Hampster dance

Hamster Axis of The One-Click Panther

Ziedehie Pietel tôh?”

De stem kwam van de zetel achter mij, waar een man zat die zichzelf al de ganse eerste set voor Frederik Meulyzer (zie foto) moet hebben gehouden, want hij had de hele tijd met zijn voet zitten meedrummen tegen de leuning van mijn zitje. Hij had mij eerst gevraagd of ik journalist was (‘nee hoor’), beroepsfotograaf (‘nee hoor’), of… blogger (‘jawel’). Hij kwam –na een korte dwaling bij de Wannabes— zelf bij Gentblogt uit (‘inderdaad meneer’), en dus moest ik wel Pietel zijn.

“Ah. Nee. Pieter woont in Antwerpen.” Hoewel ik hem niet zag, was de ontgoocheling bijna tastbaar. “Sorry”, verontschuldigde ik mij nog, maar het mocht niet baten, vrees ik.

Een voortreffelijk concert van Hamster Axis of The One-Click Panther, in een veel te donkere Domzaal van Vooruit op 17/03/2009.

Lees er alles over bij Het Project: Tongue twister met de hamsters. Euh… panters!

Pruimencake

Vorige vrijdag bracht ik van bij mijn groentenboer een koppel schitterende rode pruimen mee naar huis. Net juist gerijpt met genoeg beet en voldoende sap. Breng er mij nog maar wat mee, vroeg ik Tessa vanuit mijn migraine-bed. Ik zocht al langer een excuus om de heerlijke Dimply Plum Cake van Smitten Kitchen te maken; een recept dat Deb haalde van bij Dorie Greenspan.

Eenvoudig om te maken, maar u hebt er wel een elektrische mixer voor nodig –of getrainde armspieren en veel uithoudingsvermogen.

Pruimencake

Benodigdheden

Tip: Convert measures of ingredients for cooking & more voor conversie van cups e.d. naar de grammen van het metrisch systeem.

  • 1 1/2 cups huishoudbloem
  • 2 tsp bakpoeder
  • 1/4 tsp zout
  • 1/4 tsp kaneel
  • 70 g ongezouten boter op kamertemperatuur
  • 3/4 cup blonde (lichtbruine) suiker
  • 2 grote eieren
  • 80 ml neutrale plantaardige olie
  • de zest van 1 limoen of appelsien
  • 1 1/2 tsp vanille-extract
  • 6-8 paarse of rode pruimen, gehalveerd en ontpit

Zo gemaakt

Verwarm de oven voor op 175°C. Beboter en bebloem een vorm (van zo’n 20 op 10 cm).

Meng de gezeefde bloem, het bakpoeder, de kaneel en het zout in een kom.

Klop de boter een drietal minuten op bij halflage snelheid (4/10 bij de KitchenAid, met de platte menghaak), tot ze er romerig begint uit te zien. Voeg de suiker toe, en meng opnieuw gedurende een drietal minuten. Voeg dan één voor één de eieren toe, en meng één minuut voor u het volgende ei toevoegt.

Voeg nu de olie, de zest en het vanille-extract toe, en klop op tot het mengsel er bijna als slagroom gaat uitzien (ik gebruikte hiervoor nu de draadgarde i.p.v. de platte menghaak).

Vouw nu de droge ingrediënten onder het deeg; niet te lang mengen, maar net genoeg tot alles is opgenomen.

Giet het beslag in de bakvorm, en strijk glad. Geen paniek: het beslag moet niet vlak zijn, en ja, het klopt dat het lijkt alsof er te weinig beslag in de bakvorm is. Schik de pruimen op het beslag, en druk lichtjes aan. (Volgens mij gaat het net zo goed met meer pruimen, die dan dichter tegen elkaar aan liggen –ga ik de volgende keer zeker proberen.)

Bak gedurende zo’n 30-40 minuten in de voorverwarmde oven (doe de cake test!). Haal de cake uit de oven, laat een kwartiertje afkoelen in de vorm, en stort de cake dan op een bord (opgelet, zorg ervoor dat hij opnieuw met de juiste kant boven ligt), en laat verder afkoelen.

Pruimencake

Smakelijk!
(Blijft naar het schijnt nog minstens twee dagen goed, op kamertemperatuur.)

Dror Feiler / Kapotski

Kapotski

Vorige donderdag mocht ik het videoconcert Cantos de la Columna Vertebral (Song for the Spinal Cord) van Dror Feiler in de Domzaal van Vooruit bijwonen. Het was een beklijvende voorstelling, waarin Feilers schrille saxofoon sterk in paste.

Op de foto hierboven staat evenwel niet Feiler, maar ziet u wel Lander Ghyselinck (drums) en Rodrigo Fuentealba (gitaar), twee gasten van Kapotski, die na de pauze hun ding mochten doen. Een goed ontvangen thuismatch overigens.

Een beknopt verslag leest u bij Het Project: Cantos Iglo

Het lentegevoel

’t Is lente, en dat geeft een goed gevoel. Het winterstof wordt van de plannen geblazen, en een mens durft zich als eens te herbronnen. Dat betekent vanzelfsprekend ook dat ik weer maar eens wat te veel hooi om mijn vork neem, maar ook dat ik nog eens met lange termijn planning bezig ben.

Hoe ouder ik word, hoe meer mij dat aantrekt, zo’n lange termijn. Het is tram vier die ginder aan de horizon verschijnt, en tegelijkertijd –hoe paradoxaal dat voor u misschien mag klinken– het besef dat ik eigenlijk allesbehalve oud ben. Als het leven zich blijft aanbieden zoals het dat tot nog toe heeft gedaan, zit ik immers hooguit aan de helft van mijn aards bestaan –een besef dat plots gigantisch veel mogelijkheden schept. Ik kan een rockband beginnen bijvoorbeeld.

Groenlandse heilbot met kervelkorst

Groenlandse heilbot zwemt ongeveer een kilometer diep in het zeewater. Ze kunnen hoger voorkomen, maar ze werden ook al op meer dan twee kilometer diepte ontdekt. Bij goedevis.be staan ze gecatalogeerd als niet duurzaam, maar dat verdict is grotendeels te wijten aan het tekort aan gegevens omtrent de visvangst, zo geeft de site zelf toe. Omdat hij diep zit kunnen biologen kunnen moeilijk inschatten hoe het bestand is. Wie bezorgd is om die duurzaamheid, kan zijn Groenlandse heilbot zonder schroom vervangen door Pacifische heilbot, waarvan de vangst volgens Amerikaanse instituten tot de best gereguleerde ter wereld behoort.

De filet die ik naar huis bracht woog 550 g (iets te veel eigenlijk), en werd in geen tijd omgetoverd van maagdelijk wit tot chlorofiel groen. Vis, zoveel lekkers dat er is!

Groenlandse heilbot met kervelkorst Groenlandse heilbot met kervelkorst

Benodigdheden

  • een heilbot filet (550 g volstond ruimschoot voor ons drietjes)
  • twee eetlepels fijngehakte verse kervel
  • zes walnoten, fijngemalen of geplet
  • het equivalent van twee eetlepels gemalen broodkruimels
  • grof zeezout
  • versgemalen zwarte peper
  • lijnzaadolie (of olijfolie)
  • een limoen (of een citroen)

Groenlandse heilbot met kervelkorst Groenlandse heilbot met kervelkorst

Zo gemaakt

Verwarm de oven voor op 180°C.

Hak alles fijn! Daar. Zo simpel was dat.

Hak de kervel fijn met een mes of in een keukenrobot. Stamp het broodkruim fijn in een vijzel, of in die keukenrobot. Idem voor de noten. Doe het allemaal in een kom (zorg ervoor dat ge van elks gelijke porties/hoopjes hebt); kruid met zout en peper; en giet er wat lijnzaadolie (of olijfolie) bij, net genoeg zodat alles mooi samenklit. Strijk alles uit op de vis, zorg ervoor dat zeker de dunnere delen mooi bedekt zijn.

Bak gedurende een 30 minuten in de oven. Klaar!

Knijp er een halve limoen over uit, en serveer met een slaatje en eventueel wat rijst.

Groenlandse heilbot met kervelkorst

Smakelijk!

Star Wars fan

Henri

Heb ik als eens vermeld dat Henri fan is van Star Wars? Mijn moeder heeft hem –onder minutieuze aanwijzingen– een kostuum nagemaakt, inclusief cape overigens (dat toon ik nog wel eens op een volgende foto). Gisteren was het karnavalfeest op zijn school, en ik denk dat hij zich geamuseerd heeft.

(Papa lag helaas met migraine in bed, waardoor hij al dat mooie weer noodgedwongen aan zich heeft moeten laten voorbijgaan.)

Zeebaars met rozemarijn

Des vrijdags durf ik wel eens bij de visman binnen stappen. Aan het (Sint-Pieters-)station in Gent hebben we een heel goede, Gilles, met een man achter de toog die zijn vis met kennis van zaken en liefde voor het dier verkoopt.

“Ik twijfel tussen de zeebaars en die heilbot”, vertrouwde ik hem toe, en uiteindelijk ben ik met allebei buiten gestapt. En een helebol tips over hoe de vis kon bereid worden. Dit is een heel eenvoudig gerecht, dat de smaak van de zeebaars zeer goed tot zijn recht laat komen.

Zeebaars (met chlorofiel)

Benodigdheden

  • een zeebaars (twee, in ons geval)
  • wat verse takken rozemarijn
  • versgemalen peper
  • grof zeezout
  • olijfolie

Verse rozemarijn, dat kunt ge zowat overal kopen. Koop u een struik voor in uw hof of voor op het balkon, in een bloempot. Die dingen groeien gelijk onkruid, en zo bent u immer verzekerd van toch al één verse kruid. Rozemarijn past uitmuntend bij lam, maar dus ook bij sommige vissoorten.

Zeebaars (met chlorofiel)

Zo gemaakt

De visman heeft voor mij de vis ontschubd, de vinnen weggesneden, en de buikholte leeggemaakt. De kop bleef eraan, net zoals de staart.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Dep de vis nog even droog, en maak met een scherp mes een tweetal inkervingen dwars op de vis. Snij tot op het bot (de graat), en snij langs weerszijden van de vis. Duw kleine takjes van de rozemarijn in die sneden, en leg de grotere twijgen in de buikholte.

Wrijf de vis in met grof zeetzout en versgemalen peper, en leg in een braadslede of ovenvaste schotel. Besprenkel met olijfolie.

Bak gedurende een 30-35 minuten in de oven. Het vel is knapperig, het vlees wit en sappig, en het zal heel gemakkelijk van de graat loskomen. Ik bracht het op tafel met gestampte patatjes en postelein –maar het was zo lekker dat ik ben vergeten een foto te nemen. Een licht slaatje volstaat, voorzie eventueel een schijfje limoen om de smaak van vis nog beter te laten uitkomen.

Smakelijk!

Et tu…

Zoals Huug (en later ook, in het humaniora, Michel), heb ik mijn broek destijds in Sint-Barbara versleten. Zowel het college als de basisschool vormden het decor voor mijn jeugd–na eerst de drie kleuterklasjes en het eerste jeerjaar op de Nouveau Bois te hebben doorgebracht. Ik heb slechts vage herinneringen aan die basisschooljaren.

Van de Nieuwen Bosch herinner ik mij dat ik een gastje uit mijn (kleuter)klas met mijn boekentas rond zijn oren heb geslagen –zo wordt het nog immer verteld– omdat hij mij erop wees dat “hey, Bruno, kijk: uw moeder is daar”. Waarop ik blijkbaar gevat antwoordde: “ja, ik zie dat zelf ook wel”, gevolgd door die draai rond zijn oren. Ik herinner mij ook dat we daar naailessen hadden –Nieuwen Bosch was in eerste instantie een meisjesschool; jongens werden slechts tot in het tweede studiejaar toegelaten– en dat ik dat best leuk vond. En dat ik –voor die ene keer dat ik daar eens moest blijven middagmalen– ik de soep daar zo lekker vond, dat ik tot grote consternatie van de meiskes aan mijn tafel, mijn bord geheel heb schoon gelikt, zoals de katten dat doen. Maar ook dat de juffrouw van het tweede leerjaar mij uit het eerste leerjaar –aan de overkant van de gang– kwam halen, om bij haar –een jaar hoger dus– de rekensommen te komen oplossen waar haar leerlingen kop nog staart aan kregen. Ik eindigde dat jaar met 99% op mijn rapport.

“Hij heeft meer discipline nodig,” moet mijn moeder gedacht hebben, “en een grotere intellectuele uitdaging.” Dus stuurden ze mij naar Sint-Barbara.

In Sint-Barbara kwam ik ook terecht bij meneer De Vleesschouwer. Bij het eerste rapport waren mijn punten met 4% gezakt. Al stonden daar geen punten op, en prijkten er nog allemaal E’s (van Excellent) op mijn rapport. Niettemin was dat een ramp volgens mijn moeder, die nauwkeurig mijn DP’s (dagelijkse prestatie of toetsen) bijhield en heel bezorgd om een audiëntie met de meester verzocht. Dat ik nog altijd den eersten was van de klas, maakte niets uit, mijn rapport vermeldde tevens dat ik een speelvogel was, en meer aandacht moest geven tijdens de les.

Er heerste discipline, maar ik heb –gelukkig– niets meegemaakt dat mij voor de rest van mijn leven heeft getekend. Al denk ik soms nog terug aan Hendrik V., die zulk een schrik had opgedaan dat hij tijdens de les liever in zijn broek deed, dan zijn vinger op te steken om de meester te vragen of hij naar het toilet mocht. Hendrik zat op de bank vóór mij, en ik kan mij nog probleemloos voor de geest halen hoe langzaam een plas urine onder zijn stoel werd gevormd.

In het derde zat ik bij meneer De Maesschalk, en ook daar was ik genoegzaam PIP (geen nood, in het middelbaar zou dat allemaal veranderen). Enkel als de anderen het echt niet konden oplossen, werd ik aan het bord geroepen. Ik had al lang geleerd mijn voortdurend genegeerde vinger niet langer op te steken wanneer er om een antwoord werd verzocht. Op één zo’n zeldzaam moment dat ik toch aan bord werd geroepen, twijfelde ik een halve seconde om van mijn bank op te staan. Tijd genoeg voor een kort “hebt ge mij niet gehoord, misschien, Bollaert?” Let wel, het was geen plotse opstoot van rebellie die mij deed twijfelen.

“Kijk mevrouw,” heeft meneer De Maesschalk achteraf aan mijn moeder toevertrouwd, “het heeft alle zelfbeheersing gevergd die ik had, om niet in lachen uit te barsten toen Bruno toch naar voor kwam.” Bruno, die zich stierlijk verveelde tijdens de lessen, had er immers niets beters op gevonden dan de inhoud van zijn pennenzak geheel in zijn kousen weg te steken. Met uitgestreken gezicht heb ik de oplossing aangevuld, en ben ik –ijzig kalm en onder de verpletterende stilte van de even gedisciplineerde klasgenootjes– terug naar mijn plaats gewandeld. “Correct zoals gewoonlijk, meneer Bollaert”, verzuchtte de meester.