Het gaat goed met de cellolessen, dankuwel. Ik ben nog steeds bezig mijn draai te vinden op/met de losse snaren, en we zitten ondertussen aan bladzijde vijf van Dotzauer. Bladzijde vijf, dat betekent Übungen auf 2 Saiten ofte Oefeningen op 2 snaren. Voornamelijk de la en de re snaren (de hoogste), maar vanzelfsprekend ook een toonladder (over twee octaven).
We zijn er nu al een paar weken mee bezig, en vooral dat vijfde deel van nummer 11 is een doorbijter. De wissel van eerste vinger op de la snaar naar de tweede vinger op de re snaar, vroeg meer oefening dan verwacht, maar ik begin het stilletjesaan onder de knie te krijgen. Wat niet wil zeggen dat mijn noten altijd even –ahem– toonvast zijn. Thomas is meestal wel content, en ik van zijn lessen, want het aantal tips dat ik van hem meekrijg op één zo’n les is niet op één hand te tellen. Het is allemaal detailwerk. De pink van de linkerhand schuin houden op de snaar geeft bijvoorbeeld een iets hogere klank, dan wanneer je diezelfde pink op dezelfde plaats (lood)recht op de snaar zet. De rechterhand moet in een rechte lijn op de arm volgen, en mag niet gebogen zijn, ook op de (f-cking) do snaar.
Sinds het derde trimester doe ik ook mee in het beginnersorkest. Dat is voornamelijk op strijkers gericht, al zitten er ook twee (alt)saxen bij. Als ik mij niet vergis zijn er twee violen, vier cello’s en, sinds Tessa maandag is meegekomen, één contrabas. (Zo krijg ik haar ook nog eens te zien.)
De partituur voor de tweede cellostem is veel eenvoudiger dan wat we in de les krijgen (losse snaar en één vinger), maar met de toevoeging van de samenspeldruk. En de partituur is er iets ingewikkelder op geworden nu ook Tessa meespeelt: de tweede stem cello speelt ook de baspartituur mee. Op de vierde lijn van het stuk hierboven zitten we met de sol (vierde vinger op de re snaar), dan naar si (eerste op de la snaar), de la (losse snaar), dan opnieuw sol (4e re), fa kruis (3e re), mi (1e re), en re (losse). En ‘lively‘ in 2/4 wil alvast zeggen: niet treuzelen.
Ook bijgeleerd: de tweede lijn is pizzicato (tokkelen), maar in het midden van de derde lijn verandert dat naar arco (strijken). En ondertussen in het ritme blijven.
Ik amuseer mij te pletter. Serieus. Een instrument leren bespelen is van het leutigste dat er is.