zoektocht

(Vanochtend nog een beetje liggen maffen, morgen opnieuw naar het werk.) En nu mag ik terug beginnen puzzelen hé.

  • de motor: net de vervangmotor gaan afhalen, en een beetje besproken wat de opties voor de volgende zijn.
  • Mijn rugzak (bij Decathlon) hadden ze nog -gelukkig, ik heb er een paar geprobeerd, en dit bleek de enige te zijn die waterdicht was. (En wreed schappelijk van prijs.)
  • Mijn broek: zou geen probleem mogen zijn, maar ik wil eerst:
  • Mijn vest: niet meer te verkrijgen (ik heb een te kleine maat); en voor een andere die ik ook best te pruimen vond: idem
  • De helm: ik ben nog op zoek.

De botten (laarzen) en de handschoenen mankeren niks. Voor de rest ga ik nu vooral voor dingen die opvallen. Niet schreeuwelijk fluo, maar toch íets van kleur (vs zwarte helm, en bijna volledig zwarte vest). En de motor zelf: als het dezelfde wordt (Sprint ST), heb ik niet veel keus: terug zilver (andere keuzes zijn Brits Groen, of Baby Blauw). Maar naar ’t schijnt is geel de meest opvallende kleur op de baan (vandaar ook de gele ambulaces en ditto MUG), en dan heb ik mijn oog laten vallen op dit. Vast staat dat het een drie cilinder blijft.

mijn gazet

Net nu ik zo vertrouwd was geworden met DS blijkt ons (gratis) proefabonnement afgelopen (ttz sinds vrijdag al, maar toen had ik errm andere katjes te geselen).

Geen nood, één telefoontje vanochtend, en vanaf vrijdag krijgen we de krant opnieuw in de bus. DS is er overigens vroeger dan DM, wat ons best uitkomt: ik kan DS meenemen, en Tessa, die een uurtje of zo later vertrekt, DM. Kwestie van kritisch te blijven zeker? ROFL.

aanwijzingen

Henri heeft een tijd geleden van opa en oma een set walkie-talkies cadeau gekregen. Die dingen hebben een behoorlijk bereik, en soms kunnen we daar best grappige gesprekken op volgen.

-Nou, je moet ‘em een beetje meer naar de kant schuiven.

-Nou nee, niet die kant, naar de kant, de kant, de andere kant.

-Jaja, nou effe iets meer naar links, naar dat ding daar op.

-Nee, niet zo snel, zacht schuiven. En meer daar.

-Ja! Ja! Ja! Goed zo. Houden man!

-Jaaaaaaaaa.

Hm. Het klonk zoals het leest.

amai zijn muile

Gisteren even langs geweest bij BMC om wat foto’s te nemen van mijn Sprintje, en wat zaken te bespreken.

Om de twee weken tot mijn vakantie (Gentse Feesten) te overbruggen mag ik een motor lenen (diezelfde die ik ook bij onderhoud meekrijg). Volgens zowel de verzekeringsagent als BMC, zou ik bovendien tegen het einde van de maand opnieuw over een motor moeten kunnen beschikken.

Voor de nieuwsgierigen, hieronder een fotootje (klik voor groter –niet voor gevoelige zielen).

sprintje met zijn muileken open

la boum deux

Bedankt voor het medeleven. De bestuurder van de wagen was overigens een mevrouw, en ze was er echt het hart van in (al had ze beter gewoon haar spiegels gebruikt –tsja). Normaal gezien vertrekt ze later naar het werk, maar omdat ze morgen met vakantie vertrokken, had ze speciaal de namiddag vrij genomen om alles in orde te brengen, en daarom was ze dus vanochtend iets vroeger naar het werk getrokken. Ik ben vriendelijk gebleven tegen de mevrouw, conform het aanrijdingsformulier (grapje): het heeft toch geen zin om u daarin op te winden, en zoals ik al zei, ze was er echt het hart van in.

Hopelijk wordt de motor perte totale verklaard, en heb ik snel een nieuwe. Perte totale, want de kuip en de cockpit aan voorkant zijn volledig weg, de voorvork is krom, de linkerkant ziet er ook niet te best uit (volledig geschaafd), er lekt olie, etc.

Ik zie het allemaal nog zo in slow motion gebeuren: de wagen plots voor mij, de bumper van die wagen, het normale gezichtsveld dat plots wegdraaide, mijn hoofd toen ik het asfalt raakte, hoe zacht het asfalt voelde, hoe ik stil lag en de motor bleef door glijden, een spoor van brokstukken achter zich meeslepend. Ik had zin om te blijven liggen, maar iets in mij heeft me doen beseffen dat de rest van het verkeer misschien niet was gestopt, en ik ben rechtgeveerd nog voor de motor tot stilstand kwam. In het zog van de motor een spoor van vernieling, stukken windscherm, kuip, versnellingspedaal, linkerspiegel, glas van de lichten.

Een paar motards reden gewoon voorbij, maar al gauw stopten er drie anderen, waarvan één dus een politieagent (in burger) op weg naar het werk. Hij stopte achter de motor, en regelde het verkeer, en legde –samen met de mevrouw van de politie (in burger) die al eerder was gestopt– het verkeer stil zodat we naar de pechstrook konden uitwijken. Ik kan die mensen niet genoeg danken.

Het is echt jammer, want ik was behoorlijk gehecht geraakt aan mijn Sprintje. (Daniël van BMC stond er ook meewarig naar te kijken, toen ik de motor met de takelwagen binnenbracht.) Bovendien was ik niet in de fout, en had het ongeluk helemaal niet kunnen vermeden worden. Iedereen heeft het er maar over hoeveel geluk ik heb gehad. Ik weet het niet; ik reed absoluut niet te snel, heb goed gereageerd, en had de goede kledij aan (belangrijk, belangrijk, belangrijk!!!). Ik reed bovendien niet tussen de file door, maar had een volwaardige plaats op het derde baanvak.

Och, als de afhandeling met de verzekering e.d. wat meezit, ben ik al tevreden.

boem! pets! patat!

Het moest er eens van komen. Bij de motorrijders zeggen ze altijd, er zijn twee groepen motards: zij die al eens gevallen zijn, en zij die nog moeten vallen. Ik denk dat ik gepromoveerd ben.

Wie daardoor in een extra file heeft gezeten richting Brussel (aan de op- en afrit Affligem), sorry!

Oorzaak.
Er is altijd file aan Affligem. Er wordt altijd traag gereden. Er was deze keer net iets minder file, dus ik reed mooi op het derde baanvak (zo’n 70 per uur), toen plots, letterlijk in één oogopslag, op de lege plaats vóór mij, een wagen opdook. Zonder richtingaanwijzers, zonder te kijken, van een file van 50 per uur, naar eentje van 70 per uur.

Gevolg.
Mijn helm is bekrast, mijn vest is kapot, evenals mijn broek, en mijn motor, tsja, die is nu een naked geworden. Meer dan ooit ben ik overtuigd van het nut van goede kledij –ze hadden mijn linkerschouder van het asfalt mogen schrapen, net zoals het vel van mijn linkerdij.

Voor alle zekerheid maar naar ’t spoed getogen, waar men foto’s heeft gemaakt (ik kende de weg nog van met Henri, een week geleden), en zelfs een EEG heeft afgenomen. Alles in orde, behalve dan dat ik een lichte hersenschudding heb. Wat betekent minstens tot maandag of dindsdag thuis, lichten gedimd, concentratieproblemen, helse koppijn (en ik schrijf al een uur aan dit stukje tekst, telkens vijf minuten, en een onderbreking van tien).

Met dank aan de twee vriendelijke motards die gestopt zijn, en de mevrouw van de politie op weg naar haar werk, waardoor we snel de wagen en de motor naar de pechstrook konden overbrengen.

Enfin, ik ga wat rusten.

gelijk een madeleineke

Sommige dingen komen op de meest onnozele momenten weer naar boven. Zoals dit, toen ik me afvroeg wat ik bij de spaghetti ging maken vanvond.

Een van mooiste hotelkamers waar ik ooit heb in verbleven, was een suite in de Biltmore, in Providence, Rhode Island. De kamer diende als uitvalsbasis bij het begin van een zes weken durende Summer School voor graphic design (RISD), en ik ben er maar één nacht gebleven.

De kamer was een hoekkamer, waardoor ik uitzicht door zes ramen had op een park, het stadsplein, en in de verte kon ik zelfs de rivier zien die vlak bij de design school stroomt. De kamer bevatte een gigiantisch bed, een walk-in closet groot genoeg om alle kleren van een modaal gezin in op te bergen, een ‘living’, en een badkamer zo groot als de woonkamer in het huisje dat we toen in de Tarbotstraat betrokken (wat waarschijnlijk meer zegt over de grootte van onze toenmalige woonkamer).

Het was laat toen ik er toekwam. Het was donker, en in de verte was er net een jazz festival begonnen. De ramen konden –geheel tot mijn verwondering– zeker voor de helft open, en warme lucht en ritmische jazz stroomden mijn vertrek binnen. Ik herinner me nog dat ik room service had gevraagd: tagliatelle with scallops. Ik had gedacht een gans hoop pasta, wat tomaten en twee (misschien drie) sint-jacobsvruchten in mijn bord te vinden, maar van tomaat was geen sprake, de portie pasta was bescheiden, en de vis in overvloed. Tien, vijftien stuks misschien? En overheerlijk.

citaat

In de serie “uitspraken waar men later nog spijt van gaat krijgen”, komt het citaat van den dag van Peter Adriaenssens over de zaak Fourniret.

Dit zou nu niet meer gebeuren.

fabulator

Logic over emotion; dat lijkt wel de boodschap die we uit het conflict Konfabulator – Dashboard moeten onthouden. Hoewel ik het grotendeels eens ben met de logica van John Gruber, vraag ik me af wat de reactie zou geweest zijn indien niet Apple, maar Microsoft een dergelijke streek zou uitgehaald hebben. Err… wacht; strike that thought.

Yes, no argument about it, Dashboard is a Konfabulator-killer. Their gadgets and widgets are serving the same exact purpose. I.e., the answer to the question What do they do? is the same. But the answer to the question How are they doing it? is completely different.

Maar dat is natuurlijk niet de kern van de vraag; die ligt eerder hier:

But what’s the argument that Apple has done something wrong? That if a third-party developer something first, Apple should never step on that developer’s toes? Ever? No matter if Apple is already working on something similar but better? No matter if Apple can provide a significantly better implementation? No matter if it’s something that would be a natural fit as an official component of the OS?

You’ve got to love open source.

on-line

Terug on-line. Het was inderdaad een beperking op het MAC adres (zoals reeds bevestigd door Bart). Gezien ik sinds zaterdag niet meer on-line ben geweest, en gezien het internet-embargo op het werk, trek ik me even terug om mijn (blog)schade in te halen.

En dan kan ik nu beginnen aan de fotologs.