vakantietijd

Ook wij wouden (lees: zij wou) graag nog eens met vakantie. De paasvakantie leek te ver af, dus gaan wij binnenkort voor een korte uitstap naar die Franse lichtstad. Met de Thalys naar een hotel waarvan wordt verteld dat het overal dichtbij is. Ook geen Club Med voor ons dus.

Allemaal goed en wel, en dan rest mij slechts één dilemma: welk fototoestel neem ik mee. (Al hebben ze mij ooit gezegd dat ge geen vragen moet stellen waarop ge het antwoord zelf al weet.)

kustvakantie

Het was druk aan de kust.

Toen ik vrijdag iets na half zeven aan de Rotonde in Westende vertrok, was ik nog ongeveer de enige op het strand –op de schielijk ontelbare legioenen zandvlooien na welteverstaan. Toen ik een kleine twintig minuten later vlak voor het volgende kustdorpje (Lombardsijde) rechtsomkeer maakte, kwam ik hooguit één lotgenoot tegen op mijn terugweg. Toen Tessa mij afloste –Henri lag nog in diepe slaap verzonken waardoor we onmogelijk samen konden gaan lopen– en ik haar vanop ons balkon nawuifde, zag ik toch al drie mensen lopen; twee op de dijk, een derde op het strand. En toen ik na het onbijt, mijn laatste pistolet nog in de hand, naar beneden keek (het was dik half negen), leek het een beetje op de file naar Brussel. Lopers in alle richtingen, in alle denkbare tempo’s en versnellingen. Heel even leken strand en dijk op een absurdistisch gesynchroniseerd looptapijt, dat op elke pier een zwerm zeemeeuwen voor zich uit stuwde en naar zee terugdrong.

Ik heb gemengde gevoelens over de Belgische kust. Het is het enige stukje zee waarover we beschikken, en daardoor enorm in trek tijdens de vakanties. Heelder families trekken naar de net geen zeventig kilometer lange kustlijn, op zoek naar de vierkante meter strand waar ze door hun dynastie –waarvan ze als goede Belg niet eens de verjaardag kennen– vermenen recht op te hebben. Tijdens de tocht uit het bewolkte binnenland weg, prevelt menigeen een schietgebedje om goed weer, want –of het weer er nu naar is of niet– aan het strand dient men zich van de meeste kledij te ontdoen. Liever nog zit men –bibberend ingesloten door een paravent– verkouden te worden, dan toe te geven dat het eigenlijk te fris is voor een badpak. Het is best te doen vandaag, klappertandt men na –boven een dampende kop koffie gebogen.

Geef mij de kust maar als het stormt. Dan is het ijzig koud en spat de zee de dijk op als om het land terug te eisen, en komt men zelfs met oliejekker diep doordrenkt van de Oostendse pier tijdens het springtij. Achteraf, bij een sole meunière en een fluks glas, houdt men het weer met gepaste nationale trots in de gaten: dat zijn nog eens seizoenen!

Maar in ons zomerweer –en aan mijn veertiende dag zonder internet– verveelde ik mij daar een beetje. Voor mij was de zeezon te koud om buiten te liggen; zeker als u vermag dat ik luttele dagen daarvoor de Belgische buitentemperatuur als verfrissend ervaarde in een Amerikaanse shopping mall. Ze bood er een welkome verkoeling tegenover de 108°F toen de zon net op was in Nevada.

U hoort mij niet klagen: ik ben blij terug te zijn, en opnieuw onder mijn drie torens te mogen wakker worden. Het beste aan reizen, zei een beroemd iemand, is opnieuw thuis te komen. Daar kan ik alleen maar een zucht van verlichting bij slaken.

hé, de dag is voorbij

..of hoe men van ’s ochtends tot ’s avonds in het centrum kan vertoeven en toch erin kan slagen de solden te ontwijken. (Morgen hang ik er evenwel aan voor de moeite, vrees ik.)

Bij mijn fotoboer heb ik vandaag een toestel gezien dat mij verschrikkelijk interesseert: een Hasselblad 500c/m met Sonnar 4/150. En ik heb het meteen laten opzij zetten ook, zodat ik er een tweetal nachtjes over kan slapen.

Amai wat een dag. Gisteren tot ergens tegen tweeën uitgezeten (wreed gezellig), vanochtend om 7u15 opgestaan, ontbijtkoeken gehaald, met de tram rondgereden, in de Progrès gaan eten, twee z/w filmpjes binnengestoken (1 rolfilm, 1 kleinbeeld), twee nieuwe bruggen in de buurt van de Reep bekeken, koffie gedronken, stripwinkel binnengestapt, platenboer binnengestapt, drie parken doorkruist, en subiets vertrekken we naar een drink. Ik bevestig: het is dra vakantie. Dat moet wel, want ik ben mij van mijn dagen niet meer bewust.

vakantie

Glimlacht: ik heb drie dagen vakantie genomen. Drie dagen waarin ik weinig tot bijna niet online ben geweest, en dat is toch al een hele tijd geleden. Eigenlijk ben ik alleen maar online gekomen om snel-snel de feeds in mijn newsreader te doorlopen en twee postjes-die-naam-niet-waardig op dit blog te publiceren. Wat dit dan tot derde in een rij maakt.

Geen nood, vanaf morgen is de vakantie voorbij en ben ik opnieuw mijn gestoorde zelf. Morgen gaat ook mijn laatste week als Planner™ in voor Het Project, zodat ik mij ten volle kan voorbereiden op de Grote Vakantie.

(Wij gaan op reis, dit jaar. En met reis bedoel ik echt voor fun. Een reis die op geen enkele manier met mijn of Tessa’s werk in verband kan worden gebracht. Geen congres, geen klantenbezoek, geen opdracht, maar de pure pleasure uit de “Are you here for business or pleasure, Sir?”-vraag die ons ongewtijfeld zal worden gesteld. De eerste keer in een lange tijd. Een relatief korte reis overigens, gedurende dewelke wij doorheen een klein deel van de Verenigde Amerikaanse Staten zullen trekken. Utah, Arizona en Nevada (Las Vegas! Elvis!), als ik het goed heb begrepen –wat maar zelden het geval is.)

Bruno verreiset

Het zal, denk ik, zeven jaar geleden zijn dat wij nog eens op reis zijn geweest. Al zat ik in mei 2003 voor het werk in Berlijn, en in oktober 2003 in Chicago, en heb ik in 2004 ook nog wel eens in ’t buitenland gezeten voor datzelfde werk.

Maar een echte reis?

De zaken voor de zomer beginnen een beetje door te sijpelen. Eerst zijn er de Gentse Feesten, waartijdens, zo dacht ik, van 14 tot 23 juli ook het Blue Note Records Festival plaatsvindt. Edoch, het BNRF heeft beslist een week vroeger te starten, en gaat door van 6 tot 16 juli. Al krijgen we ondertussen net een persbericht binnen: Blue Note Records Festival krijgt extra dag met Elvis Costello. Wat de stand voor het BNRF brengt op 6 tot 17 juli. (De ticketverkoop start overigens morgen).

Grote paniek, want hoewel dat eigenlijk wel plezant is, om nu eindelijk én naar de GF én naar het BNRF te kunnen gaan, was het verlof eigenlijk al geregeld. Sort of.

Dus wordt het verlof gewijzigd, van 6 tot 23 juli. 12 verlofdagen, al moet ik nog wel ergens die 21/7 kunnen recupereren die in een weekend valt.

Maar daarmee zijn we nog altijd niet op reis. De schoonouders wel, want die zitten tijdens de GF in het verre Amerika (de Verenigde Staten van –) op congres. Of we soms geen zin hadden om mee te gaan?

En dan zit ge thuis met twee mensen die eindelijk nog eens op reis willen, en een derde, die dat ook wel wilt, maar die ook (eindelijk) nog eens naar de GF wilt.

Waardoor het verlof opnieuw wordt aangepast: van 6 juli tot 1 augustus. Te weten, van 6 tot 17 juli BNRF; van 14 tot 20 juli GF; en van 21 juli tot 1 augustus in de US of A.

19 verlofdagen. Dat kan tellen, met de vele jazzdagen (Middelheim, Jazz in ’t Park) in augustus en het filmfestival in oktober in ’t verschiet.

(Zijn er bij u al vakantieplannen?)

vakantie

Neenee, de vakantie is helaas gedaan. Al heb ik het gevoel dat ik zowat de enige ben die vandaag gaat werken (op Tessa na dan, maar die is dokter dus dat telt niet).

De Albertlaan was leeg: geen auto’s, geen voetgangers, enkel een lege tram denderde mij voorbij. Het perron was slechts halfvol, de trein was halfleeg; vooral dat laatste stellen wij enorm op prijs.

Brussel is leeg: amper een kat op straat, bijna niemand in het gebouw waar ik werk, en al helemaal niemand in het gebouw aan de overkant dat steevast door ongezellig TL-licht wordt verlicht. Niet dat het aan deze kant anders is, maar zij werken in een open plan, wij werken in bureautjes. Al denk ik evenmin dat die wetenschap een groot verschil maakt. (Euh, voor mij eigenlijk wel, want ik kan niet werken als ik weet dat iemand ongemerkt naar mijn scherm kan kijken.)

Leeg dus. En nog geen klein beetje. Al denk ik dat het nog niet zo’n goed idee is om straks, tijdens de lunchpauze, de Rue Neuve in te trekken.

vrij

Altijd wat raar, zo’n vrije dag. Ik heb al de ganse dag het gevoel dat het weekend is (ja, zelfs toen ik slechts een kwartiertje later dan normaal tijdens de week moest opstaan, vanochtend).

(Zaventem heen-en-terug, lunch in de Vooruit, shopping (aaargh!), en terug thuis. Laat het niet aan uw hart komen.)

verward

Bent u ook zo verward? Is het nu morgen zondag of zaterdag? Of gewoon een feestdag? Zijn de winkels open? Waarom zat de krant (DM) niet in de bus vandaag? Hebt u ook vrijaf maandag? En vooral: waar was u op 11 november 1918?

eindelijk

Dag één en twee van Jazz in ’t Park staan eindelijk on-line (in deze flickr set).

Maar voor de rest bestond de dag opnieuw uit over en weer geloop –al kan dat ook leutig zijn. We hebben Henri gedropt bij Sandra voor het verjaardagsfeestje van Zelie –benieuwd hoe hij het er heeft vanaf gebracht tussen die vrolijke bende vrouwenvolk. Tessa heeft een paar (kleine) centimeters van haar kapsel laten afknippen bij Ronny (aan het pleintje op het einde van de Vlaanderenstraat) –wreed goeie kapper, en de eerste die ook Henri’s haar naar volle tevredenheid wist te knippen.

En daartussen zijn we in de Chinese/Aziatische supermarkt op de Vrijdagmarkt binnengestapt, om er (ge)ruime tijd daarna buiten te komen met drie zakken waarin onder andere stak: een fles pruimenwijn (voor Tessa); allerlei soorten noedels en (rijst)pasta; een kilo basmatirijst; Tepanyaki saus; All Purpose soja saus (beide van Kikkoman); Wasabi; opgelegde gember (heerlijk); zeewier; en een gratis pakje cherry flavoured kauwgom. ’t Was nochtans geen dag van de klant.