Feesten (suite et fin)

Alleen al om te bewijzen dat ik wel degelijk een feestganger ben, tok ik vanochtend –nauwelijks enige uren later dan Tim F. Van der Mensbrugghe die al geruime tijd het goede voorbeeld toont– de stad in. “Want maandag,” zo had ik zondag nog vol overtuiging verkondigd, “weet niemand dat het nog steeds Feesten zijn.” Al was dat buiten de tramladingen Hollanders gerekend, maar ik loop op de zaken vooruit.

Met lopen ben ik overigens mijn dag begonnen. Eén keer rond de Blaarmeersen, zoals ik mijzelf mijn recupdag opleg. Tessa fietste bij mijn terugkeer meteen het huis uit, want vandaag zat haar revalidatie- annex vakantieperiode erop. Henri en ik togen naar OR voor ontbijt, alwaar zich reeds een kleine meute had verzameld luttele minuten voor het Feestenopeningsuur. “Laat ons eens naar de Zuid afzakken”, stelde ik Henri voor, nadat ik door Katrien –wiens naam ik enkel ken omdat hij op haar website staat, maar ik kom daar genoeg om er op mijn weblog familiair over te doen– gecomplimenteerd werd over het schattig plaatje (mijn woorden, niet de hare) dat de lezende zoon met de lezende vader vormde in haar etablissement. In het Zuidpark herinnerden enkel de vergeelde vlakken gras –waartussen een ijverig het vuilnispincet hanterende medewerker van Ivago laveerde– aan de springkastelen die daar daags voordien nog vrolijk opgeblazen de kinderen hadden ontvangen. Maar hij had het vaste zuidspeelparkje helemaal voor zich, de zoon, terwijl ik op een bank Free en andere jazz-essays zat uit te lezen.

Plichtbewust ging ik het boekje nadien inleveren –men weet nooit of iemand het ondertussen had gereserveerd, en de minuten zat af te tellen waarop ik het weer binnenbracht. Ik maakte meteen van de gelegenheid gebruik om een ander populair werk uit de magazijnen te laten halen. De daarop volgende vijftien minuten wachttijd werden nuttig gespendeerd in de krantenzaal, en dan mocht ik de vertaalde selectie van Boris Vians jazzschrijfsels mee naar huis nemen.

Tasty Burger werd afgewimpeld, net zoals de Orchidee in de Vlaanderenstraat, de Progrès aan de Kouter, en het Lepelblad in Onderbergen. Vlak voor we bij Exki belandden, begon het te regenen, en de godsgezonden tram bracht ons naar Greenway. Waarna we zeker bij De Poort zouden binnenspringen, verzekerde ik hem –eerder had ik hem al in Intertoys losgelaten. Misschien gaan we morgen wel eens langs in Dreamland, maakte ik hem al warm. De Poort is nog gesloten tot 20 augustus overigens.

Feesten

Elk jaar opnieuw ben ik content dat Gent Jazz zich voor 90% buiten de feestperiode afspeelt, want dan heb ik eindelijk opnieuw tijd om zwaar uit te gaan op de Gentse Feesten. Mijn grootste doel is de Spiegeltent in het Baudelopark, waar zich naar het schijnt aangename jazztoestanden afspelen. Ik moet overdag zelfs geen present meer geven op het Jong Jazztalent in het Duvel-Droomschip op het Emile Braunplein, waar zich tussen het wauwelende en regenschuilende volk wel zeker vijf jazzliefhebbers bevinden, de groepsleden van de spelende jazzband inbegrepen.

Groots waren mijn plannen, en dinsdag 21 juli heb ik het volk getrotseerd om de winnaars van Jong Jazztalent 200, De Beren Gieren, aan het werk te zien. Zien, want horen kwam er niet meteen aan te pas –ik ben verschrikkelijk blij dat de jury de groepen in het festivalcafé van Gent Jazz kan beluisteren. Nadien ben ik een koffie gaan drinken in een lege Mokabon, dat een tien minuten na mijn aankomst volliep van het volk dat liever niet werd natgeregend. Tessa en Henri zaten ondertussen in een snikhete vrachtwagen, alwaar zij sardiensgewijs mochten genieten van één of ander ongetwijfeld fabuleus stukje theater. Ik ontmoette er achteraf in de Duveltent een aantal sympathieke vrienden, waarmee ik nog iets heb genuttigd alvorens hoofschuddend terug huiswaarts te keren.

Het is niet voor mij, die Gentse Feesten, vrees ik. (En dat mag u gerust steken op een of andere fobie –ik voel mij niet op mijn gemak in een mensenmassa.) Maar ik vind het fantastisch om Tessa en Henri te weten genieten.

Henri tijdens het middeleeuws ontbjt in het MIAT, Gent, BE, 26/07/2009

Na dinsdag ben ik de stad niet meer in getrokken, tot vanochtend, voor een middeleeuws ontbijt in het MIAT. Dat ontbijt was niet echt veel soeps, maar het gezelschap was heel aangenaam. De planning nadien? “Ik ga een fles water kopen, en een koffie gaan drinken (alweer in Mokabon) en naar huis”, vertelde ik heel beslist, er een beetje van uit gaande dat Tessa en Henri nog wel in het feestgedruis zouden willen blijven. Maar plots kwam ik terecht op Gent Beach voor de laatste minuten van de Kaboutershow (het Ploplied!), terwijl we even moesten wachten tot de Wii beschikbaar kwamen. En terwijl Henri stond te zwaardvechten en daarna met Tessa te pingpongen, sprong niemand minder dan Paul Severs het podium op. Hoog tijd om weg te gaan dus, al denk ik niet dat ik de aankoop van zo’n Wii nog lang zal kunnen uitstellen, afgaande op het enthousiasme van de rest van het gezin. Een late lunch in de Borsalino, een zoektocht naar ijs, en uiteindelijk ben ik dan toch nog huiswaarts geraakt.

En u dacht al dat ik niet kon uitgaan, tijdens de Gentse Feesten, durf ik te wedden.

De Bollaertskamer

Restauratiewerken in het Gentse stadhuis

Vorige vrijdag mocht ik –met een hele schare collega’s van de regionale pers– rondlopen in het werfgedeelte van het Gentse stadhuis. Daar wordt omenteel de gevel van de conciërgerie en de Bollaertskamer onder handen genomen. Jan Bollaert was destijds de ontvanger van de werken, en naar hem is die bewuste kamer genoemd. Geen idee of het één mijner voorouders is.

Restauratiewerken in het Gentse stadhuis

De ganse fotoreportage staat bij Het Project: Restauratiewerken in het Gentse stadhuis

Mijn goesting

Mja, ik vind er mijn goesting wel, in de (Gentse) bibliotheek. Gisteren ging ik met een rugzak vol binnen te brengen boeken (van Henri) Zuidwaarts, in de rotsvaste overtuiging dat ik met een lege tas huiswaarts zou mogen keren. Maar dan besliste de zoon om toch een paar nieuwe boeken te ontlenen. Twee daarvan, De Hobbit en In de ban van de ring, mochten echter niet op zijn ‘kinderkaart’ en dus heeft Tessa zich ook maar (opnieuw) lid gemaakt. Mijn kaart stond immers al vol, want ik vond er zelf nog een boek van Bernlef (Schiet niet op de pianist) en één van Willy Roggeman (Free, en andere jazz-essays). Dat van Roggeman werd overigens gepubliceerd in 1969. En die zaken zijn allemaal out of print. (Volgende week is het boekenverkoop van de bibliotheek, ik denk dat ik er deze keer toch eens ga grasduinen.)

Euh, maar mijn sprinter moet morgen binnen, en ik heb nog een honderdtal bladzijden te gaan. Tot later!

Bob de… jazzer?!

Bob de... jazzer?!

Deze voormiddag mocht ik eerst de Bollaertskamer in het stadhuis bezoeken –het is daar een heuse werf, dus het aanwezige journaille kon zich verplicht in Bob(ette) de Bouwer verkleden. Ik heb toch maar een zelfportret gemaakt.

Vervolgens was er een gezwinde stadswandeling (sneller dan het openbaar vervoer, trager dan fietsende collega’s) naar de Gentse Barge, die lag aangemeerd aan de Kantienberg.

Bob de... jazzer?!

Daar vond de persconferentie voor Jazz in ’t Park plaats, met op het einde een kort saxofoonconcert door Jeroen Van Herzeele, Ben Sluijs, en Frank Vaganée. Peter Hertmans was er ook, maar die was zijn gitaar vergeten.

Straks leg ik de cd van Jazz in ’t Park 2008 op, die werd voorgesteld, met o.a. het Jeroen Van Herzeele Special Project (Mode 7 / Psalm en Venus / Leo). Ondertussen kunt ge u al allemaal lid gaan maken van de Facebook group Jazz in ’t Park, en binnenkort komt er dan een verslagje (of twee) bij Het Project.

Burgemeester en schepen schoppen

Burgemeester en schepen schoppen

Burgemeester Daniël Termont en schepen Mathias De Clercq mochten vandaag een robbertje vechten onder politiebegeleiding, zo leek het wel. Alleen was het niet vechten maar voetballen, en dan nog pannavoetbal bovendien. In Gent is Kick Off, het straatvoetbaltornooi in de buurt, immers aan de tweede editie toe, en dat werd ludiek aan de pers voorgesteld.

Burgemeester en schepen schoppen

U leest er, zoals steeds, alles over bij Het Project: Uitgelicht: de danseditie (Ik Kyoto!)