Ik was er denk ik, stipt op het aanvangsuur, met evenwel niet de minste verwachting dat het concert op tijd zou beginnen. We hebben het tenslotte over jazz. Meer zelfs, net toen ik het verborgen smalle steegje, parallel met het Schuddevisstraatje aan de Groentenmarkt, in wou stappen, sprong daar nog gezwind Bart Vervaeck van zijn fiets. Vervaeck is de gitarist van het toen nog ontelbare groepje (vijf, waaronder één zangeres, zo zou nadien blijken), dat de avond een beetje op stelten zou zetten. De Hot Club (voluit: Hot Club De Gand) ligt aan het einde van een manbreed steegje, en is opgedeeld in drie volumes: de benedenverdieping met bar en podium; een verwarmd buitenterras; en een bovenverdieping waar ik gisteren niet ben geraakt, en het is te lang geleden dat ik er nog eens geweest was om er nog een (volumetrische of andere) beschrijving van te kunnen geven. (Ik heb geen idee waar de toiletten zijn, daagt het plots.)
Amper een paar minuten na mijn binnenkomst, zat de kroeg zo goed als vol. Zowel links al rechts werd ik geflankeerd door een paar studentes, waarvan de linkse twee nog niet hadden beslist of ze aan de deur zouden blijven staan, dan wel andere oorden gingen opzoeken. Een paar minuten later waren ze al verdwenen, maar –hoewel het verloop eigenlijk niet zo groot was– werd hun plaats ontelbare keren opnieuw ingenomen en vrijgegeven. De juffrouw rechts had eerder al een barkruk tot bij het raam aan de trap weten te smokkelen, maar bleef gul genoeg om mij het stuk muur tussen de deur en de trap te laten zodat ik er tegen kon leunen. Het was ondertussen 21.30 u. en het concert van 21 u. was nog steeds niet begonnen. Dit is jazz.
Het wachten was de moeite waard. Op maandag treedt een groep op onder de noemer To Beat Or Not To Beat, waaronder het scala jazz from New Orleans to swing mag worden verstaan. Op het podium stonden heel degelijke muzikanten: eerder vermelde gitarist Bart Vervaeck, contrabassist Filip Vandebril, drummer Frederik Van den Berghe en zangeres Astrid Creve, die allen desgevraagd indrukwekkende geloofsbrieven kunnen voorleggen (van Fapy Lafertin en Alfredo over Nathan Daems tot Admiral Freebee). En er was een vijfde muzikant, op tenorsax, die ik helaas niet heb herkend. (*)
Een heleboel standards schalden het zaaltje in, al moet nadrukkelijk worden gezegd dat het ook met het geluid heel erg goed zat. Luid genoeg om over wat (eerder zeldzaam) geroezemoes heen te kunnen, maar niet zo luid dat oordopjes nodig waren. De zangeres kwam krakerig-retro uit de luidsprekers, op een manier dat het leek alsof ze subtiel uit de achtergrond opdaagde. Het (geluids)plaatje paste helemaal bij het repertoire. De groep speelde nummers zoals Mood Indigo, in de iets meer uptempo versie van Nina Simone dan wel, en Don’t Explain, zoals dat (redelijk) recent nog werd gecoverd door Damien Rice & Lisa Hannagan op Herbie Hancocks album Possibilities.
Het bleef in elk geval de moeite om er tot ergens half twaalf (toen ben ik pas vertrokken, ik heb geen idee hoe lang het nog geduurd heeft) voor tegen een stuk muur te blijven leunen.
Er valt zowat elke dag (behalve op vrijdag en zaterdag) een concert mee te maken in de Hot Club. De plaatsen zijn beperkt, na de pauze kwamen wel behoorlijk wat stoeltjes vrij.
[ * Update 25/02/2015 de saxofonist die ik niet herkende is Thomas Van Gelder.]