over kogels en kerken

Als u denkt, die titel heb ik vandaag nog ergens gezien, dan hebt u ook de site van Bert (x-pose.be) in uw bookmarks staan. Bert kwam gisteren thuis met de Canon Eos 1D mkIII, en ik met de Canon EOS 40D (Sara en Frederik hadden het gisteren al opgemerkt).

Het is niet dat ik het niet geprobeerd heb. Sinds ik mijn EOS 5D heb moeten afstaan, ben ik op analoge manier door het leven gegaan. Maar hoe verschrikkelijk aangenaam dat ook mag zijn –en hoeveel beter ik eigenlijk die analoge fotografie nog steeds vind– er zijn twee grote nadelen aan.

Enerzijds is er de kost. Een 120 rolfilm (12 foto’s) kost gemiddeld 6 €. Voor ontwikkeling en scannen komt daar nog eens 10 € bij, wat de kost voor twaalf foto’s ergens tussen 16 en 20 € legt. De tien filmpjes die ik in augustus –voor eigen gebruik– heb vol geschoten hebben mij dus een kleine 200 € gekost.

Anderzijds is er de efficiëntie. En dan heb ik het niet enkel over het gewicht van de Hasselblad of de omvang van de Yashica-Mat. Denk maar aan de post processing, waarbij ik gewoon veel meer kan doen met RAW dan met ingescande negatieven. Of de bepaling van de compositie die gewoon te lang duurt voor pakweg concertfotografie. Bij jazz, waar de muzikanten hun fitnessoefeningen op het podium beperken, valt dat enigszins mee, maar nu ook het popseizoen van start gaat, kan ik met de manuele focus op f/4 niet meer mee. Er is natuurlijk de enorme street credibility die je uitstraalt wanneer je met zo’n Hasselblad in de hand concerten fotografeert, maar functie gaat voor vorm in dit geval (en ik zit niet meteen in met street credibility).

Zeg ik de analoge fotografie vaarwel? Ik zou wel gek zijn. Eerder heb ik op deze pagina’s al vermeld dat ik steeds meer voor een pragmatische aanpak ga, en dat is ook in deze van toepassing. Analoog bewaar ik voor de eigen projecten, maar zodra er snelheid (“het moet morgen op de site!”) of andere druk mee gemoeid is, ga ik digitaal (zowat alles voor onder meer Het Project dus).

Maar goed, ondertussen zat ik al bijna twee maand zonder digitale camera. Bij Foto Rembrandt hebben ze het probleem doorgespeeld naar Canon zelf. Daar heet het, dat het dossier momenteel ‘in behandeling’ is. Ondertussen is de 40D te koop, met DIGIC III processor, *zelfreinigende* 10.1 MP APS-C CMOS sensor, en een magnesium alloy body net zoals de 5D. Van performantie bij hoge ISO waarden (lees ruisonderdrukking) wordt geschreven dat ze vergelijkbaar is met de 5D, en dat was het wat mij uiteindelijk over de schreef trok. Als ik ooit mijn 5D terugkrijg, kan de 40D dienen als backup body.

De 40D voelt inderdaad zeer solide aan (ik voel graag dat ik een toestel in mijn handen heb), en klikt stiller dan de 5D (handig voor intiemere concerten). Er is natuurlijk wel de kleinere sensor met 1,6 x crop factor die ik liever kwijt dan rijk was, maar rijk ben ik al helemaal niet dus echt moeilijk gaan we daar niet over doen.

We gaan er vandaag eens mee op stap zie. Voor een praktijktest.

licht

Het blijft raar, in het ‘donker’ foto’s maken. En dan heb ik het niet over de aanwezige hoeveelheid licht, hoewel het daar eigenlijk alles mee te maken heeft. Gezien mijn digitaal fototoestel nog steeds ‘in behandeling’ is (en ik voorzie niet dat ik het terug heb voor het einde van deze nieuwe maand), ben ik aangewezen op analoge fotografie. Bovendien is ook mijn Leica verdwenen voor herstelling, dus rest mij enkel nog middenformaat. Ik heb er al aan getwijfeld om mij een tweedehandse analoge body aan te schaffen –gezien ik over het nodige glas beschik– maar ik spaar dat geld liever voor bovenvermelde reparatiekosten.

Mijn middenformaat toestellen beschikken evenwel niet over ingebouwde lichtmeter. Dus meet ik het licht een paar keer handmatig, op Jazz in ’t Park, en ga ik vervolgens (met de natte vinger) aan de slag met de Hasselblad. Enfin, ik ben begonnen met de Yashica-Mat, maar van het filmpje dat ik er vorige week vrijdag heb op gedraaid, wachten er nog steeds een drietal hokjes op belichting. De Hasselblad is flexibeler. Zwaarder misschien, dat wel, maar ik heb twee backs, en die kan ik verwisselen naar mate de lichtcondities wijzigen. Vorige week zat er op de ene een Kodak Tri-X (z/w) die ik van 400 naar 800 ISO heb gepushed, en een Fuji PRO400H (kleur). Dat leverde voor vorige week o.a. dit beeld van Karel Van Marcke op.

Deze week zit er op de ene een Ilford FP5 Plus (z/w) die ik van 400 naar 800 ISO heb gepushed, en op de andere een Ilford Delta 3200 (z/w) die ik op 1600 ISO heb ingesteld. Hoe het zit met de belichting is voor een groot deel giswerk. De (spot)meetingen van de lichtmeter zeggen mij dat ik met 1/125s meestal rond de f/5.6 – f/8 zit, maar ik probeer daar een beetje conservatief in te zijn, gezien mijn foto’s van de vorige keer naar het onderbelichte neigden. Al blijf ik zenuwachtig over het resultaat.

Het is eigenlijk ook niet evident om daar vanvoor aan het podium met de Hasselblad foto’s te maken. Compositie en cadrage, focussen, geduldig wachten op het juiste moment, en ondertussen staat ge daar maar in ieders zicht. Al is dat waarschijnlijk meer eigen perceptie dan effectief mensen storen –ik probeer sowieso zo rap mogelijk mijn ding te doen en mij uit de voeten te maken. “Die fotografen hebben precies altijd schrik”, zei een muzikant mij gisteren. “Maar van mij zouden ze dus gerust op het podium mogen komen om een goede foto te maken hé.” Ik ben al blij als ik er kan zijn voor de soundcheck zodat ik met een geruster hart rond het podium kan stappen in de wetenschap dat ik dan (waarschijnlijk) toch niemand stoor.

50mm

Het is lastig, zo zonder digitaal fototoestel. Bijna drie weken ben ik mijn 5D kwijt, en nu loop ik op Jazz in ’t Park een beetje verweesd rond. Gisteren heb ik de Yashica meegenomen, met een 400asa Neopan in, en gewapend met een (zeer goede) lichtmeter heb ik toch een paar opnames genomen. (Charles wist vanochtend te vertellen dat ze mij op AVS hebben getoond, met mijn zwart dooske.) Maar ik mis toch het comfort van de telelens op mijn DSLR en de RAW-mogelijkheden achteraf. Daar tegenover staat dan weer dat ik analoog aan het experimenteren ben geslagen. Daarnet heb ik de Hasselblad meegenomen, met een Tri-X op 800asa.

Vrijdag kreeg ik een recommandé gepresenteerd, net toen ik wou vertrekken voor mijn ochtendelijke run. Een schabouwelijk uitziend pakket werd mij in mijn handen gegeven in ruil voor een handtekening. In het pakket, een witte gewatteerde enveloppe, zat een nieuwe, witte gewatteerde enveloppe, met daarin, in drievoudige dikke bubblewrap gedraaid, de lens die ik dinsdagavond op ebay had gekocht.

Hasselblad Carl Zeiss CF Distagon 50mm f/4 T*

Ze ziet er eigenlijk zowat hetzelfde uit als de lens die ik al had, de Sonnar 150mm f/4 T*, maar deze is een Distagon 50mm f/4 T*. En die 50mm middenformaat vertaalt zich naar ergens de FOV van een 30mm in kleinbeeld (gewoon fototoestel) equivalent.

(Ik heb nog meer nieuw speelgoed, maar dat is stof voor een andere keer.)

fototoestellen

Zaterdag heb ik mijn Leica M6 bij Verstraeten binnengegeven. “Het zou toch wel zeven weken kunnen duren”, sprak hij verontschuldigend. “Was het een oudere, dan kon ik hem zelf openmaken, maar aan die M6 mag ik eigenlijk zelf niet aankomen. Ze komen hem hier ophalen –ik stuur hem liever niet op met de post– dan moet hij naar Solms, daar gaan ze hem herstellen, en voeren ze meteen ook een CLA uit.” CLA staat voor clean, lubricate, adjust, waardoor mijn M6, wanneer ik hem terug krijg, intern terug in nieuwstaat zal verkeren. Hoeveel dat zal kosten? Hij durfde er niet meteen een bedrag op plaatsen, maar ja, het zou toch ‘een paar honderd euro’ kunnen zijn.(Een paar is gelijk aan twee, gonst het nu mantragewijs door mijn hoofd.)

Terwijl de problemen met de sensor van mijn 5D nog lang niet van de baan blijken te zijn —men belt mij morgen op; de vertegenwoordiger van Canon was met vakantie– is op het internet de informatie over de nieuwe Canon modellen gelekt. Enfin, gisteren was die informatie nog ‘gelekt’ (Canon 40D and 1Ds Mark III Specification Leaked), vandaag is de informatie van één van de twee modellen officieel voorgesteld.

The much rumoured Canon 40D digital SLR camera is finally officially here, with a 10.1 megapixel sensor, 6.5 fps continuous shooting and 3 inch LCD screen. The 40D also features an upgraded dust and weather resistant construction, ISO 3200 mode and DIGIC III processor.

De nieuwe camera wordt verwacht begin september, en zal 1.299 USD kosten. De volledige press release is te vinden bij PhotographyBLOG. Klein persoonlijk detail: 1.299 (euro dan wel) is zowat de prijs die men mij voor ogen hield voor de vervanging van de sensor van mijn 5D.

Eind deze week is het weer Jazz in ’t Park, en ik kijk er eigenlijk wel naar uit op het gratis jazzfestival dit jaar met mijn Hasselblad te fotograferen. Al hoop ik niet te veel met een tripod te moeten sleuren. Waar is mijn voorraad Tri-X (op 1600ISO ingesteld) nu weer? En mijn lichtmeter…

nieuw speeldgoed

Druk! Vergeef mij dan ook dat ik –terwijl ik dit schrijf– mijn middageten naar binnenspeel. Ik heb net een interview achter de rug –samen met Huug— over Het Project, dat (binnen een tweetal maand) in een vooraanstaand weekblad wordt gepubliceerd. En binnen een klein uur moet ik reeds aanzetten naar de Bijlokesite voor de openingsavond van het BNRF.

Vanochtend ben ik gaan lopen: 7,58 km in 44:40 minuten met een gemiddelde hartslag van 153 bpm. Daarna ging het ijlings richting binnenstad: twee geheugenkaarten gekocht (met de bonnen die ik ten afscheid op mijn werk had gekregen); vervolgens (ontbijten om 11 uur) een koffie met croissant in de Barista; om uiteindelijk te eindigen bij mijn fotomeneer om mijn filmpje binnen te geven en mijn nieuw speelgoed af te halen.

Jawel, sinds vandaag ben ik de trotse bezitter van een Hasselblad 500c/m met Sonnar 4/150. De –Nederlandstalige– gebruiksaanwijzing zat er nog bij in fantastische jaren 70 typeset, én een briefje met daarop handgeschreven de belangrijkste tips voor het gebruik. Om rug van body te halen schuif terug insteken. Schitterend!

Voorlopig geen tijd om foto’s te maken van het toestel of de handleiding of het papiertje, en al evenmin met het toestel. Maar die schade haal ik binnenkort wel in.