dju toch

Vanochtend in al onze haasten waren we, sorry, was ik, mijn treinabonnement vergeten. Ik had mijn fotorugzak meegenomen, en daarin enkel mijn portefeuille, mijn sleutels, mijn GSM, en een pak zakdoeken van mijn werktas getransfereerd, maar niet mijn maaltijdcheques (geen ramp) noch mijn abonnement. Zo stelde ik vast toen we ons comfortabel op onze vierzit hadden geïnstalleerd en de treindeuren op perron 9 zich sloten. Natúúrlijk kam er een controleur langs.

– Excuseer, meneer, ik ben mijn abonnement vergeten. Ik heb een dag verlof, en het zich nog in mijn werktas, en ik heb er echt niet meer aan gedacht, en…

“En uw identiteitskaart en zo meneer, hebt u die wel bij?”

Shit, dacht ik, terwijl ik mijn portefeuille bovenhaalde.

“’t Is goed hoor meneer, ik ben niet van plan om iemand op mijnen boek te zetten vandaag. Prettige dag nog verder.”

En weg was hij. Zeg nog eens dat ze niet vriendelijk en begrijpend zijn bij de NMBS.

territoriumdrift

Het werd ijzig stil.

Op onze verdieping in de lange dubbeldekker P-trein naar Brussel is meestal wel plaats ’s ochtends. Meestal is dan nog een onderschatting, want het valt slechts uiterst zelden voor dat er niet nog zitjes vrij zijn. Zo ook vandaag, dus ik mocht me op mijn gemak in een tweezit neervlijen, waarbij zowel ik als mijn medereizigers ervan konden uitgaan dat we allemaal een rustige en comfortabele rit tegemoet gingen. Helaas.

Vorige week reeds, had een medereiziger het noodzakelijk gevonden –hoewel er zelfs een vierzit vrij was– min of meer over mij heen naar de vensterplaats in de hoek van diezelfde tweezit te klauteren. Geen probleem, de plaatsen zijn er om benut te worden.

Edoch. Die man stonk uit al zijn openingen. Zowel zijn poriën als het leer van de vest die hij weigerde uit te trekken, wasemde de verzamelde geur van op zijn minst 4 jaar sigaretten uit. Onwillekeurig hapte ik naar adem, maar bij elke hap bereikte meer teer mijn luchtwegen dan de zuurstof waar mijn longen zo naar snakten. Van de geur van mijn versgewassen pull bleef enkel een wufte herinnering over toen we Brussel Centraal bereikten en de man zich gepanikeerd uit de hoek wrong. Pas vier uur later, tegen het einde van de voormiddag, keerde mijn ademhaling opnieuw naar een trager ritme en verdween de rauwheid uit mijn stem.

“Wat bedoelt ge: neen?!”

– Het spijt mij, meneer, maar ik wil niet opnieuw hetzelfde meemaken als vorige week. En het is niet alsof er geen plaatsen meer vrij zijn, nietwaar.

“Luister,” en met deze werd zijn stemgeluid beduidend luider, “ik ga daar zitten”, riep hij bijna, met een duidelijke klemtoon op ‘daar’ terwijl hij naar de plaats naast mij wees, “al moet ik over u kruipen!”

Een verkoudheid had de laatste dagen reeds de meeste fut uit mij gehaald, maar ik bleef volharden. Het was al lastig genoeg ademhalen met een verstopte neus (en hoofdpijn), dat ik het best zonder rook kon stellen. Wat ik hem ook trachtte duidelijk te maken.

“Ik zit al járen op die plaats, en gij gaat ze van mij niet afpakken.”

Huh? Hoewel ik zijn naam niet zag staan –al lette ik er wel op hem daar niet op te wijzen– kon het mij geen moer schelen waar ik ’s ochtends zat. Bijna was ik opgestaan om mij ergens ander te zetten, maar gezien ik mij belabberd voelde en mij naar eigen tevredenheid rustig had geïnstalleerd, voelde ik mij niet geneigd aan zijn eisen te voldoen. De man achter mij stelde voor dat hij zijn plaats dan maar overnam, maar die beantwoordde niet aan zijn wensen.

“Ik wil díe plaats”, herhaalde hij nog een paar keer. Steeds dringender werd zijn toon. Net toen ik dacht dat zijn drift zou escaleren, gaf hij op. Maar morgen zou het niet zo gemakkelijk gaan, verzekerde hij mij.

– En wat dan? Gaat u mij op mijn gezicht slaan?

Hij keek mij dreigend aan. “Het zou de eerste keer niet zijn.”

Pas toen hij ging zitten –helemaal alleen op een vierzit– en hij monkelend zijn boterhammen uit hun zilverpapier haalde, werd de stilte opnieuw overstemd door het geroezemoes in de wagon. Morgen is ver weg.

verzuurd

Geert Tresignie, secretaris van wielerclub Jong maar Moedig uit Oettingen protesteert met klem tegen de beslissing van het Gooikse gemeentebestuur, dat onder druk van buurtprotest de Gooikse helling aan de Kapel van de Woestijn tot zone 30 heeft uitgeroepen. (Zowel voor fietsers als automobilisten welteverstaan.) Burgemeester Michel Doomst verzucht dat –voornamelijk tijdens het zomerseizoen– de wielertoeristen (maar ook andere fietsers) met een rotvaart de helling afsnellen.

Tresignie ziet er het nut niet van in, en verkondigt breedsprakerig dat deze maatregel duidt op verzuring. Wat zal het volgende zijn dat ze bedenken, een snelheidsbeperking voor voetgangers? […] Iedereen begint tegenwoordig tegen iedereen te protesteren. (Gooik lanceert zone-30 voor wielertoeristen, DM 16/02/2006)

Dinsdagavond haalde ik Henri van school op. Dan wandelen we door de Raketstraat naar de Albertlaan, waar de verkeersituatie dank zij de heraanleg van de straat nu veel overzichtelijker is geworden. Voetgangers, fietsers, automobilisten en openbaar vervoer hebben er elk hun bedding. Voor voetgangers werden bovendien vluchtheuvels voorzien in het midden van de straat bij oversteekplaatsen, zodat ze, indien nodig, tijdens de oversteek kunnen halt houden wanneer ze wel doorgelaten worden door een auto, maar er tevens een tram komt aandenderen. (Want, zoals u weet, geldt nog steeds: “kijk uit je doppen, de tram kan niet stoppen”.)

Geen tram op onze weg deze keer, en op het laatste stukje oversteekplaats was er voorwaar een vriendelijke automobilist die stopte om ons over te laten (dat gebeurt meer en meer). Dat was evenwel buiten de fietser gerekend die –hoewel hij ons duidelijk had zien aankomen– zijn snelheid stijf aanhield. En hij reed niet traag, kan ik u verzekeren. Op een haar na had hij ons omvergereden. Hij moest uitwijken naar het voetpad, waar collega-fietsers een viertal fietsen tegen elkaar geplaatst hadden zodat er van het voetpad niet veel meer overbleef, en smakte bijna met een hoge snelheid tegen een verkeersbord. “Kunde nie uit u doppen kijken?”, schreeuwde hij ons toe.

Op deze manier krijg je de wielersport in Vlaanderen nog volledig dood. beargumenteerde Tresignie nog tegen de beslissing in Gooik. Ik denk dat de fietsers daar zelf wel voor kunnen zorgen.

onbeschoft

Het is toch wat met De Lijn. 1% van de bestuurders bestaat uit het meest onbeschofte rapaille dat ge in u leven gaat tegenkomen, de overige 99% zijn gewoon mensen die hun job goed doen. Zoals overal.

Daarnet kwam ik buiten uit De Poort, en staat er aan de overkant een 1 richting station, die net niet aanzette. De chauffeur had mij in het oog gekregen, en voorwaar hij was zo vriendelijk te wachten.

Aan het Sint-Pietersstation wil ik overstappen op de 4, die mij toch twee haltes dichter bij huis brengt, en ook daar had de chauffeur mij in de gaten. Ik zag haar immers in de spiegel naar mij kijken, terwijl ik mijn hand in de lucht hield om te duiden dat ik graag met haar tram zou meerijden. En evengoed keek ze mij aan toen haar blik in een grijns veranderde, en ze de deuren sloot. Net toen ik aan haar deur klopte keek ze nog opzij, grijnsde dieper, haalde haar schouders op, en zette ze aan. En dat, beste lezer, bedoel ik wanneer ik het heb over onbeschofte chauffeurs.

(Vergeet de tweede zin van dit stukje niet te lezen alstublieft.)

achterstevoren

-En hebt nu een laatste woordje, juffrouw?

Twee mannen renden, voorzien van microfoon en (digitale) videocamera, een koppeltje achterna dat er nog net in slaagde de tram te halen.

“Een laatste woord,” vroeg de juffrouw met een voet op de tree koket in de microfoon.

-Ja, liefst een schoon.

“Onderbroekje,” vertelde ze de lens terwijl de deuren sloten. Met veel gegiechel nam ze naast haar vriend plaats. Even later was ze er opnieuw.

“Meneer. Meneer!”

De student op de bank achter mij keek haar aan.

“Meneer, mag ik u wat vragen, meneer? Wij moeten onze trein halen aan ’t Sint-Pietersstation, en we vroegen ons af waar de chauffeur bleef,” vroeg ze, onderwijl naar de lege cockpit wijzend.

De student krabde zich achter het oor, keek de juffrouw even argwanend aan, en besloot haar toch maar van repliek te dienen.

-Hm. Als ik mij niet vergis, juffrouw, zit die daar vooraan, aan de andere kant.

de lijn wordt duurder

De Lijn voert nieuwe tarieven in vanaf maart 2006 (belga). Dat het opernbaar vervoer er niet goedkoper op wordt zal, na zo’n koptitel, niemand echt verbazen. De stijging is echter niet gering.

Elke verrichting neemt volgens De Lijn telkens 15 seconden in beslag en is niet bevorderlijk voor de doorstroming van het openbaar vervoer. Concreet kost een korte rit met een Lijnkaart die je koopt op een voertuig dan 1 euro en een rit met een Lijnkaart gekocht in voorverkoop 0,80 euro. Voor lange ritten gaat het respectievelijk om 1,70 euro en 1,50 euro. Een enkel biljet voor een korte rit zal op het voertuig 1,50 euro kosten en in voorverkoop 1,20 euro. Voor lange ritten wordt dit 2,50 euro en 2,00 euro.

Voor die prijs verwacht ik toch wel wat meer. Meer nachttrams bijvoorbeeld. Want om 23u15 van de andere kant van Gent te voet naar huis stappen, omdat je de laatste tram net voor je neus hebt zien wegrijden, is geen pretje.

Ik heb er zeker begrip voor wanneer De Lijn de aankoop van een ticket op de tram of bussen zelf wil ontmoedigen, maar momenteel kost een ritje met een lijnkaart 0,75 EUR (geen 0,80 EUR, maandag jl. toch niet in Gent), en in maart 2006 wordt dat plots 1,20 EUR?! Dat is bijna een verdubbeling –een lichte hyperbool kan nooit kwaad– van 30 naar 50 Belgische franken! Per rit! (Tenzij u uw zaken in minder dan een uur kan regelen, reisweg heen inbegrepen.) Ugh!

circuit 2006

Ze zijn er weer vroeg bij, de mannen van M&T Aktief. Tijd om de agenda boven te halen en de circuitsessies voor volgend jaar te plannen. (Komt die agenda toch al van pas.)

  • maandag 20 maart 2006 Croix
  • maandag 27 maart Folembray
  • maandag 10 april 2006 Folembray
  • maandag 24 april 2006 Croix
  • woensdag 10 mei 2006 Folembray
  • maandag 15 mei 2006 Croix
  • woensdag 17 mei 2006 Folembray
  • maandag 29 mei 2006 Folembray
  • woensdag 7 juni 2006 Folembray
  • woensdag 14 juni 2006 Folembray
  • woensdag 21 juni 2006 Folembray
  • maandag 26 juni 2006 Folembray
  • dinsdag 11 juli 2006 Folembray
  • maandag 14 augustus 2006 Folembray
  • dinsdag 15 augustus 2006 Folembray
  • maandag 28 augustus 2006 Croix
  • maandag 11 september 2006 Folembray
  • maandag 9 oktober 2006 Folembray

Het gaat telkens om TLTDs (Three Level TrackDays), waarbij je dus kan kiezen tussen RECE (beginners), RACE (sneller leren rijden op circuit) en Vrij Rijden. Nogal prijzig (150 EUR per dag), maar te bekostigen met opleidingscheques (waardoor je eigenlijk maar de helft moet betalen).

dienstmededeling: comments & takelen (10)

Dienstmededeling aan de reizigers: wil de bestuurder van het voertuig met nummerplaat xxx-xxx alstublieft zijn wagen verplaatsen?

Gisteren had ik nogal wat last van comment spam: meer dan 500 items op nauwelijks een uur tijd. Hoewel de spamfilter van Movabletype zowat 99% tegenhield, was het toch telkens een labeur om alle spam via de admin interface te verwijderen. Daarom heb ik mijn comment script hernoemd, en heb ik de ganse site rebuilt. Vermoedelijk is daar iets misgelopen, want vannochtend merkte ik dat de commentaar niet werkte. Aan dat euvel zou nu moeten verholpen zijn. (Mocht u problemen ondervinden, dan hoor ik het graag.)

Vanochtend hadden wij weer last van een ander soort spam, dat we óók maar hebben laten verwijderen. Tessa moest haar rondes doen op ’t UZ, maar is er dan maar via het openbaar vervoer vandoor moeten gaan. Geen probleem, maar het kwam ons niet goed uit. We hadden een drukke voormiddag gepland, en de wagen zou ons daarbij zeer goed van pas gekomen zijn. Eindbalans: de persoon die eerst geen zin had om vijf minuten te voet te gaan, moet nu veel verder te voet gaan en mag voor dat privilege bovendien 250 EUR neertellen; en wij mochten al onze plannen herschikken. Jammer, inderdaad.

(BTW Veel berichtgeving over dat takelen hoeft u hier niet te verwachten; hoewel er takelen (10) staat, in de titel, zitten wij ondertussen reeds lang ergens rond de 20.)

takelen (9)

Uw anonimiteit respecteer ik zonder aarzeling. Ik heb even getwijfeld of ik er een nieuwe entry voor zou aanmaken, dan wel of ik in een commentaar zou reageren op uw feedback. Maar als mijn tweede onderwerp, later vandaag, evenveel reacties teweeg brengt als dat over Uitgelezen, kan het zijn dat mijn comment tegen vanavond uit de lijst (rechts) verdwijnt. En dan mist u misschien mijn antwoord.

Laat mij u vooral danken voor uw feedback, want dat wordt altijd zeer op prijs gesteld.

U hebt gelijk: dat er moet getakeld worden is verschrikkelijk jammer. En het spijt me oprecht voor uw sympathieke buurman (en zijn portemonnee). De signalisatie op de Albertlaan is een ramp, en het parkeersysteem zet aan tot vergissingen. Ik durf nauwelijks te suggereren dat er maar amper is nagedacht over de plaatsing van de bomen, maar ik vrees dat men eerder meetkundig dan praktisch tewerk is gegaan. Ook de ligging van het fietspad tov het voetpad is problematisch te noemen: tijdens het spitsuur is het zowaar gevaarlijker het fietspad over te steken dan de autoweg. Ik hoop evenwel nog steeds op beterschap, zowel wat betreft officiële signalisatie als de situatie fietsers/voetgangers.

Mag ik even op twee punten dieper ingaan?

(1) De stickers. Daar staat het volgende op vermeld:

VERKEERD GEPARKEERD

Bedankt om uw voertuig in het vervolg niet meer voor onze poort plaatsen.

Waarschijnlijk parafraseer ik, want ik draag ze gelukkig niet op zak. En ja, ze kleven nogal stevig aan de ruit. Dat is min of meer bewust. Al té vaak vonden wij die briefjes op onze poort terug. En dat vond ik dan weer maar weinig begripvol.

(2) De signalisatie. Zoals ik hierboven heb vermeld, hebt u een punt wat bereft de officiële signalisatie. Op onze poort kleven echter vier of vijf aartslelijke en niet mis te verstane stickers, die door 99% van de automobilisten wel degelijk worden opgemerkt. Heel vaak zijn het wagens met buitenlandse nummerplaten, gasten van Het Hotel™, en heel vaak Nederlanders, die zich toch nog voor onze poort plaatsen. Aan de balie van het hotel wist men mij te vertellen dat het in Nederland niet verboden is de wagen voor een poort te plaatsen, en dat de gasten heel raar opkijken wanneer men hen daarvoor waarschuwt. Of dat inderdaad zo is, weet ik niet.

Het blijft evenwel jammer, dat takelen. Want geloof mij, het schenkt mij absoluut geen voldoening een wagen te laten verwijderen. Veeleer laat het mij achter met een wrang en vervelend gevoel verkeerd te hebben gedaan. Voor ik laat takelen, ga ik overigens altijd eerst naar Het Hotel™, en wanneer ik de vriendelijke jongenman van de avond- of nachtdienst tref, word ik altijd zeer goed geholpen. De politie gaat ook altijd na of het geen buurtbewoner betreft, en in het (uiterst) zeldzame geval dat het zo is, wordt die persoon uit zijn bed gelicht met het verzoek de wagen te verplaatsen. Ik sta overigens open voor alternatieven. Beter (nog goedkoper) zou bijvoorbeeld zijn dat ik de ‘overtreder’ zelf kan bereiken, maar nog beter zou natuurlijk zijn dat men gewoon even uit zijn doppen kijkt, naar die lelijke stickers op de mooie poort.

Bedankt ook nog, voor de lovende woorden over dit blog. Ik hoop dat u het blijft volgen.

nogmaals dertig

Wegens (niet nader te specifiëren) omstandigheden heb ik gisteren mijn afslag naar Gent Centrum gemist, waardoor ik pas in Sint-Denijs de autostrade heb kunnen verlaten. (Wanneer gaat de afrit Zwijnaarde eigenlijk terug open?)

Nu is het al niet erg genoeg dat de Kortrijksesteenweg vanaf de Sterre nog steeds vier baanvakken telt (twee in elke richting) in een bebouwde kom, waar je dus maar vijftig mag. Voorbij de (tweede) lichten mag je er dan 70, wat nog steeds tergend traag is voor een dergelijk uitnodigend parcours. Al is, objectief gezien, 70 daar wel degelijk de juiste snelheid met al die op- en afritten, invalswegen, winkels, etc.

Maar tussen de twee lichten, en een honderdtal meter ervoor en erna, is de Kortrijksesteenweg tot zone 30 verklaard. Zone 30! Op een viervaksbaan. Alweer, louter objectief bekeken is 30 (of max 50) daar wel degelijk de juiste snelheid, gezien de school (Don Bosco) en het ziekenhuis (Maria Middelares).

Maar waarom heeft men dat stuk dan niet teruggebracht van 2×2 rijstroken naar 2×1? Zo had men er –tijdens de recente werken– één van de rijvakken (komende van Gent) kunnen reserveren voor de afslag naar het ziekenhuis, en langs de andere kant eentje voor de afslag naar de school, waarbij die rijstroken door verhogingen zouden worden afgesloten van de rijweg.

Nu is de wijziging naar 30 met moeite merkbaar. Of zoals Maarten Matienko, woordvoerder van de Vlaamse Automobilisten Bond (VAB) een ongetwijfeld gelijkaardige situatie beschrijft in DM ( Dertig per uur is niet voor iedereen de max):

Zijn vrouw en hij rijden op een gewestweg tegen de reglementaire 70 km per uur en merken nauwelijks dat enkele nieuwe verkeersborden voorbijflitsen. Het eerste bord dat Matienko wel herkent blijkt het einde van een zone-30 aan te duiden. Waren ze op deze plaats gef litst, dan had hen dat een optreden voor de politierechtbank, een boete van 550 euro en acht dagen intrekking van het rijbewijs gekost, berekende de woordvoerder.

Een variabel zone 30 bord zal het verschil niet uitmaken. De kost, om zo’n variabel bord te plaatsen, is ten andere veel te hoog (Roep naar meer zinnige zone 30 / DS):

De Vlaamse minister van Openbare Werken, Kris Peeters (CD&V), kan zich vinden in de kritiek van de VAB. Hij erkent dat op gewestwegen (zijn bevoegdheid) de zone 30 best variabel is. Maar die oplossing is duur. Peeters laat elf gevallen onderzoeken waar een vast door een variabel bord vervangen zou kunnen worden. Dat zou 450.000 euro kosten.

Zouden we daar niet beter een agent (of twee) plaatsen, op de momenten waarbij het echt belangrijk is dat er slechts 30 mag worden gereden? Dat lijkt me niet alleen pakken goedkoper, maar bovendien verschikkelijk veel efficiënter. Of waarom maken we er niet gewoon een permanente zone 50 van, structureel aangepast, én met een agent op de cruciale momenten van de dag?

Hoewel de plaat blijft hangen, wil de regering toch maar niet luisteren. De aanpak moet structureel gebeuren. De tot snelheid uitnodigende vier baanvakken moeten plaats maken voor een aangepaste rijomgeving waarin het de automobilist moeilijk (bij voorkeur onmogelijk) moet worden gemaak sneller dan 50 te rijden (30 is een utopie, al probeer ik het steeds na te leven). En daar, beste beeldbuiskinderen, is waar de verantwoordelijkheid van de regering ligt (als ze tenminste serieus bezig is met verkeersveiligheid).