Kredietstop

Ooit heb ik gezegd dat ik nooit iets op krediet ging kopen, behalve dan een huis. Heel even, om kosten te maken toen ik zelfstandig was, is daar een auto bij gekomen, maar voor de rest wordt hier niets op krediet gekocht. Geld uitgeven dat ik niet heb, ik moet er niet aan denken. Natuurlijk heb ik een kredietkaart, en die wordt ijverig gebruikt voor internetaankopen en als betaalmiddel in het buitenland. De kredietlijn wordt elke maand netjes aangezuiverd, soms zelfs nog voor de afrekening in de brievenbus (of inbox) valt. Eén keer heb ik intresten moeten betalen, een jaar of vijftien geleden, toen ik gewoon vergeten was te betalen. Het is mij sindsdien niet meer overkomen.

Het beheer van de huishoudelijke financiën (sterk verwant aan de oorspronkelijke betekenis van het woord economie, een samenstelling van het Griekse oikos –huis– en nomos –regel–) is een van de grootste uitdagingen in de huidige kapitalistische consumptiemaatschappij. Kopen op krediet is één van de grootste valkuilen van het maatschappelijke systeem. Geen geld voor die flatscreen? Geen probleem: koop nu, betaal later.

Walter Pauli verplaatst zijn pen even van de sofisterijen van het rookverbod naar het blind vertrouwen van de consument in de kredietverstrekkers: Kredietkaarten met kerst, oplichting met strikje errond.

Alleen merkte ik dat inherente mechanisme niet op, omdat mijn keurig betaalde maandsom precies 90 euro bleef. Dat is natuurlijk de bedoeling van zo”n boevenkaart. Want dat is het: een volstrekt legale rip-off van goedmenende maar armlastige of argeloze (in mijn geval) klanten. Of meestal: van een combinatie van beide. Hoe meer ik kocht, hoe minder ik afloste.

Pauli legt de fout bij zichzelf, fulmineert tegen de uitzuigtechnieken van de kredietverstrekkers, maar heeft –eigenaardig genoeg– niet meteen iets tegen kopen op krediet per se.

Vroeger kocht je een tv op krediet en betaalde je dat bedrag netjes af. Nu koop je ook een tv op krediet, maar krijg je alleen dat krediet als je een kaart aanvaardt die je permanent verleidt om meer te kopen.

Een beetje raar, krediet is krediet, en terwijl het –toegegeven– gemakkelijker is om u (financieel) te verliezen in een schier onbegrensde kredietkaart, is ook het oude krediet (bijna) probleemloos cumuleerbaar. “Wilt ge iets, maar hebt ge er het geld niet voor,” heeft mijn moeder mij altijd voorgehouden, “dan moet ge daarvoor sparen. Betalen moet ge toch.”

Kredietverstrekking moet aan banden gelegd worden. Maar hoeveel beter zou het niet zijn als men ook de basis van het probleem aanpakt: het consumptiegedrag van de mens?

4 gedachtes over “Kredietstop”

  1. Ik heb het artikel gisteren ook gelezen. Iedere keer ik persoonlijk langs mijn bank langs ga, zagen ze mij de oren af om een Visa Pinto te nemen ipv de klassieke Visakaart. Dan heb je langer garantie op je electro-aankopen. Maar wat ze niet zeggen is dat a) er maar een gedeelte van de aankoop van je rekening wordt gehouden en b) je er aan moet denken om de rest over te schrijven en c) dat je krediet kan ‘opbouwen’ zonder de je er erg in hebt. Geef mij dan maar de klassieke kaart (inderdaad voor internet en buitenland) : op het eind van de maand gaat het allemaal van je rekening en sta je weer ‘even’. Want je moeder heeft helemaal gelijk : alleen kopen waar je geld voor hebt. Op uitzondering van een huis dan. (en ook daar opletten voor de banken, want wij konden vééééél meer lenen dan we moesten en zij maar aanmoedigen : leen méééér !).
    Ik mag er ook van uit gaan dat Pauli gestudeerd heeft en de kleine lettertjes begrijpt, maar er zijn heel wat mensen – meestal ook de financieel en sociaal kwetsbaren – die daar niet eens aan uit raken en zich echt laten ‘vangen’ met alle gevolgen van dien.

  2. @kaat: inderdaad

    @kat: wel integendeel, zolang het relevant is, heb ik niets liever dan informatie! Laat maar komen dus.

  3. Ook leuk om te lezen:
    De Duitse filosoof Jürgen Habermas, die in zijn ‘Strukturwandel der Öffentlichkeit’ (1962) betoogd dat cultuur zich emancipeerde van het hof naar de burger. Onderliggend aan die culturele transformatie veronderstelde Habermas de economische volwassenwording van de burger. Die ontwikkeling liep echter uit op de verandering van cultuur in een goed dat wordt geproduceerd en geconsumeerd (eerder al had Habermas geschreven over Kulturindustrie). Wat aanvankelijk leek op de dageraad van het publieke debat, de vrije en rationele discussie, de democratisering van cultuur, is in de visie van Habermas komen te verkeren in de eclips van oppervlakkig amusement en banaal consumentisme.

    Euhm, ik heb het van Harry Kunneman (Van theemutscultuur naar walkman-ego) en Umberto Eco (De Structuur van de Slechte Smaak.)

    Via Jan Jasper.

Reacties zijn gesloten.