godver

Net terug van Antwerpen. Binnenkort volgt een verslagje van mijn (uiterst positieve) wedervaren aldaar, maar voorlopig enkel dit: foto’s editeren op een iBook zuigt. Het scherm is veel te klein, en beeldt de foto’s in een totaal verkeerde kleur- en lichtweergave af –en jawel, ik had mijn scherm gekalibreerd. Kortom, ik mag er nog eens door, door mijn foto’s. Volgende keer breng ik gewoon mijn desktop mac mee naar het hotel denk ik.

<insert title here>

(Enfin, het valt nog mee. Sommige zijn gewoon te donker of te gesatureerd, maar in bepaalde gevallen zit er nog fuchsia of blauw in dat er niet hoort.)

aardbeien, zwarte peper en munt

Ah. Als ik eenmaal begin, dan weet ik niet van ophouden. We waren nog geen halve week verder, of ik was al aan mijn tweede lading confituur begonnen. Niet eens bewust eigenlijk. Op dinsdag had ik van bij mijn fruitmeneer aardbeien meegebracht. 1,80 euro per doos voor van die kleine, versus 2,65 euro per doos voor iets grotere. “Geef er mij meteen maar vier van die kleine”, had ik vol overmoed en goesting uitgeroepen, niet goed wetend wat ik ermee ging aanvangen. Misschien maak ik wel een taart, dacht ik vingerlikkend. Geen enkel taartrecept kon mijn goedkeuring wegdragen, en ik had geen zin om mij aan van die heerlijke banketbakkersroom te wagen.

Confituur!

Fraises au poivre noir et à la menthe fraîche, spiegelde Christine Ferber mij voor. Wie kan daar nu aan weerstaan?

kokeneten kokeneten

Benodigdheden

  • 1,1 kg aardbeien, goed voor 1 kg gekuiste vruchten
  • 800g suiker; alweer: ik heb mij beperkt tot 3-400g van die Maxi-Fruit 3+1
  • het sap van één limoen
  • 5 blaadjes verse munt
  • 5 zwarte versgemalen peperkorrels

Zo gemaakt

Dag 1, des avonds.

Spoel de aardbeien snel even onder fris water. Droog ze op een keukenhanddoek en snij er de kroontjes uit.

Meng er de suiker en het sap van de limoen bij, en laat het afgedekt in een glazen kom tot de volgende avond op een koele plaats intrekken. In de koelkast mag (dat heb ik ook gedaan), bij voorkeur bovenaan.

Dag 2, des avonds.

Breng dit mengsel over in een kookpot, en laat even sidderen (niet koken dus, maar sidderen). Giet het terug in de glazen kom, en laat opnieuw een nachtje afgedekt intrekken op een koele plaats. Ja, de koelkast mag.

kokeneten

Dag 3, des ochtends.

Giet het mengsel via een tamis over in een kookpot, om de siroop op te vangen. Wees voorzichtig met de aarbeien, die normaal gezien nog mooi heel moeten zijn (anders hebt u de avond ervoor gekookt i.p.v. gesidderd). Een deel van de siroop kan gestold zijn, maar ook dat laat zich wonderwel –voorzichtig– door die tamis duwen.

Breng de siroop aan de kook, en laat ze wat indikken (105°C volgens het recept). Voeg er dan het fruit terug aan toe alsook de gescheurde verse muntblaadjes en de versgemalen peperkorrels. Laat nog héél even koken (tot de aardbeien warm zijn, maar laat ze niet stukgaan), en haal dan de pot van het vuur.

kokeneten

Verdeel de confituur in potten en sluit die meteen af. Laat een dagje afkoelen voor u de eerste pot aanbreekt. Dit is verschrikkelijk lekkere confituur. De munt en de peper geven er een subtiel extra aan, en de eerste pot heeft het hier geen dag uitgehouden.

Smakelijk!

Wall*E: the (extra-)terrestrial

Wij zijn helemaal gewonnen voor kinderfilms, en al zeker als ze zo mooi gemaakt zijn. Het flutverhaaltje nemen we er dan graag bij –het is tenslotten een kinderfilm (welk een verschrikkelijk excuus). In de rapte: robotje Wall*E blijft helemaal alleen achter op de aarde, om er de gigantische afvalberg op te ruimen die de mensheid heeft achtergelaten. Zijn enige gezelschap is een kakkerlak, en zijn hobby is het verzamelen van allerhande parafernalia die hij in de schroothopen aantreft.

Tot op een dag een ruimteschip landt, en exploratierobot EVE achterlaat. Wall*E legt moeizaam contact met EVE, tot die laatste op een plant stoot, automatisch in sluimerstand gaat en opnieuw door het ruimteschip wordt opgepikt. Wall*E laat haar echter niet zomaar gaan, en volgt zijn gezelschap de ruimte in.

it's a movie, baby

Grafisch gezien is Wall*E zonder meer heel goed. De details in de textuur, de afwerking van de personages, de vlotheid van de bewegingen, de scherpte-diepte van de beelden, de schaduwen, kortom alles wat tot een geloofwaardige portrettering kan leiden, is gewoon in orde. We zijn wel wat anders gewoon van digitale animatie, waar het er vaak vingerdik op ligt dat de beelden door/met een computer zijn gemaakt en op de afwerking en de details duidelijk werd bezuinigd. Niet dat we meteen met de vinger willen wijzen, maar het verschil met voorfilmpje van Clone Wars dat we te zien kregen, is gigantisch (en in het voordeel van Wall*E, voor alle duidelijkheid).

it's a movie, baby

Rest ons helaas nog het het al te moraliserende flutverhaal. De mensheid werkt zijn eigen doem in de hand, de toenemende consumptiedrang draagt enkel bij tot de groei van de afvalberg en zorgt ervoor dat de mens eigenlijk nog doodser wordt dan wij van een robot veronderstellen. Gelukkig is er E.T. –verschoning: Wall*E– die de mens tot inkeer laat komen.

Want jawel, Wall*E heeft alles in huis om de nieuwe E.T. te worden. Qua schattigheid kan het tellen, de hulpeloosheid wekt meteen uw sympathie op, en in minder dan geen tijd hebben de scenaristen dan ook deze robot uw hart binnengeschreven. Voeg daar nog eens aan toe dat deze zielloze hoop mechanica plots gevoelens heeft én dan nog verliefd wordt ook, en u moet al in een ijskast wonen om daar niet voor warm te kunnen lopen.

it's a movie, baby

Zeer opvallend zijn de verwijzingen naar Apple. EVE is gemaakt uit het smetteloze Apple-wit, en minstens zo geïntegreerd als uw iPod met uw iMac (EVE werd gedeeltelijk ontworpen door Jonathan Ive, de man die ook de iPod vorm heeft gegeven). De computergeluidjes bij het opstarten en opladen van de robotten zijn dezelfde als die van een Apple computer, en op de meest onopvallende momenten wordt er ook wel aan Apple product placement gedaan. Wall*E werd gemaakt door Pixar (nu in handen van Disney maar eigenlijk nog steeds in handen van Steve Jobs, de chef-oprichter van Apple), en daar kan u dus niet naast.

it's a movie, baby

Maar goed, de film. Wij geven met plezier alle punten voor de techniek, maar hebben het veel lastiger met het verhaal. Het kind in ons heeft zich best geamuseerd, net zoals de kinderen rond ons, maar de boodschap had net iets subtieler mogen zijn. Niettemin behoort deze animatiefilm bij het betere werk.

Wall*E van Andrew Stanton, gezien in Kinepolis Gent (ex-Decascoop, Ter Platen)

Deze bespreking verscheen eerder bij Het Project: Wall*E: the (extra-)terrestrial, alwaar men zich druk heeft gemaakt in/verkneukeld heeft om mijn matig enthousiasme voor (de inhoud van) deze film.

reines claudes en rabarber

Confituur! Confituur! Confituur! Zo scandeert het al een veel te lange tijd door lijf en leden. De beste confituur is zelfgemaakte confituur, maar dan door een ander. Enfin, u begrijpt wel wat ik bedoel? Het is maar liefst twee (twee!) jaar geleden dat ik nog eens confituur heb gemaakt. Van rabarber dan nog wel. En ik lust dat niet eens zo graag, rabarber.

Hoog tijd om nog eens confituur te maken –Christine Ferber heeft een gans boekje vol recepten– en we gingen deze keer voor… rabarber. Maar wel met mirabellen. Ik bedoel Reines Claudes. Enfin, het recept vroeg om mirabellen, maar mijn groenten- en fruitmeneer had alleen Reines Claudes, maar dat zal ook wel lukken zeker?

Benodigdheden

Een pot confituur van rabarber en Reines Claudes. Voila. Klaar. Muhahaha. Erm. Juist. Nevermind. Te veel koffie.

  • 600g Reines Claudes; dat komt neer op zo’n 500g ontpit
  • 600g rabarber; dat komt neer op zo’n 500g gekuist
  • 800g suiker; ik ben niet zo zot van zoete confituur, dus ik tracht minder suiker te gebruiken. Ik heb zo’n 3+1 suiker, die meer pectine bevat en in een verhouding van 3 porties vruchten voor 1 portie suiker kan worden aangewend (Candico Maxi-Fruit). Daarvan heb ik er een 3-400g gebruikt.
  • het sap van één limoen

kokeneten

Zo gemaakt

Nu ja, ‘zo’ is relatief. We maken tenslotte geen koude compote à la Quick & Fruity.

Dag 1, des avonds.

Spoel de rabarber, en haal er de al te harde buitenkant af (dat is niet altijd noodzakelijk). Snij de rabarber overlangs en daarna verder in kleine stukken van zo’n centimeter.

Spoel ook de Reines Claudes, en snij ze in twee om de pitten eruit te halen.

Doe de ingrediënten in een glazen kom, meng ze goed maar voorzichtig, en laat dan een uurtje staan. Giet het vervolgens in een kookpot en laat dit even sidderen –nee, niet koken, maar sidderen en zuchten en beven. Haal van het vuur, bedek, en laat een nachtje trekken op een koele plaats (dat mag in de koelkast –bij voorkeur bovenaan). Opgelet, geen metalen recipiënten in de koelkast!

Dag 2, des ochtends.

Giet dit door een tamis over in een kookpot, om de siroop op te vangen. Als u dezelfde suiker gebruikt als ik, kan die al gedeeltelijk gestold zijn. Breng de siroop aan de kook, en laat ze wat indikken (105°C volgens het recept). Voeg er dan het fruit terug aan toe, laat nog even koken, en als de confituur dikker wordt en wat aan een houten (!) lepel blijft plakken, dan haalt u de pot van het vuur.

Verdeel de confituur in potten en sluit die meteen af. Laat een dagje afkoelen voor u de eerste pot aanbreekt.

Smakelijk!