Ha! Een verzoekje. Mijn recept voor broodpudding. Niets zo gemakkelijk, en niets zo lekker. Ook Homarus heeft er een recept voor, en het bakboek van de boerinnenbond waarschijnlijk ook. Ik maak mijn pudding al langer dan ik een van beide boeken heb, maar ik kan mij niet herinneren van wie ik het heb gekregen. Bij ons in de familie was er altijd een soort van ‘strijd’ tussen de mensen die graag broodpudding eten, en de mensen die graag vlaai eten. Want vlaai is iets geheel anders. Tante Margriet uit Waasmunster had een goed recept voor vlaai, maar ik at vele keren liever de broodpudding van Tante Maria. Daar zat altijd een smaakske bij –zoals bij al haar desserts– en dat was een flinke scheut van één of andere alcoholhoudende drank. Mijn recept is zonder smaakske.
De benodigdheden staan (bijna) allemaal op de foto. Van links naar rechts geeft dat:
- overschot van brood en andere deegwaren (koffiekoeken bijvoorbeeld); ongeveer 4-500g (ik doe dat uit de losse pols, maar speciaal voor dit recept heb ik het nagewogen)
- drie zakskes vanillesuiker
- kaneel
- speculaaskruiden (optioneel)
- 1 liter melk
- koekskes –in dit geval speculoos, maar dat kan evengoed ‘overschot’ zijn van koekskes die ik zelf gebakken heb
Niet op de foto:
- een beetje bakpoeder
- een beetje bloem (niet altijd)
- (optioneel) chocolade
- (optioneel) ei
- (optioneel) rozijnen
Breek het brood in stukken, verkruimel de koekskes, en voeg de andere droge ingrediënten in een kom (met uitzondering van de bloem). Als u er rozijntjes bij doet (doe ik normaal gezien altijd, maar ik had er geen in huis), voegt u ook die nu toe, zodat ze kunnen weken. Met chocolade wacht u nog wat.
Giet er vervolgens een liter melk over, en roer alles goed onder. Dek af, en laat een dik half uur rusten, zodat de melk goed door het brood wordt opgenomen. Dit is vooral van belang als er wat ouder, verdroogd brood tussen zit, waarbij het wat langer duurt eer het de melk heeft opgenomen.
Na een half uur, roert u alles nog eens goed door, en als het brood in een brokkerige pap is veranderd, dan is uw ‘deeg’ klaar. Indien niet, dan wacht u wat langer.
Soms voeg ik er ook een ei aan toe, en dan voeg ik dat er nu aan toe. Net zoals de chocolade (die zat er nu ook bij). Vooral rond pasen en sinterklaas verdwijnt er behoorlijk wat chocolade in de pudding.
Hebt u te weinig brood, of is het deeg nog al te vochtig, voeg dan gerust wat bloem aan het mengsel toe. Niet overdrijven, het deeg mag niet droog worden. trouwens als u te veel bloem toevoegt, dan krijgt de pudding een bloemsmaak.
Giet het mengsel in een springvorm.
De springvorm die ik gebruik komt van Kaiser, en heet La Forme. Ik vermeld dit expliciet, omdat ik verschrikkelijk tevreden ben van die springvorm. Hij is behoorlijk prijzig, maar fantastisch goed. (Er zit vijf jaar garantie op.)
Het ding heeft een (goede) anti-kleeflaag, en vooral: het is krasvrij. Echt waar. Ik heb die vorm nu al een paar maanden, die wordt minstens één keer per week gebruikt. Ik snij rechtstreeks met een gekarteld mes op die vorm, en daar is nog geen krasje op te zien. Ook schoonmaken is enorm gemakkelijk.
Erm, mja, ik kan het maar zeggen hé. Ik word niet betaald voor reclame noch ontvang ik enige andere gunsten van één of ander bedrijf dat rechtstreeks of onrechtstreeks iets met die bakvormen te maken heeft.
Allez, verwarm uw oven voor op 180°C.
Oeps, waar is de pudding. Ah juist, in de oven.
Nog een tip: verwarm uw oven altijd wat warmer voor dan de temperatuur die u nodig hebt. Ik heb mijn oven voorverwarmd op 200°C, en de temperatuur teruggedraaid naar 180 toen ik er de pudding in stak. De temperatuur zakt immers want (1) u opent de ovendeur en (2) u steekt een koud(er) iets in de oven.
Bak uw pudding in 45 minuten.
Bon, er zijn allemaal trucjes met breinaalden die ge in de pudding kunt steken om te zien of hij niet te veel kleeft (pas dan is hij zogezegd klaar), maar ik heb eigenlijk nog nooit een pudding langer dan 45 minuten in mijn oven gehad.
Wel belangrijk (maar moeilijk) is dit: haal uw pudding uit de oven, en laat hem minstens een uur (met de springvorm nog steeds gesloten) rusten. Een uur, jawel. Langer mag ook.
Verwijder de springvorm voorzichtig. Ga eventueel eerst met een lange dunne spatel (of een mes) rond aan de binnenkant van de vorm. Het resultaat is iets zoals op de foto hierboven.
De pudding zal waarschijnlijk nog niet volledig gekoeld zijn; laat die gerust eerst volledig afkoelen. En eigenlijk hé, eigenlijk moet de broodpudding koud zijn voor u hem kan (nee: mag) aansnijden.
Eenmaal aangesneden, is het hek van de dam. Dit langharig tuig wou graag een testen of de chocolade bij zo’n afgekoelde broodpudding nog genoeg gesmolten was.
(We zijn nu overigens 12 uur later –een tijdsperiode waarvan het grootste gedeelte slapend werd doorgebracht– en de pudding is reeds volledig op.)
Smakelijk!