Kabas in de Hot Club

Er stonden maar liefst twee concerten en een jam op het woensdagavondprogramma van de Hot Club. Bij de ingang van het steegje zei ik nog even goedendag tegen Mik Torfs, zakelijk & artisitiek leider van de Jazzlab Series. Torfs zou ook de avond inleiden en verving daarmee de gebruikelijke ceremoniemeester, Bart Maris, die nog een concert in de Brusselse KVS moest afwerken, alvorens hij mee kwam jammen in het derde deel. Maris, van wie men zegt dat hij alleen maar gelukkig is als hij trompet kan spelen, won onlangs nog zeer verdiend de Jazzmozaïek Award 2015.

Kabas, de groep met Thijs Troch & Jan Daelman (van Keenroh, de winnaars Jong Jazztalent Gent 2014) en Nils Vermeulen & Elias Devoldere (de wekelijkse Hot Club invites op donderdag ), mocht de avond openen. Het concert begon heel chaotisch en schijnbaar ongeordend, maar luttele minuten later had de gecontrolleerde bende als een warmgelopen diesel een onstuitbare opmars ingezet. Het klonk eerst allemaal heel voorzichtig, alsof de groepsleden elkaar wat moesten aftasten. Maar waar bij de openingsfrasen de mensen achter de bar het publiek met hun gebruikelijke gesis tot stilte aanmaanden, bleek die oproep niet langer noodzakelijk zodra Jan Daelman, de fragiele fluitist van Keenroh, de dwarsfluit had ingeruild voor een tenorsax.

Daelman, die de sax nog maar net van pianist Thijs Troch had overgekocht, liet het ding loeien als was het zijn ambitie om die avond meer rietjes te verspelen dan tijdens een gemiddeld Brötzmann concert. (Peter Brötzmann, een van de meest vooraanstaande free jazz muzikanten, heb ik tijdens een concert in de Vooruit eens een vol pak rietjes zien opblazen.) Tegenwoordig kunnen we free jazz ook reeds als een klassieke jazzvorm beschouwen, al zou de groep mij bij een volgende ontmoeting ongetwijfeld lynchen als ik hun muziek zo zou omschrijven.

20150325_kabas01

De hardnekkigheid van het volume lieten mij al gauw wensen dat ik toch maar aan oordopjes had gedacht (de Hot Club is klein voor een dergelijke volume), en noopte een aantal mensen aan de tafels bij het podium, waar Daelman bijna rechtstreeks in de oren stond te blazen, tot een voorbarig verlaten van het concert. Hopelijk gingen ze zich niet verder dan het terras verplaatsen, want zelfs van daaruit viel het concert ongetwijfeld nog makkelijk mee te volgen.

De groep schuwde evenwel het subtielere werk niet, en zorgde voor een gebalanceerde afwisseling van rustiger en agressievere stukken. Waar drummer Devoldere tijdens de geluidsstorm nog een drumstok uit zijn eigen handen had geslagen, kon hij nu ook een ondersteunende roffel bieden. Bassist Vermeulen aarzelde evenmin om voor dergelijke passages de strijkstok te gebruiken. De muziek was lyrischer en kende een fragiele uitwerking van melodieuze texturen en gelaagdheden.

De plaatsen vooraan werden opnieuw ingenomen, door een aantal nietsvermoedende studentes die het eerder geweld hadden gemist, maar kwamen alras weer vrij bij de volgende tumultueuze uitspatting van de creatieve groep. De subtiliteit van de piano ging vaak wat verloren, de ene keer door het kabaal van de rest van de groep, de andere keer door het geroezemoes van het publiek tijdens de stillere stukken. De handen en vingers van Troch bewandelden of besprongen nochtans geestdriftig het klavier. En soms hoorden we uit de stevige swing beat van de ritmesectie een pianomelodie berekend dwarsliggen. Er waren heel mooie momenten te horen, zoals ook het laatste stuk, dat werd ingezet als een dialoog tussen saxofoon en bas, waarbij later in de discussie ook drum en piano zich gingen moeien. Helemaal opvallend tijdens dit concert was het spelplezier en de goesting van elk van de bandleden.

Na de pauze was er een concert van The Flipside Paradox, een gemengde band met Nederlandse en Belgische muzikanten, waarmee de Jazzlab Series afwisselend in Nederland en België gaan spelen in een soort uitwisselingsproject. Het contrast tussen dat concert en het voorgaande van Kabas was echter iets te groot, waardoor ik tijdens het tweede nummer ben afgedropen.

Nog even wat Kabas betreft: de groep trekt begin april de studio in om een eerste album op te nemen. Omdat zo’n onderneming niet goedkoop is, werd er een crowdfunding project opgezet, waar u de groep financieel kan steunen (dat kan al vanaf 10 euro, en voor 20 euro krijgt u in ruil het vinyl album). Hun crowdfunding project is tot stand gekomen met steun van Gent Jazz, Jazz Middelheim en JazzLab Series (die o.a. meer goodies in uw potentiële bag werpen).

Persconferentie Gent Jazz festival, editie 2015

Hopelijk was het weer vanochtend een beetje een voorbode voor de komende editie van het Gent Jazz Festival, deze zomer. Niet zelden wordt het festival immers uitgedaagd door de weergoden, al moet daar meteen aan worden toegevoegd dat de sfeer zelf, er altijd opperbest blijft. Vandaag was het evenwel een onvoorwaardelijk stralende zon waaronder ik de luttele kilometer fietste, van thuis naar de Bijlokesite, waar de persconferentie voor Gent Jazz Festival, editie 2015, plaatsvond. (Vanavond sprak mij tegen, maar dat enkel om het contrast met de persconferentie groter te maken en zodoende mijn stelling bij te treden. Ik heb een uitleg voor alles, jawel.)

20150324_gentjazz01

De plaatsen zijn gegeerd, op die persconferentie, niet in het minst door de heerlijke catering achteraf. Er is zelfs voedsel voorzien voor de vegetarische medemens, dit is tenslotte Gent.

Aan de sprekerstafel in het Auditorium van het Anatomisch Instituut zaten, van links naar rechts, Peter Zwertvagher (partners & communicatie), Bertrand Flamang (festivaldirecteur), Kevin De Vos (programmator), en Phillip Bossuyt (moderator). Toen de conferentie van wal stak, daalde plots ook nog de Gentse schepen van cultuur, Annelies Storms, neder uit het publiek, om een onverwachte laudatio af te steken aan het adres van het festival en in het bijzonder ten aanzien van Bertrand Flamang. Als performance kon het alvast tellen.

20150324_gentjazz03

De kernpunten van de persconferentie zijn samen te vatten als volgt: er komt pre-seating (gedaan met jasjes over de stoelen -juij), er is een fantastisch jazzprogramma, en Zaz komt naar het festival (en Gregory Porter, en Tony Bennett brengt Lady Gaga mee –of was het omgekeerd?). Die pre-seating is er overigens gekomen naar aanleiding van het Bennett/Gaga verhaal, en biedt volgens de organisatie de “voordelen van een comfortabele concertzaal met de gezelligheid van een festival.”

20150324_gentjazz02

De eerste drie dagen –de ‘jazz’dagen– zijn nu bekend; (de rest van) het tweede deel (zaterdag 18/07 is daar een topdag) van het festival wordt dra ingevuld. Ook de jazzlunches in het Sandton Grand Hotel Reylof ontbreken nog grotendeels; voorlopig noteren we daar Woodworks (Stefan Bracaval en Pierre Anckaert), Wasserbauer (Bart Vervaeck, Dick van der Harst, en Lieven van Pee), en het De Groote-Faes Duo.

Gent Jazz Festival, tussen 10 en 18 juli 2015 op de Bijlokesite. Programma en tickets beschikbaar via de website.

Voordracht en meer jazz

Gisteren was er deel vier van de Jazz lezingen van UGent, deze keer met Christopher Hall.

20150309_jazz01

Onder de noemer Jazz Away from Home aka de Londense bijdrage, ging dit een lezing worden over de Londense jazz scene. Ik keek al uit naar een broeierige bijdrage over de huidige toestand van jazz in Londen, maar het kwam veeleer neer op een historisch overzicht van jazz aldaar. Interessant, met heel wat voorbeelden (misschien net iets te veel geluidsfragmenten), maar zonder een duidelijke lijn. Toen we bij de hedendaagse jazz terecht kwamen, was er geen tijd meer over, en flitste alras een slide voorbij met een pak namen over muzikanten en groepen waarvoor Hall geen tijd meer had, om ze allemaal te vermelden. Gelukkig komt de voordracht ook op Zephyr te staan.

We blijven echter volhouden en proberen volgende week nog een keer.

20150309_jazz02

In de Hot Club was het achteraf heerlijk ontspannen bij de muziek van Stijn Bettens (accordeon), Lieven Van Pee (bas), Frederik Van den Berghe (drums) en Bart Vervaeck (gitaar). In zwaar contrast tot vorige keer, hoorden we deze keer een heus samenspel, inclusief de nodige fratsen en geginnegap als er onverwachts iets te ver van de Real Book werd afgeweken. Zeer mooie muziek, musette en (andere) standards, met een heerlijke dialoog/afwisseling tussen Bettens en Vervaeck. Voor de tweede set kwam er ook een vibrafonist bij, maar het werd te laat voor die echt begon mee te spelen. Jammer, want ik hoor dat graag, zo’n vibrafoon.

That’s entertainment (Stefano Bollani in de Handelsbeurs)

De voorbije jaren heb ik Stefano Bollani al een paar keer zien passeren; met Enrico Rava, met Hamilton de Holanda, met Martial Solal, en zelfs solo; op Gent Jazz, op Jazz Middelheim, en op Newport Jazz. Dinsdag speelde hij in de Gentse Handelsbeurs, solo piano.

Het concert begon met een uitgebreid stukje Bechet (Si tu vois ma mère) gevolgd door Harry Belafontes Matilda. Twee doeltreffende openers, waar Bollani niet alleen de aandacht behoudt door de aanstekelijke melodie, maar waarbij hij meteen ook minder evidente stukken improvisatie laat binnensluipen. Het blijft altijd herkenbaar, melodieus, en Bollani laat die melodie graag in verschillende stijlen horen (van klassiek tot pop via blues). De linkerhand krijgt voldoende aandacht, zelfs helemaal expliciet, wanneer Bollani pretendeert alsof zijn rechterhand aan zijn linker instructies heeft, en hij niet meer is dan een neutraal lichaam dat er toevallig tussen zit. Het is een typerend stukje theater voor de muzikant die steeds vol energie en fratsen zit, en zich met een zelfzekere flair probleemloos de aandacht van het publiek toe-eigent.

Hij gaat door met een waanzinnige medley waarin hij onder andere Nino Rota citeert en Mozart, zichtbaar misbaar maakt over de moeilijkheid van zijn partituur of net de saaiheid ervan, om dan prompt de partituur ondersteboven te draaien en Júrame (een enorme hit voor Juan Camacho in 1976) te coveren –inclusief zang. Hij sluit af met een variatie op London Bridge Is Falling Down in ragtime, en ergens herkennen we ook nog Monks In Walked Bud. Hij kondigt af: “so I played a few pieces such as Júrame… and other things I simply don’t remember.”

20150303_jazz01

Bollani belegert en bekruipt de piano van alle mogelijke kanten, wringt zich in allerlei bochten, klopt op de kast en het binnenwerk, veert op van de pianostoel, speelt staand en zittend, en vergeet vaak dat er ook pedalen aan het ding zitten. Hij heeft een uitstekende techniek, maar vooral ook een ongeziene beheersing van zijn lichaam, wat hem toelaat tijdens al die capriolen ook nog schitterend piano te spelen. Hij speelt een stukje Zappa, want daar gaat zijn meest recente album over, en zingt vol enthousiasme mee op Bobby Brown, want hij had zin in een liefdesliedje.

“He’s really a genius,” vertrouwde een Italiaanse promotor mij vorige zomer in Newport nog toe. “He has an amazing memory –he knows all these songs, all these pop tunes, since he used to play for Italian pop stars. At the end of his concerts he often asks the audience for what they would like him to play, and he knows all of the songs. One time there was a song he didn’t know, and they hummed a few bars for him and then he simply played it by ear. And of course everbody said it was better than the original song –which he had never heard.”

Ook in Gent mocht het publiek voor het bisnummer tien liedjes nomineren, die hij dan tot één afsluitend stuk samenvoegde. Hij speelde zijn Per Elisa, ofte Beethovens Für Elise in de versie zoals hij ze hoorde op de oude 78-toerenplaat van zijn grootmoeder. “I still don’t know whether it was an artistic choice of the piano player or a problem with the record.” Er volgen een absoluut hilarische imitatie van Paolo Conte; de vogeltjesdans; Verdi’s La donna è mobile; en afsluiten doet hij met de sirtaki.

Bij het (tweede) applaus komt hij opnieuw terug, om de avond definitief af te sluiten met Samba de Uma Nota Só (One-Note Samba). De man is een meesterlijk entertainer.

20150303_jazz02

Na afloop van het concert, fietste ik nog gauw even naar… de Hot Club, waar Woodworks, het duo van fluitist Stefan Bracaval en pianist Pierre Anckaert hun jongste cd kwam voorstellen. Als de trend van de voorbije dagen zich verderzette, zou ik immers mooi op tijd zijn voor de tweede set. Helaas: het duo speelde die avond één lange set, en ik was nog net op tijd om de laatste twee (en een halve) liedjes te kunnen meepikken.

Edoch, dat zorgde ervoor dat ik nog net op tijd thuis was om de zoon te zien, die op dinsdag laat van zijn schermtraining terug komt, dus dat was dan weer mooi meegenomen. (En woensdagavond ben ik thuis gebleven.)

Een lezing, een wok en een erm… jam

Kijk eens hier, stuurde mijn wederhelft in een e-mail, en mijn plannen voor gisterenavond werden plots gewijzigd. De volgende weken vindt u mij op maandagavond in de Blandijnberg, alwaar van 19 tot 21 u. telkens een lezing over jazz plaatsvindt. Gratis toegankelijk.

20150302_jazz01

Blijkt dat ik al twee lezingen gemist heb, maar vooral dat er nog vele interessante volgen. Gisteren sprak Marc Leman, de man die mij begin de jaren 90, als keuzevak in de Germaanse, HTML heeft geleerd, de mens achter het IPEM, en (vanzelfsprekend) Prof. Dr. ondertussen. Het is een understatement om te schrijven dat Leman weet waarover hij spreekt, helaas was de materie gisteren dermate complex, verscheiden en uitgebreid, dat we eigenlijk niet veel meer dan een kleine introductie tot een staalkaart hebben gekregen, waar cognitieve muziekwetenschap allemaal mee bezig is. De voorbeelden kwamen eerder toevallig uit jazz, had ik het gevoel, en Prof. Leman gaf ook toe dat er eigenlijk nog maar weinig onderzoek naar jazz is gebeurd. Ik vond het bijzonder interessant, de inleidingen over entrainment en prediction models en expression alignment, maar bleef toch een beetje op mijn honger zitten.

Wij gingen nadien naar de Hot Club, maar dat zat zoals vorige maandag reeds helemaal vol. Eerst iets eten dus, maar het is duidelijk minder evident dan men zou veronderstellen, om rond half tien ’s avond nog eten te vinden. We zijn de buurt helemaal rondgewandeld, van Groentenmarkt naar Veerleplein naar Jan Breydelstraat en naar de Korenmarkt, maar de etablissementen waren allemaal (reeds) gesloten (Sarabande, Mosquito Coast), te duur (Belga Queen, Coeur d’Artichaut), of volzet (de rest). Uiteindelijk konden we nog terecht in de Wok A Way (lekkere tofu).

20150302_jazz02

Rond 22 u. waren we terug in de Hot Club, waar opnieuw Filip Vandebril en Frederik Van den Berghe het ritme aangaven. We waren net op tijd voor het begin van hun tweede set met gitarist Bruno De Groote en saxofonist John Snauwaert. Bij het begin dacht ik even dat ik mij vergist had in het kunnen van De Groote, maar dan daagde het dat die tweede set moest geconcipieerd zijn als een onemanshow van Snauwaert. De saxofonist stak onbesuisd van wal, hield bij de eerste stukken nog een beetje rekening met de andere muzikanten, maar ging voor de rest gewoon dóór. De Groote heeft een paar keer getracht er een muzikaal woord tussen te krijgen, maar hij kreeg gewoon de ruimte niet. Een zeldzame keer werd hem door Snauwaert ’toegestaan’ een solo uit te bouwen, wat hij deed met een schitterende deconstructie van de standard die de saxofonist had ingezet. Net toen hij goed en wel op dreef kwam, liep de saxofoon evenwel opnieuw met de rest weg. Bijzonder jammer, want het zag ernaar uit dat De Groote —pardon the pun— grootse muzikale plannen had.

De muzikale stijl van Snauwaert en De Groote stond eerder als een tang op een varken, maar zelfs dat hoeft geen aanleiding te zijn tot een dergelijke exclusie (integendeel). Mogelijks heb ik het gewoon allemaal gemist tijdens de eerste set, of heb ik het gans het spel helemaal verkeerd ingeschat, of, of, of. Het is in elk geval geen reden om thuis te blijven, want net zulke spanningen leveren op hun best de mooiste momenten af. En vooral dat willen we niet missen.

Your private collection starts here. (Ifa y Xangô live en op vinyl)

Het was een (helaas uitzonderlijk) genoegen om vorige week zo’n boeiend interview met Seppe Gebruers bij het ontbijt in De Morgen te vinden. Pianist en componist Gebruers werkt al jaren aan zijn muzikale identiteit, met een hardnekkigheid die alleen maar geloofwaardigheid toevoegt, aan de complexiteit en het vernuft van zijn materiaal. Gebruers kwam terecht onder de vleugels van docent Erik Vermeulen, die al gauw vond dat hij zijn pupil niets meer had te leren. Ze bleven evenwel samenwerken, in duo, wat eerst uitmondde in een lange aanloop naar een paar concerten, en achteraf weerslag vond in het evolutieve album, Antiduo (eNR014). Sporen in De Singel (2011) en zo’n drie jaar later het Antiduo concert in De Bijloke (2014), behoren tot de meer memorabele concerten die ik heb bijgewoond. Zo’n fantastische evolutie.

Een vergelijkbaar procedé lijkt zich nu te voltrekken met Ifa y Xangô, de groep waarmee Gebruers in 2011 niet alleen deelnam aan het Jong Jazz Talent Gent concours van Gent Jazz, maar het ook nog won. De groepsleden kennen elkaar al sinds de middelbare school, en onder impuls van percussionist Sep François kwam de band tot stand. Gebruers schreef een aantal stukken voor het eerste album, Abraham (uitgebracht in 2012 in eigen beheer), improvisaties waarin de groepsleden een verhaal tot stand brengen. Waar de improvisaties op dat eerste album vaak ook in kleinere subgroepjes tot stand komen, klinkt de groep op hun nieuwe album veel meer als een eenheid. Het nieuwe album werd vrijdag voorgesteld met een concert in het Gentse S.M.A.K.

20150227_ifayxango01

De voorstelling in het S.M.A.K. was een double bill. Aan de release ging een concert van Han Bennink en Jasper Stadhouders vooraf, dat voor 20.30 u. was aangekondigd. Ik moest daar helaas verstek voor geven (mijn zoon moest naar zijn eerste bal gebracht worden), waardoor ik er pas kon zijn voor de release zelf, die om 22.30 u. zou beginnen.

Bennink & Stadhouders hadden slechts een korte set gespeeld, vernam ik bij aankomst, waardoor de rest van het publiek eigenlijk al een dikke drie kwartier zat te wachten op de aanvang van het tweede concert. Het was onder meer wachten op één van de groepsleden, dat net zoals ik eerdere verplichtingen had, en de groep dacht er niet aan met een onvolledige bezetting te beginnen. Het is kenmerkend voor de evolutie van de nochtans grote groep, en legt de nadruk op de verbondenheid en het belang van de inbreng van elke muzikant in de sound en het verhaal.

Wat betreft dat verhaal, zijn er voor het album gemakkelijk drie delen te duiden. Er zijn de vier stukken van twice left handed, de A-kant op de lp; de B-kant, shavings; en er is het live optreden.

Onder een gestaag ritme vangen zowel de plaat als het concert aan, en dat mondt al gauw uit in een drone die zich vervolgens in een muzikaal avontuur van jewelste vertaalt. Het ritme van de percussie wordt doorspekt met interjecties van de blazers, wordt blootgesteld aan een melodische rif van de gitaren, en herverdeelt het speelveld steeds opnieuw onder de verschillende muzikanten.

20150228_enr033coverIs op plaat de dichotomie tussen A- en B-kant vooral inhoudelijk (shavings puurt veel meer uit een beat die zo uit de elektronica gegrepen is), dan zit het contrast met de live uitvoering veel meer in het massief volume en het opzoeken van een onophoudelijk uitgestelde climax die nooit bij het haar getrokken lijkt. De muziek wordt gekenmerkt door een organische ontwikkeling die nooit uitdooft, maar als op vanzelfsprekende manier zichzelf steeds weer hernieuwt en op die manier de boog strak gespannen houdt. Nooit liet zo’n eenvoudig begin van concert én plaat een dergelijk avontuur vermoeden. (Ik krijg niet genoeg van het aanzwellend begin van opener kamchatka, en laat om de zes minuten de naald opnieuw in de begingroove glijden.)

Er waren tijdens het concert een aantal fantastische momenten, van de binnen de verwachting opgewekte phase shifting, tot het moment waarop de drie blazers eenzelfde melodie op een andere manier/moment/met een andere insteek spelen. Of de achtergrond die in estafette wordt uitgewisseld tussen elektronica, percussie en saxofoon, en nog veel meer de voortdurende klankverschuivingen die het vaak onmogelijk maken te achterhalen van welk instrument of van welke muzikant de inbreng juist is. Ifa y Xangô is een groep, een collectief, dat met een verbazingwekkende discipline een herkenbare muzikale identiteit (be)vestigt.

Het Ifa y Xangô tentet bestaat uit, João Lobo, Sep Francois, Ruben Pensaert (percussie & drums); Seppe Gebruers (elektronische keyboards & live processing); Niels van Heertum, Filipe Nader, Viktor Perdieus (koper- en houtblazers); Bert Cools, Ruben Machtelinckx, Laurens Smet (elektrische gitaren, basgitaar & keyboards). Een oplijsting van de merites van de groepsleden is niet meteen nodig; deel uitmaken van Ifa y Xangô is de enige credibiliteit die deze muzikanten al mochten nodig hebben.

Ifa y Xangô – twice left handed // shavings is uit bij El Negocito Records op vinyl en digitaal (eNR033). Zelf meemaken kan. Begeef u op … naar… : 05/03 – Recyclart, Brussel; 13/03 – De Singer, Rijkevorsel; 14/03 – De Studio, Antwerpen