Een lezing, een wok en een erm… jam

Kijk eens hier, stuurde mijn wederhelft in een e-mail, en mijn plannen voor gisterenavond werden plots gewijzigd. De volgende weken vindt u mij op maandagavond in de Blandijnberg, alwaar van 19 tot 21 u. telkens een lezing over jazz plaatsvindt. Gratis toegankelijk.

20150302_jazz01

Blijkt dat ik al twee lezingen gemist heb, maar vooral dat er nog vele interessante volgen. Gisteren sprak Marc Leman, de man die mij begin de jaren 90, als keuzevak in de Germaanse, HTML heeft geleerd, de mens achter het IPEM, en (vanzelfsprekend) Prof. Dr. ondertussen. Het is een understatement om te schrijven dat Leman weet waarover hij spreekt, helaas was de materie gisteren dermate complex, verscheiden en uitgebreid, dat we eigenlijk niet veel meer dan een kleine introductie tot een staalkaart hebben gekregen, waar cognitieve muziekwetenschap allemaal mee bezig is. De voorbeelden kwamen eerder toevallig uit jazz, had ik het gevoel, en Prof. Leman gaf ook toe dat er eigenlijk nog maar weinig onderzoek naar jazz is gebeurd. Ik vond het bijzonder interessant, de inleidingen over entrainment en prediction models en expression alignment, maar bleef toch een beetje op mijn honger zitten.

Wij gingen nadien naar de Hot Club, maar dat zat zoals vorige maandag reeds helemaal vol. Eerst iets eten dus, maar het is duidelijk minder evident dan men zou veronderstellen, om rond half tien ’s avond nog eten te vinden. We zijn de buurt helemaal rondgewandeld, van Groentenmarkt naar Veerleplein naar Jan Breydelstraat en naar de Korenmarkt, maar de etablissementen waren allemaal (reeds) gesloten (Sarabande, Mosquito Coast), te duur (Belga Queen, Coeur d’Artichaut), of volzet (de rest). Uiteindelijk konden we nog terecht in de Wok A Way (lekkere tofu).

20150302_jazz02

Rond 22 u. waren we terug in de Hot Club, waar opnieuw Filip Vandebril en Frederik Van den Berghe het ritme aangaven. We waren net op tijd voor het begin van hun tweede set met gitarist Bruno De Groote en saxofonist John Snauwaert. Bij het begin dacht ik even dat ik mij vergist had in het kunnen van De Groote, maar dan daagde het dat die tweede set moest geconcipieerd zijn als een onemanshow van Snauwaert. De saxofonist stak onbesuisd van wal, hield bij de eerste stukken nog een beetje rekening met de andere muzikanten, maar ging voor de rest gewoon dóór. De Groote heeft een paar keer getracht er een muzikaal woord tussen te krijgen, maar hij kreeg gewoon de ruimte niet. Een zeldzame keer werd hem door Snauwaert ’toegestaan’ een solo uit te bouwen, wat hij deed met een schitterende deconstructie van de standard die de saxofonist had ingezet. Net toen hij goed en wel op dreef kwam, liep de saxofoon evenwel opnieuw met de rest weg. Bijzonder jammer, want het zag ernaar uit dat De Groote —pardon the pun— grootse muzikale plannen had.

De muzikale stijl van Snauwaert en De Groote stond eerder als een tang op een varken, maar zelfs dat hoeft geen aanleiding te zijn tot een dergelijke exclusie (integendeel). Mogelijks heb ik het gewoon allemaal gemist tijdens de eerste set, of heb ik het gans het spel helemaal verkeerd ingeschat, of, of, of. Het is in elk geval geen reden om thuis te blijven, want net zulke spanningen leveren op hun best de mooiste momenten af. En vooral dat willen we niet missen.

Your private collection starts here. (Ifa y Xangô live en op vinyl)

Het was een (helaas uitzonderlijk) genoegen om vorige week zo’n boeiend interview met Seppe Gebruers bij het ontbijt in De Morgen te vinden. Pianist en componist Gebruers werkt al jaren aan zijn muzikale identiteit, met een hardnekkigheid die alleen maar geloofwaardigheid toevoegt, aan de complexiteit en het vernuft van zijn materiaal. Gebruers kwam terecht onder de vleugels van docent Erik Vermeulen, die al gauw vond dat hij zijn pupil niets meer had te leren. Ze bleven evenwel samenwerken, in duo, wat eerst uitmondde in een lange aanloop naar een paar concerten, en achteraf weerslag vond in het evolutieve album, Antiduo (eNR014). Sporen in De Singel (2011) en zo’n drie jaar later het Antiduo concert in De Bijloke (2014), behoren tot de meer memorabele concerten die ik heb bijgewoond. Zo’n fantastische evolutie.

Een vergelijkbaar procedé lijkt zich nu te voltrekken met Ifa y Xangô, de groep waarmee Gebruers in 2011 niet alleen deelnam aan het Jong Jazz Talent Gent concours van Gent Jazz, maar het ook nog won. De groepsleden kennen elkaar al sinds de middelbare school, en onder impuls van percussionist Sep François kwam de band tot stand. Gebruers schreef een aantal stukken voor het eerste album, Abraham (uitgebracht in 2012 in eigen beheer), improvisaties waarin de groepsleden een verhaal tot stand brengen. Waar de improvisaties op dat eerste album vaak ook in kleinere subgroepjes tot stand komen, klinkt de groep op hun nieuwe album veel meer als een eenheid. Het nieuwe album werd vrijdag voorgesteld met een concert in het Gentse S.M.A.K.

20150227_ifayxango01

De voorstelling in het S.M.A.K. was een double bill. Aan de release ging een concert van Han Bennink en Jasper Stadhouders vooraf, dat voor 20.30 u. was aangekondigd. Ik moest daar helaas verstek voor geven (mijn zoon moest naar zijn eerste bal gebracht worden), waardoor ik er pas kon zijn voor de release zelf, die om 22.30 u. zou beginnen.

Bennink & Stadhouders hadden slechts een korte set gespeeld, vernam ik bij aankomst, waardoor de rest van het publiek eigenlijk al een dikke drie kwartier zat te wachten op de aanvang van het tweede concert. Het was onder meer wachten op één van de groepsleden, dat net zoals ik eerdere verplichtingen had, en de groep dacht er niet aan met een onvolledige bezetting te beginnen. Het is kenmerkend voor de evolutie van de nochtans grote groep, en legt de nadruk op de verbondenheid en het belang van de inbreng van elke muzikant in de sound en het verhaal.

Wat betreft dat verhaal, zijn er voor het album gemakkelijk drie delen te duiden. Er zijn de vier stukken van twice left handed, de A-kant op de lp; de B-kant, shavings; en er is het live optreden.

Onder een gestaag ritme vangen zowel de plaat als het concert aan, en dat mondt al gauw uit in een drone die zich vervolgens in een muzikaal avontuur van jewelste vertaalt. Het ritme van de percussie wordt doorspekt met interjecties van de blazers, wordt blootgesteld aan een melodische rif van de gitaren, en herverdeelt het speelveld steeds opnieuw onder de verschillende muzikanten.

20150228_enr033coverIs op plaat de dichotomie tussen A- en B-kant vooral inhoudelijk (shavings puurt veel meer uit een beat die zo uit de elektronica gegrepen is), dan zit het contrast met de live uitvoering veel meer in het massief volume en het opzoeken van een onophoudelijk uitgestelde climax die nooit bij het haar getrokken lijkt. De muziek wordt gekenmerkt door een organische ontwikkeling die nooit uitdooft, maar als op vanzelfsprekende manier zichzelf steeds weer hernieuwt en op die manier de boog strak gespannen houdt. Nooit liet zo’n eenvoudig begin van concert én plaat een dergelijk avontuur vermoeden. (Ik krijg niet genoeg van het aanzwellend begin van opener kamchatka, en laat om de zes minuten de naald opnieuw in de begingroove glijden.)

Er waren tijdens het concert een aantal fantastische momenten, van de binnen de verwachting opgewekte phase shifting, tot het moment waarop de drie blazers eenzelfde melodie op een andere manier/moment/met een andere insteek spelen. Of de achtergrond die in estafette wordt uitgewisseld tussen elektronica, percussie en saxofoon, en nog veel meer de voortdurende klankverschuivingen die het vaak onmogelijk maken te achterhalen van welk instrument of van welke muzikant de inbreng juist is. Ifa y Xangô is een groep, een collectief, dat met een verbazingwekkende discipline een herkenbare muzikale identiteit (be)vestigt.

Het Ifa y Xangô tentet bestaat uit, João Lobo, Sep Francois, Ruben Pensaert (percussie & drums); Seppe Gebruers (elektronische keyboards & live processing); Niels van Heertum, Filipe Nader, Viktor Perdieus (koper- en houtblazers); Bert Cools, Ruben Machtelinckx, Laurens Smet (elektrische gitaren, basgitaar & keyboards). Een oplijsting van de merites van de groepsleden is niet meteen nodig; deel uitmaken van Ifa y Xangô is de enige credibiliteit die deze muzikanten al mochten nodig hebben.

Ifa y Xangô – twice left handed // shavings is uit bij El Negocito Records op vinyl en digitaal (eNR033). Zelf meemaken kan. Begeef u op … naar… : 05/03 – Recyclart, Brussel; 13/03 – De Singer, Rijkevorsel; 14/03 – De Studio, Antwerpen

Jam is jazz zonder vruchten (en andere flauwe woordspelingen)

Het concert + jam met Bart Maris op woensdag heb ik gemist, gezien ik in De Bijloke zat, maar gisteren was er een nieuwe jam in de Hot Club, onder het wekelijks terugkerende thema Elias, Nils & Cyriel inivite.

Drummer Elias Devoldere toert momenteel met Nordmann voor hun cd release tour, en werd waarschijnlijk daarom vervangen door Gert Malfliet, die met zijn band Zinger onlangs tot de laureaten van De nieuwe lichting 2015 van Studio Brussel werd verkozen. Bassist Nils Vermeulen speelt in Laughing Bastards (met o.a. Michel Mast van Wofo en de Ham Sessions), opende vorig jaar met Jukwaa de Garden Stage op Gent Jazz, en speelt in Kabas waarvoor een crowdfunding project loopt om hun debuut album te financieren (i.s.m. Gent Jazz, Jazz Middelheim en JazzLab Series). Gitarist Cyriel Vandenabeele speelt o.a. in Midnight Blue Birds (samen met Malfliet en Vermeulen).

Zonder het eerst te beseffen had ik Vandenabeele met de fiets achterna gezeten (op een letterlijke, niet competitieve of agressieve manier), toen ik van huis langs de Lindelei naar de Hot Club trok. Omgord met een gitaar en een koppel rugzakken, gaf Vandenabeele overigens nog flink van katoen. Het bleek toch een beetje een voorbode van de muziek in de Club, waar hij zich verder kon uitleven, gesteund én uitgedaagd door de standvastige vingers van Vermeulen op de bas.

20150226_hotclubjam01

Deze keer kwam er plaats aan de toog vrij. Ik had mij eerst een beetje aarzelend op een vrije stoel bij een koppeltje gezet, dat daar gelukkig desgevraagd geen graten in zag –vanwaar ik zelf de durf haalde om het te vragen, ontgaat mij even– maar ik verhuisde algauw naar de toog zodra de mogelijkheid zich voordeed. Achter de bar stond onder meer Astrid Creve, die maandag nog zelf had opgetreden. De (terugkerende) gast voor de eerste set (“we spelen eerst zelf een set van een uurtje en dan gaan we jammen,” had Vandenabeele aangekondigd) was pianist Stijn Engels. Nog één naam droppen en we zijn erdoor, want vlak na de pauze speelde Laurens Van Bouwelen (ex-Amatorski en nu St. Grandson, ook al laureaat bij De nieuwe lichting 2015) op de drums. Och, komaan: voor de volledigheid –al heeft het niets met de jam te maken– vermelden we ook nog I Will, I Swear, de derde laureaat van De nieuwe lichting 2015, waar ik nog zo tevreden van was tijdens Glimps (ondanks de technische mankementen).

De eigenlijk jam –ha!– heb ik grotendeels aan mij moeten laten voorbij gaan, want toen was het plots half twaalf geworden. Jammer, want ik zag tijdens de pauze een pak andere muzikanten hun instrumenten binnen dragen, en ik vermoed dat het nog wel een tijdje is doorgegaan. Het eerste deel was alvast aangenaam luisteren (met een beetje sympathiek gerotzooi ertussen), inclusief een innemend en beschermend ge-ssst waarmee de barmeisjes de aandacht op de muziek trachtten te behouden.

Er valt zowat elke dag (behalve op vrijdag en zaterdag) een concert mee te maken in de Hot Club.

Dit weekend eens bekijken waar we volgende week allemaal naar toe kunnen of moeten; vanavond gaat het richting S.M.A.K. voor Citadelic @ S.M.A.K. 15, waarom om 22.30 u. de nieuwe Ifa y Xango boven de doopvont wordt gehouden (wie zich vroeger kan vrijmaken: vanaf 20.30 u. treden er eerst Han Bennink en Jasper Stadhouders op.

Jazz van stelling naar steiger

Gisteren begon opnieuw in de Hot Club. Begon, want ik had net op tijd (her)ontdekt dat er ook nog elders een concert was, dat ik eigenlijk ook wou meemaken. (Het steegje, dat toegang geeft tot de club, ligt overigens een beetje verscholen achter de grote stellingen voor de gevels van ex-Optiek Van Wesemael en de parapluwinkel Télescoshop. Enfin, verscholen: er hangen een paar grote spandoeken die de locatie van het etablissement van zich af schreeuwen.)

Op het podium van de Hot Club stond bassist Jos Machtel te soundchecken ipv de op de website aangekondigde Emanuel Van Mieghem, en drummer Ancor Miranda bleek zich te hebben gemetamorfoseerd in Matthias De Waele. Enkel pianist Daan Demeyer bleef nog over van de aangekondigde bezetting, al mag u dat op geen enkele manier interpreteren als had ik daarop kritiek. Een weinig verwonderlijke wissel trouwens, in de zin dat die muzikanten al langer samen spelen, bijvoorbeeld in het Daan Demeyer Trio (en Quintet), waardoor ik mij op den duur begin af te vragen of het niet gewoon fout op de site stond.

20150224_jazz01

De tafels waren uit het café verdwenen, de stoelen stonden in vier rijen naar het podium gericht, waarbij de voorste rij –vanzelfsprekend– bijna volledig vrij bleef. Achter mij, direct achter mij, heeft zo’n enthousiasteling plaatsgenomen die het ganse concert als een duracelkonijn opgewonden met de voet de maat meetikt of dat tenminste probeert en daar jammerlijk in faalt. De man ziet er zo content uit in zijn (gedeeltelijk alcoholisch geïnduceerde) roes, dat ik er mij gewoon bij neerleg.

20150224_jazz02Het eerste nummer van het trio, I Mean You van Thelonious Monk, is zo standard als maar kan zijn. De piano schiet staande uit de startblokken, gretig op de hielen gezeten door de bas en aangevuurd door de drum. Dra volgen de aan het genre verschuldigde solo’s: eerst piano, dan bas, dan drum, in dezelfde volgorde waarin ze hun gecontroleerde stampede zijn begonnen. Drummer Matthias De Waele speelt overigens met een geheel voor (de meeste) drummers atypische ingehoudenheid, vol summiere brushes en een paar strakke cymbalen.

Het publiek gaat vol overgave helemaal mee in de aanstekelijke stukken, en al helemaal de olijke maar helaas ritmisch beperkte medemens die nog steeds op de stoel achter mij zit. Ik geniet mee met volle teugen, veilig in de wetenschap dat er geen al te experimentele patserijen zullen volgen. Verstoken van avontuur en geestdrift blijft het echter absoluut niet, zoals wanneer Jos Machtel gelijk een rots in eigen branding obstinaat een aantal tegendraadse frasen de stukken in laat tuimelen. We krijgen zeer vakkundige en uitbundige versies van All Or Nothing At All en van Tiny Capers van Clifford Brown. Als How Deep Is The Ocean wordt afgekondigd, zetten de twee studentes naast mij zachtjes How Deep Is Your Love van de Bee Gees in.

Bij de pauze vertrek ik naar El Negocito, een beetje met spijt in het hart, maar ik wou absoluut Steiger aan het werk zien. Het aanvangsuur van het concert aldaar stond aangekondigd als 21.30 u. en ik hoopte de tweede set nog mee te kunnen pikken. Al was mijn verrassing (alweer) niet echt groot toen ik daar iets na tienen ontdekte dat de eerste set nog niet was begonnen.

20150224_jazz03

Zat de Hot Club de avond voordien helemaal vol, dan kon er gisterenavond in El Negocito bij momenten zelfs met een schoenlepel niemand meer bij. Niet dat er zoveel meer volk was dan op een gewone avond, fluisterde men mij toe. Om de muzikanten een podium te kunnen geven, werden er gewoon een paar tafeltjes weggepakt.

Steiger is het trio van pianist Gilles Vandecaveye, bassist Kobe Boon en drummer Simon Raman. U kon ze vorig jaar al op de Garden Stage van Gent Jazz Festival bezig horen, en ze lijken helemaal klaar voor meer te zijn –inclusief een geestdriftig publiek, dat duidelijk niet alleen voor het eten en de pisco sour naar de Negocito was afgezakt.

Het trio speelt een gedreven set, die abstract genoeg klinkt om een zekere mystiek (of op zijn minst mysterie) op te wekken, maar weet uitstekend het evenwicht te verkrijgen met een (soms bijna zingbare) melodische drive om zo de aandacht gaande te houden. Het zou vermoedelijk niet verkeerd zijn om te stellen dat de groep graag verhalend tewerk gaat, om niettemin gretig af te wisselen met een paar pulserende uptempo stukken die bijna dwangmatig de aandacht opeisen. Vandecaveye laat de noten soms stotterend vertellen, als zoekt hij naar de juiste manier om in een klaterende dialoog met het verhaal verder te gaan.

Na een dik half uur is die eerste set helaas voorbij, en moet ik ook mijn verdere impressie staken. Geen nood, op 24 maart en 7 april komen ze terug –als u vroeg genoeg komt, kan u mogelijks zelfs een zitplaats versieren.

Er valt zowat elke dag (behalve op vrijdag en zaterdag) een concert mee te maken in de Hot Club. De concerten in El Negocito zijn meer gespreid. De plaatsen op beide locaties zijn eerder beperkt.

Nu vrijdag, 27 februari, kan u in het S.M.A.K. terecht, alwaar het El Negocito Records label het nieuwe Ifa y Xango album voorstelt (22.30 u.), voorafgegaan door een concert van Han Bennink en Jasper Stadhouders (20.30 u.). Toegang: 10 euro (20 euro voor toegang + cd).

Hamlet Jazz in de Hot Club

Ik was er denk ik, stipt op het aanvangsuur, met evenwel niet de minste verwachting dat het concert op tijd zou beginnen. We hebben het tenslotte over jazz. Meer zelfs, net toen ik het verborgen smalle steegje, parallel met het Schuddevisstraatje aan de Groentenmarkt, in wou stappen, sprong daar nog gezwind Bart Vervaeck van zijn fiets. Vervaeck is de gitarist van het toen nog ontelbare groepje (vijf, waaronder één zangeres, zo zou nadien blijken), dat de avond een beetje op stelten zou zetten. De Hot Club (voluit: Hot Club De Gand) ligt aan het einde van een manbreed steegje, en is opgedeeld in drie volumes: de benedenverdieping met bar en podium; een verwarmd buitenterras; en een bovenverdieping waar ik gisteren niet ben geraakt, en het is te lang geleden dat ik er nog eens geweest was om er nog een (volumetrische of andere) beschrijving van te kunnen geven. (Ik heb geen idee waar de toiletten zijn, daagt het plots.)

Amper een paar minuten na mijn binnenkomst, zat de kroeg zo goed als vol. Zowel links al rechts werd ik geflankeerd door een paar studentes, waarvan de linkse twee nog niet hadden beslist of ze aan de deur zouden blijven staan, dan wel andere oorden gingen opzoeken. Een paar minuten later waren ze al verdwenen, maar –hoewel het verloop eigenlijk niet zo groot was– werd hun plaats ontelbare keren opnieuw ingenomen en vrijgegeven. De juffrouw rechts had eerder al een barkruk tot bij het raam aan de trap weten te smokkelen, maar bleef gul genoeg om mij het stuk muur tussen de deur en de trap te laten zodat ik er tegen kon leunen. Het was ondertussen 21.30 u. en het concert van 21 u. was nog steeds niet begonnen. Dit is jazz.

20150223_hotclub01

Het wachten was de moeite waard. Op maandag treedt een groep op onder de noemer To Beat Or Not To Beat, waaronder het scala jazz from New Orleans to swing mag worden verstaan. Op het podium stonden heel degelijke muzikanten: eerder vermelde gitarist Bart Vervaeck, contrabassist Filip Vandebril, drummer Frederik Van den Berghe en zangeres Astrid Creve, die allen desgevraagd indrukwekkende geloofsbrieven kunnen voorleggen (van Fapy Lafertin en Alfredo over Nathan Daems tot Admiral Freebee). En er was een vijfde muzikant, op tenorsax, die ik helaas niet heb herkend. (*)

Een heleboel standards schalden het zaaltje in, al moet nadrukkelijk worden gezegd dat het ook met het geluid heel erg goed zat. Luid genoeg om over wat (eerder zeldzaam) geroezemoes heen te kunnen, maar niet zo luid dat oordopjes nodig waren. De zangeres kwam krakerig-retro uit de luidsprekers, op een manier dat het leek alsof ze subtiel uit de achtergrond opdaagde. Het (geluids)plaatje paste helemaal bij het repertoire. De groep speelde nummers zoals Mood Indigo, in de iets meer uptempo versie van Nina Simone dan wel, en Don’t Explain, zoals dat (redelijk) recent nog werd gecoverd door Damien Rice & Lisa Hannagan op Herbie Hancocks album Possibilities.

Het bleef in elk geval de moeite om er tot ergens half twaalf (toen ben ik pas vertrokken, ik heb geen idee hoe lang het nog geduurd heeft) voor tegen een stuk muur te blijven leunen.

Er valt zowat elke dag (behalve op vrijdag en zaterdag) een concert mee te maken in de Hot Club. De plaatsen zijn beperkt, na de pauze kwamen wel behoorlijk wat stoeltjes vrij.

[ * Update 25/02/2015 de saxofonist die ik niet herkende is Thomas Van Gelder.]

Champagne bij Tuur

Thomas Champagne staat al een paar jaar op een paar lijstjes bij mij. Op geregelde tijdstippen verschijnt zijn nieuwsbrief (in smetteloos Frans) in mijn inbox, waarop ik opnieuw moet constateren dat hij vooral in het Franstalige landsgedeelte actief blijft. Gisteren kwam hij eindelijk onze contreien opzoeken, waardoor ik een paar items van mijn lijstje kon afwerken.

20150222_opatuur01

(Een bewegingsonscherpe foto van zijn optreden maken, was duidelijk één van die items op dat lijstje.)

Saxofonist Thomas Champagne bracht zijn kompaan, pianist Christian Claessens, mee naar Opatuur. De ‘jongens’ kennen elkaar al een jaar of twintig, ze begonnen samen aan het conservatorium, en treden regelmatig samen op. “Mijn Nederlands is niet zo goed,” klonk het tijdens de van Franse termen doorspekte introductie. “Maar daarom heb ik Christian meegebracht,” excuseerde Champagne zich (op volstrekt sympathieke manier). Het duo begon met een stuk van Enrico Pieranunzi, dat de sax liet klinken alsof die nog moest worden opgewarmd, net als de muzikant zelf overigens, die met horten en stoten zo leek het wel, eerst nog ziel in het instrument moest blazen om het wakker te schudden, eer het ding dan plots als vanzelf wou meespelen met de adem die het was gegund. Het tweede stuk, de standard It Might As Well Be Spring (uit State Fair) klonk dan ook helemaal anders, en tegen dat we bij het derde of vierde nummer waren aanbeland, klonk die sax, die altsax, met een warmte alsof het een vanzelfsprekende comfort zone voor het instrument is (quod non).

De complexiteit van de ritmes van Egberto Gismonti’s Lôro leken soms iets van het goede te veel, toen het duo, door snelheid gepakt, wel heel erg rubato speelde. Al waren er gelukkig veel meer mooie momenten, waarop het samenspel tussen sax en piano helemaal gesynchoniseerd was en ons de geoctaveerde harmonieën gaf waar het stuk op zat te wachten. In de tweede helft speelden ze nog ‘moderne standards‘ van Paul Simon (“we halen even de partituren boven want we hebben dit stuk nog niet echt samen gerepeteerd”) en Sting, om daarna naar Enrico Pieranunzi terug te keren met Coralie (een stuk dat Pieranunzi opnam met trompettist Enrico Rava).

Een encore kwam er niet, het was ook al laat, en maandag is een werkdag.

Het volgende concert van Opatuur vindt plaats op donderdag 12 maart in Mub’Art. U kan er terecht voor Joris Vanvinckenroye – BASta! in duo met Emmanuel Baily.

Glimps 2014 – een kleine selectie

Vorige week was het Glimps in Gent, een driedaags showcase festival, waarin een aantal Belgische groepen aan buitenlandse pers en programmators wordt voorgesteld –en bij uitbreiding aan het gewone publiek ook natuurlijk. Donderdag kon ik er niet bij zijn, maar vrijdag en zaterdag trok ik telkens gedurende een paar uur naar het conservatorium.

Eigenlijk was ik ook graag naar BackBack in Trefpunt getrokken, maar een aanvangsuur van 23.30 u. is voor mijn oude botten iets te laat geworden. Ik heb de nieuwe cd hier gelukkig klaar liggen. Dat late uur, is verder geheel mijn probleem. Het uurrooster steekt evenwichtig in elkaar (ondanks de niet altijd even bruikbare website), en het secundaire doelpubliek (dat gewone publiek naast die pers en programmatoren dus) is jong genoeg om tegen het late uur te kunnen.

Het conservatorium dus. Vrijdag begon dat met Love Like Birds. Ik vond Elke De Mey voor het eerst via Mistlicht/Glimworm van Urgent in 2010, zag haar eindelijk live als Flash Support op Boomtown in 2011, en op 2012 stond ze daar als ‘echte’ groep op het podium.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=GL3j-J5zr-k&w=625&h=352]

Love Like Birds brengt zeer fragiele muziek, die bijzonder goed tot haar recht kwam in de akoestisch hoogwaardige Miry zaal van het conservatorium. Het was meteen ook het beste geluid van de vier optredens die ik er heb gezien. Hoewel de groep het voorlopig nog steeds bij dat ene album uit 2011 houdt, was er nieuw materiaal beschikbaar. Hopelijk worden ze opnieuw opgepikt.

Het Ragini Trio bestaat uit een kwartet van Nathan Daems, Lander Gyselinck, Marco Bardoscia en het ‘bakske’, dat voor de tanpura drone zorgt, het continue geluid dat zo typerend is voor Indiase muziek.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=RMZAA6wh_zM&w=625&h=352]

Ze speelden een inspirerend, organisch concert, met ruimte voor humor en heel wat vrijheid in de composities. Het concert vond plaats in de (veel) kleinere Mengal Zaal van het conservatorium dat ze dan ook probleemloos gevuld kregen.

Het laatste concert was een aangename ontdekking. Voor I Will, I Swear verhuisden we opnieuw naar de Miry zaal, waar de zaallichten het ganse concert om onbegrijpelijke reden niet werden gedoofd. Zangeres Fien Deman had het nochtans bedeesd en beschroomd gevraagd na het eerste nummer –“Mag ik dat vragen?” fluisterde ze onzeker. Blijkbaar niet, want de lichten bleven halsstarrig aan, om pas gedurende de laatste dertig seconden van het optreden volledig uit te gaan, waarop vervolgens de floodlights op de zaal aan gingen en het publiek alleen nog maar schimmen op het podium zag.

Ook het geluid was niet meteen ideaal. De groep was gevraagd een meer akoestische set te spelen, en er zaten dan ook drie strijkers op het podium (cello, altviool, viool). “Normaal gezien gebruiken we wel meer elektronica,” had Deman nog verklapt. De geluidsmix stond dan ook helemaal op die elektronica ingesteld. De strijkers waren nauwelijks te horen, en een veel te luide brij werd de zaal in gestuurd. Het is nochtans geen evidentie om de akoestiek van de Miry te misbruiken. Spijtig, want de groep had veel meer baat gehad bij eenzelfde geluid als bij Love Like Birds.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=ENWcwjWuSco&w=625&h=352]

De muziek mocht er nochtans zijn. Ook deze liedjes zijn fragiel, maar op een totaal andere manier dan bij Love Like Birds. De composities zijn dramatischer, vol langgerekte (maar niet uitgerokken) melancholie, die de luisteraar probleemloos in hun wereld betrekken. Graag meer. (Maar bij voorkeur in betere omstandigheden.)

Zaterdag trokken we, nog steeds enthousiast over de vorige avond, opnieuw naar dezelfde locatie. In de Miry zaal opende (Bert) Ostyn, die na 11 jaar even van Absynthe Minded pauzeerde. Een andere klankwereld, stelde de blurb, en die was alvast behoorlijk luid. Nog goed dat ik oordoppen mee had, want de pieken bleven gretig boven de 100 dB. Mijn ding niet.

Een beetje later zat ik opnieuw in de Mengal zaal, voor de groep waar ik die avond eigenlijk naar het conservatorium was afgezakt. Het Rémi Panossian Trio had de zaal zo mogelijk nog voller gekregen dan het Ragini Trio de avond voordien, en kreeg aan het einde zelfs een staande ovatie. Panossian had in 2011 al lovende kritieken gekregen voor zijn album Add Fiction, en zijn BBang in 2013 bevestigde alleen maar de doorbraak.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=tOx_aV-76a0&w=625&h=352]

Muziek die helemaal past in de huidige opzwepende jazzgolf.

Mijn laatste concert was Hydrogen Sea, waarvoor nu ook de Miry zaal helemaal volgelopen was (tot het balkon toe).

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=YOVamv4DriM&w=625&h=352]

Het geluid stond goed en de liedjes kwamen helemaal tot hun recht, daarboven op het balkon. Er wordt verwezen naar The XX en Cocorosie, en dat lijkt allemaal niet echt overdreven. Het is afwachten op de doorbraak, wordt gefluisterd.

Fulco Ottervanger & Steven De Bruyn

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=VZWj8UiV-tk&w=625&h=352]

Twee zondagen geleden speelden Fulco Ottervanger & Steven De Bruyn bij Opatuur in De Centrale. Ik heb een paar clips gemaakt, waarvan dit er alvast eentje is. Tijd om wat na te genieten.

(Het einde is een ‘beetje’ abrupt, want mijn geheugenkaart was vol, na vier clipjes. Beschouw het al een lange intro.)

Nordmann EP release @Consouling Store

Gisterenochtend ontving ik te elfder ure een uitnodiging voor de EP release van Nordmann, de groep die in haar korte bestaan achtereenvolgens de Muziekmozaïek wedstrijd (2012), de Storm! Contest (2013), de derde plaats in internationale jazz competitie op Jazz Hoeilaart (2013), en de tweede plaats op Humo’s Rock Rally (2014) op het palmares mocht bijschrijven. Nordmann is een bijdehandse groep die een hedendaagse mix van jazz en rock in eigenzinnige melodieën wurmt.

De presentatie vond plaats in de Consouling Store, een uitbreiding van de activiteiten van het Belgische label (en agency) Consouling Sounds. De EP –aldaar te koop– is een samenwerking tussen Consouling Agency en jazzlabel De Werf. Het toont maar aan dat de muziek zich niet zomaar voor één noemer laat plaatsen (pakweg rock of jazz).

20140722_Nordmann03

Op de EP, te koop voor 15 euro in beperkte oplage (vinyl inclusief cd), staan drie nummers, goed voor net geen 13 minuten. The Pedestrian, een lichtjes paranoïde track die eindigt in een beangstigende climax; Dehli belly, een als ballad vermomde donkere intrige; en Rups, een energieke track van bassist Dries Geusens die rijp is om een radiohit te worden.

De Consouling Store is gehuisvest in een klein maar prachtig pand in de Baudelostraat 13, vlakbij de ingang van de parking onder de Vrijdagmarkt. Het was er gisteren –zoals overal– broeiend heet, maar dat leek de muzikanten alleen maar aan te sporen de zweep er nog wat nadrukkelijker op te leggen. Achteraan de winkel is er ruimte voor drankjes –huisgemaakte iced coffee of iced tea kunnen bij deze temperaturen wonderen verrichten.

20140722_Nordmann02

Het publiek stond tot buiten (veel koeler) mee te genieten van de presentatie, en ik vermoed dat er (terecht) redelijk wat albums van eigenaar zijn gewisseld. Op het full album is het nog even wachten (begin 2015, zo klinkt het), maar ondertussen kan u Nordmann nog een paar keer aan het werk zien. Tijdens de Gentse Feesten staan ze op het podium bij Sint-Jacobs op 26 juli om 21.30 u., en tijdens Jazz in ’t Park staan ze in het Zuidpark op 7 september om 14 u. De volgende keer staan ze waarschijnlijk pas eind februari 2015 opnieuw in Gent (in de Handeslbeurs —hun volledige kalender volgt u op hun site).

In de Consouling Store kan u tijdens de Gentse Feesten terecht voor uw broodnodige portie vinyl (waaronder die onontbeerlijke Nordmann EP) en frisse dranken, maar ook nog voor een paar boeiende sets met intrigerende muzikanten (u vindt de details op hun facebook pagina). Aanrader.

Daar is de lente, daar zijn Citadelic en de Ham Sessions!

Ziet, het is eind mei, en de zon heeft al een paar keer geprobeerd de lente te laten doorbreken. U snakt naar de buitenlucht, en naar jaarlijkse traditie zijn de eerste festival(letje)s er om u op uw wenken te bedienen. De twee jazzhappenings die elkaar net overlappen, liggen aan de weerszijden van de stad. Citadelic vindt plaats in het Citadelpark, voor de Ham Sessions moet u in de Ham zijn, in de buurt van de Dampoort. Handig vinden wij dat, als de naam een duidelijke hint geeft.

20140530_citadelic01

20140530_citadelic04

Citadelic, met een bijna jaarlijks wisselende locatie (het park is er ook groot genoeg voor), is al bezig sinds donderdag. Dit jaar bevindt het zich aan het Kuipke, waar vorige week nog de finales van The Voice plaatsvonden. Het lijkt wel alsof het festival gesponsord wordt door VTM, want de grote spandoeken vormen een ironische achtergrond voor deze onderstroom van de muziek.

We zagen gisteren net nog Koonda Holaa, de gitarist van Alien Whale, zijn laatste noten slaan, en werden prompt vergast op de rammende noise van een groep wiens naam ik niet heb onthouden (jammer, want ik vind hem niet meteen terug op de site). Als uitsmijter was er Backback, maar tegen die tijd stroomden de tranen mij uit de ogen door een aanval van migraine, dus keerden we maar huiswaarts. Bijzonder jammer, gezien Backback nu echt wel dé groep was waarvoor we die avond naar het festival waren afgezakt.

20140530_citadelic02

20140530_citadelic03

Dat festival gaat overigens vandaag en morgen nog stevig door. Op de website vindt u het programma, maar ik zou niet te erg vasthouden aan de aanvangsuren die u erbij vermeld vindt. Dit is tenslotte jazz (en aanverwanten). Voor vandaag tippen we graag Keenroh (ze spelen twee keer, ergens rond 14.30 u. en opnieuw rond 17.30 u.) en Linus (het duo van Ruben Machtelinckx en Thomas Jillings), al zou ik er gewoon de ganse dag doorbrengen, als ik u was. Morgen (zondag) is de rode draad Bart Maris (met o.m. de hommage aan GoDeviLLe), en daarnaast de boeiende dingen rond Sarah Bernstein, Lode Vercampt en Seppe Gebruers en de wildcard Euro-Brazil Express.

Citadelic begint steeds ergens rond de middag, en eindigt als de muzikanten uitgespeeld zijn of de dranken en het voedsel in uw maag zijn verdwenen. Steek dit sympathieke (en gratis) festival een hart onder de riem door presence te geven en een kleinigheid te nuttigen.

Morgen beginnen ook de Ham Sessions. Sinds 2006 stelt saxofonist Michel Mast zijn achtertuin in de Ham open voor een muzikale driedaagse met toegankelijke jazz (en varianten) uit het Gentse en (wijdse) omstreken. Het festival begon als een try-out voor WoFo (de groep van Mast), en dit jaar opent het festival met Laughing Bastards (in ‘+’ bezetting met Lander Gyselinck), een nieuwe groep rond Mast met Jan-Sebastiaan Degeyter en Nils Vermeulen. Het festival wordt volgende week afgesloten met het Xango tentet (een + versie van het reeds lijvige Ifa y Xango, de winnaars van Jong Jazz Talent Gent 2011). Daartussen vindt u het onvolprezen Dans Dans, Jeroen Van Herzeeles Gratitude, STUFF. (een van de revelaties op Gent Jazz in 2012), het Balkan Quartet en het Gents geweld van Moker.

De Ham Sessions beginnen rond 15 u. op 1, 8 & 9 juni in de tuin van Ham 12. Toegang vanaf 9 euro voor een dagkaart en vanaf 22 euro voor een driedagenkaart. Een bescheiden bijdrage voor zoveel lekkers.

Euh ja, het heeft er vermoedelijk niet meteen iets mee te maken, maar toch. Toen we gisterenavond huiswaarts fietsten, reden we onder de driedubbele kunstmatige-rots-tunnel van het park. Twee van de tunnels waren niet toegankelijk, maar toen we door de derde fietsten werden we (mijn veertienjarige zoon en ik) getrakteerd op een onwezenlijk schouwspel. In het midden van de tunnel is er een doorgang naar de andere tunnels, en daar zagen wij een roedel blootborstige nimfen in een gulden feeëriek licht bewegen. Ik stak het eerst op mijn migraine en een overijverige verbeelding, maar toen bleek dat de zoon hetzelfde gezien had. Heeft iemand een idee wat er aan de hand was?