Albums 2012 (III): Bitches

En nog steeds ga ik het niet hebben over mijn ondertussen aanzienlijk geworden hoeveelheid nieuwe aanwinsten in de klassieke muziek. In het stapeltje netjes verpakte albums die ik van Chris (van Rombaux) meekreeg na het (schitterende) concert van Jason Moran in De Bijloke, zat de cd van Nicholas Payton (cfr de titel), en die kon ik vandaag –op vrouwendag– niet zomaar negeren. Zodus: meer jazz.

Albums door Bruno Bollaert

  1. The Face of Mount Molehill / Neil Cowley Trio / 2011
    Staccatojazz van de man die enkel fortissimo speelt op zijn piano. Opzwepende toestanden, die vooral ritmisch aantrekkingskracht hebben.
  2. Symphonies In My Head / Håkon Kornstad / 2011
    Past in het schuifje waar ook Colin Stetson zit; een soloplaat met loopjes en rietblaastoestanden.
  3. Fremdenzimmer / Baloni / 2011
    Joachim Badenhorst. Enough said: dit wordt smullen.
  4. Bitches / Nicholas Payton / 2011
    Een tribute aan Miles, nietwaar. De man (Payton, niet Miles, want die is al een tijdje dood) zorgde in 2011 voor behoorlijk wat controverse omtrent zijn persoon en zijn gedachtengoed. Hij speelt geen jazz meer: I am Nicholas Payton and I don’t play “the j word.” I play BAM. BAM is an acronym for Black American Music. Hij legt het helemaal uit in On Why Jazz Isn’t Cool Anymore, en was verder ook behoorlijk verward over The Difference Between Prejudice And Racism: That said, it is not really possible for any colored persons to be racist, prejudice perhaps, but not racist. Since Black or Brown peoples are not in a position of superiority to assert their authority over a White person by means of economics, education, politics, health care, or any other significant issue, they cannot be racist. In short: Black and Brown peoples don’t control shit, so they can’t be racist.[…] Only place a Black person can assert racism over a White is at the basketball court, on the bandstand, or in the bedroom.
  5. The Nethack Dictionary / Othin Spake / 2011
    Live toestanden van Teun Verbruggen, Jozef Dumoulin en Mauro Pawlowski. Er zijn mensen die spontaan beginnen kwijlen bij het aanhoren van die laatste naam.
  6. Portico Quartet / Portico Quartet / 2011
    De nieuwe richting van het Portico Quartet. Ik ben niet helemaal overtuigd.
  7. Accelerando / Vijay Iyer Trio / 2012
    Gewoon nog maar eventjes in de rapte naar geluisterd, maar dit klonk al geweldig goed. Er staan zes covers op, blokletterde NPR. Zeker eens naar dat artikel doorklikken, ze hebben er links naar de oorspronkelijke versies op YouTube.

(vorige lijst)

El Pee

Vergaderen is somtijds wel leuk. Naast een lunch, kreeg ik vrijdag van een genereuze benefactor een hoop dubbels mee naar huis. Lp’s. Voornamelijk jazz, maar er zat ook een klassiek album tussen. “Soms koop ik een album twee keer, zonder het goed te beseffen”, klonk het. “Een teken waarschijnlijk dat het echt wel om een goede plaat gaat.” Ik ken het fenomeen, helaas.

Lp's door Bruno Bollaert

Herbie Hancock, Mingus, Gato Barbieri, Dave Holland, Charlie Haden, Keith Jarrett, Jim Hall, en Krzysztof Penderecki die zichzelf dirigeert. Met Siegfried Palm op de cello.

“Kent ge die”, vroeg mijn celloleraar onlangs, en ik dacht dat ik Olof Palme had verstaan, maar ik nam toch maar aan dat hij niet wijlen de Zweedse premier bedoelde. Palm was beroemd (en geroemd) voor zijn vertolkingen van hedendaage klassieke muziek. Ik ben erg benieuwd.

Albums 2012 (II)

Het legendarische bureaublad door Bruno Bollaert

Wij gaan naar een (uitstekend) dubbelconcert, en we keren terug met zes cd’s en één dvd. Die dvd is overigens een Blu-ray, dus ik moet ervoor naar beneden, om het ding op het groot scherm te gaan bekijken. Voordeel: groter scherm; nadeel: mindere geluidskwaliteit… first world problems, inderdaad (en dit is niet eens een zin, want er staat geen werkwoord in). De dvd is Sounds and Silence, met als ondertitel Travels with Manfred Eicher, u weet wel, de meneer van ECM. Zeer goed naar het schijnt.

Bij de cd’s zit een reissue (het schitterende album van Jim Hall & Pat Metheny), iets ouder (van 2007 *kuch*) werk, en dan rest ons nog vier nieuwe.

Het legendarische albumtapijt door Bruno Bollaert

  1. Jim Hall & Pat Metheny / Jim Hall & Pat Metheny / 1999, 2011
    The stuff legends are made of, gelijk ze in de VS zeggen.
  2. A Stomach is Burning / Melanie De Biasio / 2007
    Wie haar live gehoord heeft, is steevast in de wolken, maar het blijft lang wachten op een vervolg op dit debuut.
  3. Organica / David S. Ware / 2011
    Ik ben fan van deze redelijk geschifte mens, en vooral van wat hij doet met een saxofoon. Leren kennen via Guy, die zeer lyrisch was over zijn Live at Vilnius lp, en die ik via Tony van Instant Jazz in handen heb gekregen. En Sara heeft mij dan naar dit filmpke gestuurd.
  4. Personalities / Fabian Almazan Trio / 2011
    Ik heb Almazan al twee keer met Terence Blanchard aan het werk gezien, en hij speelt ook mee met Linda Oh (waar ook Ambrose Akinmusire meedoet) –album komt dit jaar uit– die ook in dit trio zit. ’t Is allemaal een beetje kruisbestuiving, in de jazz. (Dat is om aan subsidies te geraken, zouden ze al gauw opperen hier in België.)
  5. Goldberg Variations / Variations / Dan Tepfer / 2011
    Dan Tepfer is een schitterend pianist. Zijn Five Pedals Deep uit 2010 was een absoluut pareltje; in deze Goldberg Variations vertrekt hij van de oorspronkelijke Bachcompositie, waarop hij vervolgens gaat improviseren. Hij lijkt een droge technische oefening, maar er zit meer achter. (Lees ook: Looking at the Goldbergs, Part I: Dan Tepfer)
  6. For a While / Baptiste Trotignon / 2012
    Euh, nog een pianist. En we treffen Ambrose Akinmusire aan en Eric Harland en Dré Pallemaerts en een zekere Darryl Hall die u niet mag verwarren met Daryl Hall. De bijgeleverde dvd bevat een opname van een concert op Marciac in 2010.

(vorige lijst)

Albums 2012 (I)

Eigenlijk ging ik met klassiek beginnen, maar ik bleef het maar uitstellen en ik kreeg net een bestelling van Rombaux binnen, dus toon ik bij deze nog eens mijn (toch aldaar) legendarische albumtapijt.

Het legendarische albumtapijt door Bruno Bollaert

  1. Sketches and Ballads / Full Blast & Friends / 2011
    Peter Brötzmann, Ken Vandermark, Thomas Heberer, Marino Pliakas, Dirk Rothbrust & Michael Wertmüller: als dat geen leutig luistermoment wordt, weet ik het ook niet meer.
  2. Modern Music / Brad Mehldau & Kevin Hayes / 2011
    Composed and arranged by Patrick Zimmerli; de Newyorkse componist en saxofonist is zich (opnieuw) in the spotlight aan het werken, eerst met deze plaat, en ondertussen is hij ook bezig met een stuk voor Joshua Redman met een strijkkwartet, een bassist en percussie. De première daarvan is voorzien voor herfst 2013.
  3. Bienestan / Aaron Goldberg & Guillermo Klein / 2011
    Doen verder ook mee, o.a. drummer Eric Harland en saxofonist Miguel Zenón. Bevat een bewerking van één van mijn favoriete jazznummers, All The Things You Are.
  4. What is the Beautiful? / The Claudia Quintet +1 / 2011
    John Hollenbeck presenteert The Claudia Quintet met vocals (Kurt Elling en Theo Bleckmann); de +1 komt door pianist Matt Mitchell.
  5. Samdhi / Rudresh Mahanthappa / 2011
    Het heeft er ongetwijfeld niets mee te maken, maar de titel van dit album laten me denken aan Baron Samedi, u ongetwijfeld bekend uit de James-Bondfilm (of het gelijknamige boek) Live and Let Die. We gaan voor de muziek.
  6. Before the Rain / Noah Preminger / 2011
    De naam Preminger associeert een mens eerder met Otto –, maar ik heb geen idee of deze jonge saxofonist verwant is met in 1986 overleden regisseur.
  7. Otrabanda / Sam Vloemans / 2011
    Ge moet daar zeker eens naar luisteren, Bruno. Bij deze.
  8. Donkere Golven / International Trio / 2011
    Dat internationale trio bestaat uit Joachim Badenhorst, Steve Swell en Ziv Ravitz, die hun in Brooklyn opgenomen en gemasterde muziek mochten uitbrengen bij De Werf. En verder dan Badenhorst moet ik niet lezen om van dit album te willen proeven.
  9. Praten Dialect / Nathan Daems Quintet / 2011
    Uit dezelfde Werfstal komt dit debuut van Nathan Daems, en iedereen die hen aan het werk heeft gezien weet dat (a) dit kwintet absoluut de moeite is (b) de Jong Jazztalent jury goed werk verricht.
  10. Smart Matter / Turtleboy / 2011
    Het schijnt dat dit goed is. Geen idee waar ik mij aan mag verwachten.
  11. A Dreamers’ Christmas / John Zorn / 2011
    Volgens Guy ‘windpokken’ Peters de beste kerstplaat ever.

(vorige lijst)

Deconstructieve techno(jazz)

Toen ik zo’n twee jaar geleden naar de Botanique ging om er het Portico Quartet aan het werk te zien, kwam ik redelijk gelukkig terug. Portico stond toen nogal vooraan in de nieuwe jazz, en was melodisch, structureel en aanstekelijk. Twee jaar later heeft Nick Mulvey de groep verlaten –hij werd vervangen door Keir Vine– en heeft Portico Quartet een nieuw album uit. Mulvey was een virtuoos op de hang, de convexe tegenhanger van de concave steeldrum. Vine heeft het instrument overgenomen, maar terwijl Mulvey mee de sound van de groep bepaalde, is Vine veel minder aanwezig. Helemaal op de voorgrond staat nu de elektronica: het geluid van elk groepslid wordt vervormd, en de nadruk wordt nog veel meer op herhalend ritme en ambient sound gelegd.

De muziek is zwaar repetitief, en spreekt weinig tot de verbeelding. Dat levert een album op dat –op bescheiden volume– perfect dienst kan doen als geluidsbehang, en met de volumeknop op 12 neigt dat serieus naar trance of house of New Age of lounge, of vult u zelf maar aan. Technojazz is de term die daarop wordt geplakt denk ik, maar u herkent ongetwijfeld de muziek zoals ze populair was rond de eeuwwisseling (denk aan pakweg Sven Van Hees).

Krassport & Portico Quartet @ De Bijloke, Gent, BE , 15/02/2012 door Bruno Bollaert

Aan Portico Quartet ging gisteren in De Bijloke, eerst nog Krassport vooraf. Een trio Duitsers deconstrueerde voor het publiek The Planets van Gustav Holst (mijn iPhone verbeterde dat naar Holtz). Fantastisch opzwepende muziek is dat; het begin van Mars, the Bringer of War lijkt zo uit een Star Wars film te zijn weggerukt. En hoewel het oorspronkelijk werd geschreven voor een piano duo, komt er zelfs een orgel aan te pas, want Holst vond de piano te percussief voor Neptune, the Mystic.

Krassport speelde op piano, drums, en gitaar, en vooral die laatste werd multifunctioneel ingezet. De klank van de elektrische gitaar werd verkleurd tot die van een orgel, de drum introduceerde een paar interessante tegendraadse ritmes, maar de hoofrol bleef weggelegd voor de piano. Helaas kwam die niet altijd boven het geweld uit, zodat de muziek vaak wat houvast miste. Het concept was interessant, maar de uitwerking leek zich niet altijd van dat concept te kunnen losmaken. Aanstekelijk was de herhaling van het Leitmotiv, maar dat volstond niet als kapstok om het hele project aan op te hangen. Bonuspunten voor de sympathieke Manuel Krass, die het concept bij aanvang in het Nederlands voorstelde. Hij las het van een bladje papier, maar het maakte het publiek heel bereidwillig voor wat volgde –en dat was nodig ook.

Portico begon pas rond 21.30 u. en voor dit soort muziek was dat toch wat laat. Meer dan één luisteraar droop af voor het einde, en toen de jongens van Portico bij afloop naar de zijkant van het podium stapten, veerde zowat gans de zaal op, niet om te applaudisseren, maar om snel het bed te kunnen opzoeken.

Absoluut schitterend evenwel van De Bijloke dat ze dit soort muziek (durven te) programmeren, zelfs al draait het muzikaal dan toch niet zo interessant uit als verhoopt.

Scott DuBois Quartet

Scott DuBois Quartet @ De Werf, Brugge, 11/02/2012 door Bruno Bollaert Scott DuBois Quartet @ De Werf, Brugge, 11/02/2012 door Bruno Bollaert

Scott DuBois Quartet, De Werf, Brugge, BE, 11/02/2012 – Scott DuBois (g), Gebhard Ullmann (ts, bcl), Thomas Morgan (b), Kresten Osgood (d)

Scott DuBois Quartet @ De Werf, Brugge, 11/02/2012 door Bruno Bollaert Scott DuBois Quartet @ De Werf, Brugge, 11/02/2012 door Bruno Bollaert

“’t Zal redelijk heavy zijn”, had ik te horen gekregen, een beetje voor de aanvang van het concert. Het moet zijn dat ik onderhand het een en het ander gewoon ben, want behalve dan dat het gigantisch veel te luid stond, viel deze muziek best te pruimen. Er zat een (klein) beetje noise tussen, er werd wat op het gevoel gewerkt, maar het grootste deel van dit concert was bijzonder harmonisch. Bonuspunten voor drummer Kresten Osgood, die zich bijzonder lijfelijk in de muziek inleefde, en voor het encore dat hij –in duo met bassist Thomas Morgan– uit zijn mouw schudden. Hij speelde geen drumsolo, maar floot een wel heel bijzondere interpretatie van All The Things You Are.

My name is Billie Holiday

Wie kent Viktor Lazlo nog? De Frans-Belgische zangeres werd in de jaren 80 bekend met Canoë Rose en Pleurer des rivières (een Franse adaptatie van Cry Me A River), maar het echte succes kwam er pas in 1987 met Breathless.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=fyHSyWaB7XA&w=500&h=369]

Het is de tijd van Miles Davis’ You’re Under Arrest en van de serie Miami Vice, vol zwoele blaasinstrumenten die langoureuze noten inzetten en muziek die vandaag slechts spaarzaam bijval kent. Viktor Lazlo, née Sonia Dronier en zichzelf hernoemd naar het personage uit Casablanca, neigde toen muzikaal steeds naar de foute kant van de jazz, met een eerder vlakke stem met weinig coloratuur. Echt doorgebroken is ze nooit, en in de jaren 90 verdween ze muzikaal grotendeels op de achtergrond. Er zijn nog een aantal pogingen tot come back geweest; de meest recente dateert uit 2007, met het album Begin The Biguine uit. Sinds de jaren 90 is ze vooral actief als actrice.

Dit jaar toert Viktor Lazlo met de show My name is Billie Holiday door Vlaanderen. Ze wordt bijgestaan door een schitterende begeleidingsband, met Michel Bisceglia op piano, Werner Lauscher op contrabas, Marc Lehan op drums en Nicolas Kummert op saxofoon. De show is tot in de puntjes verzorgd: het geluidsvolume stond net goed (helemaal niet te luid zoals we op concerten gewoon zijn); het licht was sober maar zeer efficiënt en doeltreffend gebruikt; de band viel op de juiste momenten in (of uit). Bij de aanvang van de show achtte de bezoeker zich in een intieme kroeg –ook het geluid was dermate gemanipuleerd dat het een vintage feel in zich had.

Lazlo ziet er nog steeds patent uit, maar ze is helaas geen jazz zangeres. Haar stembereik en timbre volstonden niet om de liedjes voldoende doorleving te bezorgen, en ze was op haar sterkst wanneer de muziek de popperige kant uitging. Haar zang was trouwens niet altijd even toonvast, en het Franse accent waarmee ze de Engelse teksten brengt, is mogelijks een acquired taste die wij nog niet hebben verkregen. Er had ook nog net wat meer speelse interactie mogen zijn met de begeleidingsband. Naar het einde van de show kwam die interactie die er wel, maar de toeschouwer kreeg toch net iets te veel het gevoel naar een schooltoneel te kijken.

Het was bijzonder bevreemdend, de professionele omkadering en de schitterende begeleidingsband, tegenover de minder beklijvende performance van Viktor Lazlo. U hoeft mijn woord niet voor waarheid te nemen trouwens; een groot deel van het publiek werd bereid gevonden de show met een staande ovatie te belonen.

Naná

Naná Vasconcelos in Vooruit, Gent, BE door Bruno Bollaert

Hij was gewoon overgevlogen uit Recife voor dit concert, Naná Vasconcelos. Hij was de dag voordien toegekomen, en vloog de dag nadien alweer terug. Hij slaagde erin een rijkelijk Latijns beladen Domzaal van Vooruit mee te laten muziek maken, met gezang maar ook met handgeklap. Een fantastische belevenis voor wie daar voor open stond.

De muziek is (her)begonnen

Gisteren zat ik in De Bijloke voor een dubbelconcert van de Christian Mendoza Group en het Marius Neset Quartet. Het geluid was daar nog steeds niet fantastisch, maar ik ga er verder niet op in (flogging a dead horse, zegt men met een Engels idioom), hoewel ik bijwijlen gewoon de klarinet van Joachim Badenhorst of de bas van Brice Soniano niet kon horen. De set van Mendoza klonk nochtans verfrissend, was duidelijk te volgen, en we konden steeds nieuwe eilandjes duiden waarrond de melodie en het thema zich concentreerde.

Marius Neset Quartet door Bruno Bollaert

In het Marius Neset Quartet, daar zitten ook Ivo Neame en Jasper Høiby van Phronesis in, hoewel daar soms ook Nick Ramm aan de toetsen hangt, en Anton Eger op de drums slaat (ipv resp. dus Ivo Neame en Martin France gisteren) Eger speelt ook in Phronesis, en soms is het Marius Neset Quartet dan ook gewoon Phronesis + saxofonist Marius Neset. Zo gaat dat in de jazz, en ik zie niet in waarom we daar iets zouden op tegen hebben.

Het Marius Neset Quartet dient in elk geval als showcase voor Neset zelve. De saxofonist was niet te stoppen, met een zeer gedegen techniek (al werden ook hier de harmonieken opgevoerd die een hernieuwde populairiteit hebben gekregen sinds Colin Stetson en Håkon Kornstad). Inhoudelijk was het niet meteen overdonderend, met loopjes en echo’s en galmen en andere elektronica die dit concert soms misschien iets te veel richting lounge en jaren 70 stuurden.

Het publiek was enthousiast –maar wel een beetje uitgedund na de pauze. Het (dubbel)concert duurde mogelijks ook iets te lang; ik was rond half twaalf thuis, en De Bijloke ligt zowat in mijn achtertuin.