In de lobby van het hotel bevond zich een Information Stand. De vrouw zag mij al van ver aankomen.
“Do you need assistance, Sir?”, vroeg ze toen ik op een paar passen van haar was verwijderd.
“Actually yeah, I do.” (Ik was ondertussen al helemaal mee met de local speak, vandaar de ‘yeah‘ waar de subtielere ‘yes‘ ruimschoots had volstaan.) “Would you happen to know whether there is an Apple Store somewhere on the Strip?”
Ze keek me niet begrijpend aan. “An apple store? Like the fruit? What kind of apples are you looking for, Sir.”
“Erm, well, it’s more Apple as in Apple Computers,” corrigeerde ik voorzichtig.
“Oh!”, stootte ze uit. “You sound just like my daughter who tells me all kind of stuff I don’t know nothing about when I get home.” Ze ging net zeggen dat ze geen idee had waar ik dat kon vinden, toen een jongere collega ons toeriep: “at Fashion Show! It’s all at Fashion Show.”
Fashion Show is de grootste shoppping mall op de Strip. De Strip is de Las Vegas Boulevard, de drukste weg in Vegas, waarlangs alle (belangrijke) casino’s/hotels gevestigd zijn. Wij logeerden in Circus Circus, helemaal op de noordkant van de Strip, en het zuiden werd afgesloten met Mandalay Bay. Er waren nog wel wat hotels voor en achter, maar ik had niet het gevoel dat die nog ergens voor meetelden. Fashion Show lag daar ergens tussenin, eigenlijk nog redelijk dicht bij ons hotel. Er was een stuk braakliggend grond, een McDonalds, een hotel dat aan het begin van juli er na 65 jaar mee was opgehouden (Frontier, 1942 – 2007), een tijdelijk (?) office voor de in aanbouw zijnde Trump Building, en dan was er Fashion Show. De eerste volle dag dat we in Vegas waren hebben we er grotendeels in doorgebracht.
De shopping mall telt three floors (een gelijkvloers en twee verdiepingen), waar je honderden winkels vindt, voornamelijk kledingszaken. Op de tweede verdieping (third floor) was er een food court vol junk food ketens. De Apple Store bevond zich op het gelijkvloers, helemaal achteraan. De winkel was eerder aan de kleine kant (geen verdieping hier), maar had alles in huis wat je je op Applevlak kon wensen. Inclusief de iPhone. Tessa zou er tijdens de laatste dag van ons verblijf de MacBook aanschaffen (nog goedkoper dan de studentenprijs in België) waarop ik deze tekst zit te tikken.
De iPhone had een plaatsje gekregen, prominent vooraan in de winkel, waar ik straal voorbij was gelopen, om met Tessa de verschillende laptop modellen te overlopen. Henri had er evenwel al onmiddellijk een in zijn handen, en voor ik het goed wist, zo vertelde Tessa even later, had hij al YouTube video’s afgespeeld en een route geplot van Salt Lake City (onze eerste nacht in de USA) naar Vegas.
Het is een fantastisch toestel, die iPhone, en de weinige beschikbare exemplaren vliegen dan ook de winkel uit. “How to buy an iPhone“, stond er op een officiële pancarte bij de ingang. “Be here when the store opens at 9 a.m. We receive new iPhones daily, but only in limited supply.” Hoe het toestel werkt? Net zoals in de reclame. Slide to unlock, slide to scroll, internet, adresboek, sms, verander de oriëntatie van de tekst (landscape naar portrait en omgekeerd) door het toestel te draaien, enz. Het is redelijk plat –platter dan de meeste GSMs in elk geval– en het scherm wordt niet vuiler dan het scherm van een gsm. Tekst tikken en op links klikken kan een beetje moeilijk zijn voor mensen met grotere vingers, maar het is zeer zeker werkbaar vor iedereen. Een stylus zou misschien een asset zijn, maar misschien bestaat die mogelijk ondertussen al. Ik heb het niet geprobeerd, en evenmin gevraagd. De hebbeding-factor is –ondanks de prijs– onmetelijk hoog. Er kwam geen Amerikaan voorbij of het stond op zijn verlangenlijstje.
In elk geval: I touched the iPhone. En dat voelde zeer goed.