Wat ik wreedaardig heb gemist in Parijs is mijn Hasselblad (en mijn tripod). Wat meteen ook al het probleem ten dele oplost van “wat pak ik mee naar Seattle qua fotodinges?” Die Yashica is wel leutig, en compacter dan de ‘blad, maar ondertussen ben ik al vertrouwder met die Hasselblad in mijn handen dan dat leuke doosje. (De lenskwaliteit scheelt een pak, dat ook natuurlijk.)
Op onze laatste dag in Parijs zijn we in de Boulevard Beaumarchais verzeild geraakt. Niet alleen is dat de straat van de Harley Davidson, Buell en Triumph dealer(s), maar aan de overkant daarvan bevinden zich drie winkels: La Maison du Leica, Le Moyen Format en Le Grand Format. (Gans die Boulevard Beaumarchais is overigens bekend voor de fotowinkels.)
Een paar voorbijgangers keken raar op toen ik er, aan de etalage van Le Grand Format, voor Tessa, Henri en oma N. de geneugten van de tilt en shift voor de architecturale fotografie uit de doeken stond de doen. Toen ik er eindelijk in slaagde mijn ogen van de toestellen weg te halen en we in de metro onderdoken om onze reis richting Belville (en middagmaal) verder te zetten, zag ik nog net de gerant met emmer en zeemvel de winkel uit stappen om mijn kwijl van zijn vitrines af te wassen. (Wat wilt ge, ze hadden er zelfs een 203FE, en een Linhof Master Technika 3000 en een pak andere groot formaat goodies.)