le conseguenze dell’amore

Le conseguenze dell’amore bekijk je best niet in een depressieve bui. De sfeer in de film staat diametraal tegenover de film die ik daags tevoren had gezien (Agata e la tempesta); donkerder hoeft het voor ons echt niet te worden. Wat niet belemmert dat deze film een echt pareltje is: zowel het verhaal, de acteerprestaties, als de fotografie zijn ronduit schitterend te noemen.

Titta Di Girolamo verblijft reeds acht jaar in hetzelfde hotel in Zwitserland, waar hij een uiterst gecontroleerd maar gestagneerd (sommigen zouden zeggen: saai) leven leidt. Met zijn vrouw en kinderen onderhoudt hij sporadisch contact via de telefoon. Wanneer het barmeisje, na twee jaar door hem te worden genegeerd, eindelijk contact zoekt, lijkt Titta niet alleen de controle over zijn leven, maar ook zijn hart te verliezen. Maar wat is het geheim dat hij al acht jaar angstvallig voor de buitenwereld verborgen houdt?

een scene uit Le conseguenze dell'amore

De film komt schijnbaar traag op gang, maar na de nodig introducties van de belangrijkste personnages, krijgen we met mondjesmaat inzicht in Di Girolamo’s geheim. Hoewel de aard van het geheim al redelijk snel duidelijk wordt, blijft de onhulling van de verdere details verrassend en goed uitgewerkt. Aan de verhaallijn, of de structuur valt niets op te merken. Toni Servillo, die Titta Di Girolamo vertolkt, is een heuse revelatie, en draagt de film met verve.

Niet alleen de acteerprestaties, maar heel zeker ook de fotografie weet de kijker te overtuigen. Geen donkere film noir toestanden (hoewel het thema van de film zeker in het genre past), maar heldere beelden, creatieve camera-standpunten, en een goed gebruik van scherpte-diepte. Geef ook voldoende aandacht aan de soundtrack!

U merkt het al, ik was volledig overtuigd van deze film. Na slechts vier weken in roulatie wordt hij echter reeds in het kleinste zaaltje van Studio Skoop gedraaid (zaal 5), dus ik zou een bezoek niet te lang uitstellen als ik u was. Sterk aangeraden!

Le conseguenze dell’amore van Paolo Sorrentino, te zien in Studio Skoop (aan het Sint-Annaplein).

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

sixpack (2)

Dit dateert uit de tijd toen ik wel eens de trein van 16u36 nam, vóór mijn mannelijkheid brutaal werd aangevallen door een ongetwijfeld diep gestoord vrouwspersoon. De eerste wagon van de trein bestond uit coupés; een overblijfsel dat ik nog wel kende uit de tijd dat ik op onregelmatige tijdstippen uitstapjes naar Duitsland maakte. Heerlijk ruim, stil, en onderbevolkt.

Mijn vaste coupé droeg tevens de voorkeur weg van een jongeman die in Centraal opstapte. Hij las steevast enkele bladzijden uit een lijvig boek, maar nog voor we van Centraal in Zuid arriveerden, lag het boek dichtgevouwen op zijn schoot, de benen uitgestrekt, de ogen gesloten.

Deze keer echter kregen we in Zuid het gezelschap van een al wat oudere mevrouw. Ouder is relatief, ze zal hooguit ergens midden de vijftig geweest zijn, maar door haar houding en versomberde gelaatstrekken leek het wel alsof ze elke dag met pensioen kon worden gesteld. Met veel misbaar opende ze de schuifdeur die toegang gaf tot ‘onze’ coupé, struikelde over de benen van mijn vertrouwde reisgezel, en plofte naast hem in de zetel. Op de derde plaats, naast het raam en recht tegenover mij, plaatste ze met diepe zucht haar tas.

Nadat mijn verstoorde metgezel de deur van de coupé weer had gesloten, toverde ze uit die tas achtereenvolgens haar breiwerk, drie magazines met kruiswoordraadsels, een exemplaar van Dag Allemaal en Het Laatste Nieuws, een doos Lu koekjes, en tot slot ook haar bril tevoorschijn. Op de bril en één van de magazines met kruiswoordraadsels na, verdween alles vervolgens opnieuw in de tas.

Ze praatte zachtjes tegen zichzelf. Of tegen haar magazine. Het was meer een gemurmel, want al had ik de pauzeknop van mijn iPod ingedrukt, ik kon er met de beste wil van de wereld geen woord van begrijpen. Soms leek het wel meer op een zacht gezang, maar net dan stootte ze met veel nadruk een onaangekondigde “Aha!” uit. Twee letters werden aan de oplossing van het kruiswoordraadsel toegevoegd, en vervolgens boog ze zich opnieuw over haar tas. Daaruit werd deze keer met verbazingwekkende terfzekerheid een bruin papieren zak gehaald, waarin een fles zat waarvan ze met veel genoegen een zwarte stop verwijderde. De fles bleef evenwel in de zak, en ze nam snel twee, drie slokjes, voor de stop er opnieuw op ging en de fles opnieuw in de tas verdween.

Hoestsiroop, zo leek het mij. De vrouw had bij het binnenkomen reeds vervaarlijk gekucht, en was ook daarna, tijdens de eerste zoektoch in haar tas, in een hoestbui uitgebroken. Het gemurmel hervatte. Het ontmondde opnieuw in gezang, met de Aha-erlbenis als climax op het einde. Alweer kwam daar de bruine zak te voorschijn, nam ze twee, drie slokken, en dan herbegon het ritueel.

Dit zette zich door tot we Gent bereikten. Uiterlijk was er niets veranderd aan de vrouw. Hooguit werd haar gezang wat enthousiaster –maar nog steeds onverstaanbaar– en werd er wel eens een lettertje meer aan het kruiswoordraadsel toegevoegd. Toen ik mij naar de gang begaf borg ze alles mooi weg in haar tas. Vanop de gang zag ik nog hoe ze probeerde recht te komen, drie keer opnieuw in haar zitje tuimelde, en de vierde keer op de schoot van mijn metgezel belandde.

vanalles en nog wat

vanochtend (vervoer)

Als ik de binnenlandse pers doorneem (nuja, DM & DS), vraag ik mij af of ik vandaag toch niet beter ook met de motor naar het werk was getogen. Laat ons maar optimistisch blijven en hopen dat ik –op een deftig uur– thuis geraak.

vanochtend (spraakverwarring)

Gezien ik sinds gisteren mijn wekker met vijf minuten heb vervroegd, heb ik nu tijd om in het Sint-Pietersstation mijn ontbijt (bij de Panos) te halen.

– Een croissant, een chocoladekoek en een lait russe, alstublieft.

“Alstublieft, meneer. Het was toch een koffie verkeerd hé,” vroeg de juffrouw terwijl ze mijn bestelling ingaf. Op het schermpje van de kassa lichtte in groene matrixprint ‘latte macchiato‘ op.

vanochtend (spek voor mijn bek)

Net (in DS) een mooie recensie over het optreden van het Spectra Ensemble in de Antwerpse Singel gelezen: Meeslepend minimalisme van Spectra. Geschreven door Maarten Beirens. Snel even gegoogled, en terecht gekomen bij zijn personeelsfiche op de KUL: […] waar hij in 1997 afstudeerde met een thesis over Amerikaanse minimal music. Daarbij sluit ook zijn doctoraatsonderzoek aan. Momenteel bereidt hij een doctoraatsthesis voor over Europese minimal music. Daarin worden minimalistische werken van Louis Andriessen, Karel Goeyvaerts, Michael Nyman en Gavin Bryars geanaliseerd en geduid. Alsook: De Europese minimal music. Niet alleen verschrikkelijk interessant, het past perfect in mijn interesses (maar het zal wel weer te technisch voor mij zijn, vrees ik).

vanavond (gokkend)

…wordt dertien plots ook úw geluksgetal.

over en weer

Gisterenavond ben ik dan, M@rhu’s raad indachtig, door de Brusselse tunnels huiswaarts gekeerd. Vroeger heette het wel eens dat je niet met de auto kon rijden, zolang je niet eens in Brussel had gereden. Ik herinner me het nog goed, die eerste keer dat ik mij, met mijn moeders Austin Maestro, eerst door de tunnels (de eerste exit na Koekelberg er terug uit), daarna langs de binnenring, naar het Koningsplein was gereden.

Niet alleen had ik doodsangsten uitgestaan, had ik mij verscheidene keren mij mijn voorrang laten afnemen, en was ik bijna drie keer een sens unique ingereden, maar vermoedelijk was zowat half Brussel mij kwaad toeterend voorbijgestoken. En toen plakte er zelfs geen “L” meer op de achterruit. (Minstens even erg was het, een paar jaar later, de eerste keer in Parijs. Maar toen ik, een paar jaar geleden, voor de eerste keer in Barcelona reed, was er niet langer het kleinste beetje zenuwachtigheid te bespeuren. Nu nog New York. Of Athene.)

Ondertussen ben ik ook al het een en het ander gewoon met de moto, maar gisterenavond in de tunnels was het toch even wennen. Er is sowieso al geen plaats op overschot voor de auto’s, maar desalniettemin slaagden de meeste automobilisten erin, verschrikkelijk hoffelijk, een mooie middenstrook voor de motards vrij te houden. Chapeau.

Vandaag ben ik terug met de trein onderweg: er is regen voorspeld tegen de avond, en het wordt tijd dat ik aan mijn tweede boek voor deze maand kan beginnen. De 600+ bladzijden Jason Bourne (The Bourne Supremacy) duren iets langer dan verwacht.

Maandag gaat het richting Folembray (circuitdag met RAD). Zolang het dan maar niet regent.

Agata e la tempesta

Silvio Soldini brengt met Agata e la tempesta een uitbundige en boeiende film, opgehangen aan twee grote verhaallijnen. Enerzijds is er Agata, de eigenares van een boekenwinkel, die verliefd wordt op een veel jongere man. Telkens wanneer ze hevige emoties voor hem voelt gaan de lichten in haar onmiddellijke nabijheid flikkeren, en doven ze uit. Anderzijds is er het verhaal van Gustavo, haar broer, wiens leven overhoop wordt gehaald wanneer hij wordt gecontacteerd door een man, die beweert dat hij zijn echte broer is, en dat Gustavo bij zijn geboorte werd afgestaan voor adoptie. Wat volgt is een frivole en absurde film, vol onwaarschijnlijke, maar met veel gretigheid voor waar aangenome gebeurtenissen, waarin Gustavo op zoek gaat naar zijn vader, en Agata naar de liefde.

een scene uit de film

De film bevat een heleboel kleurrijke personnages, elk met hun verhaal, die bijdragen tot het ruim uitgewerkte plot. De film duurt twee uur, maar dat heb ik pas mogen ontdekken toen ik flink na tienen terug buiten stond. Door de wervelende dialogen, de meeslepende muziek en het flamboyante gebruik van decor en kostuums, verveelt deze film geen seconde. Het hoeft dan ook niet te verrassen dat de film was genomineerd voor maar liefst acht ‘Davids‘ (de Italiaanse filmprijzen), en er daarvan ook vijf in de wacht sleepte.

Agata e la tempesta, te zien in Studio Skoop (aan het Sint-Annaplein).

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

sixpack (1)

Mijn laatste alcoholconsumptie dateert van het schoolfeest, nu iets meer dan een jaar geleden. Ik herinner me vaag dat ik toen (veel) foto’s heb genomen, waarvan er hooguit twee of drie, herkenbare mensen bevatten. Er was ook iets met rode ballonnen, die, voorzien van een geadresseerde en gefrankeerde briefkaart, de lucht werden ingestuurd op zoek naar een goede ziel die de kaart, bij voorkeur vanop een zo ver mogelijk van de school verwijderde locatie, op de post zou doen. De wedstrijd was een groot succes.

Het probleem is niet dat ik niet zonder drank kan, nee, het probleem is er meer een van maat. Water, cola (light), koffie, bier, wijn, whiskey (bij voorkeur single malt): het gaat allemaal even vlot en in even grote quantiteit naar binnen. Geen stoppen aan, wanneer ik eraan begon. Anderzijds, zolang ik er níet aan begon –als we er met de wagen op uit trokken bijvoorbeeld– had ik geen enkel probleem om er vanaf te blijven. Ik was veeleer een gelegenheidsdrinker. Zonder maat.

Let wel, het verkoopt maar moeilijk. “Stop dan na een glas, of na twee,” was het advies dat ik in het begin heel vaak meekreeg. Maar dat was dus net het probleem, dat stoppen. Hoewel ik precies wist hóe ver ik mocht gaan voor ik té ver ging, zag ik nooit een reden om niet steeds nog nét ietsje verder te gaan. “Op één been kunt ge niet staan,” lalde ik toen meermaals, wanhopig balans zoekend op een van de 15 benen die ik tegen dan reeds rijker was.

Maar ik ben dus gestopt. Droog. Geheelonthouder. Niemand die daar verder een probleem van maakt of vragen over stelt. “Zit er alcool in,” wil Henri nog wel eens vragen, “want mijn papa drinkt geen alcool.” Zelf drinkt hij –slechts vijf jaar oud– natuurlijk evenmin alcohol, noch koffie, maar ook geen limonade of cola; enkel (plat) water, melk of fruitsap. Ik zal al content zijn als hij niet aan breezers verslaafd raakt op zijn dertiende.

&agrave moto dans bruxelles

1 uur en 15 minuten vs 1 uur met de trein (door to door). De ambetantigheid, zoals iedereen wel weet, is niet tot Brussel te geraken, maar in Brussel ergens te geraken.

Ipv de via tunnels te gaan, ben ik bovengronds gebleven (weet iemand overigens of moto’s in de tunnels mogen?), zodat ik in een wijde boog rechts rond de Basiliek, en dan basically bovenop de tunnels hetzelfde parcours heb afgelegd.

Hmmm, ik ben er nog lang niet uit (het is ook de eerste keer met de moto op het nieuwe werk, in het nieuwe seizoen). Misschien moet ik maar eens een lijstje met plus- en de minpunten aanleggen. Of mij gewoon beperken tot 1 of 2 keer per week (woensdag en vrijdag). Luxeprobleem. Dismissed.

la vie et rien d’autre

En zo is mijn wederhelft weer maar eens uit mijn leven verdwenen. Naar Cascais (Portugal) deze keer voor een Training Course on Blood and Marrow Transplantation. Bovendien is gisteren de zoon ziek geworden (ttz de ziekte heeft een hoogtepunt bereikt), waardoor hij de komende dagen van school zal worden thuisgehouden (bij de grootouders).

Resultaat: de volgende twee dagen heb ik het kot voor mij alleen. Tijd voor een film (of twee): vanavond gaat het richting Studio Skoop voor Agata e la tempesta of Le conseguenze dell’amore of Ultranova. Ik zou er best twee op één avond willen meepikken, maar ze spelen alledrie enkel om acht uur. Gesteld dat ik er morgenavond nog één zie, wordt het grootste probleem er dus een van eliminatie. Suggesties ?

de schaduw van de wind

Reeds verkleumd, en veel te laat, kwam ik gisteren rond kwart voor acht bij Boekhandel Walry langs om een glimp op te vangen van Carlos Ruiz Zafón. Overmoedig had ik mijn onbeduimelde maar geestdriftig uitgelezen nederlandstalige exemplaar van La sombra del viento (De Schaduw van de Wind) eerst in een fnaczak, maar nadien toch maar in een anoniemer exemplaar (Walry is tenslotte een onafhankelijke boekhandel) gewikkeld, in de hoop het diezelfde avond, voorzien van een korte autograaf van de schrijver zelve, terug mee naar huis te kunnen nemen.

Driewerf helaas, want de plaatsen binnen het café waren reeds alle ingenomen door veel ijveriger mensen dan mezelf. Gelukkig had men het inzicht gehad het terras voor het café te overdekken, waardoor we alsnog, onder het gerammel van haastig bijgeschoven aluminium terrasstoelen, min of meer beschut konden plaatsnemen. De organisatoren hadden een dergelijk succes niet verwacht, en verbijsterd als ze waren, liet de aanvang van het programma dan ook dik twintig minuten op zich wachten. Niet alleen de organisatoren waren verrast, ook de laatkomers waren behoorlijk uit hun lood geslagen. Zo erg zelfs, dat sommigen insisteerden, zich een weg door de opeengepakte massa te banen om zichzelf ervan te vergewissen dat er écht wel geen plaatsen vooraan beschikbaar waren. Om vervolgens, met veel misbaar en gepuf, zich dezelfde weg, door dezelfde massa, naar achteren te banen.

Astrid Huygens, goed voorbereid, maar op van de zenuwen, kreeg de eer een over engelengeduld beschikkende Ruiz Zafón te interviewen. ¡Ola Carlos! Waarmee we vertrokken waren voor een anderhalf uur durend interview; interessant maar een beetje moeizaam, gezien zowel vraag als antwoord naar het Nederlands diende te worden vertaald.

Het boek werd reeds gepubliceerd in 2001, heeft eerst in ijltempo de harten van de Spanjaarden gewonnen, en is –nog steeds– druk bezig de rest van de wereld te veroveren. Ruiz Zafón is ondertussen bezig met het tweede deel, van wat hij vanin het begin als een tetralogie heeft gezien.

De synopsis van de synopsis: Daniel Sempere wordt door zijn vader meegenomen naar het Kerkhof der Vergeten boeken. Op die mysterieuze plaats mag Daniel een boek uitzoeken, en hij kiest wat later het enig overblijvend exemplaar van Julián Carax ‘De schaduw van de wind’ blijkt. Het verhaal houdt hem in zijn greep, en zijn zoektocht naar de geheimzinnige auteur leidt ons door het harde Barcelona tijdens het Franco-regime.

Ruiz Zafóns stijl is zeer zintuiglijk; door zijn ervaring als scenarioschrijver zijn de scènes zeer gedetailleerd en tastbaar, maar vooral ook levendig. Voor de beschrijvingen van Barcelona heeft hij zich gebaseerd op zijn eigen ervaringen, maar ook op de overleveringen en de verhalen die hij oppikte in de buurten waar hij zijn inspiratie opdeed. Hoewel De Schaduw van de Wind een boek van omvang is, leest het, zoals dat heet, als een trein. Het is op geen moment saai of verwaand, en elk blad laat je verlangen naar meer. Sterk aangeraden!

Carlos Ruiz Zafón: De Schaduw van de Wind. Verkrijgbaar bij de boekhandelaar van uw voorkeur.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

Rinaldo

Twee sopranen, een mezzosopraan en twee contratenoren: er vielen hoge noten tijdens de opvoering van Rinaldo. De mannelijke hoofdrol werd vertolkt door een vrouw, en de twee mannelijke bijrollen klónken als vrouwen; enkel de ‘vijandelijke’ Saraceen werd voorzien van een diepe basstem. Voeg daaraan toe de verschillende dieren die op de scène werden gebracht, zowel levend als opgevuld: een hond, een ezel, een stapel vinken, en een gigantisch kuiken dat Rinaldo’s bruid, Almerida, wegkaapt. Jawel, Rinaldo is –op zijn zachtst gezegd– een spektakelopera.

een scene uit Rinaldo

Denk vooral niet dat dit spektakel louter ontsproten is aan het MTV-brein van hedendaagse dramaturg. Reeds in 1711 bij een bespreking van de première van de opera in London, schreef Joseph Addison in Spectator:

the opera houses production of Rinaldo is filled with thunder and lightning, illuminations and fire-works; which the audience may look upon without catching cold, and indeed without much danger of being burnt; for there are several engines filled with water, and ready to play at a minute’s warning

Rinaldo was Händels eerste opera voor London, in een tijd waarin de opera als een volledig gezongen muzikaal stuk nog als vernieuwend gold in Groot-Brittannië. Händel werkte daarvoor samen met Aaron Hill, die het schema uittekende voor de opera aan de hand van Torquato Tasso’s La Gerusalemme liberata, een episch gedicht over de Eerste Kruistocht. Het schema werd nadien uitgewerkt door librettist Giacomo Rossi. Het verhaal is niet echt diepgaand, maar wel bijzonder grappig en spektakulair. Ook muzikaal is de score opmerkelijk, met de castratenrollen, de gevarieerde muziek voor houtblazers, en de uitputtende improvistaties op klavecimbel aan het einde van de tweede scène.

een scene uit Rinaldo

Goffredo (Godfried van Bouillon), diens broer Eustazio, zijn dochter Almirena, en de ridder Rinaldo, vinden we allemaal terug bij de belegering van Jeruzalem, dat bezet wordt door de Saraceense koning Argante en Armida, tovenares en koningin van Damascus. Rinaldo wordt de hand van Almirena beloofd als ze erin slagen Jeruzalem in te nemen, maar Almirena wordt ontvoerd door Armida. Dan volgt een magisch avontuur om Almirena terug te vinden, gespijsd met enkele amusante intriges. Argante wordt verliefd op Almirena, Armida wordt verliefd op Rinaldo, en ondertussen proberen Goffredo en Eustazio alsnog de overwinning te behalen op de Saracenen. Armida tracht Rinaldo te verleiden door de vorm van diens geliefde aan te nemen. Rinaldo trapt echter niet in de val, maar ondertussen ontdekt Almira wel Argantes ‘verraad’ wanneer deze laatste Almira –in Almerida’s gedaante– probeert te verleiden. Als wraak verandert ze hem in een hond (schitterend in scène gebracht).

All’s well that ends well, want op het einde bevechten christenen en saracenen elkaar, waarbij –vanzelfsprekend– de kruisvaarders overwinnen, en de saracenen zich bekeren. Het finale gevecht bevat een aantal weinig subtiele verwijzingen naar de hedendaagse conflicten tussen west en oost (SCUD raketten, zelfmoordcommando), maar net zoals bij Händel is dat conflict niet de boodschap van de opera.

een scene uit Rinaldo

De opbouw blijft gedurende de ganse opvoering evenwel opmerkelijk, met verschrikkelijk veel wissels, waarbij op creatieve manier wordt omgegaan met de mogelijkheden van het podium.

De zang was van hoog niveau. Ik was vooral onder de indruk van Nicola Marchesini’s Goffredo, en Inga Kalna’s Armida, maar ook de andere rollen, en de muzikale ondersteuning van het orkest, werden met het nodige inlevingsvermogen en technische kennis ingevuld. Kortom, een geslaagde uitvoering.

Een Engelse vertaling van de oorspronkelijke tekst van Torquato Tasso, La Gerusalemme liberata (1575) vind je terug bij Project Gutenberg (Jerusalem Delivered). Het libretto van Aaron Hill & Giacomo Rossi, Rinaldo vind je (in het Italiaans) bij Public-Domain Opera Libretti.

Zie verder ook de besprekingen van Rinaldo door Anthony Hicks en Suzanne Aspden bij The Academy of Ancient Music.

Rinaldo, een Dramma Per Musica van Georg Friedrich Händel, gezien en gehoord in de Vlaamse Opera op 6 mei. Hoewel de voorstelling nog wordt vertoond op 10 mei en 13 mei, zijn er enkel nog (een beperkt aantal) kaarten beschikbaar voor vanavond (nadien zijn er ook nog voorstellingen in Antwerpen). Meer inlichtingen via het bespreekbureau in de Schouwburgstraat, 070 22 02 02, info@vlaamseopera.be (foto’s: Annemie Augustijns)

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)