Wat is er verkeerd met goesting? Dat het niet tot de Nederlandse standaardtaal behoort? Ofte dat het niet N(oordn)ederlands genoeg is? De Vlaming –en we rekenen hier (voor de ganse tekst) gemakshalve ook maar de Brabanders en de Limburgers bij: een Vlaming als Nederlandssprekende Belg zoals een Hollander als Nederlandssprekende Nederlander– wordt nog steeds onder Noordnederlandse (taal)dwang gehouden, terwijl we op zijn minst over duidelijk gescheiden varianten kunnen spreken.
Let wel, we hebben het hier over de standaardvarianten, niet de dialecten. Want het Nederlands vormt een terraslandschap, meneer, mevrouw, gaande van de zeer sterk bij het Engels aansluitende Westvlaamse dialecten (’t es van joen) tot de bijna tot het Duits behorende Limburgse dialecten (ich eb da nich gedaan), en dan beperk ik mijn voorbeelden nog tot mijn zeer beperkte (praktische) kennis van die dialecten. Zuiver op dialect bekeken, horen de Limburgers eerder bij de Zuidnederlanders, en is het verschil tussen hun dialecten aanzienlijk kleiner dan tussen het dialect van een Westvlaming en dat van een Limburger.
Maar hier gaat het dus niet om. Hierzie, nog een stelling (wat zeg ik, een waarheid als een koe): het Standaard Vlaams verhoudt zich tot het Standaard Nederlands (dat we eerder gemakshalve Hollands hebben genoemd) zoals het Brits Engels zich verhoudt tot het Amerikaans Engels (en ja, in die volgorde).
Goesting is correct. Schoon is correct (ik heb een schoon huis, zonder dat ik het daarom net gekuist heb), al die zogenaamde Zuidnederlandse Van Dale-varianten zijn allemaal correct. Wat minachtend Verkavelingsvlaams wordt genoemd is een bijproduct van de inferioriteit die door Belgische (Vlaamse) taalkundigen en schrijvers aan de Vlaamse Standaardtaal wordt toegekend. Hypercorrectie is daar nog zo’n voorbeeld van. Het telkenmale kleineren van het Schoon Vlaams leidt bij de Vlaming tot een vrees zich verkeerdelijk uit te drukken. En die vrees leidt dan weer tot het corrigeren van zaken die eigenlijk langs geen kanten hoefden gecorrigeerd te worden (bijvoorbeeld het gebruik van ‘met’ vs ‘mee’). (Hier kijk, dat is een ambetante fout: ‘het corrigeren‘: een verzelfstandigd werkwoord.)
‘Houwtouw’ is een belabberd woord. Om velerlei redenen, en de Noordnederlandse affiniteit is er zeker één van. Houwtouw is geen Vlaams. De geaspireerde ‘h’ aan het begin van het woord is ook al een slechte keuze: laat het eens een Westvlaming uitspreken. In de spreektaal verdwijnt die ‘h’ trouwens als eerst. Mijn sleutels hangen aan mijn ‘ouwtouw’. De combinatie ‘wt’ blijft ook niet duren: ze heffen elkaar op, waardoor we ofwel uitkomen bij ‘ouwouw’, of -waarschijnlijker– bij ‘outouw’. In die combinatie blijft ook de eind-‘w’ niet duren, waardoor we van ‘houwtouw’ vervormen naar ‘outou’. Met korte diftongen, want als er nu één klank Noordnederlands is, dan is het wel de ‘ou’ (‘nou zeg’, ‘asjemenou’).
Voor alle duidelijkheid, ik heb niets, maar dan ook werkelijk niets tegen het Noordnederlands. En al evenmin tegen de natuurlijke taalinvloeden van het Noordnederlands op het Vlaams (en andersom). Taal is levend, laat ze leven. Vlaams is Vlaams en Hollands is Hollands (cfr het begin voor de definitie van de termen). Twee eigenwaardige varianten van wat we maar zullen omschrijven als ‘het’ Nederlands.
Stap alstublieft af van die kunstmatige superioriteit van het Noordnederlands tov het Vlaams. Daar is niemand bij gebaat.
Zie ook: Goesting is het mooiste woord in Vlaanderen // Waarom Vlaams? // Vlaams en Nederlands – eindbesluit