Buiten een gigantische jetlag, viel het allemaal nogal mee. Het viel mee? Ik heb mij rot geamuseerd. Bij het begin van de repetitie vrijdag was ik nog ietwat nerveus, want ‘damn, het is nu gelijk bijna voor echt’ en ik heb een week niet kunnen spelen, daar in Hawaii (mijn laatste repetitie dateerde van 13 februari). Tegen het einde van de repetitie zag ik het echter helemaal zitten, en keek ik al uit naar de laatste generale op zaterdagmiddag én naar de voorstelling diezelfde namiddag. Ik had er mij bij neergelegd dat het voor een paar maten spelen of niet spelen ging worden, en wist waar de ‘knelpunten’ zaten. (Lach mij zo niet uit, het is nog maar mijn tweede jaar sax.) Gans het NTG zat vol, en ik had even gevreesd dat ik zou verstarren bij het –geheel onzinnige– gevoel dat iedereen mij zat aan te staren. Niet dus. (Fantastisch trouwens, al die mensen die zijn komen kijken en luisteren –en vooral dan Tessa, mijn moeder, M. & E. & M., en K. & K. & L.)
Er heerst een ongeziene bedrevenheid achter de schermen, en de druk(te) valt vooral op de schouders van de mensen die alles in goede banen moeten leiden. Wij (de muzikanten en musicalkinderen) hebben daar verder niets van gemerkt, en konden rustig ons ding doen. Er zaten een paar spannender momenten tussen, zoals wanneer er gelijktijdig door het orkest en door een paar kinderen op scène gemusiceerd wordt (en het orkest zich aan het soms wisselende tempo moet aanpassen), maar die werden probleemloos overbrugd dank zij de dirigent die beschikte over een paar monitors (geluid én beeld).
Het is een wreed leutige bende, bij de V.E.M.. Ik kijk al uit naar de volgende repetitie.
De foto’s zijn van Tessa; ik zit op de achterste rij, zo ongeveer onder de rechterhoek van de middelste ‘zwevende’ toren. Met die grote schuingehouden tenorsax, inderdaad.