Snapshots

Tessa heeft zo’n Olympus µ[mju:]-II. Dat is een fantastisch toestel, en wij ‘slepen’ dat overal mee naartoe. Wij zijn geen veeltrekkers; dat is tegelijktijd voor- en nadeel van filmgebruik. Voordeel omdat we (bijna) alleen maar een foto nemen als we echt iets op foto willen; nadeel omdat het soms een tijdje duurt eer we dat filmpje laten ontwikkelen. Zo is dit filmpje al een maand of twee oud –maar nog steeds brandend actueel.

mju snapshots

Tessa wordt zwaar bij de keel gegrepen door iets wat ze deze mensen vertelt –of van hen te horen krijgt (foto: ikzelve).

mju snapshots

Henri, uitgeput na de Kids Run voor de 10km van Gent, met een half monkelende vader die niet mocht meelopen van de dokter (foto: Tessa).

mju snapshots

Nagiko, die zich afvraagt waarom we ons zo druk maken over een beetje zon (foto: Henri).

Opgekuist (staat netjes)

“Wat mag het zijn, meneer?”

“Wel, ’t is feitelijk om te laten groeien…”

“Ach, wij kunnen er alleen maar iets afknippen hé meneer”, knipoogt hij.

Edoch, hij heeft mijn haar een beetje ‘opgekuist’, voor twaalf euro en dertig cent. Kapsalon Rasschaert, in de Lammerstraat. Ik heb daar altijd al eens willen binnenstappen, en ben zeer tevreden dat ik het eindelijk heb gedaan.

“Enne, geen nood meneer, ’t is op de groei berekend”, knipoogde hij alweer toen ik afrekende.

’t Is kapot!

Niet alleen mocht ik gisteren, wegens kapotte knie, de 20 km van Brussel aan mij laten voorbij gaan –waarvoor ik ten andere VIPsgewijs door de uiterst sympathieke Talking Heads en Nike was uitgenodigd, t-shirt en startnummer incluis– maar het zou lang duren eer ik mijn bed mocht zien. Het begon nochtans goed, want wij waren uitgenodigd op een heel plezant (plechtige) communiefeest van MJ (dank u, B en S), alwaar ook de zoon zich –ver uit ons zicht– wist te vermeien. Iets té enthousiast is hij daarbij geworden –zo zijn jongens, nietwaar– dat hij ‘ergens’ een buiteling heeft gemaakt, en daarbij met de grote teen van zijn rechtervoet –de sandalen stonden netjes bij het springkasteel– ‘ergens’ is blijven achter haken.

En gezien hij niet echt een ’trunt’ is, hebben we hem dan maar serieus genomen, toen hij met een verkreukeld gezicht en kermend van de pijn ons aan de meest rumoerige tafel van het feest kwam opzoeken. Het was toen –oeps, de tijd gaat precies snel– net iets na negen, en na een korte bepoteling zijn we wijselijk richting spoed getrokken. Niet zonder eerst Tessa haar personeelsbadge, Henri zijn UZ-kaartje, en een paar boeken thuis af te halen. Het kan druk zijn op ’t spoed, en al zeker voor de orthopedie, en al zeker op een communieweekend. We hebben dan ook een heleboel gips zien passeren, daar in de wachtzaal.

Henri, zijn teen, hij is gebroken Henri, zijn teen, hij is gebroken

Het ging nog redelijk vlot, we mochten zelfs met twee mee (waarschijnlijk is dat standaard voor kinderdinges), er werden foto’s genomen, waarop duidelijk een breuk zichtbaar was (rechts van de cursor op de foto hierboven), en de teen werd vastgetaped aan die ernaast. Er kwam geen gips aan te pas.

Henri, zijn teen, hij is gebroken

Volgende week maandag mogen we terug voor controle. En ondertussen mag hij niet meer zwemmen of turnen, voor de rest van het schooljaar.

Yes!”, bracht hij nog enthousiast uit toen we hem om middernacht in zijn bed konden stoppen.

Tweeslachtigheid

“Het regent hier”, zegt ze, vlak nadat ze bijna verontschuldigend in de hoorn zuchtte dat ze gewoon mijn stem horen.

“Hier schijnt de zon al de ganse dag”, antwoord ik half opgewekt door dat feit. “Vanochtend ben ik een koffie gaan drinken, heb ik een nieuw boek in de bibliotheek gehaald, en dat heb ik deze middag in de tuin uitgelezen. Mijn onderbenen en -armen zijn roodverbrand.”

In gedachten zie ik haar mond in Marne-la-Vallée van verontwaardiging openvallen. “Hier regent het,” herhaalt ze pruilerig, “en we hebben net warme pulls op de kamer gehaald.” En ze voegt eraan toe: “Henri mist je.”

Hij klinkt droevig en opgewekt tegelijk. “Frietjes. En worst. En pizza”, denkt hij te bevestigen als ik hem vraag of hij wel deftig eet. En dat ze straks ijsjes gaan halen. Ik ben ervan overtuigd dat hij zich rot amuseert, maar dat hij verscheurd wordt door dat amusement en de onfortuinlijkheid dat zijn vader hier is en niet bij hem in Disneyland. En ik hoop dat mij dat toch een klein beetje mag verblijden.

Beervelde

“Ach, laat ons eens langs Destelbergen en Lochristi rijden”, stelde ik in een vlaag van melancholie voor, toen we daarnet uit Zele terug naar huis reden. In beider gemeentes heb ik telkens tien jaar van mijn jeugd doorgebracht. Dus verlieten wij de autostrade aan de uitrit ‘Beervelde’. (“Herberekenen”, stiet juffrouw gps met een zucht uit.)

Aardbeien uit Beervelde

Elke dag om 18u, nog tot ergens eind juni, begin juli is het aardbeienmarkt in Beervelde. De markt begin een ietsje vroeger, maar de aardbeien mogen de markt pas verlaten vanaf 18u. Er staat speciaal een lokale bellenman, die een oogje in het zeil houdt –zo mochten wij ondervinden, toen we nietsvermoedend om 17u55 naar onze wagen wilden terugwandelen. Een zeer vriendelijke meneer overigens.

Aardbeien uit Beervelde

Wij betaalden 20 euro voor een ganse krat, met acht bakjes (van een halve kilo?) –dinsdag betaalde ik nog 3,99 euro voor een bakje van 500g bij mijn lokale fruitboer. En deze zijn wel dubbel zo groot.

Benieuwd hoe lang die krat gaat meegaan. Waar liggen mijn kookboeken hier ergens…

Pre-war

Pre-war bonsai kitchen

Ik voelde mij voorwaar een beetje kok, vanochtend in onze bonsaïkeuken. De ingrediënten werden van voorgerecht tot dessert overlopen, de laatste inkopen gepland. Dan kan ik mij straks stressloos in mijn vier vierkante meter terugtrekken om te kookdingensen.

Stiftjes

“Ge gaat dat toch niet op uwen weblog zetten,” vroeg Tessa ontzet terwijl ik de badkamer in trok. Om eerlijk te zijn, was het deze keer totaal niet in mij opgekomen.

“Hm,” dacht ik, “misschien kan ik er één of ander heroïsch verhaal aan ophangen…”

Ex-tand

Toen ik mijn vulling voor de derde keer in even zoveel jaar tijdens het eten aan gruzelementen had gekauwd, wist mijn tandarts mij bij een vorig bezoek te vertellen: “dat geeft niet jong, we zullen er een stifttand in steken. Eind april, past dat voor u?”

Daarnet was hij iets minder bemoedigend. “Oei. Daar zie ik iets dat mij niet zo aanstaat.” Mijn tand was aan het rotten geslagen, en er zat een cyste op. “Ik vrees dat ik dat ga moeten trekken. Het heeft geen zin dat ik daar een kroon op steek van 600 euro, en dat die binnen een half jaar eruit valt omdat ook de rest van uw tand om zeep is.”

Ex-tand Ex-tand

“Natuurlijk moogt ge die meenemen. Maar die cyste moet ik wel naar het labo sturen. Niets om u zorgen om te maken, we doen dat altijd.”

Na veel wrikken en wringen zijn de wortels eruit. Miljaar die mens heeft daar nogal wat kracht op moeten zetten. Ik was al blij dat het boeltje verdoofd was.

“Ziezo. Nu nog wat draadjes steken…”