Dubbelfilmconcert in De Bijloke

Een week geleden zaten we in De Bijloke voor een dubbelfilmconcert: twee films met telkens live muzikale begeleiding. Niet de minste films, en niet de minste begeleiding.

Het feest –want jawel, zulks is een feest– opende met Dementia (1955), een expressionistische film noir van John Parker. Het is meteen ook de enige film die de man heeft gemaakt (op een postume kortfilm na), en over Parker is voor de rest eigenlijk zo goed als niets gekend.

Dementia is een waanzinnige tocht in het hoofd van het hoofdpersonage (gespeeld door Adrienne Barrett) –dat geeft misschien een vermoeden van arty-farty, maar is het helemaal niet. De sfeer in de film is erg beklemmend en meeslepend; de kijker bevindt zich mee in de droom (of nachtmerrie), en laat zich daarbij gewillig op sleeptouw nemen. Er zit geen dialoog in de film, er waren enkel muziek en wat sound-effects voorzien. In de oorspronkelijke film kwam die muziek van George Antheil, en er zat een gastoptreden in van Shorty Rogers, tijdens een bezoek van The Gamin (het vrouwelijke hoofspersonage) aan een jazzclub.

Nordmann (film: Dementia), De Bijloke, Gent, BE, 19.03.2016

De muziek en de soundeffects werden zaterdag geheel gebracht door Nordmann, dat ijverig inpikte op de speelsheid én de donkere sfeer van het hallucinante verhaal. De effecten waren toepasselijk zonder kitcherig te zijn, maar het was vooral de incidentele muziek die bijdroeg tot het opzwepende tempo van een intens uurtje film.

Na de pauze kregen we een tweede droomfilm: Vampyr (1933), van Carl Theodor Dreyer, die voornamelijk bekend is door zijn iconische La passion de Jeanne d’Arc (1928), en verder ook Day of Wrath (1943) en Ordet (1955). Vampyr wordt beschouwd als een van de beste horrorfilms aller tijden. (Wie meer zulks fraais wil bekijken, kan hier inspiratie uit putten: Das Cabinet des Dr. Caligari (1920), Nosferatu, eine Symphonie des Grauens (1922), Psycho (1960), Rosemary’s Baby (1968), The Exorcist (1973), The Shining (1980), Let the Right One In (2008) –en ik zie heel wat over het hoofd.)

Vampyr is inderdaad een vampierenfilm, maar verwacht u niet aan veel bloed en lange snijtanden, maar aan een film die, zoals Dreyer wenste, zich vooral in het onderbewuste afspeelt. We komen, net zoals bij Dementia, opnieuw terecht in de grijze, onafgebakende zone tussen werkelijkheid en droom, waarbij de kijker bewust in het ongewisse wordt gelaten (maar niet nodeloos misleid, waar de minder goede films wel eens schuldig aan zijn).

Contrabasssss (film: Vampyr), De Bijloke, Gent, BE, 19.03.2016

Vier contrabassen (normaal gezien zelfs vijf, maar Kristof Roseeuw had nog twee andere verplichtingen die avond), stonden in voor een no-nonsense soundtrack. Het fundament was een zwaar doorgetrokken drone, waarbovenop subtiele accenten werden gelegd, gaande van afwijkingen door één of verschillende baslijnen, de typische keelstem van Peter Jacquemyn tot het voorlezen van de (Duitse) verbindingsteksten die in de film verschenen. De live soundtrack stuwde een spanning doorheen de film, die soms werd opgedreven, maar sowieso aanwezig bleef. Dat klinkt vermoeiend of stagnerend, maar in feite was het een bijna onmisbare grondtoon die een duidelijke meerwaarde bracht.

Het was feest, schreef ik bij het begin. En ik herhaal dat graag. Het was feest.

Nordmann (film: Dementia), De Bijloke, Gent, BE, 19.03.2016 // Mattias De Craene (tenorsaxofoon); Edmund Lauret (gitaar); Dries Geusens (basgitaar); Elias Devoldere (drums)

Contrabasssss (film: Vampyr), De Bijloke, Gent, BE, 19.03.2016 // Peter Jacquemyn (contrabas); Lode Leire (contrabas); Pieter Lenaerts (contrabas); Yannick Peeters (contrabas); Kristof Roseeuw (contrabas)

HAST @ Hot Club Gent

De Hot Club is al een tijdje terug open (juich), maar wegens ziekte (bijna twee weken griep) en daarna andere verplichtingen, was ik er nog niet eerder geraakt. Maandag, op de eerste dag van de lente, speelde HAST, een kwintet met Rob Banken (sax), Artan Buleshkaj (gitaar), Roeland Celis (gitaar), Cyrille Obermüller (contrabas) en Elias Devoldere (drums). Een pak van die namen zullen u bekend in de oren klinken, van groepen als John Ghost, Ruis, Kabas en Nordmann.

Zo eclectisch de groepsleden, zo verscheiden is het kwintet. Dat uit zich niet alleen in de verschillende nummers, maak vaak zelfs binnen eenzelfde nummer, waarbij toch altijd naar een synthese wordt gezocht. Het dynamisch bereik van de composities is heel breed, van een bijna fluisterzachte ballad (wees gerust, dat duurt niet lang), tot een furieuze opening zoals bij Go For Broke (te beluisteren via soundcloud). In de nochtans kleine ruimte van de Hot Club, was het vaak niet evident voor de onversterkte altsax van Banken om op te boksen tegen het duo versterkte gitaren van Buleshkaj en Celis. De stukken gaan effectief van loeihard tot euh… jazzrock, met riffs die aan Zappa doen denken –al kan dat laatste een eerder subjectieve associatie zijn.

HAST, Hot Club Gent, Gent, BE, 21.03.2016

Het publiek zat in elk geval geboeid te luisteren naar de uitgebreide en weinig vanzelfsprekende set. Een compositie kon beginnen in een schijnbaar ongebreidelde chaos die dat eigenlijk helemaal niet was. Neem nu het tweede ongetitelde nummer dat ze tijdens hun set speelden, dat in het begin helemaal nergens leek op aan te sturen, maar eindigde in een (bijna) perfecte harmonie tussen Banken en Celis.

Het concert werd afgesloten met Mortal Kombat Champion of the World, een duel tussen Banken en Buleshkaj. (Daar is een heel verhaal aan verbonden, dat ik niet zorgvuldig genoeg genoteerd heb –mijn notitieboekje was vol.)

HAST, Hot Club Gent, Gent, BE, 21.03.2016

Het optreden toonde in elk geval het potentieel van de groep. Al stond het nog niet allemaal op punt (maar dat was nooit een hinderpaal), toch bleek er duidelijk een visie of een richting te spreken uit wat we te horen kregen. We onthouden heel zeker de gedoseerde afwisseling tussen luid en stil, die nadrukkelijk in de muziek aanwezig is. Go check it out.

Wie HAST nog aan het werk wil zien, kan terecht in Brussel of Antwerpen, of trekt op zondag 17 april om 21u. naar café Afsnis in Gent.

Sinister Sister / Rémi Panossian Trio

Het was een dubbelconcert gisteren in de Handelsbeurs, en er waren duidelijk mensen die enkel voor het eerste luik gekomen waren —niet overdreven veel, maar er waren toch wat stoelen die leeg bleven na de pauze.

Sinister Sister speelde Zappa, in een “creatieve verwerking” volgens de blurb op de Handelsbeurs site. Misschien was dat wel zo voor de die hard Zappa fans, maar heel erg veel heb ik daar eigenlijk niet van gemerkt. Er zaten vanzelfsprekend wat jazztoestanden in (slechts een heel klein beetje impro), maar zeker niet genoeg om de verwerking als creatief te omschrijven. Anderzijds: ik ben dan wel redelijk bekend met Zappa, maar niet zoals met pakweg The Beatles.

De groep is gegroeid uit het Zappa-fandom van vibrafonist Pieter Claus en drummer Lander Gyselinck, die probleemloos saxofonist Maayan Smith, gitarist Jan Ghesquière en bassist Michel Hatzigeorgiou in het project met zich mee trokken. Sinister Sister speelde zoals een steengoede begeleidingsband, met enorm veel kennis en vakmanschap, maar zonder veel schwung of eigenheid/identiteit. De muziek was zeer afgelikt en gerepeteerd, vol erg goed ingestudeerde partituren en met een hoop unisono momenten in het drieluik vibrafoon – saxofoon – gitaar.

20151216_jazz-001

Die gasten kunnen spelen, maar ik miste betrokkenheid en de scherpe kantjes —die zaten er enkel in de titels van de songs (en soms in het volume). Die titels pasten overigens geheel niet bij de muziek die gebracht werd. Zappa is de ultieme tongue in cheek, expliciet in het geïmpliciteerde, en met een krachtig contrast tussen de kitscherig-afgelikte maar fantastische en erg muzikale arrangementen die haaks op de teksten van de nummers staan. Neem die teksten weg, hou alleen de arrangementen over, verzuim het om daar een bijtende ironie aan toe te voegen, en de nummers zijn niets meer dan een inside joke voor de kenners.

Niettemin: aan kenners geen gebrek, gisterenavond, want de groep kreeg een staande ovatie.

20151216_jazz-002

Het Rémi Panossian Trio was evenzeer wat ontgoochelend. Ik volg ze al een paar jaar, al is het pas de tweede keer dat ik ze live zie (de grapjes waren nog hetzelfde). Het trio zit helemaal gevangen in het format van de staccatojazz à la Neil Cowley, Phronesis, Yaron Herman, en vele anderen. In dit concert waren ze wel zeer vergelijkbaar met Cowley: de piano kent voor Panossian blijkbaar ook enkel dubbel forte, want er zat totaal geen dynamiek in het volume. De muziek moet het dus voornamelijk hebben van het ritme, en die combinatie (ritme zonder dynamiek) zorgt er dan weer voor dat de nummers in hoge mate inwisselbaar worden. Jammer.

Sinister Sister / Rémi Panossian Trio, gehoord in de Handelsbeurs op 16.12.2015.

Bram De Looze – Piano e Forte

Gisteren zat ik op de zolder van het Brusselse filiaal van Piano’s Maene. De winkel is gelegen in de Argonnestraat, op wandelafstand van Brussel Zuid (nog dichter dan van mijn woning tot het Gentse Sint-Pietersstation). Op drie kwartier stond ik van thuis op de zolder, geen wagen die daar tegenop kan.

Op die zolder vond een toonmoment plaats voor het nieuwe project van Bram De Looze: Piano e Forte. De Looze is u waarschijnlijk bekend van de formatie LABTrio, het pianotrio waarin hij speelt samen met drummer Lander Gyselinck en bassiste Anneleen Boehme. Mogelijks hebt u hem ook al aan het werk gezien met zijn Septych, dat hij bemant samen met Robin Verheyen, Gebhard Ullmann, Bo Van Der Werf, Flin Van Hemmen, Daniel Levin en Lester St-Louis.

Voor Piano e Forte speelt hij solo, maar wel op drie verschillende piano’s (nee, niet tegelijk). De Looze mocht grasduinen in de pianocollectie van Chris Maene, en selecteerde daaruit drie exemplaren: een Anton Walter, een Sebastian Erard en een Ignaz Pleyel. Hij nam een paar maanden tijd om de instrumenten en hun specifieke eigenschappen te leren kennen, en achtte de tijd (eindelijk) rijp om met dit toonmoment naar buiten te komen.

20151215_bramdelooze

Elk instrument heeft een eigen klankpallet, dat soms heel erg verschilt. Zo klinkt de Walter heel afgemeten, met weinig sustain (de klank duurt niet lang), zoals een klavecimbel. (Het geluid deed live sterk denken aan een elektrische piano.) Tussen de Erard en de Pleyel zit dan bijvoorbeeld een groot verschil in de manier waarop de snaren worden gedempt. Al die eigenschappen geven elke piano een eigen dynamiek, een eigen klankveld, en dat resulteert in een andere manier om elk instrument te benaderen.

Dit was een toonmoment, geen afgewerkt project. De Looze demonstreerde hoe hij de instrumenten beheerst en inzet, en waarbij vooral verwachtingen werden geschept. Op een klein uur tijd liet hij ons kennismaken met de mogelijkheden, van klanklandschap tot improvisatie, met o.a. een ritmisch gemaskeerde versie van Afro Blue. U mag gerust benieuwd zijn.

Met dank aan Inside Jazz voor de uitnodiging.

AKA Moon ft. Fabian Fiorini: ‘The Scarlatti Book’

Na Monteverdi, Bach en Brahms, ging Fabrizio Cassol –op vraag van het Instituto Italiano de Cultura de Madrid– nu ook grasduinen in het oeuvre van (Domenico) Scarlatti. Samen met pianist Fabian Fiorini namen ze het album The Scarlatti Book op, waarmee ze een bescheiden tournee aanvingen. Gisteren speelden ze in de Gentse Handelsbeurs.

20151126_aka-moon-001

Meestal wordt barok omgezet in het soort minimalisme dat we kennen van Michael Nyman, die met ongekende gretigheid en immer stijgende populariteit (ik was fan nummer 1) de muziek van Purcell transformeerde tot pulserende, energieke ritmes, die de luisteraar genadeloos in hun kielzog meesleurden. Bij Cassol & cie is van minimalisme geen sprake –of het moest zijn in de beperking van de bezetting. If anything, kan hem hooguit wat geflirt met rock opera aangewreven worden.

“Je ne sais pas s’il y en a entre vous qui connaissent Scarlatti,” vroeg Cassol voorzichtig bij de aanvang van het concert. “Bon je ne suis pas certain que vous l’allez découvrir ce soir, parce que la musique va être transformée.”

Er lagen partituren klaar voor Cassol (en op de piano bij Fiorini), waar hij terloops een paar blikken op wierp voor een paar frasen, die hij terstond hertaalde in het Oosterse, Afrikaanse en Balkan getinte lingo van AKA Moon. Drummer Galland speelde gesyncopeerde en vaak anders tegenstrijdige ritmes, en Hatzigeorgiou legde een speelse basso. Er zaten nog een paar foutjes in: een verkeerde aanzet of fout akkoord, maar het concert werd er enkel nog spontaner door.

Bijwijlen leek het concert een gigantische (en welverdiende) showcase voor Fiorini. De pianist speelde fantastisch: de vingervlugheid waarmee hij de klassieke pianopartijen speelde, de omschakeling van de bijna zuivere barok naar de geïmproviseerde jazzpartijen die hij daarbij toverde… het was wonderlijk.

In contrast lijkt de opname van het album veel te braaf en gestroomlijnd. Het was nochtans al zulk een interessante release, maar de levendigheid en de rauwheid van de live versie tilde het concept nog een gans niveau hoger. Beluister echter zeker het album als u daartoe de kans krijgt –voor een concert bent u waarschijnlijk te laat.

Shai Maestro Trio @ Gent Jazz Club

Shai Maestro Trio, Gent Jazz Club, Gent, BE, 12.10.2015Het Shai Maestro Trio mocht gisterenavond het seizoen 2015-2016 openen voor de Gent Jazz Club, in het Belfort Stadscafé onder de stadshal. Shai Maestro leerde de knepen van het vak als pianist voor het Avishai Cohen Trio (samen met drummer Mark Guilliana), en startte zijn eigen groep in 2011. De groep speelt nog steeds in dezelfde formatie, met Jorge Roeder op contrabas en de virtuoze Ziv Ravitz aan de drums. Het was voornamelijk Ravitz die zich gisteren bijzonder creatief liet opvallen. De drummer bleek enorm veelzijdig, met een ritme dat uit een jaren 80 beatbox leek gegenereerd tot een luwe drone en een aanhoudende swing.

Maestro begon het concert met een fluisterstille piano –zo stil dat de verwarming hinderlijk werd– waarop dan de geleidelijk aan de bas en de piano inpikten. Dat wordt een rustige avond, geeuwde men al bevreesd, tot de groep het tempo versnelde, en tegelijk ook de volumeknop open werd gedraaid. Niet dat het ooit storende hoogtes bereikte, integendeel, dit was nu eens een concert waarop op fijnzinnige manier met de dynamiek van het geluidsniveau werd omgesprongen.

De muzikanten hoefden ritmisch voor elkaar niet onder te doen; de spanning werd zorgvuldig en opzwepend opgebouwd, en het concert stak als een goed getimede show in elkaar. Snelheid en volume bereikten bijna net zo’n hoge pieken als ze beide ook luwten creëerden, en die dynamiek, die gedreven spanning, hield de aandacht van de luisteraar moeiteloos vast.

Shai Maestro Trio: Shai Maestro (piano), Jorge Roeder (contrabas), Ziv Ravitz (drums) // (c) Bruno Bollaert / WahWah vzw Shai Maestro Trio: Shai Maestro (piano), Jorge Roeder (contrabas), Ziv Ravitz (drums) // (c) Bruno Bollaert / WahWah vzw

Het volgende concert in de Gent Jazz Club vindt plaats op maandag 26 oktober. Om 20.30u. kan u er terecht voor Tony Malaby’s Tubacello (met o.a. John Hollenbeck).

Citadelic III – Wallumrød Peach

Vrijdag was er de derde aflevering van Citadelic in het S.M.A.K. –binnenkort is het trouwens tijd voor de jaarlijkse parkversie van Citadelic (28 tot 31 mei). Het was nog licht, toen ik naar het S.M.A.K. fietste, waar in het atrium het dubbelconcert van Christian Wallumrød en Howard Peach plaatsvond.

20150501_citadelic-3-002De Noorse componist-pianist Christian Wallumrød debuteerde in 1996 op het ECM label, in een trio met bassist Ingebrigt Håker Flaten en drummer Per Oddvar Johansen. Na een lijvige biografie met verscheidene bezettingen, grotendeels bij ECM, verscheen eerder dit jaar zijn eerste solo plaat, Pianokammer, op het Noorse Hubro label.

Wallumrød begon met een subtiele melodie, die rechtstreeks op de pianosnaren werd gespeeld, zodat het instrument ging klinken als een klavecimbel. De toetsen van de laagste octaaf waren ingedrukt door een gevulde kous (!), waardoor de hamers van de snaren waren gelicht, en die snaren in sympathetic resonance gingen meetrillen. Op de achtergrond bleef een toestel, dat de grote ruimte warm moest houden, gestaag zoemen, zodat er eigenlijk ongewild een nog grotere dimensie aan de sound werd toegekend.

De muziek die Wallumrød bracht is zeer meditatief. De compositie gleed rustig vooruit, als een aak op een spiegelgladde Rijn die een spoor van rimpels achterlaat; telkens hetzelfde, telkens anders. De pianist is ondertussen helemaal één geworden met zijn muziek, en schrijdt voort in een soort trance, die als een self-fulfilling prophecy zichzelf bestendigt. Menig toeschouwer liet zich gretig meevoeren, en het atrium voelde eventjes aan als een kerk.

Christian Wallumrød Solo, Citadelic @ S.M.A.K., 01/05/2015
Christian Wallumrød Solo, Citadelic @ S.M.A.K., 01/05/2015

Na het meditatieve openingsstuk verdween de kous van de toetsen en werd de muziek luider, harder en iets melodieuzer, maar bleef ze wel sterk repetitief. Er werd vaak geoctaveerd (dezelfde melodie wordt dan in een ander octaaf, hoger of lager gespeeld), en er werd geëxperimenteerd met veel minder voor de hand liggende akkoorden. Het derde en laatst impro stuk was een blues in de lage tonen, waarbij plots heel wat mensen bijna geestdriftig mee aan het knikken waren. Wallumrød gebruikte de linkervoet percussief op de harde stenen vloer, waarop de piano stond opgesteld.

Howard Peach, Citadelic @ S.M.A.K., 01/05/2015
Howard Peach, Citadelic @ S.M.A.K., 01/05/2015

Na een korte pauze en een snelle instrumentwissel van de geïmproviseerde huiskamer, die men in het midden van de inkomsthal had gemaakt, was het de beurt aan het trio Howard Peach. Drummer Lander Gyselinck haalde zijn inspiratie uit de periode waarin hij in New York verbleef, en richtte samen met saxofonist Chris Speed en bassist Simon Jermyn deze Howard Peach op. Geen groot geweld zoals in STUFF. dus, maar een sterk ritmisch getint en immer wisselend klanklandschap, waarin Gyselinck met veel voorzichtigheid zijn drumset en andere geluidsbronnen beroert. Ook Jermyn startte subtiel, eerst zelfs op het gedeelte van de snaren boven de topkam van zijn zessnarige bas, en tokkelde dan ook wat zachte baslijnen, ondersteund door de lange noten op de sax. Gaandeweg werd het geluid voller en soms zelfs volumineuzer, maar nooit agressief.

De muziek valt niet gemakkelijk te omschrijven. Ze is fragiel, zelden echt melodieus, zeer intimistisch en vooral sterk ritmisch getint. De klanken zijn warm, soms wat aan de wollige kant, maar zowel bas als sax brengen een bijzonder vertrouwenswekkend geluid voort. Op het album is dat geluid wat meer gelijk getrokken, maar live waren er soms grote verschillen tussen de bijna harde cymbalen van de drum en de andere instrumenten. Er zaten onmiskenbaar een paar reggae licks in het verhaal. Gyselinck tovert de gebruikelijke meewarige glimlach op de gezichten van het publiek als hij huishoudelijk geïnspireerde percussie aanwendt, zoals de sportwagen rode plastieken maatlepels die hij boven zijn drum laat fladderen.

Lander Gyselinck // Howard Peach, Citadelic @ S.M.A.K., 01/05/2015
Lander Gyselinck // Howard Peach, Citadelic @ S.M.A.K., 01/05/2015

De groep speelde afwisselend uitgeschreven stukjes en impro, waarvoor Gyselinck in extremis nog wat klankkleuren had ontwikkeld. We kregen ook een paar composities van Chris Speed te horen, zoals Transporter, en het bisnummer, Kosmia –meteen het luidste stuk van het ganse concert.

Howard Peach, Citadelic @ S.M.A.K., 01/05/2015
Howard Peach, Citadelic @ S.M.A.K., 01/05/2015

Het concert was ook de voorstelling/lancering van het debuutalbum van het trio, het eponieme Howard Peach, dat een enorm samenhangende indruk achterlaat. Het album is verkrijgbaar op cd bij W.E.R.F. records, en op vinyl bij El Negocito Records.

Colin Stetson & Sarah Neufeld // Lionel Beuvens Quartet

Net toen ik onder de indruk was geraakt van de capriolen van Håkon Kornstad, een Noorse rietblazer met een bijzonder veelzijdig gebruik van stem en instrument(en), programmeerde het ondertussen in de ijskast verdwenen festival Jazz & Sounds, Colin Stetson. Dat was in 2010, toen de rietblazer boven in de Domzaal van de Gentse Vooruit, gezwind de altsax inwisselde voor een klarinet en nadien ook voor een bassax, een gewichtig instrument waarmee hij stond te schommelen als was het een tenor. De geluiden die Stetson toen reeds uit zijn instrumenten haalde, waren zonder meer betoverend. De man heeft zijn —extended— technieken ondertussen nóg verder geperfectioneerd, en dat zegt iets over de ambitie en de passie van de muzikant die reeds mijlen verder stond, dan wat men toen voor technisch (heel) begaafd versleet. Tot die extended technieken rekent men o.a. circulaire ademhaling (waarbij met het blaasinstrument continu blijft bespelen, terwijl men ondertussen ook adem haalt), multifone klanken en harmonieken, altissimo (hogere klanken dan het instrument officieel aan zou kunnen, hoger dan de fa kruis in het geval van de saxofoon), microintervallen (kleiner dan een halve toonsafstand), percussie via de kleppen, en zang. Zang terwijl men het instrument bespeelt, welteverstaan.

Colin Stetson & Sarah Neufeld, Handelsbeurs, Gent, BE, 29/04/2015
Colin Stetson, Handelsbeurs, Gent, BE, 29/04/2015

Stetsons evolutie valt min of meer te volgen via de New History Warfare trilogie, drie albums (2007, 2011, 2013) waarin hij steeds verder ging in de exploratie van zijn instrumenten –voornamelijk die bassax. De muzikant experimenteerde met opnametechnieken door zijn instrument op verschillende plaatsen van microfoons te voorzien, waarbij hij ook een microfoon op zijn keel aanbracht. Logisch, zo vond hij, gezien de saxofoon vaak wordt omschreven als het instrument dat het dichtste staat bij de menselijk stem.

Zopas bracht hij, samen met Sarah Neufeld, het album Never were the way she was uit. Neufeld en Stetson leerden elkaar kennen tijdens hun werk voor de indie rock groep Arcade Fire. Beide muzikanten kunnen een opzichtig palmares aan samenwerkingen en solo verwezenlijkingen voorleggen, en dit album toont aan hoe symbiotisch een samenwerking in duo kan zijn.

Colin Stetson & Sarah Neufeld, Handelsbeurs, Gent, BE, 29/04/2015
Colin Stetson & Sarah Neufeld, Handelsbeurs, Gent, BE, 29/04/2015

Beide artiesten stonden gisteren samen op het podium van de Handelsbeurs, om die cd live kracht bij te zetten. De muziek blijkt zeer schatplichtig te zijn aan de minimalisten, van de aanhef van de stukken van Michael Nyman, de phase shifting bij Steve Reich, en de klankkleur en de repetitiviteit van Philip Glass. Die invloeden versmelten zonder meer in eigen sound, die, voorzien van de extended technieken van Stetson, veeleer een half orkest doen vermoeden dan een duo.

Stetson had een band rond de keel, waarin een microfoon zat voor de zang, tikte met de rechterhand vaak het ritme op de kleppen, terwijl de linkerhand veelal –maar niet exclusief– voor de melodie werd gebruikt. Neufeld speelde viool aan het ijltempo dat alleen krachtgetrainde violisten lijken aan te kunnen, en ondersteunde de klank met ijle zangpartijen.

Inherent nadeel van zo’n opzet is misschien wel dat de muziek versterkt móet worden, om al die technieken tot hun recht te laten komen. Het geluid lijkt dan vaak iets te artificieel voor de verwende oren van wie een meer akoestische setting gewoon is. De zuivere klank van de instrumenten kwam nooit aan bod, wat destijds, in 2010, wel het geval was. Maar als het resultaat zoals gisteren was, dan leggen we ons daar graag bij neer.

Het concert verliep vlekkeloos, en stopte op het hoogtepunt van verlangen. Het nieuwe album ligt hier al een paar dagen op repeat, en ik heb het vermoeden dat het nog wel een tijdje zo zal blijven. (Aanrader, samen met die New History Warfare trilogie.)

Lionel Beuvens Quartet, Hot Club De Gand, Gent, BE, 29/04/2015
Lionel Beuvens Quartet, Hot Club De Gand, Gent, BE, 29/04/2015

(Als de Handelsbeurs geen double bill presenteert, dan zorgen we er zelf voor. Just kidding. Serieus. Ik ben geen fan van double bills.)

Het was misschien niet het meeste briljante plan, om achteraf nog even in de Hot Club naar het Lionel Beuvens Quartet te gaan luisteren. Beuvens toert momenteel met zijn op Igloo verschenen album Trinité, een melancholisch album, dat helaas niet kan optornen tegen het volumetrische bravoure van het duo in de Handelsbeurs. Jammer, want de muziek op zich staat er best, en ik had er zonder twijfel veel meer van genoten op een gewoonlijke Hot Club avond. Op 2 mei zijn ze trouwens nog te horen in de Lokerse Jazz Klub, waar het delicate werk zeker tot zijn recht zal komen.

Kabas in de Hot Club

Er stonden maar liefst twee concerten en een jam op het woensdagavondprogramma van de Hot Club. Bij de ingang van het steegje zei ik nog even goedendag tegen Mik Torfs, zakelijk & artisitiek leider van de Jazzlab Series. Torfs zou ook de avond inleiden en verving daarmee de gebruikelijke ceremoniemeester, Bart Maris, die nog een concert in de Brusselse KVS moest afwerken, alvorens hij mee kwam jammen in het derde deel. Maris, van wie men zegt dat hij alleen maar gelukkig is als hij trompet kan spelen, won onlangs nog zeer verdiend de Jazzmozaïek Award 2015.

Kabas, de groep met Thijs Troch & Jan Daelman (van Keenroh, de winnaars Jong Jazztalent Gent 2014) en Nils Vermeulen & Elias Devoldere (de wekelijkse Hot Club invites op donderdag ), mocht de avond openen. Het concert begon heel chaotisch en schijnbaar ongeordend, maar luttele minuten later had de gecontrolleerde bende als een warmgelopen diesel een onstuitbare opmars ingezet. Het klonk eerst allemaal heel voorzichtig, alsof de groepsleden elkaar wat moesten aftasten. Maar waar bij de openingsfrasen de mensen achter de bar het publiek met hun gebruikelijke gesis tot stilte aanmaanden, bleek die oproep niet langer noodzakelijk zodra Jan Daelman, de fragiele fluitist van Keenroh, de dwarsfluit had ingeruild voor een tenorsax.

Daelman, die de sax nog maar net van pianist Thijs Troch had overgekocht, liet het ding loeien als was het zijn ambitie om die avond meer rietjes te verspelen dan tijdens een gemiddeld Brötzmann concert. (Peter Brötzmann, een van de meest vooraanstaande free jazz muzikanten, heb ik tijdens een concert in de Vooruit eens een vol pak rietjes zien opblazen.) Tegenwoordig kunnen we free jazz ook reeds als een klassieke jazzvorm beschouwen, al zou de groep mij bij een volgende ontmoeting ongetwijfeld lynchen als ik hun muziek zo zou omschrijven.

20150325_kabas01

De hardnekkigheid van het volume lieten mij al gauw wensen dat ik toch maar aan oordopjes had gedacht (de Hot Club is klein voor een dergelijke volume), en noopte een aantal mensen aan de tafels bij het podium, waar Daelman bijna rechtstreeks in de oren stond te blazen, tot een voorbarig verlaten van het concert. Hopelijk gingen ze zich niet verder dan het terras verplaatsen, want zelfs van daaruit viel het concert ongetwijfeld nog makkelijk mee te volgen.

De groep schuwde evenwel het subtielere werk niet, en zorgde voor een gebalanceerde afwisseling van rustiger en agressievere stukken. Waar drummer Devoldere tijdens de geluidsstorm nog een drumstok uit zijn eigen handen had geslagen, kon hij nu ook een ondersteunende roffel bieden. Bassist Vermeulen aarzelde evenmin om voor dergelijke passages de strijkstok te gebruiken. De muziek was lyrischer en kende een fragiele uitwerking van melodieuze texturen en gelaagdheden.

De plaatsen vooraan werden opnieuw ingenomen, door een aantal nietsvermoedende studentes die het eerder geweld hadden gemist, maar kwamen alras weer vrij bij de volgende tumultueuze uitspatting van de creatieve groep. De subtiliteit van de piano ging vaak wat verloren, de ene keer door het kabaal van de rest van de groep, de andere keer door het geroezemoes van het publiek tijdens de stillere stukken. De handen en vingers van Troch bewandelden of besprongen nochtans geestdriftig het klavier. En soms hoorden we uit de stevige swing beat van de ritmesectie een pianomelodie berekend dwarsliggen. Er waren heel mooie momenten te horen, zoals ook het laatste stuk, dat werd ingezet als een dialoog tussen saxofoon en bas, waarbij later in de discussie ook drum en piano zich gingen moeien. Helemaal opvallend tijdens dit concert was het spelplezier en de goesting van elk van de bandleden.

Na de pauze was er een concert van The Flipside Paradox, een gemengde band met Nederlandse en Belgische muzikanten, waarmee de Jazzlab Series afwisselend in Nederland en België gaan spelen in een soort uitwisselingsproject. Het contrast tussen dat concert en het voorgaande van Kabas was echter iets te groot, waardoor ik tijdens het tweede nummer ben afgedropen.

Nog even wat Kabas betreft: de groep trekt begin april de studio in om een eerste album op te nemen. Omdat zo’n onderneming niet goedkoop is, werd er een crowdfunding project opgezet, waar u de groep financieel kan steunen (dat kan al vanaf 10 euro, en voor 20 euro krijgt u in ruil het vinyl album). Hun crowdfunding project is tot stand gekomen met steun van Gent Jazz, Jazz Middelheim en JazzLab Series (die o.a. meer goodies in uw potentiële bag werpen).

Voordracht en meer jazz

Gisteren was er deel vier van de Jazz lezingen van UGent, deze keer met Christopher Hall.

20150309_jazz01

Onder de noemer Jazz Away from Home aka de Londense bijdrage, ging dit een lezing worden over de Londense jazz scene. Ik keek al uit naar een broeierige bijdrage over de huidige toestand van jazz in Londen, maar het kwam veeleer neer op een historisch overzicht van jazz aldaar. Interessant, met heel wat voorbeelden (misschien net iets te veel geluidsfragmenten), maar zonder een duidelijke lijn. Toen we bij de hedendaagse jazz terecht kwamen, was er geen tijd meer over, en flitste alras een slide voorbij met een pak namen over muzikanten en groepen waarvoor Hall geen tijd meer had, om ze allemaal te vermelden. Gelukkig komt de voordracht ook op Zephyr te staan.

We blijven echter volhouden en proberen volgende week nog een keer.

20150309_jazz02

In de Hot Club was het achteraf heerlijk ontspannen bij de muziek van Stijn Bettens (accordeon), Lieven Van Pee (bas), Frederik Van den Berghe (drums) en Bart Vervaeck (gitaar). In zwaar contrast tot vorige keer, hoorden we deze keer een heus samenspel, inclusief de nodige fratsen en geginnegap als er onverwachts iets te ver van de Real Book werd afgeweken. Zeer mooie muziek, musette en (andere) standards, met een heerlijke dialoog/afwisseling tussen Bettens en Vervaeck. Voor de tweede set kwam er ook een vibrafonist bij, maar het werd te laat voor die echt begon mee te spelen. Jammer, want ik hoor dat graag, zo’n vibrafoon.