relatief

Een bijwerking van mijn loopavontuur, is dat ik nu voorwaar durf stil te staan bij het sportgedeelte in de krant. Al moet ik mijn schoonvader ontgoochelen, ik ben er nog steeds van overtuigd dat Joop Zoetemelk meespurt in de Tour, en dat Jan Ceulemans spits is bij Brugge –Club, niet Cercle.

Maar zo weet ik nu wel dat (volgens Hans Vandeweghe in DM) een honderdste seconde gelijk staat met negen centimeter –op de 100 meter althans. En dat de afstand tussen Kim Gevaert (vijfde) en Torri Edwards (vierde) minder dan dat bedroeg. En dat Veerle Dejaeghere naar eigen zeggen niet te hard van start is gegaan op de 3.000 meter steeple. “3.10 per kilometer of zo.”

Mijn hartslag schiet mooi voorbij de 160 als ik sneller dan 4.59 per kilometer loop. Of zo.

zoom challenge

Klantenbinding is een belangrijk gegeven in marketing. De samenwerking tussen Nike en Apple is waarschijnlijk redelijk geslaagd te noemen. Via de Nike + iPod combinatie blijf je regelmatig in aanraking komen met Nike via de nikeplus site, waarop de gegevens van je runs worden bijgehouden. Het zijn geen echt professionele gegevens, maar voor een amateur (zoals ikzelf) is het een mooie manier om je evolutie bij te houden.

Er is een overzicht van al je trainingen, die je gewoon chronologisch kan bekijken, of samengevat per week of per maand:

nikeplusipod

En je kan voor elke training afzonderlijk het verloop van je snelheid volgen. Helaas kan je er (nog) niet de gegevens van je hartslagmeter bij laten opnemen. Hopelijk staan de partners nog open voor een samenwerking met Suunto of Polar bijvoorbeeld (Polar heeft al een dergelijke overeenkomst met adidas: adidas-polar.com).

nikeplusipod

Een ander deel van die ‘plus’ ervaring, is de community. Bij Nike+ kan je deelnemen aan goals en challenges, waarbij je tegen jezelf in competitie treedt (ik wil meer lopen, sneller lopen, verder lopen), of waarbij je met anderen een uitdaging aangaat.

Voor de aardigheid heb ik me ingeschreven voor de Nike+ Zoom Challenge: who will run the quickest mile (1.6km) in 45 days? Ik heb tijd tot 17 september om mijn tijd erm ‘scherp’ te stellen, en Nike biedt zelfs een trainingsschema aan om je snelheid te verbeteren.

Running far and slow is just a lot of running slow. So mix it up for the next 29 days. Kick ass on the days you work out. Turn your body into a deadly running machine. Work harder. Run quicker. Push yourself until you think you’ll puke. Then kick back. Without resting, your body won’t be able to absorb the benefit of all your hard work. Throw in your earphones and go for an easy run. When day 30 arrives, take the Nike+ Zoom Challenge and run your quickest mile ever. Show the world your ugly face; it’s beautiful.

Het schema is beaseerd op drie pijlers:

  1. long run with strides: loop gedurende 10-20 seconden iets sneller dan anders, en herhaal dat een vijftal keer gedurende je training.
  2. endurance intervals: fartleks. Leg je training iets trager af dan normaal, en ga dan gedurdende 1 tot 4 minuten voluit. herhaal een achttal keer, maar zorg ervoor telkens voldoende te recupereren.
  3. speed intervals: loop telkens 30 seconden hard, en dan opnieuw 30 seconden traag om te recupereren

Andere inspanningen hoef je er niet voor te doen. Nike+ registreert automatisch je beste mijl uit je training, waardoor ik zonet op de 699e plaats ben terecht gekomen (met 8’04”). Op de challenge pagina is er een knop “hunt your rivals” –mijn screen name is volume12, laat gerust weten wat de uwe is.

En avant!

loopnieuws

Natuurlijk heb ik gelopen in de USA. In het begin heb ik mijn schema gewoon gevolgd –tenminste, op tijd en niet op afstand, want ik had afstand- en hartslagmeter thuis gelaten. Net zoals mijn goede schoenen, met half in het achterhoofd dat ik wel eens wou zien wat ze in Niketown te bieden hadden. Nikes –of enig ander merk– heb ik niet gevonden in de woestijn, en toen we in het erm… meer gepopuleerde Vegas kwamen, was het er zodanig warm, dat ik het lopen daar wel heb gelaten.

Mijn eerste run, goed voor een kleine veertig minuten, heb ik afgelegd in Salt Lake City, UT. We verbleven er in Hotel Little America –dat, zoals het cliché kon voospellen, allesbehalve ‘little‘ was. Ik heb er een tiental ‘blokken’ ver gelopen, naar rechts gedraaid, opnieuw naar rechts, en hetzelfde tiental ‘blokken’ teruggekeerd. Verloren lopen in geometrisch Amerika is er niet bij. Ik herinner mij dat ik het toen reeds behoorlijk warm vond, om half zeven ’s ochtends. Bijzonder grappig, vind ik die indruk nu.

De tweede run was de ochtend na onze tweede overnachting, deze keer in het Super 8 Motel in Moab, UT vlakbij het Arches National Park. Iets warmer al, deze keer, en ik herinner mij dat ik Tessa vertelde dat mijn t-shirt enkel droog was gebleven omdat hier lopen een beetje was zoals in de constante luchtstroom van een haardroger lopen. De wegen waren er ook minder geometrisch, dus ben ik na twintig minuten gewoon op mijn stappen teruggekeerd.

De derde –en laatste– run heb ik gelopen in Page, AZ (na een nacht in alweer een Super 8 Motel, tussen een bezoek aan Four Corners Monument en Monument Valley, en Grand Canyon National Park in). Het was het langste (en warmste) parcours, dat mij van ons hotel tot in de woestijn rond Lake Powell bracht, waar ik een schitterende zonsopgang heb gezien.

Ook tijdens ons kort verblijf aan zee heb ik (één keer) een veertigtal minuten gelopen, maar het was pas gisteren dat ik opnieuw mijn vertrouwde parcours kon afleggen (zondag was ik afgemat door een verlate jetlag, en het leek mij niet ideaal mijn training zo te hervatten). Fan-tas-tisch. Ik heb er ongelooflijk van genoten, opnieuw die ronde af te kunnen leggen. En ik kan niet wachten om morgen opnieuw te gaan lopen. Het is bijna een fysisch gemis, mijn lichaam dat smeekt om te worden afgemat.

Nog tot het einde van de maand ga ik op dezelfde manier doordoen (d.w.z. een afstand van zo’n 7 km lopen), en dan ga ik beginnen met een schema voor de 10k (die ik ondertussen eigenlijk al lang met gemak kan lopen). Heerlijk.

over *biep* lopen *biep*

Vrijdag was het zalig om te lopen, ondanks het slechte weer. Vóór het begin van de BNRF-periode was ik een beetje bezorgd of het wel zo lukken om te lopen, met die late uurtjes tijdens het festival. Maar gisteren heb ik gewoon mijn afstand een beetje teruggeschoefd. Waar ik vrijdag bijna acht kilometer heb gelopen, heb ik mij vandaag beperkt tot een rustig toertje rond de watersportbaan (iets meer dan vijf kilometer), en dan werk ik wel weer aan de afstand in augustus.

Al heb ik vandaag opnieuw iets meer dan 7 km gelopen (in 40 min). Mijn hartslag heb ik redelijk onder controle, met een gemiddelde van 150-152 op de langere afstanden. Behalve vandaag, waar de Suunto maar bleef piepen omdat ik boven de 155 ging (er zaten nogal wat heuvels in mijn parcours vandaag), zodat ik het alarm afgezet heb, en –na het eerste kwartier– op 160 bpm heb doorgedaan.

Geheel terzijde, maar mijn doel is om volgend jaar de stadsloop (10 km) in minder dan 50 minuten te kunnen afleggen. Sommigen hadden al beweerd dat te kunnen, maar zijn daar dit jaar niet in geslaagd –ik ga geen namen noemen natuurlijk.

Eigenlijk ben ik nu meer benieuwd ben naar hoe het zal vergaan met het lopen in de USA, waarvan men mij voorspelt dat ik er met temperaturen van 30 tot 40 graden zal moeten afrekenen. En waar ik mijn weg niet zal kennen. Maar misschien hebben ze wel fitnessruimtes in de hotels waar we verblijven. We zien wel.

geradbraakt

Ai. Ik ben geradbraakt. Om maar liefst twee redenen, waarvan ik er één nog even voor u verborgen houd. Maar die andere. Als aanvulling op mijn assisted sit-ups en push-ups, ben ik een tijdje geleden met wat krachttraining begonnen. Eerst in het wilde weg, maar dan heb ik in een lukraak boek even wat oefeningen opgezocht. Mijn training is dus uitgebreid met armbuigen dumbbells, rechtop roeien dumbbells, zijwaarts heffen dumbbells, telkens in 3 sets van 15 (per arm).

Eergisteren had ik het lumineuze idee de oefeningen verder uit te breiden naar crunches, knieheffen met indraaiend crunchen, en ten slotte hurken met dumbells –kwestie van de benen ook wat werk te geven. Nog steeds in 3 sets van 15.

Hoe graag zou ik zeggen dat ik mijn benen niet meer voel. Maar helaas trekken ze bij elke stap tegen, zodat ze mij met veel graagte op hun deficiet wijzen. Nog een geluk dat ik moet zitten om naar de film te kijken, en gratis van het openbaar vervoer gebruik kan maken om mij naar en van de zalen te begeven.

Spierpijn dus. En nu moet ik mijn benen tijd geven om te herstellen. Anders hebben die oefeningen geen zin, zo zegt het boek mij.

geen tijd (ii)

Terwijl de madam gisteren thuis is gebleven om (o.a.) alle cadeautjes uit te pakken die ze de avond ervoor had gekregen –ik mocht overigens te voet naar huis van ’t Pand want er was geen plaats meer voor mij in de wagen van de schoonfamile naast al die cadeaus– nam Henri –onder het supporterend oog van zijn moeder– deel aan een interscolaire veldloop, aan het eind waarvan hij mocht plaatsnemen op het schavot om de bronzen medaille in ontvangst te nemen.

(Ik ga voor één zin per paragraaf vandaag.)

Naast de muziekles mag ik straks ook nog –letterlijk– meedraven op training met de zoon. En dan mag ik gelijk Steven alvast beginnen oefenen om hem (Henri) nog te kunnen bijhouden.

Simon, een van zijn vrienden, was als eerste over de meet gekomen. “En ik was zo trots op Simon”, vertelde hij. “Ik had nog gezegd bij het begin: mannen, we moeten zien dat we het hier goed doen hé! En kijk, het podium was bijna helemaal van Sint-Pieters.”

krachttraining

Daarnet kreeg ik mijn inbox een aanbieding voor Pilates-lessen op het werk (80 EUR voor 10 lessen van ongeveer een uur), wat mij ertoe aanzette even bij Wikipedia wat meer info op te snorren.

Sinds september (eigenlijk sinds eind augustus) doe ik een beetje aan krachttraining. Stel u daar vooral niet teveel bij voor, want het beperkt zich tot drie oefeningen (waarvan twee dagelijks): push-ups, assisted sit-ups (we hebben ons ooit eens zo’n wiebelding gekocht in promotie bij Decathlon), en ‘gepruts’ met de dumbbells.

De sit-ups wissel ik af met crunches, telkens in reeksen van 32 (ik heb iets met bepaalde getallen), waarvan ik er normaal gezien twee doe. Voor de push-ups kom ik aan 23, maar ook daar zou ik aan 32 willen geraken. (Hoewel 23 niet slecht is, volgens deze tabel.) Ik wissel af tussen gewone, en met mijn voeten op armhoogte; en ik heb net een derde manier ontdekt (diamond push-up), die ik ook eens wil proberen.

Bij Wikipedia heb ik overigens nog een aantal (standaard) oefeningen gevonden (Weight training exercises), en twee interessante concepten: High intensity training & Training to failure. (Maar nee, ik ben niet geïnteresseerd in bodybuilding; enkel in physical fitness.)

conditie

Het gaat achteruit met de conditie. De leeftijd zal er wel voor iets tussenzitten, maar als een muilezel beladen met drie zakken groenten van bij Vitamientje tot aan de voordeur wandelen, gaat me niet meer zo goed af als ik me meen te herinneren. Vroeger hebben we nog wel eens van fitness gedaan, toen we nog in de Tarbotstraat woonden, en ik denk het eerste jaar dat wie hier naar de Albertlaan verhuisd waren. Sinds de geboorte van Henri (jaja, steek het maar op uw zoon) heb ik er evenwel geen tijd meer voor gemaakt.

Aan de 10km van Gent (Stadsloop) had ik dit jaar niet moeten beginnen. Maar misschien is het wel iets om naar toe te werken volgend jaar (ik beloof niks). Fitness clubs blijven tegenwoordig reeds open tot 23u (op weekdagen), dus daar verdwijnt meteen ook dat excuus. In de onmiddellijke nabijheid bevinden zich minstens drie trainingscentra: Fyzix aan de Rooigemlaan, Passage Fitness aan de Zuiderlaan, en Stadium aan de Coupure.

Wat kost zoiets tegenwoordig?