video killed the radio star

Julie smeet enige tijd geleden een stokje mijn richting uit. Zij kreeg het van Mirthe, die kreeg het van Katrien, etc. –u kent het principe.

Radio. Ik ben opgegroeid met de radio –en de beperkte platencollectie van mijn moeder: David & Igor Oistrach (cfr Prokofiev Sonata for 2 violins); wat Beatles singles, L’été Indien van Joe Dassin; Georges Moustaki; en een veelvoud aan James Last platen.

Toen ik jong was (en de vrouwen nog gewillig waren –al merkte ik daar toen niets van) was er nog geen televisie. Euh, toch wel, maar die bracht eerst een wereld in zwartwit –pas rond mijn tienerjaren werd daar bij ons thuis kleur aan toegevoegd. We keken ook nog via een antenne en er was geen afstandsbediening, en mede daardoor keken we veel gerichter. Enfin, niet dat er veel keuze was. Er was BRT (later BRTN, nog later VRT, nog later één of Ketnet/Canvas); RTBF; en een paar Hollanders, waarvan ik mij helaas Sesamstraat en de Fillum van Ome Willum (deze duim, op deze duim…) herinner. De radio was een heel welgekomen afwisseling.

Die stond ook steeds op, die radio. Ik ben vergeten naar welke programma’s wij zoal luisterden, maar op zondagmiddag was dat zeker altijd dat klassiek programma op BRT1, vol stukken opera, waarbij je dan eerst de context van het fragment kreeg. En soms ook meer uitleg over de artiesten die in het fragment zongen of speelden. Zeer interessant.

Daarna (of daarvoor, ik weet het niet meer), luisterden we naar de Tijd van Toen met Jan Theys (die nadien op de kleurentelevisie waspoeders zou verkopen). Ik kan mij die aankondiging nog zo voor de geest halen: “De tijd van toen, herinneringen aan leuke liedjes, melodietjes uit vervlogen tijd. […] en het combo onder leiding van Al van Dam.

Zondagavond was er Vragen Staat Vrij, van Lutgard Simoens –het zou mij niet verwonderen als dat programma het hoogste aantal luisteraars ooit heeft gehaald. De populariteit van die uitzendingen was enorm.

Naar vrije radio’s heb ik weinig of niet geluisterd. Wel een korte tijd naar Radio Maeva (Maeva tijd, de juiste tijd, altijd), en nadien naar Studio Brussel (het destijds bij de studenten redelijk populaire Hallo Hautekiet kwam net iets te laat voor mij –ik zat toen al in mijn klassiek-minimalistische fase).

Toen ik een jaartje in Antwerpen studeerde had de BRT net de Nachtradio gelanceerd. Dat moet ergens 1989-90 geweest zijn. Nachtradio was een gezamenlijk programma –voorheen stopte de radio met uitzenden tussen 23u30 en 6u ‘ochtends. Jawel: het enige wat voordien ’s nacht werd uitgezonden was een of ander testsignaal. Destijds luisterde ik nogal naar BRT2, denk ik, elke avond was er wel iets, daarin Antwerpen: Maneuvers in het donker; Het eenzame hartenbureau van Edwin Ysebaert; en iets met haiku’s en andere gedichten.

De radio staat nog steeds vaak op, maar ik luister niet meer zo gericht als in mijn studententijd. Koen Fillet herken ik ’s avonds wel eens, en Peter als ik de sportverhalen niet automatisch negeer. Het is overigens voornamelijk Radio1 waar ik naar luister, maar ook wel Klara –als het geen cd’s zijn. Meestal staat de radio op als ik te druk bezig ben en/of te lui ben om de cd te wisselen. Naast Feyten of Fillet ben ik bekend met Volume 1 –tijdens Mezzo of Peeters & Pichal ben ik vaak aan het lopen, of elders onderweg. En ik vergeet altijd om naar Neve te luisteren –ik ga het morgenochtend eens herbeluisteren denk ik. Lang leve het internet.

Wel, ik ga dit stokje voor één keer doorgeven. Misschien hebben ze het al gekregen, maar anders is Michel ongetwijfeld gewillig slachtoffer, en ben ik wreed benieuwd naar de ervaringen van Het Radiofonisch Instituut natuurlijk.

before you die

Het Instituut steekt er een stokje voor: wat wil ik nog doen voor ik doodga? Dit hoort er alvast ook bij mij bij: een boek schrijven én publiceren.

Maar goed, ik was daarmee begonnen, met zo’n lijstje aan te leggen voor deze post. Met zaken zoals één van mijn foto’s als cover van een internationaal tijdschrift, een halve marathon lopen (en daarna zien we wel verder), en (hoewel ik er niet happig op ben dat land binnen te komen:) met een motor van de East Coast naar de West Coast rijden (en/of omgekeerd).

Edoch ik ben niet meteen de man van grootse plannen en ambities, bedacht ik mij terwijl ik bezig was. Ik leef liever van dag tot dag, en dat bevalt me tot nog toe uitstekend. Ik heb bovendien ondertussen al een heleboel dingen gedaan die ik al lang wou doen (zelfstandig zijn, een motor, een tattoo, een kind, een huis, een superdoktermadam, …). En tuurlijk, er zijn er nog een heleboel, maar zo meteen zaken opnoemen die ik nodig wil (doen) en zonder dewelke mijn leven niet als compleet zou aanvoelen? Nah. Ik neem het wel zoals het zich aanbiedt. En dat is soms al meer dan ik kan vatten.

Dit stokje ga ik nu wel eens doorgeven zie. Niet naar de oudere garde, maar naar de jonge menschen, die amper aan het begin van hun leven staan, nietwaar Sara, Tom, en Joke?

story stick

Omdat het niet altijd een USB stick moet zijn. Kerygma smijt mij hét stokje, uitleg krijgt u alhier, en drie extra zinnen hieronder.

Positief verhaal:

Petra trekt de deur van het herenhuis dicht. De wind woelt wild door haar blonde haren, in de verte grommen de onweerswolken. Ze kruipt weg in de bontkraag van haar dikke winterjas en versnelt haar hooggehakte pas in poging de eerste dikke regendruppels voor te blijven. Ook het gebrek aan tijd jaagt haar op want over een kwartier al begint die opera van Puccini. Petra beseft dat maar al te goed en holt nu echt door de stad, die door de regen een zilvergrijze tint heeft gekregen. Ze wil immers de man die in de foyer van het operagebouw op haar zit te wachten, niet nodeloos irriteren. Een eerste indruk is belangrijk, daar is Petra zich zeer van bewust. Zijn profiel op de dating-site vermeldde dat hij op stiptheid stond, en op een vreemde manier had eigenlijk net dát haar in hem aangetrokken.

Negatief verhaal:

Petra trekt de deur van het herenhuis dicht. De wind woelt wild door haar blonde haren, in de verte grommen de onweerswolken. Er stopt een rode auto naast haar en de man aan het stuur vraagt naar de dichtsbijzijnde kruidenier. De man doet haar denken aan die beeltenissen van oude staatsmannen. Zo van die mannen met stijve kragen, strak gecoiffeerde haren en licht toegeknepen ogen. Vanuit haar ooghoek ziet Petra hoe er een boom valt op het huis twintig meter verder. Een gillende peuter loopt de voordeur uit, de straat op, enkel gekleed in een pamper. Toen Petra jonger was, had ze iets met grote mannen. Het maakte niet uit hoe ze eruit zagen, als ze maar groot genoeg waren, dook ze er zo de koffer mee in.

Vrouwen aan de macht: het stokje gaat naar mijn madam en Sara.

glorie

Om het er hem gemakkelijk vanaf te maken, zegt hij.

Wat is uw opperste moment van glorie geweest in het leven dat u nu leidt?

Het concept glorie verbind ik tot het einde van mijn dagen met het Sint-Barbaracollege. Nee, niet met de helmboswuivende Hector, maar met het AMDG dat bovenaan elk geschrift diende te prijken. Ad Majorem Dei Gloriam, tot meerdere eer en glorie van God; de leuze van Ignatius van Loyola, stichter der Jezuïeten.

Glorie past niet meteen in mijn levensfilosofie, tenzij als een concept van handelen naar eer en geweten, of om te proberen van alles het beste te maken. Maar goed, ik wil u graag ter wille zijn. Mijn glorie is niet tastbaar, vrees ik, en liefst had ik ze (zoals het cliché, maar daarom niet minder waar) verbonden aan het gezin. Maar dat zal weer niet tellen, waarschijnlijk.

Laat ik het houden op de overtuiging ‘what doesn’t kill you, makes you stronger‘, en elk zo’n moment dat je overleeft is een moment van glorie. En daar zal u het mee moeten stellen.

(Zou ik het doorgeven? Voel u niet verplicht, maar nu de examens achter de rug zijn, heeft Sara er misschien wel tijd voor?)