Dagvulling

Voor de meeste mensen is januari de maand waarin de goede voornemens worden gemaakt. Mijn levensritme volgt eerder schoolkalender, maar dat is meer een gevolg van de festivalzomer die via mijn *kuch* professionele activiteiten mijn schema bepaalt, dan door mijn status van eeuwige student. De zomermaanden, dat zijn ook die fantastische maanden waartijdens ik plots nog veel meer tijd met Henri kan doorbrengen –dat kan om kleine dingen gaan, zoals hij hier nu in mijn bureau (in mijn luisterzetel) zit te lezen terwijl ik werk.

Werkplaats door Bruno Bollaert

Zodra hij terug naar school gaat, hervat ik ook mijn nevenactiviteiten op een meer gedisciplineerde manier (zelfs lopen wijkt –beperkt, maar toch– voor de festivals).

Het aantal activiteiten en de focus wijzigen trouwens elkaar jaar een beetje. Constanten zijn lopen en muziek, maar de verbeiding is wat dit steeds meer tot een uitdaging maakt. En laat planning nu niet bepaald mijn sterkste punt zijn.

Edoch, ik heb het eens bekeken (lijstjes vind ik dan wel weer leuk):

  • Lopen: 3x per week ongeveer 2 u.
  • Sax: 1 u. per dag
  • Cello: 1 u. per dag
  • Gitaar/misc muziekstudie: 1 u. per dag
  • Mysterieuze activiteit: 1 u. per dag

En daarmee hebben we –afhankelijk of het een loopdag is– vier tot zes uur per dag gevuld. Het gaat om een conservatieve tijdsbepaling. Ik denk dat we zo zoetjesaan over uit de hand gelopen hobby’s kunnen beginnen spreken. Oh, en er is ook nog twee keer per week orkestrepetitie (’s avonds), en ik heb één keer per week celloles.

Werkplaats door Bruno Bollaert

En het zou kunnen dat ze volgend jaar opnieuw volwassen beginners gaan toelaten voor degen of floret in de Confrérie, en ik zou daar misschien wel eens aan durven beginnen samen met de vader van een schermgenoot van Henri (als mijn schouder niet te veel zaagt).

Ah, the possibilities!

Favoriete dingen

Terwijl de zoon in Animato *moest* zijn –tussen de trompetles en het middageten, en de schermlessen in– om er een demper voor zijn trompet te kopen, kon ik er niet aan weerstaan om toch ook iets van de winkel mee te brengen.

Bladmuziek door Bruno Bollaert Bladmuziek door Bruno Bollaert

Coltrane voor tenor (en een beetje sopraan), en Bechet voor sopraan sax.

Bladmuziek door Bruno Bollaert

In The Real Book stond ook een versie van My Favorite Things, maar ik vrees dat die nogal recht uit de musical is gehaald. Mijn leraar suggereerde dat ik die van Coltrane eens zou proberen te transcriberen, maar het schoot maar niet op.

Bladmuziek door Bruno Bollaert

In dit boekje staat het ganse stuk in de versie van Coltrane mooi uitgeschreven op euh… 23 bladzijden. (Het duurt dan ook bijna 14 minuten.)

Maandagdruk

Vroeger –t.t.z. vorig (school)jaar– was de maandag mijn nietsdoendag™. Ik hield maandagen zoveel mogelijk vrij om die vervolgens geheel geïmproviseerd door te walsen. Tegenwoordig is de maandag zowat de druktste dag van de week (al raakt ook de dinsdag probleemloos gevuld, en de woensdag en…). De meeste dagen zien er ’s ochtend trouwens gelijkaardig uit. Eruit rond kwart voor zeven, ontbijt maken, iedereen uitwuiven, de dringendste dingen doen op de computer (ik moet overigens héél erg dringend een aantal mails beantwoorden), gaan lopen, en op de saxofoon blazen. Oeps, het is plots al 13 u. geworden.

Om 13 u. 30 heb ik les, normaal duurt dat een half uurtje, maar gezien ik overdag kan komen loopt dat gemakkelijk uit naar drie kwartier tot een uur. We zijn bezig met een aantal standards te ontleden aan de hand van de partituren in the Real (Bb) Book en de versie(s) die ik uit mijn discotheek heb opgesnord. Momenteel zijn we bezig met Lullaby of Birdland, There Will Never be Another You (eigenlijk in de versie van Lennie Tristano, maar Chet Baker gaat er altijd wel in), When I Fall in Love, en My Favorite Things –tiens, Bruno, zoudt ge tegen volgende week die versie van Coltrane niet eens noteren om te zien hoe ze afwijkt van de partituur die ge hebt?

Vervolgens inkopen doen, en kijk eens, het is al half vier, en dus moet ik naar de OR, want daar zit ik elke maandag op Henri te wachten. Een koffie of twee voor mij, een vieruurtje voor Henri, “papa, ge hebt mij zaterdag beloofd dat we eens in die nieuwe gsm-shop hiernaast gingen binnenstappen”, en het is half zes als we thuis zijn. Even overlopen wat hij allemaal moet doen voor school, eten maken, eten eten, kijken naar het begin van Komen Eten, Henri in zijn bed stoppen, en dit postje schrijven. Zo één keer in de week is dat eigenlijk wel leuk, als alles naadloos in elkaar overloopt. Heel organisch, heel zen –maar het zou niet voor elke dag zijn.

Het gaat (een beetje) vooruit

Dit is de lijst met partituren die we straks zullen doorspelen in het orkest (met de nadruk op dóór):

De moeilijkste stukken zijn Bach (voor de snelheid en de sprongen daarbij), New World Symphony deel 1 (voor de ritmes en de lange pauzes –blijven tellen: 1-2-3-4; 2-2-3-4; 3-2-3-4; … ; 95-2-3-4; en dan het thema: la – la – fa# – mi – la – do# – mi – mi – mi), en de Willem Tell Overture (omdat het zo bekend is, en de partituur natuurlijk meer is dan het populaire stukske Night of the Proms muziek en ge u daardoor heel gemakkelijk vergist). Conquest of Paradise ziet er op papier wel moeilijk uit (ik heb het ook nog nooit gespeeld), maar het is zo traag dat het gemakkelijk wordt (daarnet rap eens geprobeerd). Lord of the Rings is het leutigste om te spelen met de wisselende tempi en wisselende dynamiek (luid/stil).

Het is altijd aangenaam om te zien dat het vooruit gaat. Een maat of drie met wat complexere grepen die plots wél kunnen gespeeld worden bijvoorbeeld. Of een terugkerend ritme dat ge plots door hebt, en waardoor een ganse compositie plots helemaal duidelijk wordt.

Maar ik heb nog ver te gaan. Ik twijfel nog tussen soort rietjes (Hemke of Marca) en de sterkte ervan (2 of 2,5 of 3 –sterker is toonvaster; minder sterk is gemakkelijker in het laag). Oefenen op lange tonen, trage en snelle toonladders, en harmonieken –fantastisch gedoe, die harmonieken (zie ook de uitleg voor flageolet). En in het orkest spelen (daar leert ge enorm veel bij).

Vindsels

Vorige week wijdde Didier Wijnants zijn column aan de sopraansax (Wie speelt nog sopraansax?, DM, 05/05/2011), een kapstok voor een verhaal over het boek Findings (My experience with the soprano saxophone) van Steve Lacy; een concert in Berlijn; en een tentoonstelling in Dendermonde.

Het boek van Lacy zat al een tijd in mijn amazon wishlist(s), maar ik had het nooit gekocht wegens te theoretisch en te duur. Wijnants’ column motiveerde mij echter tot aanschaf, gezien ik nu zelf sopraan speel en het ook op het Sax on the Web forum hoog aangschreven stond. Zaterdag besteld (amazon FR was het goedkoopst), vanochtend zat het al in de bus, en tegen vanmiddag was het uitgelezen. Gelezen, maar het echte werk begint vanzelfsprekend pas. Van de 222 pagina’s bevatten er een dikke twintig tekst, de rest zijn allemaal oefeningen. Lacy speelde vier octaven op zijn sopraan, ik krijg er nog steeds de hoge mi niet uit –en dan volgt daarop nog de fa, in het normale register van de saxofoon.

Het komt allemaal neer op oefenen natuurlijk: lange tonen, rietcontrole, dynamiek (luid-stil) en octaafkleploze octaafsprongen. Intonation (getting in tune and staying in tune), schrijft Lacy, is a lifelong problem with the soprano saxophone. In de korte teksten geeft hij tips over hoe die intonatie aan te pakken: first of all, the choice of mouthpiece and reed is critical. En over oefenen: How long is ‘long’? 10 minutes, 20 minutes, one hour, 2 hours, a week? Lacy past het toe op doorgronden van twee willekeurige noten, bijvoorbeeld de lage si en de lage do:

Stay on these two notes. Rock slowly back and forth for a long time, first one, then the other. […] After about 40 minutes you will no longer be bored. Keep it up until you start to hallucinate. The half step interval will become enormous!

We gaan dat eens proberen zie.

Bach. Goesting in —

Gisteren, tijdens de wekelijkse orkestrepetitie, kreeg ik naast mijn partij voor Lord of the Rings ook het tenorsax gedeelte voor de Toccata en Fuga in D Minor van Bach in handen gestopt.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=Zd_oIFy1mxM&w=500&h=405]

En hoewel mijn gedeelte niet bijzonder moeilijk is (het is vooral snel en vraagt een goed ritmisch gevoel en wat telwerk) kreeg ik plots weer veel goesting in Bach. Niet alleen om te beluisteren, maar om te spelen. En dan mag ik wel geen Karl Richter zijn, ik denk dat ik eens zo’n Bachbladmuziekboek ga bestellen bij Amazon. Voor tenorsax, en voor beginners, welteverstaan.

Worst met appelmoes (redux)

V.E.M.: Worst met appelmoes door Bruno Bollaert

Buiten een gigantische jetlag, viel het allemaal nogal mee. Het viel mee? Ik heb mij rot geamuseerd. Bij het begin van de repetitie vrijdag was ik nog ietwat nerveus, want ‘damn, het is nu gelijk bijna voor echt’ en ik heb een week niet kunnen spelen, daar in Hawaii (mijn laatste repetitie dateerde van 13 februari). Tegen het einde van de repetitie zag ik het echter helemaal zitten, en keek ik al uit naar de laatste generale op zaterdagmiddag én naar de voorstelling diezelfde namiddag. Ik had er mij bij neergelegd dat het voor een paar maten spelen of niet spelen ging worden, en wist waar de ‘knelpunten’ zaten. (Lach mij zo niet uit, het is nog maar mijn tweede jaar sax.) Gans het NTG zat vol, en ik had even gevreesd dat ik zou verstarren bij het –geheel onzinnige– gevoel dat iedereen mij zat aan te staren. Niet dus. (Fantastisch trouwens, al die mensen die zijn komen kijken en luisteren –en vooral dan Tessa, mijn moeder, M. & E. & M., en K. & K. & L.)

V.E.M.: Worst met appelmoes door Bruno Bollaert V.E.M.: Worst met appelmoes door Bruno Bollaert

Er heerst een ongeziene bedrevenheid achter de schermen, en de druk(te) valt vooral op de schouders van de mensen die alles in goede banen moeten leiden. Wij (de muzikanten en musicalkinderen) hebben daar verder niets van gemerkt, en konden rustig ons ding doen. Er zaten een paar spannender momenten tussen, zoals wanneer er gelijktijdig door het orkest en door een paar kinderen op scène gemusiceerd wordt (en het orkest zich aan het soms wisselende tempo moet aanpassen), maar die werden probleemloos overbrugd dank zij de dirigent die beschikte over een paar monitors (geluid én beeld).

Het is een wreed leutige bende, bij de V.E.M.. Ik kijk al uit naar de volgende repetitie.

De foto’s zijn van Tessa; ik zit op de achterste rij, zo ongeveer onder de rechterhoek van de middelste ‘zwevende’ toren. Met die grote schuingehouden tenorsax, inderdaad.

Worst met appelmoes

V.E.M. - Worst met appelmoes door Bruno Bollaert

Zaterdag 26 februari mogen Henri en ikzelf in het orkest optreden tijdens het spektakel Worst met appelmoes van de V.E.M. (Henri deed vorig jaar ook al mee). We zijn al een tijdje aan het repeteren; elke vrijdag is er gewone orkestrepetitie, maar de laatste paar sessies werd er toch flink meer nadruk gelegd op de stukken voor de voorstelling.

Zondag was er een soortement generale repetitie (in de polyvalente zaal van Henri zijn school). Grote stukken decor stonden er opgesteld, de kinderen van de musicalafdeling waren er, het orkest, en de mensen die alles in goede baan leiden (de regie). We hebben gans het draaiboek doorlopen, met de nodige stops en wijzigingen.

Wij hadden vooral oog voor de dirigent, en zo gebeurde het meermaals dat we bij het einde van een stuk geconfronteerd werden met een scene die zich tijdens ons spelplezier magisch had getransformeerd tot banketzaal, of marktplein of troonzaal. Onderwijl werd er nog wel eens rook geblazen ook. Spannend allemaal, en vooral héél erg leutig. Ik kijk al uit naar de volgende repetitie (er komt zeker nog één generale repetitie, misschien twee), en de voorstelling zelf. Eerst nog wat oefenen op dat stuk uit Lord of the Dance –dat moet nog sneller!

Optreden

Optreden V.E.M. door Bruno Bollaert

Voila, dat hebben we ook al eens meegemaakt. Vanavond (met bonkende kop en een keel van schuurpapier) heb ik voor de eerste keer opgetreden en (plein) public. Naar jaarlijkse gewoonte luistert V.E.M. de nieuwjaarsreceptie van de BAS-sector in het UZ op. Ik was eventjes een beetje nerveus, maar de groep is groot genoeg om u in te kunnen wegsteken als het moet, en bovendien komen de mensen naar zo’n receptie om sociaal te wezen en niet om naar de bandleden van een orkest te turen. Net zo ontspannend als op een vrijdagse repetitie dus –en hetzelfde repertoire.

Ziet de zoon ginder rechts zitten (we zitten in hetzelfde orkest, jawel –en hij speelt ‘iets’ beter dan zijn vader, maar zeg hem dat vooral niet), ik zat in het midden, ge ziet nog net een stukske van mijn kop. (Tessa heeft de foto gemaakt.)

Zo wijs.

Rampone & Cazzani

Mijn verjaardagscadeau kwam in een grote doos. Helemaal uit Nederland, en eigenlijk helemaal uit Italië. Via ebay, waar een mens al eens deftige slagen kan slaan.

Rampone & Cazzani Sopraan Sax R1 Jazz Rampone & Cazzani Sopraan Sax R1 Jazz

In de grote doos zat een andere doos, in echt vals (?) leder.

Rampone & Cazzani Sopraan Sax R1 Jazz

En in die doos zat een saxofoon; een Rampone & Cazzani sopraan R1 Jazz; zilver vanbuiten, goud vanbinnen (en daar tussenin koper). Het instrument speelt enorm soepel (de toetsen zijn als boter, zeker in vergelijking met de logge bediening van mijn tenor).

Rampone & Cazzani is een weinig bekend merk, dat handgemaakte saxofoons produceert. Agostino Rampone maakte muziekinstrumenten sinds 1818, en men vermoedt dat hij in 1875 met de eerste Italiaanse saxofoons begon. In 1910 trouwde Egidio Rampone met Giuseppina Cazzani, dochter van een klokmaker. Het bedrijf beleefde hoogdagen tot 1957, toen het helaas bijna failliet ging. In 1990 werd Rampone & Cazzani nieuw leven ingeblazen door de nazaten, en het heeft onderhand opnieuw een stevige reputatie opgebouwd. De instrumenten worden volledig met de hand gebouwd.