DS offline

Het wordt tijd dat men bij de online versie van DS een tandje bijsteekt. ’s Ochtends (en dat neemt u best ruim) is er op de website meestal geen binnenkomen meer aan.

The page cannot be displayed krijg ik dan te zien, met een jammere 500: HTTP Error 500.13 - Server error: Web server is too busy. (Microsoft IIS BTW)

Dat wordt een herziening van het budget. (Ik zal maar niet over de voordelen van een andere –performantere– webserver beginnen zeker?)

takelen is in!

Jawel: takelen is in! Dat heeft ook de Fransman geweten die gisterenochtend voor mijn poort stond. Met dank overigens aan de immer bereidwillige jongeman van Het Hotel™, die, in tegenstelling tot zijn eerder onbeschofte oudere collega, steeds meewerkt aan het localiseren van de onverlaat. Diezelfde jongeman ontdekte overigens dat de Fransman waarvan sprake (eigenaar van een Mercedes Klasse A) de achterruit had laten openstaan –wat hem vermoedelijk een extra boete heeft opgeleverd.

Dank zij DS ben ik ondertussen een beetje meer wegwijs geraakt in het (sic) takeldoolhof

  1. Wanneer mag een auto weggesleept worden?
  2. Mag een auto nog worden weggetakeld als de bestuurder intussen opduikt?
  3. Wie betaalt wie voor de takelkosten en hoeveel?
  4. Mag de takelfirma een auto bijhouden tot de bestuurder heeft betaald?
  5. Hoe wordt de bestuurder op de hoogte gebracht en geholpen?

Hm. Even dieper ingaan op dat laatste:

Er bestaat nergens een systeem dat de bestuurder al ter plekke informeert dat zijn auto weggesleept is. De afstand van de stallingsplaats van de voertuigen tot het centrum kan oplopen. In 62 procent van de gemeenten ligt die op 2,5 tot meer dan 5 kilometer ver. De bestuurder moet die afstand in 82 procent van de gevallen op eigen houtje zien te overbruggen, ook ’s nachts.

Hoe jammer toch. En zo makkelijk op te lossen: zorg ervoor dat u niet verkeerd geparkeerd staat. Wilt u per se toch voor die poort staan (om zomaar een willekeurig voorbeeld aan te halen), neem dan een paar regels in acht. Ten eerste: pretendeer vooral niet dat niet hebt gezien dat uw wagen voor een poort staat; die vijf stikkers zijn echt wel duidelijk genoeg. Ten tweede, staat u er maar heel kort, steek dan uw noodlichten aan (de vier knipperlichten); op die manier maakt u uw intenties duidelijk. Ten derde, laat een telefoonnummer of adres waar u op dat moment vertoeft –duidelijk lees- en zichtbaar– achter in uw wagen. En hoewel dat geen enkele garantie is dat u uw wagen nog steeds zult terugvinden waar u hem verkeerd hebt geparkeerd, vergroot het alvast uw kansen om takelkosten te vermijden. Maar laat ons duidelijk zijn: foutparkeren is out, takelen is in.

Bron: Welkom in het takeldoolhof (DS 15/09/2005). Vergeet toch maar uw woordenboek niet, beste DS redacteur. Doolhof is mannelijk, wat Onze Taal ook moge beweren. We zijn hier tenslotte niet in Nederland (de koe, hij geeft melk).

dool·hof (de ~ (m.))

  1. kunstig aangelegde tuin met kronkelpaden en doodlopende gangen => dwaaltuin, labyrint
  2. ingewikkeld stelsel van gangen, waarin men makkelijk kan verdwalen => labyrint
  3. ingewikkelde, complexe zaak => wirwar

en als ge dat niet gelooft (bis)

Hey kijk, ze schrijven de nieuwsberichten bij Het Laatste Nieuws zoals de horoscoop. Ofte een variatie op hun eerder gepubliceerde Urban Myth nr 7556/78/553 (u las het hier eerst).

In plaats van Dievegge verstopt GSM in vagina (HLN 14/04/2005) krijgen we vandaag: Dievegge verbergt gsm in haar achterste.

De Roemeense politie zal de arrestatie van de 24-jarige dievegge Petronela Brandus niet snel vergeten. De vrouw was er in geslaagd de gsm van een buspassagier afhandig te maken, maar andere reizigers die de diefstal opgemerkt hadden, sloegen onmiddellijk alarm. Even verderop werd ze door agenten staande gehouden.

Ze fouilleerden haar, maar die zoektocht leverde niets op. De attente ordehandhavers besloten dan maar om het telefoonnummer in kwestie op te bellen en die tactiek leverde wel succes op: onder de jurk van de vrouw kwam een gedempte beltoon vandaan.

Brandus werd meegenomen naar het politiebureau, waar ze door vrouwelijke agentes verplicht werd zich volledig uit te kleden. Groot was hun verbazing dan ook toen ze de verdwenen gsm in haar… achterste terugvonden.

“We hebben al vrouwen gehad die spullen in hun bh’s of slipjes verbergden, maar dit was ook voor ons de eerste keer”, wist commandant Madalin Taranu over de niet alledaagse plaats van de vondst te vertellen. “Er moest zelfs een dokter aan te pas komen om de gsm eruit te halen. Nadien hebben we het toestel grondig gedesinfecteerd en terugbezorgd aan de rechtmatige eigenaar.”

Er zit toch ergens iemand met een wilde fantasie…

(Al is Madalin Taranu wel degelijk inspecteur van de politie, en werd ‘het artikel’ reeds in enkele Roemeense kranten gepubliceerd (cfr de google search op Petronela Brandus).)

het beleid 30

Het is weer een duidelijke boodschap die de beleidsmensen ons brengen, vandaag in de krant.

Waar het wel krioelt van jongelui vlak na het rinkelen van de schoolbel is het Don Bosco-instituut, aan de Kortrijksesteenweg in Gent. Honderden scholieren begeven zich huiswaarts met de tram, de fiets, de auto. De steenweg is een belangrijke invalsweg van en naar de E40 en het verkeer is er druk, druk, druk. Tussen al dat verkeersgeweld staat het eenzame 30-bord, maar daarmee is alles gezegd. Vrijwel geen enkel voertuig lijkt er acht op te slaan. De flitspaal flitst geen enkele keer.

En het beperkt zich natuurlijk niet tot Don Bosco alleen: Geen enkele flitspaal staat in het Gentse al op 30 km ingesteld.

’t Is niet de eerste keer dat ik het schrijf: het moet strcutureel aangepakt worden, niet symbolisch. Pas de rijweg aan. Al krijg je ook dan nog steeds geweeklaag:

Aan de andere kant van de vaart, op een boogscheut van Don Bosco, vertoont de Voskenslaan een heel ander beeld. Daar is de volledige straat heraangelegd. De tram kreeg een prominente plaats, fietsers en voetgangers hebben ruimte. De hele straat is zone 30 en het atheneum ligt er midden in. Iedereen content?

‘Het trekt op niets’, zegt Hilde Maes die Charlene Orlans, de dochter van voetbalmanager Patrick, met de wagen komt oppikken. ‘Je kunt hier nergens afdraaien en die paaltjes staan vooral in de weg. Als er hier trager gereden wordt, dan zal het alleen door de files zijn.’

Maar laat dat nu precies de bedoeling zijn.

heikneuterij

Tijd voor de (ochtend)krant. Zo lezen we bij DS: Kussen en wegrijden moet in het Nederlands:

Een bord met de term ‘kiss and ride’ mag niet. In Vlaanderen moet het opschrift in het Nederlands zijn. Dat zegt niet een of andere gefrustreerde taalpuritein, maar wel de gerespecteerde Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) na een klacht uit Geraardsbergen. De Geraardsbergse burgemeester Guido De Padt denkt aan dropzones, maar verkiest een uniforme oplossing.

Ze hebben er zelfs een speciale pagina voor in elkaar gestoken. Niet echt recent, die polemiek overigens. Een eenvoudige search via google (of moet dat ‘zoektocht’ zijn), brengt ons bij een entry op 7 juli 2003 in Roel’s Weblog Vlaanderen moet ‘kiss and ride’ vertalen, en een referentie op de site van N-VA (Kusje en weg? Of … Kiss and ride?) van 9 juli 2003:

Gestoord door een aantal Engelstalige termen in het gemeentelijk infoblad van Sint-Katelijne-Waver en de plaatsing van ‘kiss and ride’-verkeersborden, diende Jos Mariën uit Sint-Katelijne-Waver begin dit jaar een klacht in bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Het Katelijnse gemeentebestuur zag geen graten in het gebruik van de Engelstalige terminologie, onder andere vanwege ‘gebrek aan officieel alternatief’ en ‘vermits toch internationaal gangbaar’.

De Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) gaf Mariën echter gelijk: in het Nederlandse taalgebied moeten alle mededelingen van openbare besturen bestemd voor het publiek, steeds en uitsluitend in het Nederlands opgesteld zijn.

Ook bij DM vinden we uit dat jaar een referentie (11-09-2003):

Dagschatjeplekje is het Nederlandstalige equivalent van de kiss and ride zones, die nu al bij vele stations bestaan. Bedoeling is dat ouders er kortstondig kunnen parkeren terwijl hun kind uit- of instapt of ze hun uk droppen in de crèche. De benaming dagschatjeplekje is slechts een van de mogelijkheden. Lanjri overweegt ook nog kus- en rijzone of zoenzone. In eerste instantie is het de bedoeling dat de echte knelpunten voorzien worden van enkele speciale parkeerplaatsen maar op termijn zou Lanjri graag een globale aanpak zien.

Oud nieuws dus, dat tot nog toe gelukkig geen (officiële) nederlandstalige ‘alternatieven’ heeft opgeleverd. Zo vrees ik steeds mij hoofd te verliezen wanneer iemand mij een ‘houwtouw’ (lanyard) aanbiedt (houwen), en ook bij ‘kus en rij‘ stel ik mij eerder andere dingen voor.

Bovendien besluiten ze bij DS als volgt: Kiss and ride is overigens niet eens keurig Engels: het zou kiss and drive moeten zijn. Al is dictionary.com het niet met hun eens [drive vs ride]. Tsja.

kak (bis)

Laten we beginnen met de rioolpers. suggereert Luc V. als reactie op mijn eerder gewauwel.

Aldus.

DM: Jacht op privéleven Dewael ‘onverteerbaar’, Een grens voorbij, Dit is een stap richting de afgrond.

DM keurt wat er gebeurd is, sterk af.

DS: maar liefst vijf artikels over ‘het geval Dewael’: Veel ‘hits’ voor Dewael, Een vice-premier is verliefd, Kwaad Bloed is geen eerlijke rubriek, Waarom de relatie van de minister nieuws wordt en als afsluiter: Geen geleid mediabestel. F-ck, ze hebben er zelfs een poll over op hun website (waarin ze gelukkig door hun lezers worden afgestraft).

DS bends over backwards om de berichtgeving toch maar goed te praten.

Voor ik er verder op in ga even dit. Voor wie het nog niet wist, DM was de ‘scoop’ over de relatie beloofd, maar is die, door de ‘berichtgeving’ van Koen Meulenaere, misgelopen. DS kan de VLD niet af, de VRT ook al niet, Flahaut helemaal niet (edoch dit laatste geheel terzijde) en voelt zich vanzelfsprekend liever verbonden met Knack dan met DM.

Ondanks de hypocrisie in de afkeuring van DM –ze zijn ook van hun eerste sensatieverhaaltje nog niet doodgevallen– is het gespartel van DS meelijwekkend te noemen. Want DS, die in dit verhaal eigenlijk helemaal niet meespeelt, kan natuurlijk niet de kant van DM kiezen, dus proberen ze door pseudo-objectieve logica het gebeuren goed te praten. The enemy of my enemy is my friend, heet dat. We hebben immers geen nood aan ‘moraalridders’, en bovendien zijn we hier in Vlaanderen nog zo slecht niet af. Nee, dan gaat het er in sommige van onze buurlanden nog wel even anders toe.

To top it off, biedt DS eigenlijk zelf de reden waarom de hele affaire een hoge walgelijkheidsgraad heeft:

Wat Dewael er niet bij vertelde, was zijn deal met de gewezen VRT-journaliste Betty Mellaerts, een goede vriendin van Op de Beeck, om het verhaal paginagroot en ‘zonder zweem van enige sensatie’ aan De Morgen te slijten. De publicatie van de scoop was gepland voor volgende week zaterdag. Dan zouden de examens van zijn zoon achter de rug zijn. Meteen kreeg Dewael de nodige tijd om zijn echtscheiding thuis eerst af te handelen. Zijn woordvoerder beklemtoonde dat de nieuwe relatie niet de aanleiding vormde tot de breuk.

Al gaan ze daar vlug overheen, want hun mening wordt al gauw snel duidelijk: De ontluisterende wijze waarop het privéleven van de VLD-politicus in Knack werd uitgebeend, was alvast grensverleggende journalistiek. Grensverleggende journalistiek, jawel. En grensverleggend krijgt normaal gezien geen negatieve connotatie (tenzij die expliciet wordt vermeld).

Als argumentatie wordt verder nog aangebracht dat de politici, net zoals BVs, hun privé-leven vaak zelf te grabbel gooien. Mijn antwoord daarop is: so what? Dat is hun keuze. Net zoals Dewael en Op de Beeck hun relatie zelf gingen bekend maken via DM. Op hun voorwaarden, wanneer zij dat wilden. Niet omdat een of ander pathetisch excuus voor een journalist (onder invloed van zijn paars-hatende hoofdredacteur Rik Van Cauwelaert) een acuut tekort aan WC papier had. En nee, Bart Dobbelaere, dat hoeft niet met een korreltje zout te worden genomen.

En hoezo, de neutraliteit in de berichtgeving van de VRT had te lijden onder de relatie? Los van het feit dat ik bij dergelijke bewering grote vraagtekens plaats: who are you kidding? Wie een klein beetje in het perscircuit heeft meegedraaid –wie een klein beetje in om het even welk circuit heeft meegedraaid– weet dat er overal subjectiviteit heerst. Het is een kringetje: de journalisten kennen ‘de onderwerpen’ kennen de journalisten. En die hebben onderling relaties opgebouwd. Soms positieve, soms negatieve. Objectieve berichtgeving bestaat niet. Wie alles gelooft wat hij leest of hoort of ziet, mag dringend een reality check uitvoeren.

Nee, deze zaak kent veel banalere oorzaken: sensatiezucht is er één van, maar ook jaloezie, en afrekening. En het ergste aan heel de affaire is dat zoiets ten koste gebeurt van andere mensen. Want u gelooft toch niet voor één seconde dat deze relatie van publiek belang is?

kak

De rioolpers is weer goed bezig de laatste dagen. Want het blijkt weer niets anders te zijn dan een afrekening: DM zou met de scoop weglopen, en bovendien kan Meulenaere noch de VLD noch de VRT uitstaan, dus trekt hij zich maar af in het openbaar.

(Ik heb overigens Koen Meulenaere nog een tong zien draaien met een andere Knack redacteur, onlangs op een persfeestje.)

Zo zielig.

dat kan tellen

Het valt niet altijd mee, journalist te zijn. Alles wat je schrijft, en door de handen van de eindredacteur glipt, wordt gedrukt en aldus bewaard voor het nageslacht. “Ge liegt dat het gedrukt staat.”

In DM vandaag een lifestyle artikel over de ipod generatie, gebaseerd op informatie die werd ontleend aan een Brits onderzoek. Ipod staat hier niet voor de populaire mp3-speler van Apple, al is enige gelijkenis welleicht niet toevallig.

Die jongeren werden de ipod-generatie gedoopt, waarbij ipod staat voor ‘insecure, pressurised, over-taxed en debt-ridden’ (onzeker, gestresst, overbelast en beheerst door schulden).

Om dat interessant te maken voor de Vlaamsche lezer, werd aan drie ‘jongeren’ gevraagd in welke mate die bevindingen ook op hen van toespassing zijn. Zo ook aan de 25-jarige junior consultant Sarah Hansen.

Twee van de vier trefwoorden van de ipod-generatie vindt ze op zichzelf van toepassing. “Ik heb nog geen schulden, maar in de andere drie kan ik me vinden.” [Mijn bold]

Juist, ja.

emancipatie: het editoriaal

Burlderlach Bulderlach: ik wil u het editoriaal van DS ivm met het artikel Kinderen meenemen naar het werk? Onverantwoord (DS 10/08/2005) toch niet onthouden.

Het probleem ligt nu bij de baas

De federale minister van Defensie, André Flahaut, schrijft geschiedenis. Met zijn rondzendbrief over de kinderopvang in het leger voegt hij een nieuw hoofdstuk toe aan het arbeidsrecht, en brengt hij een revolutie teweeg in de verhoudingen tussen werkgever en werknemers.

Elke ietwat slimme werkgever houdt actief rekening met het feit dat een deel van zijn werknemers jonge kinderen heeft. De voorbeelden bewijzen dat wie dat doet, gemakkelijker talenten kan aantrekken en ze in dienst kan houden, en ook op meer inzet, loyauteit en trouw kan rekenen bij zijn medewerkers. Wie dat niet doet, weet dat hij zal worstelen met onvoorspelbaar absenteïsme van werknemers, met gebrek aan loyauteit en inzet, en ook moeilijker talentvolle medewerkers kan aantrekken en houden. Zo is dat.

De slimme werkgever die vaststelt dat zijn werknemers geen kinderopvang vinden in de vakantiemaanden, buigt zich daarover, en zoekt eventueel mee oplossingen met de ouders. Een crèche inrichten in het bedrijf, is iets waarvoor vakbonden, middenveld en werknemers niet gewonnen zijn. Maar voor noodsituaties kan het aanvaardbaar zijn.

Is Flahaut dan geen verstandige werkgever? Neen, zelfs los van de vraag of het opportuun is kinderen binnen te brengen in een omgeving met militair tuig. Wat zegt de minister? Hij wil in de vakantiemaanden “het recht op kinderopvang garanderen”. Zijn werknemers hebben voortaan het recht om hun kinderen mee te brengen, behoudens uitzonderlijke en tijdelijke omstandigheden. Dat is niet meer de werkgever die zich buigt over een probleem van de werknemer-ouder. De werkgever neemt die verantwoordelijkheid van de werknemer-ouder gewoon over. “Generaal, ik kom werken vandaag. Hier zijn mijn kinderen, trek uw plan ermee. Tot vier uur!” Dat gaat te ver. Dat is geen goed principe. Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kinderen. De werkgever mag die verantwoordelijkheid niet tot de zijne maken.

Er zijn maar twee soorten regimes waar zoiets wel denkbaar is: totalitaire regimes en regimes waar sommigen wetgeving maken aan de hand van hun politiek dienstbetoon.

Hier, een PDFje van het artikel + het editoriaal (‘reflex’), zodat u de context meekrijgt.

ROFL. Welk een slotzin.

Goede wetten hebben een praktische grondslag. Sociaal dienstbetoon, persoonlijke ervaring van de politicus of van iemand uit zijn omgeving, een maatschappelijk probleem, en ga zo maar door.

En verder: waar ligt het verschil tussen uw kinderen dumpen in een crèche buiten het werk, of op het werk? (Jaja, ik weet best wel wat de mogelijke bezwaren zijn.)

Bovendien: wat is het alternatief? Iedereen een nanny? Niet iedereen beschikt immers over een ‘sociaal netwerk’ van opa’s en oma’s en tantes en nonkels en vrienden en whathaveyou. En zorgt u op die manier dan wel nog zelf voor uw kinderen? Het enige alternatief is minder werken. Maar dat is geen echt alternatief, tenzij de regering de inkomensderving kan opvangen.

emancipatie

Het zal wel uit de context gerukt zijn, en ik zal er mij voor behoeden een ad hominem aan te verbinden (genre ‘heeft die juffrouw zelf wel kinderen, en indien ja, ziet ze die dan soms’), maar volgende uitspraak klinkt ronduit bevreemdend uit de mond van een emancipatieambtenaar van de Vlaamse overheid (Kinderen meenemen naar het werk? Onverantwoord DS 10/08):

“Ouders toestaan hun kinderen mee te nemen naar de werkplek, dat is niet in het belang van het kind noch in dat van de organisatie. Hoe kunnen ouders dan nog geconcentreerd werken, en hoe is dat pedagogisch te verantwoorden ten opzichte van het kind”, reageert Ingrid Pelssens, emancipatieambtenaar van de Vlaamse overheid, op de beslissing van minister van Defensie André Flahaut (PS).

Duh. Geef mij dan maar pragmaticus Jos Bergmans:

“Als werknemers een opvangprobleem hebben, kunnen ze hun kinderen meenemen”, zegt Jos Bergmans, bestuurscoördinator van het district Antwerpen. Hij leidt een dienst van 170 werknemers, 85 procent van hen is vrouw. “Als al mijn vrouwelijk personeel begint met allerlei soorten sociaal verlof te nemen om de kroost op te vangen, dan zijn wij permanent onderbemand. Schoolstakingen of pedagogische studiedagen zijn sowieso een echte ramp. Ofwel zoek ik dan een flexibele oplossing, ofwel kunnen wij de burger geen goede service meer bieden”, zegt Bergmans. Kinderen op de werkplek toelaten is voor hem “een kleine maatregel die veel problemen kan vermijden”.

Eigenlijk zou de regering er bijvoorbeeld in kunnen (moeten?) voorzien dat een van beide tweeverdieners uit een gezin, gedurende minstens de helft van de vakantieperiode in de zomer, een soort tijdskrediet-met-minimaal-verlies-van-wedde kan opnemen (misschien is dat wel zo, en dan mag daar best wat meer ruchtbaarheid aan worden gegeven). Mijns inziens wordt op dat vlak veel te weinig gedaan voor Het Gezin.

De regering en de maatschappij hebben maar al te vaak de mond vol over vervreemding van kinderen en ouders, achteruitgang van de opvoeding (door de ouders), maar tegelijkertijd is het in deze tijden (van consumptie) zo goed als onmogelijk om als gezin met slechts één werkende ouder, te kunnen overleven. Ik herinner mij de uitspraken van Freya Van Den Bossche (Gent zet rem op flexibele kinderopvang DS 15/11/2002), waarin ze de duur van de kinderopvang wou beperkten. Gezien de praktische onhaalbaarheid (tiens, ze heeft ondertussen zelf twee kinderen), werd die beslissing een dik jaar later terug ingetrokken (Gentse kinderen mogen langer dan 45 uur in crèche Schepen van onderwijs Rudy Coddens versoepelt maatregel Freya Van Den Bossche DS 16/06/2004):

Wij vervangen de grens door een richtlijn. Wij bevelen 45 à 50 uur aan, maar er is een marge […]

“Voor de meeste ouders vormde 45 uur al niet echt een probleem”, zegt Inge Van Coppenolle, de verantwoordelijke van Het Uilennestje. “Maar ouders die buiten Gent werken, gingen er wel snel boven.”

Destijds ging ik met mijn ouders ook mee naar het werk. Ze waren zelfstandig, dus het argument van hoe kunnen ouders dan nog geconcentreerd werken gaat niet echt op. Evenmin trouwens dat andere hoe is dat pedagogisch te verantwoorden ten opzichte van het kind want ik heb mij tijdens die dagen kostelijk geamuseerd. Mijn ouders hadden een groothandel in fytofarmaceutische producten, en er diende nogal wat te worden uitgevoerd. Gans België heb ik gedurende die zomermaanden doorkruist, van De Panne tot Bouillon. Zo verdomd interessant vond ik dat, dat ik in het voorjaar van 1990, na een verkeerd gekozen curriculum ‘Toegepaste Economische Wetenschappen’ aan de UFSIA, zelf een half jaar heb ‘uitgevoerd’ voor mijn ouders (ook al kwestie van iets terug te kunnen doen voor het in de verkeerde richting geïnvesteerde geld).

Maar hoe luidde uw jobomschijving alweer, mevrouw Pelssens? Of is er geen plaats meer voor het gezin in de emancipatie?