Lubomyr Melnyk @ Botanique (12.12.16)

Het was zo lang geleden dat ik de Botanique had bezocht, dat ik vergeten was hoe dicht dat eigenlijk bij het station ligt. Een retourtje Brussel kost 18 euro, en veel volk zit er niet meer op de trein, ’s avonds.

De Botanique is een Franstalig bastion, van de deurwachters tot de bar. Ik voelde me even als een potloodventer, toen de buitenwipper mij –zeer vriendelijk overigens– verzocht mijn vest even te openen. Hij sprak Frans, ik antwoordde in het Nederlands, we maakten daar allebei geen enkel probleem van.

De weg naar de Orangerie gaat langs de serre, een excuus voor wat triestige planten en stilstaand water, en toegang tot de zaal wordt verleend via de bar. Goede marketing natuurlijk. Betalen moet met jetons, die voor 2,5 euro per stuk uit een kastje aan de muur kunnen gehaald worden. De meest gangbare drankjes kosten één jeton –redelijk democratisch toch?

We hadden het voorprogramma overgeslagen, en de zaal zat behoorlijk vol. Er was nog plaats aan de zijkant, waar ik naast een kolos terecht kwam, die het grootste deel van het concert voorovergebogen zat, zodat ik maar sporadisch een stukje van pianist Lubomyr Melnyk te zien kreeg. Krappe zitjes, en het contact met mijn buurman was van een redelijk vrijpostige aard, dat ik er bijna avances in moest lezen.

Melnyk is berucht om zijn gigantisch snelle pianospel, dat zonder meer verbazingwekkend is, maar al gauw een beetje van een gimmick wordt. De voortdurend klaterende waterval van noten (geloof mij, dit is een adequate omschrijving), verbergt steevast een tragere ballade maar herbergt op zijn best ook een aantal intertekstuele verwijzingen naar harmonieën uit andere stukken –soms al meer herkenbaar dan anders. Er zat ook nogal wat phase shifting in de composities, maar die werd vaak op creatieve manier aangevuld.

Aan elk stuk ging een uitleg vooraf, die meestal ongeveer zo lang duurde als het stuk dat daarna werd gespeeld. Er was het fragment uit de twee en een half uur durende compositie voor ballet, waarbij Melnyk met aanstekelijke gretigeheid terugdacht aan de dansers die rond zijn piano sprongen bij de uitvoering ervan. Elk van die wel 50.000 spieren van die lichamen waren zichtbaar, slaakte hij verrukt uit.

De pianist zette af en toe een vooraf opgenomen stukje synthesizer of piano in om hem te begeleiden bij de muziek die hij speelde. Dat was verder op geen enkele manier hinderlijk of gekunsteld. Wel jammer natuurlijk –maar dat is een stokpaardje– is dat zo’n piano versterkt wordt, in een eigenlijk toch wel relatief kleine zaal. Het was ook een erg kleine piano (kwart of hooguit halve vleugel).

Het concert was best interessant –de man ís een fenomeen– maar wat aan de korte kant (een klein uurtje). Blij om het live te hebben meegemaakt, maar ik voel niet meteen de nood om hem snel terug te zien.

Bram De Looze – Piano e Forte

Gisteren zat ik op de zolder van het Brusselse filiaal van Piano’s Maene. De winkel is gelegen in de Argonnestraat, op wandelafstand van Brussel Zuid (nog dichter dan van mijn woning tot het Gentse Sint-Pietersstation). Op drie kwartier stond ik van thuis op de zolder, geen wagen die daar tegenop kan.

Op die zolder vond een toonmoment plaats voor het nieuwe project van Bram De Looze: Piano e Forte. De Looze is u waarschijnlijk bekend van de formatie LABTrio, het pianotrio waarin hij speelt samen met drummer Lander Gyselinck en bassiste Anneleen Boehme. Mogelijks hebt u hem ook al aan het werk gezien met zijn Septych, dat hij bemant samen met Robin Verheyen, Gebhard Ullmann, Bo Van Der Werf, Flin Van Hemmen, Daniel Levin en Lester St-Louis.

Voor Piano e Forte speelt hij solo, maar wel op drie verschillende piano’s (nee, niet tegelijk). De Looze mocht grasduinen in de pianocollectie van Chris Maene, en selecteerde daaruit drie exemplaren: een Anton Walter, een Sebastian Erard en een Ignaz Pleyel. Hij nam een paar maanden tijd om de instrumenten en hun specifieke eigenschappen te leren kennen, en achtte de tijd (eindelijk) rijp om met dit toonmoment naar buiten te komen.

20151215_bramdelooze

Elk instrument heeft een eigen klankpallet, dat soms heel erg verschilt. Zo klinkt de Walter heel afgemeten, met weinig sustain (de klank duurt niet lang), zoals een klavecimbel. (Het geluid deed live sterk denken aan een elektrische piano.) Tussen de Erard en de Pleyel zit dan bijvoorbeeld een groot verschil in de manier waarop de snaren worden gedempt. Al die eigenschappen geven elke piano een eigen dynamiek, een eigen klankveld, en dat resulteert in een andere manier om elk instrument te benaderen.

Dit was een toonmoment, geen afgewerkt project. De Looze demonstreerde hoe hij de instrumenten beheerst en inzet, en waarbij vooral verwachtingen werden geschept. Op een klein uur tijd liet hij ons kennismaken met de mogelijkheden, van klanklandschap tot improvisatie, met o.a. een ritmisch gemaskeerde versie van Afro Blue. U mag gerust benieuwd zijn.

Met dank aan Inside Jazz voor de uitnodiging.

Drie maal twee maal drie is een integrale Nuyts

Aan alles komt een eind… “Het is de laatste!”, ontdekte ik vorige week toen ik naar de aankondiging van de zesde etappe in de uitvoering van de pianosonates van Frank Nuyts ging kijken. Ergens in april 2012 was ik voor Gentblogt naar de persconferentie voor het komende seizoen 2012-2013 van De Bijloke getrokken. Een formaliteit, zo bleek achteraf, maar waar ik naast de aangekondigde jazz programmatie vooral het langdurig project rond Frank Nuyts onthield.

De Bijloke had het plan opgevat om de pianosonates van Nuyts integraal uit te voeren, gespreid over drie jaar, met telkens twee concerten van drie sonates (en een vierde aanvulling) per jaar. Van de 18 sonates waren er toen zelfs nog maar 15 gecomponeerd, en daarvan waren er nog maar 12 ooit al eens uitgevoerd. Voor elke sonate zou er bovendien steeds een andere pianist worden aangesproken. Ik was meteen helemaal weg van het project.

Samen met de zoon heb ik elke uitvoering bijgewoond (één keer heeft hij zich laten vervangen, omdat het concert vorig jaar tijdens de examens plaatsvond). Tot mijn verrassing bleek hij net zo gedreven als ikzelf. Hij was ‘slechts’ 12 toen de cyclus begon, en heeft, vermoed ik, al meer naar de opnames geluisterd dan ikzelf. Want, o ja, aan het einde van het concert werd telkens een cd meegegeven met daarop de opname van het vorige concert; de opname van het concert gisteren wordt naar huis opgestuurd.

20150225_nuyts02

De muziek van de sonates is bijzonder complex. Niet alleen vindt de ‘gewone’ luisteraar er soms amper houvast, het lijkt ook voor de pianist niet meteen een evidentie. Wij zaten graag schuin achter die pianist, met zicht op de handen én de partituur, en het was niet altijd een evidentie om zelfs dat mee te kunnen volgen. Niet dat ik van het blad had kunnen aflezen, maar de notenbrij vertoonde voldoende pieken en dalen en rusten –enfin, halve noten i.p.v. zestienden– om op die manier toch wat structuur te kunnen ontwaren.

Gisteren mochten Tae Yoshioka (Pianosonate nr. 11), Ivo De Laere (Pianosonate nr. 12) en Roland Peelman (Pianosonate nr. 18) de cyclus afluiten. Er was alweer een gigantisch verschil tussen de manier van uitvoeren voor de verschillende pianisten. De Laere speelde bijna romantisch zacht, Yoshioka heel afgemeten, maar uiteindelijk gaf ik de voorkeur aan de manier van spelen van Peelman. Toch voor het stuk van Nuyts. Peelman speelde ook de Chromatische Fantasie en Fuga (BWV 903) van Bach, en daar was ik niet meteen enthousiast over. Peelman bracht dat stuk bijna helemaal forte, met weinig dynamiek in het volume, en ik had het vermoeden dat hij liever op de toetsen van een orgel had geduwd dan op een piano had getokkeld. Edoch: wie ben ik om Peelman in twijfel te trekken. Bovendien ging het om Nuyts, en dat stuk was schitterend.

20150225_nuyts01

Opvallend in de sonates was de verscheidenheid, niet alleen gekleurd door de pianist die het stuk bracht, maar tevens de inhoudelijke veelheid waarmee Nuyts in zijn composities uitpakte. De stukken bevatten naast de (hedendaags) klassieke elementen ook telkens uitgebreide verwijzingen naar andere genres, van jazz en blues tot pop. Soms niet meer dan een korte rif, maar soms ook een verrassende hoeveelheid contrasterende lijnen in de linkerhand. (Ik heb een hele uitleg gekregen over het contrast tussen de ditonische toonladder waarin Nuyts graag componeert, en de hele-toonstoonladder en de chromatische toonladder, die ik u en mijzelf graag bespaar.)

Het was een heel avontuur voor iedereen, neem ik aan, en ik ben bijzonder blij dat ik het allemaal meegemaakt heb.

1-2-3-piano!

Mijn schouder heeft gewonnen. Ik heb mooi zeggen dat hij naar mij moet luisteren, als de mechaniek niet meewil, dan lukt het niet. Na de tweede les dit (academie)jaar, heb ik mijn (gehuurde) cello opnieuw ingeleverd. Het was een moeilijke beslissing, maar het had geen zin om na elke twee maten te moeten stoppen van de pijn. Het schouderprobleem wordt aangepakt, volgende week mag ik weer een dag of twee (drie?) aan het infuus.

Ondertussen kriebelde het te veel, en ben ik van cello naar piano overgestapt. Ik heb zo een digitaal ding staan, met daarin een hoofdtelefoon geplugd, waardoor ik om het even wanneer achter de toetsen kan plaatsnemen, zonder dat iemand er last van heeft.

Piano door Bruno Bollaert

Van Lieven, mijn leraar bij de VEM, kreeg ik deel twee van John Thompson’s (sic) Meest Eenvoudige Pianoleergang in de handen geduwd, dat ik ondertussen al een eerste keer volledig heb uitgespeeld. Dat ging hand per hand, noot per noot, telkens met het opheffen van de hand vóór een volgende noot mocht worden aangeslagen.

Piano door Bruno Bollaert

Een les of drie geleden mocht ik overschakelen op Beyer, Vorschule im Klavierspiel, Op. 101, waarin een tweede techniek wordt toegepast (de hand blijft op het klavier, behalve wanneer opeenvolgend dezelfde noot moet worden gespeeld). Parallel aan Beyer, speel ik nu ook Thompson met de nieuwe techniek.

Volgende les mag ik voor de eerste keer met beide handen samen spelen. Voorlopig maken de noten in beide handen nog dezelfde beweging, en van akkoorden is nog geen sprake. De eerste echte moeilijkheden moeten nog beginnen, besef ik.