Net toen ik onder de indruk was geraakt van de capriolen van Håkon Kornstad, een Noorse rietblazer met een bijzonder veelzijdig gebruik van stem en instrument(en), programmeerde het ondertussen in de ijskast verdwenen festival Jazz & Sounds, Colin Stetson. Dat was in 2010, toen de rietblazer boven in de Domzaal van de Gentse Vooruit, gezwind de altsax inwisselde voor een klarinet en nadien ook voor een bassax, een gewichtig instrument waarmee hij stond te schommelen als was het een tenor. De geluiden die Stetson toen reeds uit zijn instrumenten haalde, waren zonder meer betoverend. De man heeft zijn —extended— technieken ondertussen nóg verder geperfectioneerd, en dat zegt iets over de ambitie en de passie van de muzikant die reeds mijlen verder stond, dan wat men toen voor technisch (heel) begaafd versleet. Tot die extended technieken rekent men o.a. circulaire ademhaling (waarbij met het blaasinstrument continu blijft bespelen, terwijl men ondertussen ook adem haalt), multifone klanken en harmonieken, altissimo (hogere klanken dan het instrument officieel aan zou kunnen, hoger dan de fa kruis in het geval van de saxofoon), microintervallen (kleiner dan een halve toonsafstand), percussie via de kleppen, en zang. Zang terwijl men het instrument bespeelt, welteverstaan.
Stetsons evolutie valt min of meer te volgen via de New History Warfare trilogie, drie albums (2007, 2011, 2013) waarin hij steeds verder ging in de exploratie van zijn instrumenten –voornamelijk die bassax. De muzikant experimenteerde met opnametechnieken door zijn instrument op verschillende plaatsen van microfoons te voorzien, waarbij hij ook een microfoon op zijn keel aanbracht. Logisch, zo vond hij, gezien de saxofoon vaak wordt omschreven als het instrument dat het dichtste staat bij de menselijk stem.
Zopas bracht hij, samen met Sarah Neufeld, het album Never were the way she was uit. Neufeld en Stetson leerden elkaar kennen tijdens hun werk voor de indie rock groep Arcade Fire. Beide muzikanten kunnen een opzichtig palmares aan samenwerkingen en solo verwezenlijkingen voorleggen, en dit album toont aan hoe symbiotisch een samenwerking in duo kan zijn.
Beide artiesten stonden gisteren samen op het podium van de Handelsbeurs, om die cd live kracht bij te zetten. De muziek blijkt zeer schatplichtig te zijn aan de minimalisten, van de aanhef van de stukken van Michael Nyman, de phase shifting bij Steve Reich, en de klankkleur en de repetitiviteit van Philip Glass. Die invloeden versmelten zonder meer in eigen sound, die, voorzien van de extended technieken van Stetson, veeleer een half orkest doen vermoeden dan een duo.
Stetson had een band rond de keel, waarin een microfoon zat voor de zang, tikte met de rechterhand vaak het ritme op de kleppen, terwijl de linkerhand veelal –maar niet exclusief– voor de melodie werd gebruikt. Neufeld speelde viool aan het ijltempo dat alleen krachtgetrainde violisten lijken aan te kunnen, en ondersteunde de klank met ijle zangpartijen.
Inherent nadeel van zo’n opzet is misschien wel dat de muziek versterkt móet worden, om al die technieken tot hun recht te laten komen. Het geluid lijkt dan vaak iets te artificieel voor de verwende oren van wie een meer akoestische setting gewoon is. De zuivere klank van de instrumenten kwam nooit aan bod, wat destijds, in 2010, wel het geval was. Maar als het resultaat zoals gisteren was, dan leggen we ons daar graag bij neer.
Het concert verliep vlekkeloos, en stopte op het hoogtepunt van verlangen. Het nieuwe album ligt hier al een paar dagen op repeat, en ik heb het vermoeden dat het nog wel een tijdje zo zal blijven. (Aanrader, samen met die New History Warfare trilogie.)
(Als de Handelsbeurs geen double bill presenteert, dan zorgen we er zelf voor. Just kidding. Serieus. Ik ben geen fan van double bills.)
Het was misschien niet het meeste briljante plan, om achteraf nog even in de Hot Club naar het Lionel Beuvens Quartet te gaan luisteren. Beuvens toert momenteel met zijn op Igloo verschenen album Trinité, een melancholisch album, dat helaas niet kan optornen tegen het volumetrische bravoure van het duo in de Handelsbeurs. Jammer, want de muziek op zich staat er best, en ik had er zonder twijfel veel meer van genoten op een gewoonlijke Hot Club avond. Op 2 mei zijn ze trouwens nog te horen in de Lokerse Jazz Klub, waar het delicate werk zeker tot zijn recht zal komen.