Mijn absolute prioriteit
, zo laat Termont optekenen in De Morgen, is het wegwerken van de dualiteit in de stad.
Helaas is de rest van zijn betoog een schoolvoorbeeld van de heikneuterigheid en het gebrek aan visie waaronder het huidige stadsbestuur nog steeds gebukt gaat. En met bloedend hart moet ik dan toegeven dat het er –met Termont aan het hoofd– niet naar uitziet dat het snel zou verbeteren.
Een van mijn stokpaardjes is het totaal ontbreken van architecturale visie bij het stadsbestuur –minder scrupuleuze mensen zouden op den duur durven beweren dat het bestuur zich laat leiden door de aannemers, maar daar zult u mij niet op betrappen. Maar ook u kan toch niet anders dan in lachen (of is het huilen) uit te barsten bij het lezen van dit statement:
Voor de binnenstad droom ik van een stevig architecturaal statement. Over de site aan de garage Mahy moet over twee eeuwen nog gepraat worden. Mijn generatie moet ook een nieuwe toren in het centrum neerzetten. Van een Gentse architect. Die Toyo Ito van Anciaux, met alle respect, maar laat die zijn werk elders doen.
Een door populisme ingegeven bewering, die verdacht veel neigt naar een ‘eigen volk eerst’ bezorgdheid. Wie maalt erom of die toren wordt ontworpen door een Gentse architect? Het Volk, waar u zoveel om beweert te geven, meneer Termont, had zich al duidelijk uitgesproken vóór Toyo Ito, tijdens de architectuurwedstrijd voor het Forum. Datzelfde Volk, werd toen reeds door het stadsbestuur genegeerd.
Over de site van het Wintercircus moet over twee eeuwen nog worden gepraat, maar dan bij voorkeur in positieve zin, en niet omdat het bestuur haar eigen poulains en de aannemers opnieuw vrij spel heeft gegeven om een gedrocht neer te planten zoals bij de invulling van het Wilsonplein (om maar één voorbeeld te geven).
Maak eens een stevig architecturaal statement
, meneer Termont. Doe het voor één keer eens goed. Wie eeuwen wil meegaan moet verder kijken dan zijn neus lang is. Al beweert u in eenzelfde adem:
Toch moeten we absoluut vermijden dat de leefbaarheid van de stad wordt aangetast door de megalomanie van de politiek. Gent is New York niet, maar mag ook niet het kabouterdorp van Groen! worden.
En daarmee doelt u specifiek op het Project Gent Sint-Pietersstation. Over megalomanie en volksverlakkerij gesproken. Het stadsbestuur heeft zich laten meeslepen in de ambitie van de projectonwikkelaars om de stationsbuurt om te bouwen naar het model van Brussel Noord. Hoge ongeïnspireerde glazen vlakken waarin niemand wil wonen, en die zorgen voor een onveilige leegstand ’s nachts. Ongezonde kantoorbuurten in wat eigenlijk tot het centrale stadsgedeelte behoort worden op die manier gedoemd tot verdere leegstand, want niemand die daar nog wil wonen. Terwijl Flanders Expo vlakbij is, perfect toegankelijk met het openbaar vervoer (trein en dan tram), en dus ideaal is voor de economisch gunstige kantoorplannen die het stadsbestuur met ons vermeent voor te hebben.
Met de projecten voor het Sint-Pietersstation, Flanders Expo en het nieuw voetbalstadion creëren we duizenden arbeidsplaatsen. Ik wil dat die projecten leefbaar én rendabel zijn. De torens aan het Sint-Pietersstation mogen de omwonenden geen 24 uur per dag schaduw bezorgen. Maar zij kantten zich ook tegen een nieuwe afrit. Het is zeer egoïstisch dat zij geen fijn stof in hun achtertuin willen. Oké, het fijn stof zal op die plaats verhogen, maar als het aantal treinreizigers verdubbelt, komt er minder fijn stof in héél Vlaanderen.
Leefbaarheid, meneer Termont, is meer dan de bestrijding van fijn stof. Leefbaarheid is niet ingrijpen in de fundamentele structuur van een buurt, en al zeker niet als er valabele alternatieven voorhanden zijn. Deze stad, onze stad, meneer Termont, is geen kantoorstad. Onze stad, Gent, is een bewonersstad, waar mensen graag wonen en léven. Er is geen model voor Gent, want Gent bekleedt een unieke positie in Vlaanderen (en dat is geen slogan). Dat maakt het misschien wat moeilijker om daar een goede visie voor op te zetten, en verleidelijk om Brussel of –godbetert– Antwerpen als voorbeeld te nemen. Maar daar geven wij Gentenaars toch niet aan toe? Nie pleuje is het devies waar elke Gentenaar trots op is.
Pak de moeilijke weg, meneer Termont, want met bovenstaande uitspraken zal u niet op mijn (voorkeur)stem moeten rekenen.
(Kijk, een PDF-je.)