Een lezing, een wok en een erm… jam

Kijk eens hier, stuurde mijn wederhelft in een e-mail, en mijn plannen voor gisterenavond werden plots gewijzigd. De volgende weken vindt u mij op maandagavond in de Blandijnberg, alwaar van 19 tot 21 u. telkens een lezing over jazz plaatsvindt. Gratis toegankelijk.

20150302_jazz01

Blijkt dat ik al twee lezingen gemist heb, maar vooral dat er nog vele interessante volgen. Gisteren sprak Marc Leman, de man die mij begin de jaren 90, als keuzevak in de Germaanse, HTML heeft geleerd, de mens achter het IPEM, en (vanzelfsprekend) Prof. Dr. ondertussen. Het is een understatement om te schrijven dat Leman weet waarover hij spreekt, helaas was de materie gisteren dermate complex, verscheiden en uitgebreid, dat we eigenlijk niet veel meer dan een kleine introductie tot een staalkaart hebben gekregen, waar cognitieve muziekwetenschap allemaal mee bezig is. De voorbeelden kwamen eerder toevallig uit jazz, had ik het gevoel, en Prof. Leman gaf ook toe dat er eigenlijk nog maar weinig onderzoek naar jazz is gebeurd. Ik vond het bijzonder interessant, de inleidingen over entrainment en prediction models en expression alignment, maar bleef toch een beetje op mijn honger zitten.

Wij gingen nadien naar de Hot Club, maar dat zat zoals vorige maandag reeds helemaal vol. Eerst iets eten dus, maar het is duidelijk minder evident dan men zou veronderstellen, om rond half tien ’s avond nog eten te vinden. We zijn de buurt helemaal rondgewandeld, van Groentenmarkt naar Veerleplein naar Jan Breydelstraat en naar de Korenmarkt, maar de etablissementen waren allemaal (reeds) gesloten (Sarabande, Mosquito Coast), te duur (Belga Queen, Coeur d’Artichaut), of volzet (de rest). Uiteindelijk konden we nog terecht in de Wok A Way (lekkere tofu).

20150302_jazz02

Rond 22 u. waren we terug in de Hot Club, waar opnieuw Filip Vandebril en Frederik Van den Berghe het ritme aangaven. We waren net op tijd voor het begin van hun tweede set met gitarist Bruno De Groote en saxofonist John Snauwaert. Bij het begin dacht ik even dat ik mij vergist had in het kunnen van De Groote, maar dan daagde het dat die tweede set moest geconcipieerd zijn als een onemanshow van Snauwaert. De saxofonist stak onbesuisd van wal, hield bij de eerste stukken nog een beetje rekening met de andere muzikanten, maar ging voor de rest gewoon dóór. De Groote heeft een paar keer getracht er een muzikaal woord tussen te krijgen, maar hij kreeg gewoon de ruimte niet. Een zeldzame keer werd hem door Snauwaert ’toegestaan’ een solo uit te bouwen, wat hij deed met een schitterende deconstructie van de standard die de saxofonist had ingezet. Net toen hij goed en wel op dreef kwam, liep de saxofoon evenwel opnieuw met de rest weg. Bijzonder jammer, want het zag ernaar uit dat De Groote —pardon the pun— grootse muzikale plannen had.

De muzikale stijl van Snauwaert en De Groote stond eerder als een tang op een varken, maar zelfs dat hoeft geen aanleiding te zijn tot een dergelijke exclusie (integendeel). Mogelijks heb ik het gewoon allemaal gemist tijdens de eerste set, of heb ik het gans het spel helemaal verkeerd ingeschat, of, of, of. Het is in elk geval geen reden om thuis te blijven, want net zulke spanningen leveren op hun best de mooiste momenten af. En vooral dat willen we niet missen.