Zondag was de laatste dag van de Sehnsucht tentoonstelling in het kasteel van Gaasbeek. 50 minuten rijden, ontdekte ik te laat, maar op reis zouden we voor zo’n afstandje onze hand ook niet omdraaien. Met het gezelschap zat het ook al goed, en Tessa gaat zo graag op museumbezoek. Ik vergaapte mij meer aan het kasteel zelf (welk een fantastisch houtwerk) dan aan de tentoonstelling, maar het was zeker de moeite waard. (En er liggen al volgende afspraken vast!)
Categorie: activiteiten
De Grotten van Han
Ik meen mij te herinneren dat ik vroeger, toen Henri nog echt klein was, ik het plan had opgevat om regelmatig eens uitstapjes te maken met de zoon, terwijl zijn moeder druk in de weer was met wachten en andere dokterlijke beslommeringen. Tegenwoordig gaat dat minder gemakkelijk, gezien de zoon tijdens het weekend al een volgeboekte zaterdag heeft (muziekles, schermen), en de zondag met heilige devotie reserveert om te kunnen leren.
Edoch, het is herfstvakantie, hij heeft even niets te doen, en zijn moeder zat ijverig te werken, dus het leek mij een zeer geschikt moment om nog eens zo een uitstapje te maken. Een jaar (of twee?) geleden had hij beweerd graag eens de Grotten van Han te bezoeken, en hij bleek nog steeds enthousiast –toch nadat ik hem Bobbejaanland uit het hoofd had gepraat (“het is veel te f-cking koud voor waterpret“).
Meezingen dus: In de Grotten van Han / Aux Grottes de Han!
We reden uiteraard eerst het wildpark door –waarvoor het eigenlijk ook veel te f-cking koud was…
…al kon dat het euh… ‘oprechte’ enthousiasme niet temperen.
Het lijkt mij bijzonder leuk bij zomerse temperaturen, en voor kinderen jonger dan 10, maar ik weet niet of we meer plezier hadden met het observeren van de mensen dan wel van de dieren. Beren, lynxen, wolven, everzwijnen, damherten, herten, ezels, oerossen, bizons, uilen, en één veldmuis, dat hebben we gezien.
In de grot was het warmer dan buiten (13 graden vs vermoedelijk maximaal 5 graden), en het was eigenlijk best mooi –maar zeer commercieel. En een beetje duur ook: 46 euro voor de zoon en mijzelf, 4 euro voor twee chocolademelkjes en een wafel tijdens de safari, en een pourboire voor de gids. (Wanneer werd dat ingevoerd in België?)
Voeg daarbij dat de grotten toch op twee uur rijden van Gent liggen, en dan is het misschien toch niet meteen die rondrit waard (op wat dusver waarschijnlijk de koudste dag van de herfst was). De heenrit verliep vlotjes, maar over de terugweg hebben we toch bijna een uur langer gedaan (zelfs in de vakantie is de spits niet te onderschatten).
Tentoongesteld (2)
Een dikke week geleden had ik een ééndagstentoonstelling (met Pieter Rosseel en Randall C.) in de gebouwen van het KTA aan de Lindenlei.
Op zaterdag 27 oktober neem ik opnieuw deel aan een groepstentoonstelling. Expo Versus wordt georganiseerd door ART-tist, het vrije kunstenaarscollectief dat als sinds 1999 tentoonstellingen organiseert, en Happy House, een collectief van jong opkomend talent. De tentoonstelling vindt plaats op het landgoed De Campagne, Gijzelstraat 12 in Drongen en is doorlopend open van 10 tot 18u, op 27 & 28/10, en van 1 t.e.m. 4/11. Organisator Max Van Hemel bracht 17 kunstenaars samen voor de expo.
U vindt er werk van Mag Vermeiren (beelden), Janneke Lutin (beelden/design), Max Van Hemel (tekeningen), Bruno Bollaert (fotografie), Dominique Dierick (fotografie), Christine Morren (schilderijen), Veradias (schilderijen), Maarten Van Praet (cartoons), Britt Raes (tekeningen), Luca Beel (fotografie), Michiel Bolliou (installaties en schilderijen), Stéphanie Maeseele (schilderijen), Joris Vandecatseye (fotografie), Laurence Verdruye (beelden), Thomas Verfaille (fotografie), Vicky Lema (schilderijen), Ruud Van Moorleghem
Wie mij eens wil ontmoeten (of net niet): zaterdag 27/10 loop ik er zowat de ganse tijd rond.
Expo Versus op 27 en 28 oktober 2012 en van 1 tot en met 4 november 2012, doorlopend van 10u00 tot 18u00 op landgoed De Campagne, Gijzelstraat 12, 9031 Drongen –toegang gratis.
Dagvulling
Voor de meeste mensen is januari de maand waarin de goede voornemens worden gemaakt. Mijn levensritme volgt eerder schoolkalender, maar dat is meer een gevolg van de festivalzomer die via mijn *kuch* professionele activiteiten mijn schema bepaalt, dan door mijn status van eeuwige student. De zomermaanden, dat zijn ook die fantastische maanden waartijdens ik plots nog veel meer tijd met Henri kan doorbrengen –dat kan om kleine dingen gaan, zoals hij hier nu in mijn bureau (in mijn luisterzetel) zit te lezen terwijl ik werk.
Zodra hij terug naar school gaat, hervat ik ook mijn nevenactiviteiten op een meer gedisciplineerde manier (zelfs lopen wijkt –beperkt, maar toch– voor de festivals).
Het aantal activiteiten en de focus wijzigen trouwens elkaar jaar een beetje. Constanten zijn lopen en muziek, maar de verbeiding is wat dit steeds meer tot een uitdaging maakt. En laat planning nu niet bepaald mijn sterkste punt zijn.
Edoch, ik heb het eens bekeken (lijstjes vind ik dan wel weer leuk):
- Lopen: 3x per week ongeveer 2 u.
- Sax: 1 u. per dag
- Cello: 1 u. per dag
- Gitaar/misc muziekstudie: 1 u. per dag
- Mysterieuze activiteit: 1 u. per dag
En daarmee hebben we –afhankelijk of het een loopdag is– vier tot zes uur per dag gevuld. Het gaat om een conservatieve tijdsbepaling. Ik denk dat we zo zoetjesaan over uit de hand gelopen hobby’s kunnen beginnen spreken. Oh, en er is ook nog twee keer per week orkestrepetitie (’s avonds), en ik heb één keer per week celloles.
En het zou kunnen dat ze volgend jaar opnieuw volwassen beginners gaan toelaten voor degen of floret in de Confrérie, en ik zou daar misschien wel eens aan durven beginnen samen met de vader van een schermgenoot van Henri (als mijn schouder niet te veel zaagt).
Ah, the possibilities!
Aanloop
Nu september om het hoekje tuurt, worden alle gebruikelijke (niet-vakantie) activiteiten opnieuw naar actief gebracht. Henri gaat volgende week opnieuw naar school, hervat de trompetlessen en zal opnieuw schermen. Tijd om wat aan de conditie te doen, dus gingen we (t.t.z. ging hij) vandaag wat zwemmen. Sinds hij terug is uit Venetië oefent hij ook opnieuw elke dag trompet, en zodra het echt september is, gaan we ’s ochtends ook opnieuw samen lopen.
En neuralgische amyotrofie be damned: het is mijn schouder, en hij gaat doen wat ik wil. (Al laat hij mij voorlopig toch serieus wat kermen.) Elke dag kan ik een paar minuten langer spelen, ik ben vastberaden de cellolessen te hervatten (de eerste les is 12 september, denk ik). De saxofoon laat zich gewilliger bespelen, en ik ben nog wel een paar andere dingen van plan.
“Ge gaat uw lichaam heletegans kapot maken, met uw lopen en uw cello en…”, houden ze mij voor. Jaja. Ik zou Kurgan kunnen citeren, maar dan gaat u mij onmiddellijk naar Kurt Cobain verwijzen natuurlijk.
In beeld
De zoon is terug, van zijn vele reizen en logementen. Zaterdag gingen we verjaardag vieren, en kon ik eindelijk nog eens een foto van hem maken…
…waarop hij prompt wederrecht eiste. (’t Is een beetje bewogen, maar allez.)
Mijn moeder was haar huissleutels vergeten, en toen ik haar in haar eigen huis ging binnenlaten, kreeg ik dit in mijn handen gestopt, ‘voor de moeite’. Een schone ruil, me dunkt.
En sinds ze bij Bhavani Hendrick’s Gin en Fentimans Tonic Water gedronken heeft, is Tessa van dit edele vocht niet meer weg te slaan. (Er was geen komkommer meer, dus werd het tegen advies toch citrus zeste.)
Noest
Het gaat bijna twee weken geleden zijn dat ik mijn zoon nog heb gezien. Twee zaterdagen geleden vertrok hij met mijn schoonouders naar Venetië. Hij kwam terug thuis toen ik in Middelheim zat, en ging, nog voor ik zelf terug thuis was, met mijn moeder mee voor nog een paar dagen vakantie. We hebben ondertussen wel wat gesms’t, en morgen zie ik hem eindelijk opnieuw.
Ik heb geen idee wat ik in de week voor Middelheim heb uitgespookt –het voordeel (of soms nadeel) van een bijzonder slecht geheugen– en ook Middelheim zelf lijkt al door nevels in de kronkels van mijn geest versluierd te worden. Het was nochtans een bijzonder geslaagde editie, zowel wat betreft opkomst (ruim 20.000 bezoekers), als de muziek (Zorn, Defoort, Bollani, Conte, McFarlane, MixTuur, Cohen, Neve, FES), als het werk en de ontspanning.
Het zal drie jaar geleden zijn dat ik nog eens in Antwerpen ben blijven overnachten, maar dit jaar had ik ervoor geopteerd om toch maar in de buurt te blijven. De kost van de benzine alleen al, maar ook het leven zonder files of de nachtelijke sneltreinvaart naar huis om vervolgens ’s ochtends rap-rap mijn foto’s nog te bewerken. Dit jaar kon ik mijn iMac parkeren boven in het kasteel Den Brandt bij het PR-team –dat de infiltrant van het programmateam enthousiast tolereerde. De foto’s werden geprept na elke shoot, en tegen dat het goed en wel (even) na middernacht was, kon ik de selectie naar de persserver uploaden. Dat was efficiënter zelfs dan tijdens Gent Jazz, toen ik mijn foto’s nog allemaal thuis moest bewerken en ze pas tegen de volgende middag afgewerkt waren.
Vanuit onze locatie hadden we zelfs zicht op het terrein, en konden we probleemloos alle concerten meevolgen. Het enige nadeel was het weer (nu ja). Ik heb meer t-shirts versleten dan in Newport, want de bovengemiddelde temperaturen lagen in onze werkplaats nog hoger dan in de frontstage, gezien de werklust en de ventilatiekracht van de computers.
Er was zelfs nog tijd om (twee van de drie) jam sessions bij te wonen –het laatste gedeelte toch, want om drie uur werd de stekker er onverbiddelijk uitgetrokken. Wist u dat Tuur Florizoone en Zara McFarlane nog hebben meegejamd? Bart Maris heeft die jams fantastisch laten verlopen.
’s Ochtends had ik nog tijd voor ontbijt (echt uitslapen lukt mij al niet meer sinds ik van de universiteit af ben) én om wat te lezen, voor ik terug naar het park trok. Lang geleden dat ik mij nog eens zo met werk geamuseerd heb, en ik kijk al heel hard uit naar volgend jaar.
Newport (5): homeward bound
En dat was het dan. De volgende dag reden we naar Logan Airport in Boston, met het dak open, en ik weigerde mij voor de laatste dag met factor zoveel in te smeren. Een mijl of tien voor de luchthaven begon de file echt file te worden, en de temperatuur gaf 105%deg; F aan (dat is net iets meer dan 40° C). Toen we de wagen afhaalden, een paar dagen eerder, had de verhuurmeneer gezegd dat hem met een zo leeg mogelijke tank terug moesten bezorgen. Ze rekenen immers sowieso een volle tank aan. Het leuke aan de Mustang is dat hij ook aangeeft hoeveel mijl we nog kunnen rijden met de bezine die nog in de tank zit; en in de file kwamen we uit op 23 mijl, terwijl de gps ons nog een tiental mijl voorspiegelde. Helaas was er een nauwelijks bewegende file in de Massachusetts Turnipike, venwaar het nog een goede drie mijl tot het verhuurbedrijf was. De Mustang hield ons nog genoeg brandstof voor 13 mijl voor (na de voorgaande files), maar dat debiet zagen we zienderogen slinken. Toen we bij het verhuurbedrijf aankwamen, hadden we nog brandstof voor 7 mijl over.
Vegetarisch eten in de USA is supereenvoudig trouwens. Het volstaat volgend verzoek uit te brengen “could you perhaps grill me some vegetables please, I’m vegetarian“, en de wonderbaarlijkste maaltijden worden op uw bord getoverd. Vaak wordt er ook nog gevraagd of eieren of melk of kaas wél mag. Ik heb heerlijk gegeten.
Op het bord hierboven –gegeten in een steak restaurant– liggen mushrooms, geen vlees. Ze waren overheerlijk –en ik ben niet eens een fan van mycologisch voedsel.
De drie dagen festival zijn voorbij gevlogen. Newport Jazz is één van de meest interessante jazz festivals die ik al heb bijgewoond (behalve de onze dan –duh). De lineup, het aanbod en de uitvoering van de muziek, de drie podia waartussen kan worden gelaveerd, het weer, en de relaxte houding van organisatie en luisteraars: het plaatje klopte helemaal. Een gigantische aanrader –die u meteen kan koppelen aan een vakantie aan de East Coast (niet te versmaden voor lobster lovers overigens).
De volledige lineup vindt u op de site van het Newport Jazz Festival. Wie het festival wil herbeleven, kan terecht bij NPR. U kan er o.a. de integrale concerten van The Bad Plus + Bill Frisell; Kurt Elling; Bill Frisell Plays John Lennon; en John Hollenbeck’s Claudia Quintet + 1 beluisteren. Doen!
Newport (4): festivaldag 2
De tweede (en laatste) festivaldag moest in geen enkel opzicht onderdoen voor de eerste. Opnieuw waren er 15 groepen verdeeld over drie podia, opnieuw was het verschrikkelijk warm. Al koelde het ’s avonds voor de eerste wel een beetje af –wel zeker een graad of twee-drie.
Ik geef u ons traject in sneltempo (FS = Fort Stage, hoofdpodium; QS = Quad Stage; HS = Harbor Stage; om van FS naar HS te gaan, gingen wij telkens langs QS).
Van het Lewis Nash Quintet (QS; zeer mooi) naar Jenny Sheinman & Bill Frisell (HS; een groter contrast kon er niet zijn: zeer ingetogen muziek); naar Kurt Elling (QS), die er verschrikkelijk veel zin in had. De man stond te croonen, te rappen en te vanallesnogwatten, en het was schitterend. Onbegrijpelijk hoe hij in onze contreien maar niet echt lijkt door te breken.
Lunchen terwijl we naar de 3 Cohens (FS; Yuval, Anat & Avishai Cohen –de trompettist, niet de bassist) gingen luisteren aan het hoofdpodium. Anat speelde ook tenor sax, maar ik hoorde haar liever op klarinet. Heel snel voorbij Vince Giordano (QS) gestormd (niet meteen mijn ding), om de laatste noot van het laatste nummer van Gretchen Parlato & Lionel Loueke with special guest Becca Stevens (HS)… te missen. Damn, ik had daar zo naar uitgekeken. Dan naar Miguel Zenón (QS); verder naar Maria Schneider (FS; foto), en door naar Jason Moran (HS).
Een stukje Ambrose Akinmusire (QS), en we eindigden met The Claudia Quintet +1 (HS; foto). Ik had ze eerder dit jaar in De Werf gezien, maar toen zong Kurt Elling niet mee. In Newport trad Elling zelf ook al op, dus zong hij ook mee in The Claudia Quintet: fantastisch. Meesterlijk gewoon hoe hij Opening The Window vertolkte, uit hun recente album What Is the Beautiful?. (Helemaal verschillend trouwens, van de manier waarop dichter Kenneth Patchen het zelf doet op bijvoorbeeld Kenneth Patchen Reads with Jazz in Canada uit 1959.)
We zijn nog even richting Fort Stage getrokken, waar Tedeschi Trucks Band het festival mocht afsluiten (ze speelden een set van meer dan twee uur, hoorden we achteraf), maar erm… dat stond zo gelijk een tang op een varken ten opzichte van de rest van het festival, dat we hotelwaarts zijn getrokken.
(’s Avonds was er opnieuw een diner: een beperkt aantal mensen –15, iedereen inbegrepen– waren uitgenodigd voor een afscheidsetentje met George Wein, de oprichter-organisator van o.a. de Newport Festivals.)
Newport (3): festivaldag 1
Tijd voor het festival. Eindelijk! Bij voorbaat excuses trouwens: ik heb veel te weinig (deftige) foto’s gemaakt. Ik had mijn normale equipement niet meegebracht, in de veronderstelling dat ik daar toch geen tijd ging hebben om concertfoto’s te maken. Dat klopt ook wel, maar we stonden telkens zo dicht bij de muzikanten dat ik heelder trossen opportuniteiten verkwanseld heb gezien. Ik had een zeer goed toestel mee, evenwel zonder telelens. Dus heb ik voornamelijk snapshots met de iPhone gemaakt: ik heb het ding toch altijd en overal bij me.
Er waren drie podia: Harbor Stage, een klein podium langs de kant van de jachthaven; Quad Stage, een iets groter podium op het binnenplein van Fort Adams; en Fort Stage, het hoofdpodium waarvoor het publiek zich op zetels en strandhanddoeken had gevleid. Wij hadden backstage pasjes, en hebben dus eigenlijk weinig tijd vóór het podium doorgebracht. We konden steeds langszij, en bij de grote Fort Stage mochten we op een soortement balkon dat langs weerszijden van het podium was opgericht voor de backstage gasten en de muzikanten.
Het was warm, op het festivalterrein. Laat mij dat even herhalen: het was warm op het festivalterrein. Ik heb geen idee hoeveel graden het was, maar zal bij momenten zeker tegen de 40 gelopen hebben. Het was een vochtige warmte bovendien, en er waaide maar weinig wind. Er stond een tent backstage, die o.a. door de pers werd gebruikt, en waar we naar believen drankjes konden halen. De festivalorganisatie had bovendien een plaats voorzien waar bezoekers gratis hun lege waterflesjes mochten bijvullen. Een absolute noodzaak in dat weer.
Het festival begon om 11 u. en eindigde om 19 u., en met drie podia, die simultaan worden bespeeld, is er geen tijd te verliezen. Per dag speelden er maar liefst 15 groepen, en daarvan waren er maar weinig waar ik niet tenminste een tiental minuten wou zien. Niettemin heb ik toch een paar groepen die hoog op mijn verlangenlijstje stonden, moeten missen. Het grootste deel van The Bad Plus met Bill Frisell bijvoorbeeld.
We begonnen de dag met John Ellis & Double-Wide (zeer geslaagde interactie tussen de groepsleden, met een speciale vermelding voor Matt Perrine op sousafoon –foto), gingen vlug eens luisteren bij de Pedrito Martinez Group (niet mijn ding), snel door naar Christian McBride & Inside Straight, een stukje van de Jack DeJohnette Group, om weer op het hoofdpodium uit te monden bij Bill Frisell plays John Lennon. Ik was niet overdonderd toen het album was gereleased, maar live was de groep en het repertoire ijzersterk. De dialoog tussen gitarist Frisell en violiste Jenny Sheinman was spontaan en meeslepend, en tilde de bewerkingen van de bekende Lennonsongs een paar niveaus hoger.
Nog zo’n hoogvlieger was het optreden van Darcy James Argue’s Secret Society (foto), waarin ook John Ellis meespeelde en Ingrid Jensen. We kregen het ondertussen min of meer bekende repertoire, en een voorsmaakje van het nieuwe project, Brooklyn Babylon (dat eigenlijk een multimediaal project is).
We pikten nog het einde mee van het Joe Lovano & Dave Douglas Quintet (met Lawrence Fields en Joey Baron en Linda Oh), bleven nog even (veel te kort) hangen bij The Bad Plus w/ Bill Frisell (foto), en zagen Dianne Reeves nog haar laatste nummer brengen.
Ook van 3 Clarinets: Ken Peplowski – Evan Christopher – Anat Cohen hoorden we nog de laatste paar nummers, en een flink stuk van de Jack DeJohnette All-Stars. En tot slot was er de Pat Metheny Unity Band (foto –wacht: foto! een foto van Pat Metheny, die zo binnen handbereik stond dat ik bijna aan zijn vers gefriseerde coupe kon raken; mijn fototoestel uithalen mocht niet, maar met de gsm mocht het wel).
En dat was het dan voor dag 1.
…zo dacht u toch. Wij waren uitgenodigd op het Newport Festivals Foundation Gala, een awe-inspiring diner met uitzonderlijke optredens van Dianne Reeves, Jason Moran, Anat Cohen, Bill Frisell, Lewis Nash, Lionel Loueke, Steve Wilson, Rudresh Mahanthappa, Peter Martin & Ingrid Jensen, die in allerlei combinaties op het podium werden gebracht –vaak hadden ze zelfs eerder nog nooit samengespeeld. Jason Moran was de MC, en hij zat voorwaar op anderhalve meter van mij tussen zijn speel- of presenteerbeurten in.
Het was allemaal redelijk… exclusief; ik kan mij de laatste keer niet herinneren dat er nog eens zoveel net worth met mij in eenzelfde ruimte zat. Het gala vond plaats in Marble House, één van die mansions in Bellevue Avenue. Het werd gebouwd op het einde van de 19e eeuw door de kleinzoon van Cornelius Vanderbilt (de spoorwegmagnaat), die het als verjaardagscadeau aan zijn vrouw schonk (meer info).
Het evenement speelde zich helemaal in die grandeur af. Waar gisteren de omgeving van de International Tennis Hall of Fame reeds verbluffend was, daar overtrof Marble House moeiteloos enige verwachting die ik mocht hebben gehad. Bij de aankomst reden we op een gigantische oprijlaan, die naar de apex toe naar boven helt, en waar aan de voordeur valets de wagen van u overnemen om te gaan parkeren. Diezelfde valets brengen bij het vertrek de wagen terug (en verwachten vanzelfsprekend een kleine tip voor de service). We zaten met 250 man op een overdekt terras, met zicht op een grote tuin, aan het einde waarvan zich een Chinees theehuisje (groter dan sommige gezinswoningen) bevindt, en de oceaan. Daags voordien was ik daar overigens voorbij gewandeld, langs die oceaan aan de achterkant van dat huis, tijdens mijn cliff walk.
—
Het voorbijzoevende landschap, onderweg van het festival naar het hotel.