War of the Worlds

Het vraagt veelal durf of domheid om een klassieker aan te pakken. In zeldzame gevallen kan dat hele mooie resultaten opleveren, maar, u hoort me al aankomen, dit is er niet zo een. Begrijp me niet verkeerd, Spielbergs War of the Worlds is geslaagd entertainment, maar ook niet meer dan dat. Verschillende stijlen worden door elkaar gehaspeld, denkfouten worden niet weggewerkt, en het einde, tsja, dat einde: het is en blijft Hollywood.

Het gelijknamige boek van H.G. Wells, The War of the Worlds, werd reeds –met wisselend succes– herhaaldelijke keren bewerkt: verschillende verfilmingen, een musical, een stripverhaal, maar vooral de radiobewerking van Orson Welles. Voor de recente filmversie was een budget van 132 miljoen USD uitgetrokken.

beeld uit de film: tripods

De film wil teveel ineens zijn, en mist daardoor focus of visie. Het is een science fiction film met gedateerde elementen (waarschijnlijk in een poging authetiek over te komen, getuige de off-screen commentaar aan het begin en op het einde), maar tegelijkertijd heeft het veel meer weg van een rampenfilm. De aliens zijn vaak slechts een aanleiding om vooral het menselijke aspect te beklemtonen (hoe gedraagt men zich in dergelijke omstandigheden), maar het wordt allemaal niet uitgediept.

Helaas is deze film ook een post-9/11 vehikel. In het huidige tijdsbeeld passen aliens precies veel minder goed dan terroristen, en het is jammer dat zulks ook in een Hollywoodspektakel moet worden benadrukt. Wanneer het dochtertje –pas met papa en broer op de vlucht geslagen– vraagt “dad, are those the terrorists“, dan wordt het er voor mij niet makkelijker op mij in de film in te leven. Vergeef mij, maar dergelijk realisme heeft in deze film niks te zoeken.

Het gaat wel vooruit (zelfs de episode in de kelder): de 116 minuten zijn voorbij voor u er erg in hebt. De denkfouten en inconsistentie neemt u er dan maar bij.

War of the Worlds (2005), van Steven Spielberg, gezien in de Decascoop aan Ter Platen (speelt ook in de Studio Skoop aan het Sint-Annaplein).

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

La Niña Santa

Om niet meteen in een Groot Zwart Gat™ te vallen na de Gentse Feesten, besloten we gisteren nog maar eens een filmpje mee te pikken. Keuze te over, en gezien de (review)sterren en de synopsis, opteerden we voor La Niña Santa. Een vergissing, zo bleek.

Het Heilige Meisje uit de titel is Amalia, die samen met haar (gescheiden) moeder in La Ciénaga woont, waar ze een hotel uitbaten, en waar op het moment van het verhaal, een artsencongres plaatsvindt. Na koorrepetities krijgt Amalia met haar vriendin Jose(fina) onderricht in geestelijke roeping en geloof.

still van de film: Amalia

Wanneer Amalia na zo’n sessie op straat naar een theremin speler staat te kijken, voelt ze hoe een man achter haar zich op een intieme manier tegen haar aanduwt. Later blijkt dat de man Dr. Jano is, een getrouwd man, tot wie haar moeder zich aangetrokken voelt. Amalia heeft meteen haar roeping gevonden, en volgens de synopsis wordt haar missie de man van zijn zonden te verlossen. Nergens in de film wordt echter gewag gemaakt dat de man een zondaar zou zijn, en ik kan me niet van de indruk ontdoen dat Amalia’s motivatie vooral te vinden is in de nieuwsgierigheid van haar ontluikende sexualiteit.

Had men mij verteld dat de film was gemaakt door een man, ik zou het onmiddellijk hebben geloofd. De film zit vol puberclichés van oudere mannen die voor tienermeisjes vallen, hartsvriendinnen die –vanzelfsprekend– lesbisch geïnclineerd zijn, geen voorhuwelijkse sex, en dan toch weer wel, etc. Hoewel er best wel mooie scènes in voorkomen, zit de verhaallijn veel te wankel en vooral voorspelbaar in elkaar. Al moet ik toegeven dat de regisseur erin geslaagd is het einde niet te verpesten (en zoals u onderhand misschien wel weet, is dat voor mij een belangrijk criterium).

Niettemin blijft La Niña Santa een in de reviews gehypte en overschatte film, die rustig voortkabbelt (zoals het water in het zwembad van het hotel), maar niet weet te boeien. Het is een (te) subtiele opeenstapeling van clichés en zal hoogst waarschijnlijk door een aantal katholieke onderwijsinstellingen worden aangewend als klasfilm. Om gauw te vergeten.

La Niña Santa (2004), van Lucrecia Martel, gezien in Studio Skoop aan het Sint-Annaplein.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

films 200506

Zie ook vorige maand:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. 24 hour party people (Michael Winterbottom) ***+
    Sometimes it’s better to film the legend than the truth; waar ik alleen maar aan kan toevoegen: and what a wonderful legend it is. Ik was 10 jaar toen Ian Curtis een einde aan zijn leven maakte, en hoewel ik me John Lennon’s dood in datzelfde jaar herinner, is Curtis pas ettelijke jaren later tot mij doorgedrongen. New Order is trouwens eerder tot mij gekomen dan Joy Division. Anyway, 24 hour party people is een zeer meeslepende film, en geeft wonderwel de warboel weer van (het einde van) de jaren 80 die ik me herinner. Blijft de moeite, zelfs als u toen nog maar pas geboren was.
  2. The Isle (Ki-duk Kim) *(+)
    Weird! Very weird! Stomme (as in: doof-stom zonder doof) vrouw baat drijvende viscabines uit. Man huurt zo’n cabine om er zelfmoord te plegen. Dan onstpint zich een relatie tussen die man en die vrouw, temidden allerlei nevenevenementen. De film is bijwijlen een beetje extreem, dermate zelfs dat hij herhaaldelijke keren ontspoort, van horror naar slapstick naar SM. Soms zeer mooie fotografie, dat wel.
  3. Un long dimanche de fiançailles (Jean-Pierre Jeunet) ***
    Het boek is beter dan de film. Of op zijn minst: de film is anders dan het boek, maar dat is dan weer bijna onvermijdelijk. De film is een typisch Jeunet product geworden, met veel ironie, en subtiele humor. Veel te optimistisch; het boek is veel tragischer in zijn ontwikkeling, met weinig of geen plaats voor dat optimisme. In de film blijf je hopen, terwijl in het boek het hoofdpersonnage veel meer met de moed der wanhoop op zoek gaat naar haar geliefde. Het is geen slechte film, maar laat wat tijd en ruimte tussen lezen en kijken.

films 200505

Zie ook vorige maand:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. Bambi ***
    Ik denk niet dat ik Bambi ooit al had gezien. Ik lag echter met migraine in bed, en voorzien van het geapprecieerde gezelschap van de rest van de familie, waren de traagheid en de idyllische taferelen van deze foute film zowat het enige wat ik kon binnenhouden.
  2. Gosford Park (Robert Altman) ***
    Smijt een steen in een heldere vijver, en het wordt een heuse modderpoel. Upstairs, downstairs, en een bevestiging van alles clichés die erbij komen te kijken. Puike acteerprestaties nochtans.
  3. Die Another Day (Lee Tamahori) **
    James Bond is een format: een macho man, twee vrouwen, sex als calling card, een stereotiepe villain, woordspelingen, en een vreselijk grote trukendoos. Of je bent ervoor te vinden, of niet. Maar dit was alvast níet mijn favoriete Bondfilm.
  4. Agata e la tempesta (Silvio Soldini) ***+
    Heerlijk licht en luchtig. De perfecte antidote tegen het stressvolle leven en zo. Zie ook deze entry.
  5. Le conseguenze dell’amore (Paolo Sorrentino) ****
    Twee Italiaanse pareltjes in een rij, thematisch diametraal tegenover elkaar. Deze is niet te missen; zie ook deze entry.
  6. Red Dragon (Brett Ratner) **
    Chronologisch de eerste Hannibal Lecter (cfr The Silence of the Lambs) verschijning. De originele versie (Manhunter) van Michael Man heb ik niet gezien. Deze versie was onderhoudend, maar overleeft waarschijnlijk geen tweede of derde screening.

le conseguenze dell’amore

Le conseguenze dell’amore bekijk je best niet in een depressieve bui. De sfeer in de film staat diametraal tegenover de film die ik daags tevoren had gezien (Agata e la tempesta); donkerder hoeft het voor ons echt niet te worden. Wat niet belemmert dat deze film een echt pareltje is: zowel het verhaal, de acteerprestaties, als de fotografie zijn ronduit schitterend te noemen.

Titta Di Girolamo verblijft reeds acht jaar in hetzelfde hotel in Zwitserland, waar hij een uiterst gecontroleerd maar gestagneerd (sommigen zouden zeggen: saai) leven leidt. Met zijn vrouw en kinderen onderhoudt hij sporadisch contact via de telefoon. Wanneer het barmeisje, na twee jaar door hem te worden genegeerd, eindelijk contact zoekt, lijkt Titta niet alleen de controle over zijn leven, maar ook zijn hart te verliezen. Maar wat is het geheim dat hij al acht jaar angstvallig voor de buitenwereld verborgen houdt?

een scene uit Le conseguenze dell'amore

De film komt schijnbaar traag op gang, maar na de nodig introducties van de belangrijkste personnages, krijgen we met mondjesmaat inzicht in Di Girolamo’s geheim. Hoewel de aard van het geheim al redelijk snel duidelijk wordt, blijft de onhulling van de verdere details verrassend en goed uitgewerkt. Aan de verhaallijn, of de structuur valt niets op te merken. Toni Servillo, die Titta Di Girolamo vertolkt, is een heuse revelatie, en draagt de film met verve.

Niet alleen de acteerprestaties, maar heel zeker ook de fotografie weet de kijker te overtuigen. Geen donkere film noir toestanden (hoewel het thema van de film zeker in het genre past), maar heldere beelden, creatieve camera-standpunten, en een goed gebruik van scherpte-diepte. Geef ook voldoende aandacht aan de soundtrack!

U merkt het al, ik was volledig overtuigd van deze film. Na slechts vier weken in roulatie wordt hij echter reeds in het kleinste zaaltje van Studio Skoop gedraaid (zaal 5), dus ik zou een bezoek niet te lang uitstellen als ik u was. Sterk aangeraden!

Le conseguenze dell’amore van Paolo Sorrentino, te zien in Studio Skoop (aan het Sint-Annaplein).

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

Agata e la tempesta

Silvio Soldini brengt met Agata e la tempesta een uitbundige en boeiende film, opgehangen aan twee grote verhaallijnen. Enerzijds is er Agata, de eigenares van een boekenwinkel, die verliefd wordt op een veel jongere man. Telkens wanneer ze hevige emoties voor hem voelt gaan de lichten in haar onmiddellijke nabijheid flikkeren, en doven ze uit. Anderzijds is er het verhaal van Gustavo, haar broer, wiens leven overhoop wordt gehaald wanneer hij wordt gecontacteerd door een man, die beweert dat hij zijn echte broer is, en dat Gustavo bij zijn geboorte werd afgestaan voor adoptie. Wat volgt is een frivole en absurde film, vol onwaarschijnlijke, maar met veel gretigheid voor waar aangenome gebeurtenissen, waarin Gustavo op zoek gaat naar zijn vader, en Agata naar de liefde.

een scene uit de film

De film bevat een heleboel kleurrijke personnages, elk met hun verhaal, die bijdragen tot het ruim uitgewerkte plot. De film duurt twee uur, maar dat heb ik pas mogen ontdekken toen ik flink na tienen terug buiten stond. Door de wervelende dialogen, de meeslepende muziek en het flamboyante gebruik van decor en kostuums, verveelt deze film geen seconde. Het hoeft dan ook niet te verrassen dat de film was genomineerd voor maar liefst acht ‘Davids‘ (de Italiaanse filmprijzen), en er daarvan ook vijf in de wacht sleepte.

Agata e la tempesta, te zien in Studio Skoop (aan het Sint-Annaplein).

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

films 200504

Zie ook vorige maand:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. Qui a tué Bambi? (Gilles Marchand) **+
    Mijn derde film met (de acteur) Laurent Lucas, na het minder geslaagde Calvaire en het meer dan behoorlijke Harry, un ami qui vous veut du bien. Bambi past daar perfect middenin. Een zeer erm ‘Franse’ film, al zegt die omschrijving u niet veel als u niet al meer Franse films hebt gezien. Een beetje traag, maar wel spannend. Niet spannend zoals een horrorfilm, maar des te meer door de plotopbouw. Een dikke plus dus: een goed uitgewerkt plot.
  2. Ma Mère (Christophe Honoré) *
    Ik was al niet zot van La Pianiste, en nu blijkt ook Ma Mère een film vol idiote sexuele aberraties en (pseudo-)intellectueel gewauwel te zijn. I blame it on Isabelle Huppert.
  3. De battre mon coeur s’est arrêté (Jacques Audiard) ***+
    Een verademing. Een geslaagde mix van populaire en klassieke cultuur, krachtige vertolking van Romain Duris, en een goede verhaalstructuur. (Zie ook deze entry.)
  4. L’ultimo bacio (Gabriele Muccino) **+
    Is dit nu goed, of valt het in de “Hugh Grant”-categorie? In elk geval kende ik geen van de acteurs (of ik kon ze niet plaatsen), waardoor ik niet gestoord werd door enige vorm van typecasting. Misschien geen blijver, maar toch genietbaar. (Twee weken later weet ik begod al niet meer waar het over ging.)
  5. The Bourne Identity (Doug Liman) *
    Zo goed als het boek is, zo slecht is de film. Diepgang? Carlos? Vrouwelijke intelligentie ipv louter decoratie? In een poging de setting te actualiseren, is de regisseur erin geslaagd een verschrikkelijk lelijke en out-of-touch enscenering neer te poten. Doe uzelf een plezier, lees het boek, en sla de film over. Tenzij u reeds vond dat Largo Winch op een geslaagde manier de overgang van stripverhaal naar TVserie had gemaakt.

De battre mon coeur s’est arrêté

Onder het motto: het hoeft niet altijd een Franse film te zijn die in Amerika een remake krijgt, gingen wij gisteren naar De battre mon coeur s’est arrêté, een remake van Fingers (James Toback, 1978), door Jacques Audiard, met in de hoofdrol Romain Duris (die we nog kennen van L’auberge espagnole).

De battre mon coeur s'est arrêté

Tom (Thomas) werkt in de immobiliën; d.w.z. hij koopt en verkoopt gebouwen, waarbij enige fysieke overredingskracht hem niet vreemd is. Die duistere kant blijkt hij van zijn vader te hebben, voor wie hij, meestal tegen zijn zin, ook wel eens echt louche zaakjes opknapt. Zijn succesvolle carrière krijgt een wending als hij –totaal onverwacht– de impressario van zijn overleden moeder (een pianiste) tegen het lijf loopt. Wanneer die hem immers voorstelt bij hem auditie te komen doen, stelt Tom plots alles op het spel om concertpianist te worden.

De film handelt over de tweestrijd tussen het rauwe milieu waarin Tom is terecht gekomen, versus de zachtere kant van de kunstwereld; over Toms keuze tussen de wereld van zijn vader, tegenover die van zijn moeder. Vrij van alle moralisme wat in dit verhaal zou kunnen betrokken worden, en dat maakt er de film natuurlijk alleen maar beter op.

Romain Duris levert een heel sterke en geloofwaardige vertolking af, en de opbouw naar de auditie toe blijft tot op het laatste moment spannend. Het einde van de film is opgevat als een addendum, dat Toms keuze en overtuiging aanzienlijk bevestigt.

Absoluut de moeite waard.
(Fingers, de oorspronkelijke film, heb ik niet gezien, maar gezien de commentaren, hoef ik daar niet rouwig om te zijn.)

De battre mon coeur s’est arrêté, van Jacques Audiard. Gezien in Studio Skoop.

(Dit artikel staat ook op gent.blogt)

films 200503

Van hetzelfde laken een broek als vorige maand. De legende:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. Saw (James Wan) *
    Bedroevend. Overacting, simplistisch uitgewerkt plot, nerveuze camerabewegingen. Zie ook deze entry.
  2. Hide and Seek (John Polson) *+
    Veel beter dan Saw, maar niet meteen een blijver. Dakota Fanning, als Emily Callaway, zet wel een overtuigend schrikwekkende vertolking neer, en ook De Niro levert goed werk in wat een niet direct stereotiep getypcastte rol lijkt. Zie ook deze entry.
  3. The Incredibles ****
    Wreedaardig wijs, zowel voor oud als jong. James Bond meets The Simpsons, maar dan veel beter. Zit weer vol verwijzingen, maar blijft ook zonder die zaken enorm genietbaar. De animaties zijn realistisch, maar wordt niet idoot pseudo-realistisch in de zogezegde speurtocht naar dat realisme (zoals in Shrek). Het verhaal is heel plezant, vrij van nutteloze complexiteit (’t is voor kinderen), en niet moralizerend. Als dat de toekomst van de tekenfilm is, then where do I sign up.
  4. De Indringer (Frank van Mechelen) ***
    Hola! De Vlaamsche film. De bétere Vlaamsche film zelfs, of toch tenminste: de Vlaamsche Film Die Niet Voor Hollywoodfilms Moet Verbleken. Puike acteerprestaties, geloofwaardige plot (bijna) tot op het einde, en bilingue. Beslist de moeite waard. Zie ook deze entry.

De indringer

Destijds heb ik De Zaak Alzheimer gemist. Inclusief de TV serie achteraf, en ik ben al evenmin naar de videotheek gehold om de DVD. Niet dat ik iets tegen Koen De Bouw heb, want kijk, in De Indringer speelt hij niet alleen mee, hij is gewoon uit bijna geen enkele scène weg te branden.

Tom Vansant is een succesvolle arts. Heroïsche interventies, vrouwen vallen bij bosjes, en zijn dochtertje is de reden van zijn bestaan. Dat alles uitgelegd in de openingsminuten van de film, waarbij ik nog even veronderstelde een Vlaamsche flutfilm voorgeschoteld te krijgen. U weet wel, van het soapgenre, waarin we onszelf zo vervolmaakt hebben.

Niets van dat alles, want na die paar minuten komen we plotsklaps 18 maanden later bij een haveloze Vansant terecht, die overal en bij iedereen zijn dochtertje lijkt te zoeken. “Gij kent haar, gij smeerlap,” waarop de druggebruiker met enige hardhandigheid tegen de muur van de onderzoekskamer wordt gekwakt. Tot Vansant in een café op Charlotte botst (die van huis is weggelopen), en die blijk geeft zijn dochter te hebben gezien. Charlotte weigert hem echter details te geven, en wanneer het meisje met haar gezin herenigd wordt, reist hij haar achterna. Naar de Ardennen.

In wat volgt zet de cast van De Indringer een meer dan geslaagde performance neer, die het niveau van de gemiddelde Vlaamse film met gemak een flink stuk naar boven haalt. Wat niet wil zeggen dat er geen minpunten zijn aan deze film (verre van), want ook deze film lijdt bijvoorbeeld aan dat Vlaamse syndroom van hoe gaan we er nu een einde aan breien? Maar laat dat er u vooral niet van weerhouden de film te gaan zien, want hij kan, om maar iets te noemen, met veel gemak optornen tegen een hele resem Hollywoodfilms in hetzelfde genre (psychologische thriller). Kortom: geslaagd.

De Indringer, gezien in Studio Skoop (speelt ook in Decascoop). Wordt later ook verknipt, net als De Zaak Alzheimer, tot driedelige TV serie, en getoond op één.

(Deze entry staat ook op gent.blogt.)