Muziek, daar wachten de mensen niet op, beweert Guy, en hij heeft gelijk, denk ik. In de rapte, en met zwaar gevintifieerde snapshots dan maar, want niet alleen wachten de mensen niet, ik heb eigenlijk geen tijd om er serieus werk van te maken.
Zaterdag trok ik naar De Werf voor het Bert Joris Quartet, waar hun nieuwste cd Only For The Honest werd voorgesteld. Joris omschreef hem zelf als huiskamermuziek, en afgaande op wat we die avond te horen kregen, kunnen we ons daar eigenlijk wel een beetje in vinden. De sound van het BJQ ligt vast –Bert Joris klinkt zoals steeds overweldigend goed– en grote verrassingen behoren dan ook niet echt tot de verwachtingen. Only For The Honest hoort thuis in hetzelfde rijtje als het bejubelde Magone, en u kan met beide cd’s niet echt verkeerd gaan —Magone is een klassieker in de Belgische jazz, die in geen enkele collectie mag ontbreken.
Dado Moroni is –naast een goed pianist– een boom van een vent wiens benen net onder de piano pasten. Op tijd en stond zagen wij dan ook, gespeend door een ongetwijfeld tomeloos enthousiasme, de piano een centimeter of twee omhoog wippen.
Zondagochtend zaten we in De Singel voor Sporen, een duo concert van Erik Vermeulen en Seppe Gebruers. In het thema Instant composing – Improvisaties voor twee piano’s speelt Vermeulen opvallend beheerst in contrast met de zeer extraverte Gebruers, die totaal in zijn muziek lijkt op te gaan. Het ging misschien iets meer de klassieke kant op dan dat er jazz aan te pas kwam, maar het was bijzonder boeiend om de these-antithese-synthese (meestal toch) te zien ontwikkelen op het beurtelings door één van beider pianisten aangereikte thema. Wie eens wil luisteren kan terecht op de soundcloud van Gebruers.
Zondagavond zat ik bij Opatuur in de Centrale, waar Carlo Nardozza speelde met Michel Bisceglia. Nardozza bespeelt een avontuurlijke, soms rauwe trompet; is niet verlegen om er in de bindteksten wat grapjes door te jagen en laat nog steeds een fantastische indruk na. We horen die mens veel te weinig spelen –hopelijk is er voor hem ergens een opdracht op komst.
Maandagavond zaten we in La Resistenza (ondertussen mét website), om met veel te weinig ander volk naar Jeroen Van Herzeele en (opnieuw) Erik Vermeulen te luisteren. Een heel ontspannen concert. “Ik kan het nog niet lezen ook, want ’t staat in sibemol”, gekscheerde Vermeulen toen hij het stuk van saxofonist Steve Grossman onder ogen kreeg dat Van Herzeele aankondigde. Daarnaast onthouden we ook Nutty van Monk (zoals met Coltrane op het in 2005 ontdekte concert van 1957 in Carnegie Hall) en een ballad versie (?) van Giant Steps.
Vanavond gaan we naar het verre Antwerpen, voor het concert van Vijay Iyer in De Roma (Marcus Gilmore op drums). Hopelijk vind ik makkelijk parkeerplaats. Piano? Forte!