand aan de gevolgen van passief roken; in ons land alleen al sterven er jaarlijks 2000 mensen door passief roken. Dus inderdaad, ik heb volmondig ‘ja’ geantwoord op de rondvraag.

The Descent

film afficheThe Descent is pas de tweede film van Britse regisseur Neil Marshall, de tweede ook waarvoor hij het scenario zelf heeft geschreven. Hij stuurt zes jonge vrouwen op een speleologietocht. De focus ligt min of meer op Sarah, die een jaar voordien haar man en dochtertje is verloren in een ongeval. Deze inleiding is to the point: genoeg en duidelijke informatie, maar zonder overbodige details of opsmuk. Niettemin heeft de regisseur de kijker reeds van bij het begin in zijn greep, die hij overigens maar zelden zal lossen in de rest van de film.

De tocht wordt geleid door Juno, die de groep zonder hun medeweten in een onbekende grot loodst. De waarheid komt pas aan het licht, wanneer een smalle tunnel net niet op hun hoofden instort, en een uitgang niet meteen wordt gevonden. De vrouwen hebben geen andere keuze dan dieper in de grotten af te dalen, en daar begint de horror pas echt. In een van de grotten worden ze belaagd door witte, mensachtige wezens, die best zin hebben in het verse vlees dat hen onverwacht bijna letterlijk de mond inloopt.

still uit de filmMarshall haalt de kracht van zijn griezelverhaal nochtans niet uit de wezens alleen. De angst in het verhaal is heel herkenbaar, zoals wantrouwen, claustrofobie, angst voor het donker, en paniek. De wezens zelf werden niet gecreëerd als échte monsters, maar vertonen duidelijk herkenbare menselijke vormen. De regisseur verlaagt zich evenmin tot de gratuite schrikeffecten wanneer die niet nodig zijn. De angst en de paniek is heel reëel, en al wordt er al eens geflirt met de overdrijving, de nadruk ligt zeker niet op blood and gore. Al is het onvermijdelijk in het genre.

De film wordt vertoond in zaal 12 van Decascoop (een van de twee kleine zaaltjes in het bioscoopcomplex), en dat was zeer bevorderend voor de beklemmende sfeer. Er waren overigens maar 10 mensen aanwezig, en ook dat droeg bij tot de beleving.

The Descent behoort zeker tot het betere griezelwerk. Het is verbazingwekkend wat Marshall met de beperktheid van de locatie weet aan te vangen (tunnels en grotten), en hoe hij erin slaagt daarmee een snelle en beklemmende film te maken.

The Descent, van Neil Marshall, te zien in Kinepolis Gent (Decascoop), aan Ter Platen.

(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)

roofbouw

Morgen moet ik maar eens op tijd gaan slapen. Sedert vrijdag ben ik nog geen dag voor 01:00 (eerder 01:30) gaan slapen, en het begint zo stilletjesaan zijn tol te eisen.

Vrijdag en zaterdag heb ik te lang achter de pc gezeten; zondag was het Opatuur (en daarna de video-opnames van Navy NCIS en CSI Miami; ik moet nog steeds De Parelvissers en Lost 2 bekijken); maandag twee films gezien (Hostel en het naar mijn gevoel wat overhypte Syriana); dinsdag, gisteren dus, opnieuw twee films gezien (The Descent en Derailed –besprekingen volgen waarschijnlijk nog); woensdag, vanavond, naar Robin Verheyen in de Vooruit (bespreking volgt ook).

En elke dag er om 6u15 uit. Leuk, maar wel vermoeiend. Ik ben precies geen twintig meer.

Hostel

scene from the movieAls u in the mood bent voor een avondje clichés en ander herkauwd materiaal, mag u de kans om Hostel te zien niet laten voorbijgaan. Goed, men gaat misschien geen horrorfilm bekijken voor een avondje fijnzinnige film, maar er is in het genre veel beter werk gemaakt dan wat u momenteel als opgewarmde kost wordt toegeschoven onder de noemer Quentin Tarantino presents. De film gooide bij de release in de VS reeds hoge ogen, daar stootte het zelfs King Kong en Narnia van de recette-troon, en hij heeft ondertussen reeds meermaals de productiekost terugverdiend.

Er wordt ook graag vergeleken met de Asiatische gruwelwerken van Park Chan-Wook (Oldboy) en Takashi Miike (Ichi the Killer) –laatsvernoemde heeft zelfs een cameo in Hostel— maar deze film komt zelfs niet aan de (afgeknipte) tenen van voornoemde pareltjes.

Het verhaal kan niet anders dan ontsproten zijn aan de geest van een scenarist die zijn puberjaren nog niet is ontgroeid. Och, ik geef even een spoiler waarschuwing, zo u wilt, maar het verhaal doet er niet echt toe. Drie jongemannen tekken met de rugzak door Europa, op zoek naar drugs en meisjes. In een Amsterdamse jeugdherberg krijgen ze de tip om naar een ‘hostel’ in Bratislava te trekken, alwaar de meisjes heel gewillig zouden zijn. Eenmaal ter plekke blijkt de tip geen letter overdreven te zijn, en gaan de jongens van bil dat het een lieve lust is. Tot zover het eerste deel, waarmee het puberpubliek waarschijnlijk zwaar aan zijn trekken zou komen, ware het niet dat de film niet toegankelijk is voor jongeren onder de 16. Jammerlijk het doelpubliek voorbij geschoten (no pun intended).

In deel twee loopt het allemaal mis. De jongens verdwijnen één voor één, om elk in een folterkamer terecht te komen. In het plaatsje in Oost-Europa kan men immers, tegen betaling van een vette som geld, op foltervakantie. De folterkamers worden van slachtoffers voorzien door de argeloze studenten naar de herberg te lokken onder het mom van de seks. In de herberg of de aanpalende discotheek worden ze gedrogeerd, en vervolgens afgevoerd.

De gruwelscènes zijn ronduit saai. Er wordt (off-screen) al eens een teen afgeknipt, of met een boor in een bil gedraaid, en eenmaal de slachtoffers dood zijn, worden ze in stukken gehakt en in een oven verbrand. Het wordt allemaal zo grotesk voorgesteld, en de inleving in de personages is echt wel minimaal, dat men zich afvraagt hoe deze film in godsnaam aan zijn publiek komt.

Bij een testscreening moesten verscheidene mensen de zaal verlaten, zo wordt verteld. Iemand stond te braken in de toiletten, en durfde de cinema amper te verlaten. Rare jongens, die Amerikanen. Het ergst geschrokken ben ik –niet bij Hostel— maar op het einde van de trailer van The Descent. Daar ga ik vanavond heen, en u mag zich morgen opnieuw aan een bespreking verwachten.

Hostel, van Eli Roth, te zien in Kinepolis Gent (Decascoop), aan Ter Platen.

(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)

Fauteuils d’Orchestre

affiche van de filmHet was nog eens tijd voor een feel good movie –alles is goed om de winter van zich af te schudden. Hoewel Danièle Thompson niet meteen een onbekende is in de Franse cinema, is dit pas de derde film die ze zelf heeft geregiseerd. Thompson is echter veel meer gekend als de scenariste voor o.a. een aantal Louis de Funès-films, een aantal vroege films met Sophie Marceau (o.a. La Boum), maar ook de originele Cousin, cousine (vermoedelijk beter bekend van de remake Cousins met Ted Danson –Cheers, weet u nog wel– en Isabella Rossellini). En daar is meteen ook de toon mee gezet. Fauteuils d’Orchestre is een wervelende film die kan bouwen op Thompsons ervaring in het genre om tegen het einde geen oog meer droog te laten in het kleinste zaaltje van de Studio Skoop.

Catherine draait ’s avonds de 100e episode in de soap waarin ze speelt, maar repeteert overdag voor een theaterstuk van Feydeau dat op de 17e in premiére zal gaan. Jean-François is een getaleneerde, succesvolle, en overboekte pianist, die repeteert voor een stuk van Beethoven dat de 17e zal worden opgevoerd. Jacques, kunstverzamelaar bereidt een veiling voor. Op de 17e verkoopt hij zijn hele collectie.

Rode draad tussen deze mensen is niet alleen de datum, maar ook Jessica, die in contact komt met alle personages in de film. Het jonge meisje komt van Mâcon naar Parijs, in de ban van haar grootmoeders verhalen over het bruisende Parijse leven. Op de Avenue Montaigne, waar de 17e zoveel staat te gebeuren, vindt ze werk in het Café des Théâtres als dienster. Het café is de plek waar ze elkaar allemaal vinden: de pianist, de actrice, de verzamelaar, de regisseur, de dienster. De verhaallijnen worden op volkstrekt vanzelfsprekende manier met elkaar gekruist, en dat levert een aantal heel mooie scènes op.

Een zeer indrukwekkende cast, en dat laat zich ook zien. Met Fauteuils d’Orchestre gaat u een ontspannende en boeiende avond tegemoet met een film die niet alleen een evenwicht kan bieden voor de Amerikaanse films in het genre, maar de balans meteen in het voordeel van de Europese cinema doet overslaan.

Laat ik vooral ook niet vergeten de muziek te vermelden, met de prachtige Franse chansons van Bécaud en Aznavour uit het einde van de jaren ’60 (o.a. Je reviens te chercher).

Fauteuils d’Orchestre, van Danièle Thompson met Cécile De France, Claude Brasseur en Sydney Pollack, te zien in Studio Skoop (aan St.-Anna).

(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)

vervroegd weekend

De MAG (Motorcycle Action Group) is te laat, wordt in de geschreven pers met een kwinkslag geopperd. Tradiegetrouw (na vier jaar mag ik van traditie beginnen spreken), begin ik er niet aan voor 1 april, maar bij de minste suggestie van de lente brengt de motorrijder zijn ros weer uit de winterslaap. Zo ook het voorbije weekend. Al even traditiegetrouw –een veel langere traditie, helaas– brengt dat ook een piek in de motorongevallen (en -doden) met zich mee.

Dit jaar wordt door de MAG voor de eerste keer een opstartweekend georganiseerd, op 25 en 26 maart, van 10 tot 16u. In elke provincie worden een terrein en instructeurs (én koffie) gratis ter beschikking gesteld. De motorrijder krijgt er gratis een uurtje les: na inschrijving legt hij daartoe een parcours af, en nadien worden de rijvaardigheden met een instructeur doorgenomen. (Is er in de volgende groep nog plaats, dan kan je het parcours zelfs opnieuw afleggen.)

Voor de provincie Oost-Vlaanderen kan je je zaterdag en/of zondag naar het oefenterrein KTA Gent in de Henri Farmanstraat aan de haven. Meer info bij MAG. Doén, zou ik zeggen.

jazz-suggesties

Het wordt een drukke jazz-week in Gent. Zo druk dat ik u niet eens zal lastig vallen met wat u de laatste twee weken hebt gemist –zoals het schitterende, maar voor het Opatuur-publiek ietwat confronterende optreden van Erwin Vann en Jozef Dumoulin.

Zondag 19 maart: vanavond kan u bij Opatuur naar Arnozza. Zegt u niks? Arnozza is het trio van Arne Van Coillie (piano), Carlo Nardozza (trompet) en Flor Van Leugenhaeghe (contrabas). Nog steeds niets? Laat ik er Carlo Nardozza even uitlichten: het Carlo Nardozza Quintet is de winnaar van Jong Jazz Talent in Gent, editie 2005, en opent op 13 juli het Blue Note Records Festival als voorprogramma van Diana Reeves (die recent de soundtrack voor Good Night, and Good Luck heeft ingezongen). Ze spelen vanavond om 20u intieme bebop (want zonder drummer), eigen werk en de wat minder bekende standards.

Dinsdag 21 maart (morgen mag u even uitblazen): Andy Ceclerck & Kari Antilla Group in de Hot Club de Gand. Saxofonist Andy Declerck, Finse gitarist Kari Antilla, Wim Ramon (van Vaya Con Dios, Neeka) op bas, en Toon Vandionant op drums. Het wordt een klasse-optreden. Het is er klein, in de Hot Club de Gand, u zit er bijna bij de muzikanten op schoot, dus vertel het beter niet voort. Dinsdag, om 22u.

Woensdag 22 maart: hoogtepunt van de week wordt ongetwijfeld het optreden van Robin Verheyen met het Narcissus Quartet in de Vooruit. Gedoodverfd als het jaar van de laatste kans om Robin nog aan het werk te zien (voor hij naar New York verdwijnt), is dit een optreden om niet te missen! Ze hebben net hun debuut CD uit (meer daarover later), met het doorgedreven saxofoonwerk dat we van Verheyen onderhand gewoon worden. Laatst nog met Harmen Fraanje in Opatuur, woensdag om 20u in de Balzaal van de Vooruit. Aanrader!

Donderdag 23 maart blijven we nog even in de Vooruit, want dan wordt immers de nieuw CD van Briskey voorgesteld. Geen jazz voor de puristen, maar een moderne nu-jazz met funky invloeden en dansbare ritmes. Nog een CD voorstelling overigens, want Briskey’s nieuwe ligt nu in de winkels (op de website van de Vooruit kan u hem nog winnen –als u vandaag nog meedoet tenminste). Donderdag om 20u, alweer in de Balzaal van de Vooruit.

(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)

mededeling

Over “Sixpack” (het is een tijdje geleden, ik weet het): ik denk dat er nog meer te vertellen valt dan er blikjes in het ‘pack‘ zitten 😀

rauw

(F-ck, I love those half-cryptic post titles.)

*kuch*

Mag ik even vermelden dat ik danig tevreden ben van Pixmantec RawShooter 2006 Essentials? Dermate dat ik er ernstig over nadenk RawShooter Premium 2006 aan te schaffen (eens de weergave der belastingen haar weg naar mijn bankrekening heeft gevonden).

Photoshop post-processing? Minimaal. Pre-processing (in RawShooter)? Minder dan een tiende van de tijd in Capture One Pro of DxO Optics Pro.

Getuige daarvan deze foto’s van Erwin Vann (een tijdje geleden bij Opatuur):

Erwin Vann + Jozef Dumoulin (iii)

Erwin Vann + Jozef Dumoulin (ii)

(En dan hebt ge de (erbarmelijke) RAW files zelf nog niet gezien natuurlijk.)

(Nieuwe post op imaginaryJazz.)