Soms ben ik een een kip. Want zo’n stukske, dat is niet meer dan een ei. En eens dat ei gelegd, mag het voor mijn part haar eigen leven gaan leiden. Of in een omelet eindigen. Ik heb het gelegd, ik ben ervan af, ge kunt ermee doen wat ge wilt. Hoogst waarschijnlijk had ik er een bedoeling mee, en mogelijks –met niet geringe zekerheid– was die bedoeling anders dan de interpretatie die iemand anders er achteraf inlegt.
Mensen die mij daags nadien over zo’n schrijfsel aanspreken, kijk ik meestal aan met verwarde blik. “Waarover heeft die mens het in godsnaam”, en op dat exacte moment is die gedachte trouwens echt en gemeend.
—
Moment. De man met Tourette fietst net weer voorbij. “Godvernondedju. Woo! Woo! Tok! Tok! Godver!”, fietst hij de straat door, zonder zich tot iemand te richten. Hij heeft meestal een donkerblauwe skifrak aan, en ik beeld mij in dat het schuim op zijn lippen staat –een totaal foute voorstelling van mijnentwege. Ik vraag mij af wíe hij is.
—
Op dat stukje van gisteren ging ik niet meer terug komen. Ware het niet dat ik eddie graag een hart onder de riem wil steken. Als ik u meteen gerust kan stellen, eddie, ik heb nog over niemand enige banbliksems uitgesproken. Ge zijt hier allemaal welkom, op mijn weblog. Maar vergeet dat wel niet, dat het mijn weblog is.
Bovendien moet ge zo bescheiden niet doen. Ge zat er recht op, met uw analyse. Elitair, hoogdravend en agressief.
, zo schreeft ge, en laat nu net dat één van de interpretaties zijn die ik in mijn stukje wou steken. Het is niet omdat dit blog –en vanaf nu gaat het niet meer over u, eddie, maar eventueel wel, indien u mij de arm omdraait om een aanspreking, de gerda’s van deze wereld– het is niet omdat dit blog aan de Site van het Jaar wedstrijd meedoet, dat dit feit aan jan en alleman een vrijgeleide betekent om hun pijlen op mij te richten.
Vanzelfsprekend denk ik er niet aan iemand tegen te houden zijn(*) impressies over mij –en bij uitbreiding mijn weblog– neer te pennen. Maar als ge de grote jan wilt uithangen, moet ge daarna niet komen bleiten als ik u lik op stuk geef. Want vergeet niet, dit is een persoonlijk weblog (zie ook de categorie waarin ik ben genomineerd), een egodocument. En ik heb aan niemand rekenschap over mijzelf af te leggen.
—
Een aantal dagen zit ik nu al met het nummer 294 in mijn hoofd. Zopas herinnerde ik mij waarom. “The pure present is an ungraspable advance of the past devouring the future. In truth, all sensation is already memory.” Henri Bergson, geciteerd in Kafka on the Shore (Haruki Murakami). Wat rommelig Frans in Google ingeven, levert het volgende citaat op:
Votre perception, si instantanée soit-elle, consiste donc en une incalculable multitude d’éléments remémorés, et, à vrai dire, toute perception est déjà mémoire. Nous ne percevons, practiquement, que le passé, le présent pur étant l’insaisissable progrès du passé rongeant l’avenir.
Schoon hé. Wel, zo denk ik dus over mijn stukskes.
—
Dank u, eddie, voor uw reactie. Ik hoop dat er nog mogen volgen. (En in deze laatste twee zinnen mag u zich allemaal aangesproken voelen.)
—
(*) ‘zijn’ wordt bij mij steeds in historisch-generische betekenis gebruikt. U zoekt hier vergeefs naar PC-heid.
eddie kan het nie aan !
eddie kan het nie aan !
eddie kan het nie aan !
…
Maar allez. Hoewel ik de grap en de referentie begrijp –en het eigenlijk zeer grappig vind– is het niet van toepassing op eddie. Ik meen het eddie, ik ben zeer content dat ge gereageerd hebt, en het was geenszins de bedoeling u te viseren of u in een slecht daglicht te stellen. Integendeel.
alle marroeffen buiten.
Ik voel me helemaal niet geviseerd. Bovendien ben ik het over de grond van de zaak met je eens. Dit is jouw erf en eddiefromohio is het mijne.
Raymond, met jou heb ik nog een eitje te pellen op de volgende vergadering van de Sint-Lambertusvrienden om de busreis naar het NTGent voor te bereiden.
@eddiefromohio: See you there 😉